26 mei 2011
Na een goed ontbijt vertrekken we om 08:15 u.
We lopen het eerste stuk over wegen waar we gisteren ook al waren tijdens het verkennen van het stadje. In een buitenwijk van Stia moeten we een aantal trappen beklimmen. Onze eerste gedachte is: zo, dat hoogteverschil hebben we alvast gehad…….. Als we Stia verlaten hebben komen we op redelijk gemakkelijk begaanbare paden en wegen. Geen stenen en ook niet al te steil.
We komen in het dorpje Lonnano waar we voor de kerk pauzeren. Gisteravond hebben we nog brood en kaas gekocht, en hier is een mooi plekje ( met bank) voor een lunchpauze. Een hond kijkt vragend of we ook iets voor hem hebben, niet dus!
We verlaten Lonnano langs een oude wasplaats. Volgens onze routebeschrijving komen we nu bij een moeilijk begaanbaar gedeelte van de tocht: langs een afgrond.
Maar dat valt wel mee. Het pad wordt weliswaar smal, maar er is begroeiing links en rechts en dan lijkt het ook minder gevaarlijk. Na een paar honderd meter wordt het pad weer iets breder en even later lopen we weer over een asfaltweg.
Bij een splitsing nemen we de weg naar beneden naar het dorp Casalino, waar een Franciscanessenklooster ligt.
Wij pauzeren op een pleintje bij een waterbak met een kraan waar koel drinkwater uit komt. En water is noodzaak bij het warme weer van vandaag. Enkele inwoners van het dorpje die hier zitten maken graag een praatje. Er komen ook een Zwitser met een Kroatische dame aanwandelen die dezelfde tocht lopen als wij. Via een tergend steil pad komen we weer terug op de route.
Parco Nazionale delle Forreste Casentinesi
We zien een bord dat aangeeft dat we ons in het Parco Nazionale delle Forreste Casentinesi gaan begeven. Een park dat zeven keer zo groot is als ons park de Hoge Veluwe. Hier zijn de paden weer moeilijk, veel stenen en het gaat constant omhoog. Er is ook bijna geen schaduw, de zon brandt op ons in. Jack gebruikt veelvuldig zijn zakdoek om te zweetdruppels van zijn voorhoofd af te vegen. Frank en Michael passeren ons, en even later de Zwitser met zijn dame.
We laten ze gaan, en doen “piano” zoals de Italianen zeggen, rusten regelmatig even en genieten dan van de fantastische vergezichten. Ondanks dat er geen einde lijkt te komen bereiken we toch de asfaltweg. Hier maken we een klein foutje, we interpreteren de tekst van het boekje verkeerd en nemen de asfaltweg naar rechts. Maar na zo’n 400 mtr besluiten we toch om terug te lopen en het pad naast de weg te blijven volgen. En dit blijkt de bedoeling te zijn. Zo komen we op het juiste pad dat ons verder leidt. Via een stijgend bospad komen we dan op een breed pad uit dat door een prachtig beukenbos loopt. Al lopend zien we ineens in de verte een edelhert. Heel even maar, het dier is schuw en al gauw verdwenen.
Het pad komt uit op een asfaltweg, deze naar rechts volgend komen we na een kwartiertje bij de Sacro Eremo de Camàldoli. Frank en Michael zijn hier ook.
De Sacro Eremo, gesticht door de Hl. Romualdus, is een grote kluizenarij met vele kleine huisjes waarin vooral in het verleden monniken afgezonderd van de wereld leefden. Deze monniken, en ook nu wonen er nog enkele, worden ook wel Camaldulensers genoemd. Het gebouwencomplex maakt wel indruk op ons.
Het schijnt dat Franciscus hier ook een maand heeft uitgerust toen hij terug kwam van een verre reis. Bij de “Eremo” ligt ook een mooie kerk met ornamenten versierd en schilderijen. De cel waarin de Hl. Romualdus verbleef is ook te bezichtigen.
In de nabij gelegen winkel is koffie te krijgen, en die laten we ons goed smaken.
Daarna dalen door een bos af naar het dorp Camàldoli. Het dorp is niet groot; het grootste gebouw dat er ligt ………………….. is een klooster van de orde van de Benedictessen. Hier verblijven veel nonnetjes, jong en oud.
Na de Hl. Mis komen ze in grote getale uit de kerk en zwerven uit over het dorp. Sommigen al bellend met een GSM, ze blijven bij de tijd! We bezoeken het klooster waar ze verblijven, en ook de rest van het “dorp”. Maar er valt eigenlijk weinig te bezichtigen.
Op een terras zien we voor het eerst een andere wandelaar: Andreas, die alleen loopt.
’s Avonds eten we met Frank en Michael. Frank werkt bij een bank en woont in München. Michael is werkzaam in een kliniek voor verslaafden in het Sauerland. Van Frans hebben we niets meer vernomen.
Later schuiven Maria en Marianne ook aan. Beide dames slapen in het klooster en zij vertellen dat er een congres ( van nonnen) in het klooster is. Vandaar die drukte. Maar het is er heel netjes en de dames komen niets te kort. Er wordt nog veel gelachen, waarbij we het afzien tijdens de wandeling weer vergeten.
Lees verder Camàldoli - Badia Prataglia