24 mei 2011
Vandaag beginnen we dus echt aan onze wandeltocht. Na het ontbijt, dat Maura stipt om 08:00 u ons brengt, spuit Jack wat Perskindol op zijn linker knie en heupen. “Waarom doe je dat?”, vraagt Tiny. Waarop Jack antwoordt:” Dat zijn mijn zwakke plekken”. “Oké, nu weet ik dat ook”, is de reactie!
We zijn klaar voor vertrek. Het is maar een korte treinrit van Pontassieve naar S. Ellero. Op het stationnetje van dit plaatsje blijkt dat we toch niet de enigen zijn die vandaag aan deze tocht beginnen. Twee Duitsers vragen vriendelijk of Jack een foto van hen wil maken.
Als even later het vertrek van ons zelf ook vereeuwigd is, en Jack nog heel even gesproken heeft met Renato die samen met Monica boven het stationnetje woont, beginnen we aan de wandeling.
Het eerste gedeelte gaat over een rustig verhard weggetje dat licht stijgend naar het dorpje Fontisterni loopt. Eigenlijk is dit geen dorpje, want voordat je het in de gaten hebt ben je er al doorheen. We gaan over een beek en een paar honderd meter verder komen we op een oud Romeins voetpad. Kan niet missen want het pad bestaat alleen maar uit keien wat niet makkelijk loopt. Die Romeinen zullen dit pad ongetwijfeld ook vervloekt hebben, denkt Jack.
We blijven bergop lopen en bevinden ons in een bos.
Als we het bos uitlopen staan we spoedig voor een hek, we zijn bij een olijfgaard aangekomen. We lopen langs een mooie galerij cypressen door deze plantage en staan op het eind voor de boerderij, Pitania geheten. ’t Is heet, en we nemen een korte pauze.
Als we verder gaan dalen we af naar een kerkje. Hier komen we weer op een verharde weg en lopen we omhoog naar het dorpje Paterno waar de plaatselijke kruidenierswinkel open is en we wat te eten kopen.
Als we weer verder gaan krijgen we een mooi uitzicht over het gebied waar we eerder gelopen hebben.
Ons witte pad ( strada bianca, zie foto) brengt ons naar een kerkhof met een kleine kerk.
Hier gaat het verder over een smal bospad. Dit pad is verre van comfortabel, soms smal en af en toe behoorlijk steil. Tiny heeft het zichtbaar af en toe moeilijk. Gelukkig komt het pad uit op een verharde weg.
Maar dit blijkt maar voor even te zijn, want ruim een kilometer verder verlaten we deze weg om wederom een flink stijgend pad te nemen.
De lage begroeiing langs dit pad en de keien maken het lopen extra moeilijk. Het is afzien. We komen bij een afrastering om een dennenbos waar we weer pauzeren in de schaduw onder de bomen. Op Tiny’s gezicht is af te lezen wat ze denkt. De hitte, de stenen en het geaccidenteerd terrein zijn samen slopend. En het is pas de eerste dag! Enfin, wij gaan weer verder en het blijkt dat het brede pad waar we ons nu op bevinden weinig hoogteverschillen meer kent. Het is wel een lang pad, pas na zo’n 3 kilometer komen op een verharde weg waar we naar links gaan. We komen bij een brug waar we onze rugzakken af doen om onze rug te strekken en even te zitten.
Daarna gaat het weer omhoog over een bospad, gelukkig is dit niet al te stijl en maar een kort stuk. We zijn nu dicht bij ons eindpunt van vandaag. Een asfaltweg volgend lopen we een kwartiertje later door het dorp Consuma.
Achter dit dorp ligt de Passo della Consuma, waar hotel Miramonti ligt en wij de komende nacht verblijven. Het is een al wat ouder hotel, wat echter niet deert. Wij zijn blij dat deze zware eerste dag er op zit. Het blijkt dat we niet de enige Nederlanders hier zijn. We ontmoeten Frans uit Tilburg. Hij is alleen onderweg naar Rome.
Het avondeten is goed, de eigenaar, Luciano, bedient zelf de gasten.
Uiteraard liggen we vroeg in bed.
Lees verder Passo della Consuma - Stia