25 mei 2011
Na een goede nachtrust en een karig ontbijtje zijn we om ± 08:45 u op pad. We lopen eerst terug naar het dorp, om wat inkopen te doen, zoals flesjes water en croissants. Als we teruglopen naar het beginpunt van de tocht van vandaag komen we een stoet ruiters tegen. Ze zijn vriendelijk. Het ziet er wel ruig uit, zo’n 30 vrouwen en mannen te paard.
Tegenover de bar die vlak bij het hotel ligt gaan we het bos in. Aanvankelijk is het pad vlak, maar na een kwartiertje gaat het toch weer omhoog en omlaag. We zitten nog steeds vrij hoog en hebben dus mooie uitzichten op de dalen naast ons. Als we op een asfaltweg uitkomen naderen we al gauw Gualdo. Dit dorpje verlaten we snel en nu moeten we goed opletten om op de juiste weg te vinden. Plotseling zijn we met zijn vijven: de 2 Duitsers hadden ons net ingehaald en vanuit het niets verschijnt Frans.
Het gaat goed, Jack vindt de goede route. We steken een beekje over waarna we op een stijgend bospad komen. Onze 3 metgezellen passeren ons en al gauw zijn we weer met zijn tweeën. We bevinden ons nu op een lange bosweg die voortdurend op en neer gaat. Even zien we nog de 2 Duitsers, en Frans die van rechts naar hun toe snelt. Schijnbaar had hij de verkeerde afslag genomen.
Onze bosweg wordt meer een bospad dat zich door de begroeiing kronkelt, zoals gele bremstruiken.
Is wel mooi, die brem, maar we moeten er wel doorheen ( of onder door). Vlak voor het dorp Castelcastagnaio bereiken we een asfaltweg. Deze volgen we maar even, want onze route gaat verder over een onverhard pad. Bij een vijfsprong twijfelen we even.
Maar met behulp van ons kompas vinden we het juiste pad in ZO-richting dat omlaag loopt naar een beekje dat we oversteken. Bij een boom met een Tau-teken gaan we rechts steil omhoog. Her en der versperren omgevallen bomen onze weg, het begint op een hindernisbaan te lijken.
Volgens Jack moeten we bij een boerderij uitkomen. En dan zegt Tiny: ”Ik ruik de koeien al”. Dan zitten we goed, denkt Jack, en het blijkt te kloppen.
Bij de boerderij is een drinkwaterbron, waar we gebruik van maken. Dan komen er een paar grommende honden op ons af. We zwaaien met onze stokken hetgeen werkt, ze komen niet dichterbij.
We gaan verder en volgen het pad dat ons langs nog enkele boerderijen leidt en uiteindelijk naar Stia brengt.
Het laatste stuk gaat behoorlijk bergaf. In Stia aangekomen lopen we door een smalle steeg genaamd Vicolo S. Francesco. Deze komt uit op een plein en als we omkijken zien we een afbeelding van Franciscus. De eerste keer op onze wandeltocht, de afbeeldingen in de Santa Croce in Florence niet meegerekend.
In Stia nemen we onze intrek in Albergo Falterone, we krijgen een mooie kamer met een ruime badkamer. Maar de trap naar onze kamer loopt niet lekker, hij lijkt scheef te lopen. Het is nog redelijk vroeg, ongeveer 15:00 u.
Nadat we ons gedouched hebben gaan we het stadje in, maar behoudens een barretje waar we koffie kunnen krijgen is alles nog gesloten. Stia is een oud stadje met een middeleeuws centrum. Dan zien we opeens de dames die we in Beek op het vliegveld zagen rondlopen. Die zijn dus ook hier!
’s Avonds eten we buiten op het terras van het restaurant tegenover de herberg.
Frank en Michael ( de beide Duitsers) zitten hier al; Frans en ook beide dames die maandag en dinsdag gewandeld hebben, Maria en Marianne, sluiten ook aan. Vandaag hadden ze een rustdag. Het wordt een gezellige avond.
Lees verder Stia - Camàldoli