9 juni 2011
Het is 10:00 u als we opstaan. Schijnbaar waren we dus toch aan een goede nachtrust toe.
Deze ochtend gaan we de basiliek van de Hl. Franciscus bezoeken. Franciscus overleed in 1226. Enkele jaren na zijn dood werd hij heilig verklaard, waarna men overging tot de bouw van een basiliek die nu beschouwd wordt als de moederkerk van de orde der Minderbroeders (Franciscanen).
De basis van de basiliek is de crypte, die uitgehouwen werd uit de rots. In deze crypte is het graf van de Heilige. Nergens in de basiliek mogen kaarsen branden. Als een symbolisch gebaar kan men bij een hek bij de ingang van de crypte kaarsen uit een mand nemen voor een vrijwillig bedrag. Deze kaarsen legt men dan voor de rots met het graf in een andere mand.
In deze ruimte liggen ook enkele naaste volgelingen van Franciscus begraven. Er hangt een bijzondere onwerkelijke sfeer in deze ruimte, iets wat we tijdens de wandeltocht niet ervaren hebben.
Er wordt natuurlijk veel gebeden. Boven de crypte ligt de benedenkerk, dit gedeelte heeft veel zijkapellen waarin andere Heiligen worden vereerd zoals Antonius die we toch wel regelmatig in kerken tegenkomen. Deze benedenkerk is rijk aangekleed met schilderijen en beelden.
Uiteraard ligt de bovenkerk hier weer bovenop. Hierin zijn grote fresco’s ( oa. van Giotto) te zien waarin het leven van Franciscus wordt uitgebeeld. In 1997 werd Assisi zwaar getroffen door een aardbeving, waarbij het dak van de basiliek gedeeltelijk instortte en helaas enkele doden te betreuren vielen. Inmiddels is de basiliek al weer enige jaren gerestaureerd en in zijn oude glorie terug gebracht. Wij vragen ons af of de Heilige, die zo sober en in armoede leefde, na zijn afscheid van het aardse leven die pracht en praal om zich heen zou willen.
Dat wandelende pelgrims hier nog niet zo “ingeburgerd” zijn ervaren we als we een stempel voor ons pelgrimspaspoort halen. We zien verbaasde gezichten van enkele toeristen. Vreemd, Assisi is na Rome toch de 2e grootste pelgrimstad in dit land.
Als we door de straten en steegjes lopen valt ons op dat het een heel net stadje is. Zonder rotzooi op de grond. Natuurlijk is er een overvloed aan souvenirwinkeltjes, die bijna allemaal hetzelfde assortiment hebben. Wat wél jammer is dat er verkeer door het oude centrum rijdt, ook op het plein. Je moet voortdurend uitkijken.
We komen langs een winkeltje waar een bordje met de vermelding “Free Internet” ophangt. En wij moeten nog iets doen, onze vliegtickets voor de thuisreis printen. Dus gaan we naar binnen waar we een aardige jonge dame zien die mooie kaften voor boeken maakt. We mogen inderdaad gebruik maken van het internet, maar onze tickets kunnen we (nog) niet printen want we hebben niet alle gegevens bij ons. Geen nood, we gaan terug naar onze kamer om even later weer voor de PC te staan. Het lukt, met enige hulp van de jongedame ( we kunnen geen Italiaans lezen).
Assisi is rijk aan kerken, dat moge bekend zijn, zoals de kathedraal van San Rufino, en de beide eerder genoemde basilieken van Franciscus en Chiara. In tegenstelling tot Florence hoef je hier niet te betalen om een kerk te bezoeken. Binnen is het bijna altijd verboden om te fotograferen, hetgeen we respecteren.
In alle kerken is een geestelijke aanwezig om een oogje in het zeil te houden. Bij de grotere, de basilieken en de kathedraal is natuurlijk meer toezicht. Logisch, maar ze doen het veelal biddend en hun aanwezigheid is voldoende om “onverlaten” te weren.
Één kerkje mag niet ontbreken in dit verslag, de Chiesa de San Stefano. Een bijzonder kerkje.
Dit oude kerkje, dat gebouwd werd in 1166, schittert door zijn eenvoud en soberheid. Er zijn slechts enkele fresco’s te zien. Één ervan is een Madonna met kind. Verder eigenlijk niets, het kerkje is de laatste paar honderd jaar niet meer verbouwd zodat het nagenoeg nog authentiek is. Met een oud stenen altaar. Volgens de overlevering zijn de klokken van dit kerkje spontaan gaan luiden tijdens het lijden van Franciscus toen hij stierf.
In de banken zit een jong meisje te lezen, het lijkt alsof ze een studente is en hier studeert. Dan is dit inderdaad een ideale ruimte. Jack is behoorlijk onder de indruk van dit kerkje.
Door de veelvoud aan steegjes die door Assisi lopen zijn we af en toe onze oriëntatie kwijt. Waar zijn we? Wie de scène van Meg Ryan zwervend door Parijs in de film French Kiss kent zal dit wel herkennen. Je ziet altijd weer een ander leuk hoekje of tafereeltje. Later op de dag lopen we naar Rocca Magiore.
Dit is een oud fort dat dominant boven de stad ligt. We bezoeken de ruïne zelf niet, maar lopen er om heen. In vroegere tijden was dit fort een toevluchtsoord als de stad van buitenaf werd aangevallen.
Vanuit deze plek hebben we een mooi uitzicht op het stadje met zijn kerken en ook de stadsmuur met zijn poorten. Maar ook op de wijde omgeving. We zien het pad waar we gisteren vandaan kwamen. Toen we daar liepen zagen we als eerste dit fort.
Ook herkennen we in de verte het beeld van Padre Pio. Aan de andere kant zien we de basiliek van Santa Maria Degli Angeli die we morgen willen bezoeken.
’s Avonds eten we in een restaurantje in de stad. Niet dat de maaltijd ons gisteravond tegenviel in ons hotel, maar de “oma” was toch een beetje “opdringerig”. En daar houden we niet van. Want wie gaat er nu aan zijn gasten vragen of ze willen internetten terwijl ze aan het eten zijn? Is jammer voor de bediening, want het meisje dat de maaltijden serveerde is een aardige Roemeense. Zij spreekt Engels.
Lees verder Assisi - Santa Maria degli Angeli