Visie verloren, rampspoed geboren.
Fan it boppeste buordsje krije.
Him goed op ‘e sturt traapje.
Niemand spreekt zonder gevaar, als hij niet op tijd weet te zwijgen.
Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
Laten wij niet bidden om een lichte last maar om een sterke rug.
(Franklin Delano Roosevelt, Amerikaans President.)
Wees niet bang om langzaam vooruit te komen, maar wel om stil te staan.
Elk is de beste uitlegger van zijn eigen woorden.
Bidden is niet zozeer gehoor zoeken als wel gehoor geven.
Hy lit in leech plak efter.
Earne mei de pet nei smite.
De moedfearren hingje litte.
Trouw is je telkens weer inspannen om een goede relatie goed te houden.
Hij blijft bij zijn woord, als de zon bij de boter.
Sy is oer it hynder tilt.
Immen op it hynder tille.
It moat tusken de ierappels en de brij.
Sommige mensen zullen nooit iets leren, omdat ze alles te vlug begrijpen.
In kruiden, woorden en gesteenten ligt de kracht.
De doar foar de noas tichtdwaan.
Wy nimme noch ien.
Ik kin wol oer de nekke gean.
Een fles de nek breken
Veel vijven en zessen hebben.
Immen it bloed ûnder de neilen wei helje.
Aan sneeuw, modder en pekel, heeft de schoenmaker geen hekel.
Woorden zijn geen waterplassen die men kan opdweilen.
Fan ‘e nacht in dei meitsje.
In goede nacht draaie.
Oar wurd foar in nonnekleaster : hunkerbunker.
Oar wurd foar in manljuskleaster : sieddroegerij.
Als je het niet kunt vinden met de rabbijn, vindt je het misschien bij de kastelein.
Woorden zonder menen gelijken op dreigen zonder slaan.
Der mar in mouwe oan passe. (meitsje.)
Hja is net op ‘e mûle fallen.
In minske is gjin ierappel.
Het is moeilijk voor een lege zak om te staan.
(Benjamin Franklin.)
Hy lit it raar lizze.
Hy wit fan ‘e prins gjin kwea.
Men moet geen oude peerden (koeien) uit de gracht (sloot) halen.
Een goed woord baat, een kwaad woord schaadt.
Bij een grote schoonmaak kom je alles weer tegen.
Man en vrouw zijn één, maar twee als ze samen kijven.
Kin de kat neat dwaan yn ‘e koken ?
Wat zullen we nu krijgen ?
De koppen byinoar stekke.
Als er twee zeggen, dat je teveel hebt gedronken,
kan je beter naar bed gaan.
----------
Aan der honden hinken,
aan der hoeren winken,
aan des kramers zweren,
en des wijfs begeren,
zal men zich niet keren.
------------
Velen besteden meer energie aan het omzeilen van problemen, dan aan een poging ze op te lossen.
Als de oude wijven op het ijs komen, begint het te dooien.
Alles foar swiete koeke opite.
Âlde kij út de sleat helje.
Men moat gjin âlde kastanjes út it fjoer helje.
Toeval is de lekenvorm voor het mirakel.
Met hen die klagen heeft men nooit medelijden.
Hy sit yn ‘e knoop.
Hy is in man fan ‘e klok.
Hja binne net fan ús kleur.
Zolang u in het dal blijft, ziet u niet wat er aan de andere kant van de berg is.
Een oud wijf zonder schelden vindt men zelden.
Dat komt my net oan ‘e kâlde klean.
Hy hat in slach mei de moalpûde hân.
De beschaamde gaat altijd ledig heen.
Een schoon wijf, veel gekijf.
As it bern mar in namme hat.
Dat mei gjin name ha.
Bern yn it wyld rinnen hawwe.
Iets wat het waard is gedaan te worden, is het waard goed gedaan te worden.
Zijt ge hoer of zijt ge dief, hebt ge geld, men heeft u lief.
It yn Keulen tongerjen hearre.
Aken en Keulen binne net yn ien dei boud.
De wrâld is net yn ien dei makke.
Niets is goedkoop als men het niet nodig heeft.
Een hoer brengt er velen tot den bedelzak.
Ik ken him langer as hjoed en juster.
Hy hat it burd yn ‘e kiel.
It hinget my (ta) de kiel út.
De omstandigheden maken de mens niet zwak, maar ze laten zien wie hij is.
Hoeren en boeven komen wel zonder roepen.
Een meningsverschil is nog geen verschil in principes.
Hja is fan de ferkearde kant.
Immen fan kant meitsje.
Wat eenvoudig is, wordt moeilijk als je het met tegenzin doet.
Hoeren en heren zijn van eender veren.
Mei iepen kaart spylje.
Hy is hurd op ‘e hûd.
Hy hat (trije) dûbeld fel foar de holle. (kop, eagen.)
Overdrijving is de leugen van eerlijke mensen.
Wijn op melk deugt voor elk, maar melk op wijn is venijn.
(gebrek na overvloed.)
Hy hat it hert heech sitten.
Een slechte gewoonte is het, zich met de gewoonten van anderen te bemoeien.
Als de wijn zinkt, zwemmen de woorden boven.
Hja hat hier op ‘e tosken.
Hy sit oan ‘e grûn.
Tegen een bitter hart helpt geen suiker.
Bitter in de mond maakt het hart gezond.
Na het zuur komt het zoet. Na het bitter komt het zout.
Dat is wel bitter. Hij is verbitterd. Zij is het zout in de pap.
****************
VAN ZUUR EN BITTER NAAR ZOUT EN ZOET
Uit vuur en ijzer, zuur en zoet
Zo wijd als licht, zo eeuwenoud
Uit alles wordt een mens gebouwd
En steeds opnieuw geboren
Om ijzer in vuur te zijn,
Om zout en zoet en zuur te zijn,
Om mens voor een mens te zijn
Wordt alleman geboren.
********************
Goed bier is beter dan slechte wijn.
Hja hawwe gjin smaak.
God kan alleen datgene zegenen wat vrijwillig aan Hem is over gegeven.
Het is geen wijn van Alicante, maar van alle kanten.
Hy hat de smaak te pakken.
Waar de klok van de laster luidt, is spoedig een groep bijeen.
Hij heeft meer olie in de lamp verbrand dan wijn gedronken.
Waar de abt herbergier is, mogen de monniken wel bier halen.
Voor hem die vaak het woord onmogelijk gebruikt, kun je weinig goeds verwachten.
Jong bier moet gisten.
Het botert niet tussen die twee.
Velen denken een dierenvriend te zijn omdat ze een gevangen vogel te eten geven.
De wijn in het lijf, het hart in de mond.
It is oan smots.
Brandnetels kunnen geen leliën voortbrengen.
De wijn en de vrouwen zijn gevaarlijke klippen.
In moai (nuver) printe printeboek.
Iemand die een fout heeft gemaakt en deze niet herstelt, begaat een nieuwe fout.
De een tapt het wijntje en de ander drinkt het.
Een vreemde snuiter.
Die voor een knecht niet deugt, moet nooit voor baas spelen.
Die zich niet verheugt in schone vrouwen of goeden wijn, die moet kwaad van nature zijn.
Zich dood schamen.
Soms denken mensen twee linker handen te hebben,
terwijl ze toch een prima rechter hand blijken te bezitten.
Een gastmaal zonder wijn is een toverlantaarn zonder kaars.
Jin de eagen ta de holle út skamje.
Een schip is veilig als het in de haven ligt, maar daarvoor wordt het niet gebouwd.
Vroeg te wijn, vroeg bedorven, vroeg dronkaard, vroeg gestorven.
Dat is tefolle frege.
Drank verslindt wat arbeid wint.
Vraagt ge de waard naar zijn wijn, gewis, hij zal de beste zijn.
By immen yn it skaad stean.
Drinkende arbeiders denken niet en denkende arbeiders drinken niet.
Als hij nu nog niet wijs is, dan zal hij het ook niet worden.
Dat ruikt naar bureaucratie.
Laat uw christen zijn niet bepaald worden door wat moet en mag, maar door de vraag of u God behaagt, dan wel verdriet doet.
Veel beloven, weinig geven, doet menige dwaas in vreugde leven.
Hij ruikt gevaar.
Wat gaat er van de kerk uit wanneer de kerk uit gaat ?
De wijze weet, dat hij niet weet.
Hy hat in rûne rêch.
Pas er voor op dat de haat u niet meer beweegt dan de liefde.
Vroeg wijs, vroeg grijs.
Immen by de gevel ophelje.
Liefde vindt een weg, onverschilligheid een verontschuldiging.
Niemand zo wijs of hij kan falen.
Het achterste van je tong laten zien.
Op iemands rug iets uitvechten.
Tegen de wil van God, onze hoofdman, mogen wij, de schildwachten, onze post niet verlaten.
De dwaasheid loopt, de wijsheid gaat.
It is in man fan kwizekwânsje.
Hij heeft een gladde tong.
Hy is goed fan ‘e tongriem(e) snijd.
Velen hebben het geluk nooit gekend, omdat zij overtuigd waren, dat het nog moest komen.
De dwaasheid van anderen, zij u tot wijsheid.
Mei dûbele tonge prate. (ek wol : Út twa mûlen sprekke.)
De tongen losmeitsje.
Oer de tonge gean.
De mûle ferlern (fergetten) hawwe.
Een beeld zegt meer dan duizend woorden.
**********************
DEUGD en ONDEUGD. Vaak verpersoonlijkt in beelden, wandschilderingen en tapijten. Het gaat om :
Fortuna - het lot
Prudentia - wijsheid
Virtus - deugd
Fides - geloof
Honor - eer
Fama - roem
Justitia - rechtvaardigheid
Nobilitus - adel
Infamia - schande
Nevendeugden : bv
Cautio, een neven - voorzichtigheid
deugd van wijsheid.
*************************
De wijze wordt maar eens bedrogen.
Schone schijn.
Een plichtsgetrouw mens vindt navolging, een bezield mens inspiratie.
Die wijs is, verdraagt de zotten, ook als zij met hem spotten.
Iets doen om de schijn te redden.
Het geluk van een kind begint in het hart van de moeder.
Door al te grote wijsheid wordt men een nar.
Het gesprek ruw afbreken.
Dat is van het vagevuur in de hel.
Je kunt je de hele dag ergeren maar je bent er niet toe verplicht.
Hoe geleerder, hoe verkeerder.
It nearne fine kinne.
Hoe meer dingen je bezit des te meer bezitten de dingen jouw.
Hij rijdt een scheve (rare) schaats.
De beste bode is de man zelf.
Dat kan mij de anus oxideren.
Hij viel van de gaffel in de greep.
Steeds weer wanneer je een kalenderblad afscheurt moet je kunnen denken, het was weer een waardevol stukje tijd.
Hij slaat een dubbele schaats.
Een scheve schaats rijden.
De bijbel van 52 bladen.
De centen dansen hem in de zak.
Velen laten zich liever bederven door complimenten
dan redden door kritiek.
Ik zie het al : het scheelt niet aan de schaatsen, maar aan de man.
De engeltjes schudden hun bedjes uit.
De jonge heer een handje geven.
Echte vrienden houden je een spiegel voor.
Boerenkool met glinsterend ijs is een lekkere winterspijs.
Iemand de kleren van het lijf scheuren.
Immen de klean fan ’t liif freegje.
Geen tijd wil zeggen, iets anders vindt ik belangrijker.
Er zijn balken onder het ijs, want de joden lopen er op.
Zij die nooit geen tijd hebben doen het minst.
Laat het leven ook eens van jouw genieten.
*******************
GENIETEN.
Het grote genieten zit voor mij in hele kleine dingen. Ik heb moeite met een definitie van het grote genieten. Moet je dan miljonair zijn (worden) en elke dag lekker eten en uitgaan ? NEEN, geluk bestaat uit momenten die soms niet langer dan 10, 20 seconden duren. GELUK is geen permanente gemoedstoestand. GENIETEN is dat je in staat bent het belang van die kleine momenten te beseffen, en dat je die moet grijpen.
W. H. P.
********************
Hij zoekt heet water onder koud ijs.
De wurden út it ferbân skuorre.
Tel geen dagen maar zorg dat de dagen tellen.
Op het ijs is alles gemeen : die geen meid heeft, kiest er een.
Niemand kan u minderwaardig doen voelen zonder uw toestemming.
Zonder schaatsen op het ijs komen.
Een vooroordeel is een zwevende mening zonder middelen van bestaan.
Kraak ijs is geen breek ijs.
Iemand uitkleden.
Kijk om je heen en je zult zien dat de mooiste dingen gratis zijn.
Die op het ijs danst, glibbert.
Het is een hele ruk.
Het is beter een minuut in het leven te verliezen dan het leven in een minuut.
De zee kan veel afwassen.
Het veld ruimen.
Klagen helpt niet, doen in plaats van klagen !
Ik geloof eerder dat de zee zonder water is, als dat ik dat geloof.
Ergens ruim in zitten.
Geen mens moet moeten.
Prijs de zee, maar blijf aan wal.
Ruim denken.
Door genegenheid breng je mensen op andere gedachten en niet door woede.
Als ik mij niet prijs, en een ander mij niet prijst, dan moet ik ongeprezen het land uit, zei de grasmaaier.
Geschiedschrijving gaat over verleden en toekomst.
Om voorbereid te zijn op de toekomst, moet de mens weten wat het verleden gebracht heeft.
(A.van Duinkerken)
Ouderdom is ziekte genoeg.
It is om te gûlen.
Denken is spreken van de ziel met zichzelf. (Plato.)
Van ziekte of bedevaart wordt niemand beter.
Een ronde lach.
Vandaag begint de rest van uw leven.
Gezond en welgezind is de beste rijkdom die men vindt.
De buik rond eten.
De wereld is vol mensen die water prediken en wijn drinken.
Buiten gezond en binnen gewond.
It is in rûn bedrach.
Wachten leren wij persoonlijk pas dan, wanneer wij niets meer te verwachten hebben.
Zal men een zieke vragen of hij gezond wil worden ?
Hij kwam er rond voor uit.
Als het geloof voor een belangrijk deel intellectualistisch getint is, komt het hart daarbij te kort.
De gezondheid wordt niet geacht voor men die verloren heeft.
Ik ben geen probleemdrinker, ik maak er namenlijk geen probleem van, dat ik drink.
De een zijn bloed, is de ander zijn spoed.
Zij die zichzelf onmisbaar achten zijn toe aan een lange vakantie.
De ziekten komen met peerd gereden en vertrekken met manke schreden.
Fan in yrrelevante tsjerke hat de wrâld gjin lest.
Ik denk dat ik een bril moet hebben, want ik zie namenlijk steeds meer mensen met twee gezichten.
Als we onze rechten aan God geven, geeft Hij ons er voorrechten voor terug.
Zolang er adem is, is er hoop.
Zolang er leven is, is er hoop.
De beste hynders wurde op ‘e stal socht.
Een zorgvuldige vraag is de halve wijsheid.
Hoop doet leven.
Better in bline hynst as in leech helter.
(helter = ‘halster’)
Muziek is een hogere openbaring dan alle wijsheid en filosofie.
De bijbel zegt : “Drink uw wijn van goeden harte. Maar het tempo staat er niet bij.
Zout en brood maken de wangen rood.
Hy is net sa min.
Ongelovigheid is de wijsheid van een dwaas.
(Josh Billings)
Er zijn meer dwaze dan wijze mensen; en zelfs onder wijze mensen, is er meer dwaasheid dan wijsheid.
Kalk en stien mitselt bêst.
De een roept kalk en de ander om steen.
Karkjen is better as rinnen.
De wijn opent het hart.
Út ûndersyk hat bliken dien dat de measte Kristenen kieze foar in Kristlike libbensrin sûnder dêrfoar de strjitte op te gean.
Voorzichtigheid is het oudste kind van wijsheid.
Eerlijkheid is het eerste hoofdstuk in het boek der wijsheid.
Zeven uren slapen is goed voor iedereen, minder is geestelijk, meer is beestelijk.
Als de wijn gaat in de man, leyt de wijsheid in de kan.
Wees matig in spijs en drank, zo wordt ge later zelden krank.
Binne wy like âld ?
Kennis is de trots dat zij zoveel heeft geleerd; wijsheid is bescheiden dat zij zo weinig weet.
Het ellendige van bescheidenheid is dat je er niet kunt over opscheppen.
Mensen die zichzelf geweldig vinden, zullen het moeilijk hebben, maar mensen die bescheiden zijn, krijgen respect.
(Spreuken 29:23 Bijbel in gewone taal.)
Geloof is de zekerheid dat het ook anders kan.
Wetenschappers die hun wijsheid alleen uit boeken hebben moet men op de boekenplank zette.
Wie gezond is, weet niet half hoe rijk hij is.
Te weten dat je onwetend bent is het begin van alle wijsheid.
(Viviane van Avalon))
Twijfel is het begin van wijsheid.
(René Descartes)
It is hjealjûn mei ús.
Het leven heeft zoveel positiefs dat pessimisten er moedeloos van worden.
Wijsheid kan alleen worden gevonden in waarheid.
(Johann Wolfgang von Goethe)
Die te veel eet, wordt ziek.
Alle democratische staten worden bestuurd door de wijsheid en de dwaasheid van het volk te zamen.
Johann Wolfgang von Goethe)
Ieder pondje gaat door het mondje.
Er is niets wat zozeer verbetering behoeft als de gewoonten van anderen.
In het niet weten van sommige dingen ligt een groot stuk wijsheid.
(Hugo de Groot)
Geen kwaad dat verder is verspreid dan ziekte en onwetendheid.
Wie het dwaze niet eert, is de wijsheid niet weerd.
(Jan Greshoff)
It kin besjen lije.
Te weten dat hij dom is, dat is de hoogste wijsheid van de domme.
(Friedrich Hebbel)
Bedenk steeds dat goed en kwaad uitsluitend betrekking hebben op onze keuze.
(Epictetus.)
Er zit evenveel wijsheid in een fles wijn als in alle boeken samen.
(Louis Pasteur)
Weinig wetenschap verwijdert ons van God, veel brengt ons dichter bij Hem.
(Louis Pasteur 1822-1895)
Wie maar smeert komt er wel.
Kennis spreekt, maar wijsheid luistert.
(Jimi Hendrix)
Hij heeft hem gesmeerd.
Wetenschap is georganiseerde kennis. Wijsheid is georganiseerde leven.
(Immanuel Kant)
De moraal wordt bepaalt door de maatschappij, niet door het ik.
Een vat vol van geleerdheid is nog geen druppel wijsheid waard.
(Pythagoras)
Hij speld u geerne blauwe bloempjes op de mouw.
De grootste wijsheid is wijs te zijn op het juiste moment.
(Theodore Roosevelt)
Iemand iets op de mouw spelden.
Als men jong is moet men de wijsheid bestuderen, als men oud is moet men haar in de praktijk brengen.
Jean Jaques Rousseau.)
De huisarts kocht zijn praktijk voor een prikje.
Als het spookt in de lucht, valt er in het vliegtuig geen atheïst te bekennen.
De juiste tijd kiezen is tijd besparen.
Hij was in een hap en een snap klaar.
Met een kromme stok een rechte slag slaan.
Wijsheid bestaat in het voorzien van de gevolgen.
-----------------------------------------------------------------
GODS VOORZIENIGHEID
Dit is de manier waarop God over ALLE dingen in het universum regeert. De leer van de Goddelijke voorzienigheid stelt dat God absolute controle heeft over alle dingen. Dit omvat het gehele universum. De tastbare wereld, DE ACTIES VAN DE VOLKEN, de geboorte en het lot van de mens, succes en FALEN van de mensen en de bescherming van ZIJN VOLK. Deze leer staat haaks op het idee dat het universum geregeerd wordt door toeval of het noodlot. Het doel van de Goddelijke voorzienigheid is het volbrengen van DE WIL VAN GOD. Dit kan direkt maar ook INDIREKT geschieden.
--------------------------------------------------------------------
Hij heeft stof tot praten.
Waak in de familie over uw humeur, in gezelschap van anderen over uw tong en in de eenzaamheid over uw gedachten.
Hij laat zich scheren zonder zeep.
Het kwam vers van de pers.
Tijd is de beste leraar. Helaas doodt hij al zijn leerlingen.
(Hector Berlioz)
Dat stik jammerhout is net om oan te hearren.
Wat een christen doet met wat hij heeft, laat zien wat hij is.
Scherven brengen geluk.
Tijd is geld, heet het, en toch wordt het meeste geld uitgegeven om de tijd te verdrijven.
Ik bin dêrmei op ‘e hichte.
Wie zijn zegen wil behouden moet hem delen.
De stoep is daar glad.
Wat doen beroepssoldaten tussen twee oorlogen ? Dan proberen ze de tijd te doden.
(Kadé Bruin)
Hij is zo glad als een aal.
U komt geen tijd tekort als u er tijd voor over hebt.
No hawwe wy de hichte.
Het publiek vergeeft zelden twee maal.
Ik heb niet met knikkerjongens en naaimeisjes te doen.
De goede oude tijd is de tijd toen het onze voorouders zo slecht ging.
(Cees Buddingh)
Ik ha it mei him te dwaan.
Nooit heb ik het drukker dan wanneer ik vrije tijd heb.
(Marcus Tullius Cicero)
Als iemand je diep grieft, genees je er nooit van, tot je vergeeft.
Dat stop ik in mijn holle kies.
Er is geen gebrek aan tijd, maar we hebben geen tijd.
Verloren tijd wordt nooit teruggevonden.
(Benjamin Franklin.)
Ik krige it mei him oan de stôk.
Als de hemel van koper is, is alles hier op aarde lood om oud ijzer.
(Okke Jager.)
Het is met hem hollen en stilstaan.
Asto it net sizze kinst moatst it mar sjonge.
It is in beam fan in keardel.
Pas op, dat is een glêde jonge.
Wanneer de Romeinen Latijn hadden moeten leren, zouden ze nooit de tijd gevonden hebben om de wereld te veroveren.
(Heinrich Heine)
De zin van de dingen is….dat je er zin aan geeft.
***********************
WAAR KOMT HET KWAAD VANDAAN ?
De Atheïst heeft vele vragen. De theïst heeft er één. Het is DÉ vraag in het christelijk geloof : Als er een volmaakt goede en almachtige God bestaat, WAAROM is er dan kwaad ? Maakt dat geloven niet onmogelijk ? Deze vraag wordt gelovigen ook al eeuwenlang voor de voeten geworpen. Er is onderscheid in moreel en natuurlijk kwaad. Het eerste is kwaad waarvoor ménsen verantwoordelijk zijn. Bij natuurlijk kwaad kun je bijvoorbeeld denken aan ziekten en natuurrampen. Het atheïsme kan het kwaad NIET verklaren, en blaast daarmee zichzelf op ! Zodra een Atheïst zegt : “Er is kwaad”, is hij inconsequent. Hij kan het kwaad geen kwaad noemen, omdat hij alle oorzaken van buiten - zoals een historische zondeval, of de demonische wereld - bij voorbaat uitsluit. Kwaad kan in zijn visie op de werkelijkheid niet bestaan. Het druist volkomen in tegen de ervaring van een Christen : kwaad bestaat wel degelijk. Bovendien kunnen gelovigen met hun vragen naar God gaan. Atheïsten missen daarvoor het loket. Dus is het kwaad voor de atheïst een groter probleem.
W. H. P.
***************************
Het mooiste dat we kunnen ervaren is het mysterieuze.
Hoe meer vragen ik stel, hoe meer God een mysterie wordt.
(Watse Hendriks Posthumus)
Dat snijdt geen hout.
Ik geloof dat mensen die hun tijd meer besteden om televisie te kijken dan om het Woord van God te bestuderen, aan afgoderij doen.
(Tom Hess)
Wat sille wy no krije ?
Wat mensen u het minst snel vergeven, is het kwaad dat zij van u gesproken hebben.
Alles op één hoop gooien.
Men wordt niet ontwikkeld, men ontwikkelt zichzelf.
We zouden de meeste dingen vergeven, als we de feiten zouden kennen.
Hardlopers zijn doodlopers.
It hat hiel wat fuotten yn ‘e ierde.
Hoe ongelukkig is hij, die zichzelf niet kan vergeven.
Zij zijn familie van Adams wege.
Heb je een vraag ? Zoek niet naar het antwoord maar kijk naar waar de vraag vandaan komt.
Met geld alleen ben je geen cent waard.
Hij loopt in zijn (vliegende) vaan.
Hoe kunnen we de rijkdom van het leven zien als wij er buiten adem doorheen rennen ?
Wie zegt dat hij de oorlog niet kan winnen, verliest hem.
Gelegenheid maakt genegenheid.
Richt je aandacht op wat je hebt in plaats van op wat je niet hebt.
De deugd is het juiste gebruik van de vrije wil.
Als het regent in de winter is het goed planten in de zomer.
Spreek niet, tenzij wat je te zeggen hebt beter is dan de stilte.
(Boeddhistisch gezegde.)
Zuinigheid is een grote broer van inkomsten. (Cicero.)
Vroeg zomer, kwaad gewas.
Ga niet waar de weg je leidt, maar ga waar geen pad is en laat je eigen spoor achter.
**********************
WY BINNE ERFGENAMTEN.
Lees de Bijbel niet zoals de notaris, maar zoals de erfgenaam het testament leest. Het is voor de christen niet de vraag of het testament notariëel in alle opzichten zuiver is, want dat kan hij niet beoordelen, maar of hij wat krijgt en hij zijn (erf)deel ontvangt. Laat de notarissen dan maar redekavelen.
**********************
Christenen zijn geroepen om te getuigen, niet om te overtuigen.
Elk van ons ontmoet zijn eigen waarheid op zijn eigen weg.
Mensen die niet terug zien naar hun voorzaten,
Zullen nooit vooruit zien naar het nageslacht.
(de nazaten.)
Wie ’s zomers vergaart, die ’s winters wel vaart.
De zon droogt zonder voorkeur het hemd van arm en rijk.
Wie niet geloofd, zoekt evenzeer naar antwoord.
(Pierre Dubois.)
De winter was niet zo koud, de paap was niet zo oud, dat hij om warmen dacht, zo lang men offer bracht.
Wanneer een probleem je pad kruist, verander dan je richting maar niet je bestemming.
God : We kunnen meer niet dan wel over Hem zeggen.
Een oud man die vrijt is een winterbloem.
Beoordeel je succes aan hetgeen je moest opgeven om het te behalen.
Geloof zoekt inzicht. Inzicht in het hoe en waarom.
Het wintert fel als het ene wild het andere eet. Sommige vragen zijn zo goed dat het jammer zou zijn ze met een antwoord te verknoeien.
(Harry Mulisch.)
Mens worden is een kunst.
Eén gure dag maakt nog geen herfst.
Leer je leven per minuut te leven.
Hij gaf er de brui aan.
Elke dwaas heeft een voorvechter om haar te verdedigen.
Zijn de bomen om Kerstmis wit van sneeuw, ze zijn in de lente wit van bloesem.
Bergen verzet je door elke dag kleine keien te verplaatsen.
Naar Canossa gaan.
De chemie ontbrak tussen die twee.
De duidelijkste geschriften worden onleesbaar in de duisternis.
Het is niet overal zomer, waar de zonne schijnt.
Besteed je geld goed, maar besteed je tijd beter.
Er is maar één nieuw ding onder de zon: de zon zien.
Als de zon zo bleek schijnt, wil ’t gemeenlijk regenen.
Je komt jezelf tegen waar je ook gaat.
Immen binnenstebûten keare.
In frouljus rok lûkt mear as in span hynders.
Als het regent en de zon schijnt, bakken de heksen pannekoeken.
It is by de wylde spinnen om’t ôf.
Geduld is het beste gebed.
(Boeddha.)
Het is goed spinnen van andermans garen.
Het is goed riemen snijden uit andermans leer.
Hy is noch net âld en kâld.
It reint âlde wiven.
Oud zot is kwaad zot.
Âld grien is mal grien.
Frouljus list giet boppe alle list.
Als men van de zon spreekt, ziet men haar stralen.
De ervaring leert dat relaties belangrijker zijn dan ervaringen.
Se wenje yn in glêzen koai.
De handen thuis houden.
Mei stikeltried en froulju moat men tige oppasse.
Als men van de duivel spreekt, trapt men op zijn staart.
Het leven is een voortdurend afscheid nemen.
It is der fier by troch.
Hy hat de keutel by it skjinne ein.
Hjir wurd ik strontsiik fan.
Tinksto dat ik stront yn ‘e eagen ha.
Ik begrijp wel dat er IETS is, niet dat er NIETS is.
“Als er nog één religie aanspraak kan maken op de titel wereldgodsdienst, dan is dat de sport.
(Jacob Noordmans.)
De één heeft de zon mede, de andere tegen.
Dat is it opkrijen net wurdich.
Dat is het oprapen niet waard.
Het leven is als het zingen van een lied dat je niet gerepeteerd hebt.
Een schilderij is iets, dat tussen een gedachte en een ding ligt.
Na donker weer breekt de zon door.
Als je alles zou kunnen bekijken met andere ogen, zou je zien dat je steeds blind bent geweest.
Dat slaat als een knots op een kangoeroe.
Dat slaat als een tang op een varken.
It is sa as it falt, krekt as mei it âld wiif har noasdrip
Hooi toch, terwijl de zon schijnt.
De commissie gaat in conclaaf.
Iedereen is gekneed uit hetzelfde deeg, maar niet gebakken in dezelfde oven.
Bij de froulju sit it gefaar meast boppe de skouders. (skerp fan tonge.)
Als het verkeerde doen ontstaat uit het verkeerde denken, als je je gedachten transformeert naar goed denken, kun je dan nog fout doen ?
(Boeddha.)
Een maandagse maan is een wilde maan.
As Peaske en Pinkster op ien dei falle…..
*************
FEESTDAGEN.
De Herfoarmers yn de 16e ieu hienen net folle op mei de Kristlike feestdagen. Foaral Kalvijn net, omdat God dizze nea ynsteld hat. Farel ivere foar it ôfskafjen dêrfan wat John Knox die. Ek yn Nederlân wie der yn 1578 in sterke tsjinwar, mar yn 1618 waard dochs beslúten feesten te hâlden om temjitte te kommen oan de sterke langst nei bysûndere dagen. De feesten wurde hjoed de dei net mear ferstien (begrepen) troch de measte minsken. Der binnen no in protte úterlikheden dy’t neat mei de Kristlike feestdagen te krijen hawwe. De measte minsken witte no net mear wat dy feesten ynhâlde en de betsjutting dêrfan ûntgiet harren.
It is somtiden in folksfeest dy’t neat mear mei de Tsjerke te krijen hat. Sa waarden de Joadske ‘Feesten fan de Hear’ (‘Feesten des Heeren’) dy’t de Joaden hâlden ek wol yn de Bibel oantsjutten as ‘feest fan ‘e Joaden’. (Joh. 6 : 4. en 7: 2.) omdat dizze destiids ek mear en mear as ‘fermaak’ troch minsken holden waarden. Der wie gjin djipgong en ynkear mear. De godtsjinstige massa wol feesten, al is dan ek allinne mar de foarm oanwêzich.
************
Laat de nacht de nacht en de dag de dag zijn en behandel de ene niet onrechtvaardig door de goede herinnering aan de ander.
(Etty Hillesum)
In earme mem dekt better as in rike heit.
“It falt net ta”, sei de jonge, “Ús heit is mei ús mem troud, mar ik moat mei in frjemd”.
Een kring om de maan zal in regen vergaan.
Dromen is de enige luxe van arme mensen.
Soberheid is het genieten van dingen die we niet krijgen.
Fortuin verandert als de maan.
Dat wat je thuis laat is mooi meegenomen.
(een pelgrim naar Santiago de Compostella.)
Pelgrimeren is lopend stilstaan.
Iemand om de tuin leiden.
Jan van Leiden
Als iemand zich er met een jantje-van-leiden afmaakt maakt hij of zij zich er gemakkelijk of slordig en snel van af. De uitdrukking verwijst naar de wederdoper Jan Beukelszoon van Leiden (1509-1536) die in 1534 een van de leiders van de wederdopers werd. Hij stond als sluw bekend. Om zijn geloof werd hij in 1536 onthoofd. De uitdrukking ‘een Jan van Leyen afleggen’ stond al gauw synoniem voor iemand die zich er met een glad praatje van afmaakt.
Om met zekerheid te geloven moet je eerst getwijfeld hebben.
Het glimt als een hondekeutel in de maneschijn.
Je gaat op reis om thuis te komen.
Jonge froulju en âlde skippen binne djoer yn ûnderhâld.
Wie houdt ons vast op deze globe, buiten de zwaartekracht ?
Bij de kracht om te beginnen behoort ook de moed om verder te gaan.
Ik voel me als een stofje aan de weegschaal.
Hij ziet naar de maan, of er ook sterren uit vallen.
Maityds buien en frouljus trinnen droegje gau wer op.
Iedereen heeft een zwak voor zijn eigen gebreken.
Hij blinkt als een boekweiten koek in de maneschijn.
Hij heeft het weer eens met iemand aan de stok.
De mens heeft geen ander doel dan er te zijn.
De ene zonde trekt de ander.
Hij is als een stok achter de deur.
Zij zijn door dik en dun gegaan.
Juich niet over de dag van morgen, je weet niet wat hij brengen zal.
(Spreuken 27 : 1.)
Liefde bedekt vele zonden.
Laat ons verleden niet de toekomst van onze kinderen zijn.
(Eli Wiesel, overlevende van Auschwitz.)
Herinneringen zijn de foto’s van het leven.
We hadden er een zware dobber aan.
De dood kwijt alle schulden.
Zij maken van de zondag een zondedag.
Het glas is halfvol en half leeg tegelijkertijd.
Wite hynders hawwe in bulte strie nedich.
Alles is relatief, behalve de eeuwigheid.
Zonden bedreven, weer spoedig vergeven.
De hemel geeft, wie ontvangt die leeft.
(Toon Hermans.)
Immen bline hynders foar de doar liede.
Menigeen heeft zich bij het meelopen zwaar vergallopeerd.
Het spijt is een hinkende bode.
Elts hâld syn protter foar in lyster.
Leef van dag tot dag, niemand heeft je morgen beloofd.
-----------------
SWIERTEKRÊFT.
Astronomen fine yn 2012 it grutste swarte gat ea fûn.
It gat hat in massa dy’t 17 miljoen kear grutter is dan dy fan de sinne, aldus de universiteit fan Texas. It swarte gat leit yn it hert fan it Molkenpaad op in ôfstân fan 220 miljoen ljochtjierren. It gat is sa grut dat it likernôch de massa hat fan ien sânde fan it molkenpaadstelsel wêr’t it ûntdutsen is. Yn in swart gat hearsket in enoarme swiertekrêft. Dy is sa sterk dat sels ljocht DER NET ÚTKOMT !
-----------------
Beter een beetje goed onthouden dan een heleboel vergeten.
De grootste zondaar kan heilig worden.
Veel mensen weten veel, maar niemand weet alles.
Ik wil niet achter de geraniums zitten.
Het leven is een gemaskerd bal waar niemand zich ontmaskerd.
Die maar één zoon heeft, maakt hem zot; die maar één varken heeft, maakt hem vet.
Jouw goeie morgen maakt mijn goeie dag.
Beter versleten dan weg te roesten.
Dominees zoons en dochters zijn de ergsten.
Niets is linker dan voor rechter spelen.
Dat is een afgezaagd verhaal, wat je me vertelt.
Alle aardse geluk berust op een compromis tussen droom en werkelijkheid.
Een zoon en een dochter is een rijkeluis wens.
Niets is tijdverlies als je van de dag geniet.
Je zult ze de kost moeten geven.
Zo vader zo zoon.
De grootste vijand van het recht is het onrecht.
Vlugge moeders maken trage dochters.
Laat je gevoel stromen, dan kan het niet stollen.
Zij baalden allemaal als een stekker.
Van alle onbelangrijke dingen in het leven is voetbal het belangrijkst.
Wel de drommel, zei besje, ze zoenen mijn dochter en laten mij liggen.
Een dwaas gaat in zijn eigen ogen altijd de juiste weg, maar de wijze luistert naar goede raad.
Wie alles wil weten over iets, zal niets weten over alles.
Volgen Bartjens moet dit kloppen.
Spreekwoorden zijn dochters der dagelijkse ondervinding.
Van nature zijn we broeders, door opvoeding worden we vreemden.
(Confucius.)
********************
EARNE LÊZEN FAN IN ATHEÏST.
Er zijn oneindig meer mensen omgekomen in de naam van God dan in de naam van Hitler. (?)
Is dat sa ?
Ûnder it Socialisme, of it no (it God ontkennende) kommunistme is (Allinne yn de eardere Sovjet steat de Oekraïne al kamen 5 miljoen minsken om troch de earnstichste troch minsken feroarsake hongersneed, Holomodor neamd. Holomodor wie it gefolch fan it belied fan Sovjetlieder Stalin. Mei de moard op Sergei Kirov yn 1934 waard yn de Sovjet-Uny in terreurkampanje op gong brocht dy’t syn wearlich yn ‘e skiednis amper kent. Miljoenen minsken waarden fermoarde of ferbannen nei wurkkampen yn Siberië, om dêr om te kommen fan kâlde en brekme.) of al dy oare –ismen : Pol Pot yn Cambodja (the killingfields) brocht miljoenen fan syn lângenoaten om. Kim Jong-il en no syn soan Kim Jong un yn Noord Korea, Mao yn China, Nicolae Ceausecu yn Roemenië, Enver Hoxha yn Albanië, Castro op Cuba etc. etc. of it Nasjonaal Sosjalisme fan Adolf Hitler, it Fascisme fan Mussolini, it Falangisme en al dy oare anti religieuze en ateïstyske –ismen, binne dus ek in protte slachtoffers fallen. It oantal slachtoffers ûnder dizze –ismen rint dus ek yn de miljoenen dy’t net foar de miljoenen van Hitler ûnder dogge. Opfallend is ek dat ek ûnder dizze ateïsten frede, demoksasy en minskenrjochten net garandearre wienen.
It is in frjemd tinken om religy as DE oarsaak fan oarloch te beskôgjen. De twa Wrâldoarlogen waarden dúdlik net útfochten om religieuze redenen. It is sa klear as de dei dat by it oarlochfieren talleaze faktoaren in rol spylje, wêrfan de striid om de krapte oan gûnstoffen faak ien fan de wichtichste is. Wa’t dit spoar folget, fan in yngeand en nuansearre kyk op oarloch en geweld, sil ûnmooglik ta de konklúsje komme dat religy de grutste oarsaak is fan alle ynternasjonale politike ûnrêst fan de tsjintwurdige tiid.
Ek de filosoof Bertrand Russell (1872-1970) riddenearre, dat religy mear kwealike dan goede gefolgen hat.
(W. H. P.)
Als je onderzoek doet naar de Tweede Wereldoorlog, naar nazi’s, naar veiligheid, loop je er al snel tegenaan dat mensen zich ook toen al afvroegen : WAT moeten we doen om veiligheid te bevorderen? De communisten wilden alle economische structuren nationaliseren, want ZO ban je het kwaad uit. Want het kwaad zit NIET IN DE MENS, maar IN DE STRUCTUREN zo geloofde men. Nu, we hebben gezien waartoe het socialisme in landen als Oost- Duitsland, (Rusland, China, Cambodja, Noord - Korea etc.) heeft geleid.
(Beatrice de Graaf, hoogleraar Conflict en Veilgheid in Historisch Perspectief) en o.a. voorz. van de Vereniging van Christen – Historici.)
*************************
Leeuwarder Courant 9-12-1959
Naam van God verboden in overlijdensadvertenties.
Het Communistische regiem van Oost-Duitsland heeft verboden om overlijdensadvertenties in kranten te plaatsen waarin staat, dat God de Heer de overledene heeft geroepen. Ook mogen nabestaanden de dode niet meer in de handen van Jezus Christus bevelen. In geen overlijdensadvertentie mogen christelijke gedachten meer tot uitdrukking komen. Wie het toch probeert kan het beleven, dat de advertentietekst zonder nader overleg met de opdrachtgever wordt veranderd. Ook dankbetuigingen moeten volgens de voorschriften van de staat worden opgesteld. Slechts zelden wordt een bijzonder woord van dank aan een predikant toegestaan. DE STAAT eist daarentegen wel teksten waarin aan het adres van vertegenwoordigers van de Communistische partij en van de staat bijzondere woorden van lof worden uitgesproken.
-------------------------
IN HIMEL OP IERDE
Saneamde “yntellektuelen” mei harren naïve abstrakte teoriën oangeande it WIERE, it GOEDE en it MOAIE woenen de bûnte werklikheid en de diversiteit oan individuen dy’t in maatskippij kenmerkt, in dit gefal Dútslân, ta in ien te meitsjen gehiel redusearje. De koppeling fan harren abstrakte teoriën mei in utopyske foarstelling fan in ‘himel op ierde’ (it troch harren saneamde Tredde Ryk ek wol it “Tûzenjierrige Ryk” neamd) hat ta de grutste slachtingen út ‘e skiednis fan it minskdom lieden. Yn ‘e polityk is it dan ek altyd oppasse op welke partijen (persoanen) men stimme sil. En hoe’t propaganda en ideology minsken ferblynje en ynfektearje kin mei in firus ta kuddebisten dy’t ferbline efter in persoan of in idee oanrinne. Ek hjoed de dei is dat noch aktueel. Der wurdt noch hieltiten propaganda makke. In kenmerk fan propaganda is dat in iensidich stânpunt útfergrutte wurdt – der ûntstiet dus in karikatuer – dat emoasjes opropt by in protte minsken, fakentiden ynstimming, in befêstgjen en eangstme. Der is gjin inkelde reden te ûnderstellen dat de minsken no ferstanniger binne. Dat besef makket alert op alles wat skimert (útskynt) nei propaganda fia it kreëarjen fan fijanbylden, it oppoetsen fan eigen betsjutting of it ynspyljen fan ûnderliifgefoelens. It freget in grutte ynspanning om net yn ‘e fâl fan ‘e propaganda te traapjen. It ferset dêrtsjin is sa mooglik noch swierder.
W. H. P.
*************************
Rechtop mijn dochter, daar komen de heren.
Als je 90% van je aandacht richt op die 10% die niet goed gaat in je leven, dan ga je na verloop van tijd denken dat 90% niet goed gaat.
Meedoen is belangrijker dan winnen.
Die dochters heeft is altijd herder.
Jaren van liefde worden in de haat van een minuut vergeten.
Ik zie daar geen been in.
Voetbal is religie, vroeger de Baäl, nu de bal.
Dominees dochters mogen overal komen.
Liefde is geen liefde als ze verandert wanneer de omstandigheden veranderen.
Voetbal is oorlog.
(Rinus Michels.)
Sport verbroedert. (Altyd ?)
Lêz de kranten ris, sjoch de televyzjebylden ris.
Topsport is prestige …. en politiek.
Hij wil twee schoonzoons met één dochter maken.
Koning Voetbal regeert de wereld, de mens, is zijn afgod.
Arme lieden hebben nergens neven en nichten.
Hy hat de bek altyd yn twa (beide) hannen.
Twa hannen kinne mear as ien hân.
De beest uithangen.
Laat het prijsje maar zitten, het is een kado.
Schenken en geven maakt nichten en neven.
In dromen en in liefde is niets onmogelijk.
Geld verloren, veel verloren. Moed verloren, alles verloren.
Zij sparen voor neefjes en nichtjes.
In deze wereld zal haat nooit beëindigd worden door haat maar door liefde, dit is een eeuwige waarheid.
(Boeddha.)
Hij moet veel vrezen, die door velen gevreesd wordt.
Het is neef, neef, zolang ik geef.
Als ik me geen zorgen maak gaat alles goed. Dus maak ik me maar geen zorgen.
Ze kwamen er bekaaid af.
We winnen enorme hoeveelheden tijd, maar hebben minder tijd dan ooit te voren.
Uit kijf komt kijf.
Ik ben bekaf.
Alleen wie het aandurft om te falen, krijgt de kans om te slagen.
Berusting is slechts een mooi woord voor het afsterven van onze innerlijke vitaliteit.
Praatjes vullen geen gaatjes.
Elke hand werkt genezend als hij maar met liefde uitgestoken wordt.
Dat kan niet door de beugel.
Trouw is grondslag der deugden.
Wat ik geloof hoeft niet waar te zijn, ook al denk ik van wel.
Wie twijfelt aan zijn eigen eerlijkheid begint eerlijk te worden.
************************
DE HEECHMOEDIGE MINSKEN. (Folken.)
Genesis 11 fers 1 o./m. 9.
De minsken bouwden in toer fanôf in flakte. (de Flakte fan Sinear is einliks net in flakte mar in djipte.) Fanút de djipte wol de minske omheech nei de himel. (om de himel te berikken, om namme te meitsjen, Babel, Bavéél) De himel hjir wer op ierde fêstigje, dêryn is it minskdom (nei de sûndefâl) noch nea slagge en dat sil ek nea wer slagje. Dêryn sil it nea in namme ha. It minskdom sil nea in ienheit foarmje mar it omkearde, yn in verwarring libje troch heechmoed, it wantrouwen en eigenbelangen. Steaten (minsken) kenne ommers ûnderling gjin echte freonskippen mar wantrouwen, heechmoed en (eigen)belangen.
It moat fan boppenôf (fan út de hichte, de himel, fan God) ferwachte wurde. In yngripen fan boppenôf.
DE HEECHMOEDIGENS WURDT STRAFT.
God jout antwurd op wat it minskdom docht en seit.
Oant sânris ta (in Bibelsk getal) lêze wy dat God krekt DESELDE wurden en termen dy’t de minsken dêr brûke werhellet. Dat is net posityf. De bestjutting hjirfan is : God hat DE GEK mei de minsken troch se te “pakken”, oan te sprekken op harren eigen úterjen en hanneljen. Dy sân wurden binne : taal, hawar ! bouwe, stêd, toer, namme, ferstruie en de hiele ierde.
Fers 4 : Kom ! ´Lit ús in stêd bouwe mei in toer dêr ’t de spits fan yn ‘e himel rikt ( …..) oars koenen wy ris fersille reitsje”, de hiele ierde oer ….pen nafoéts al pnei kol ha-árets. Fers 8 : “Sa ferstruide de Heare har dêrwei de hiele ierde oer” (…..) va-jáfets adonai otám al pnei kol ha-árets. Ek fers 4 : “Kom, lit ús ússels in namme meitsje” …….na’aséh lanoe sheem. Fers 9 : “Dêrom wurdt dy stêd Babel neamd” …..shamah Bavéél. Babel : d. i. ferwarring, warboel. Wat in omkear fan wat de minsken (it minsdom) woenen (woe). Fers 3 en 4 : “Hawar !” …. H’vah! God brûkt deselde grammatikale foarm : hava neerdáh en seit dêrmei feitlik “Wol, hja fiterje harsels dêrmei oan, lit Ús delkomme.” (fers 7.).
Wy kinne wol wat oan it ferbetterjen fan de ierde en dêrmei oan it libben fan de minsken dwaan, mar it bliuwt in benefterbliuwen. Earmoede, krapte, ûngemakken en lijen sille der altyd bliuwe. Mar ek oergeunst, eigenbelang, hearsuchtigens en it net oars wollen sil yn in protte minsken oerhearskjen bliuwe. Salang de stêd Jeruzalem (d. i. stêd fan de frede) net frede hat sil ek de wrâld net frede kenne. Wa wol de minste wêze ……. der is mar ien west dy ’t de minste wêze woe. Ja, Hy hat himsels weispikere, en ……spikerje litten…….Troch Him te folgjen moatte jo josels ek weispikerje (kinne) en dat is in hiele opjefte.
Folgje wol sizze : efter immen oan rinne en net (altyd) foarop rinne wolle. In protte earsten sille de lêsten wêze.
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
BABEL : ferwarring, ûnrêst. - JERUZALEM : frede, rest.
It himelske Jeruzalem - Himelske frede.
Frede fan God.
W. H. P.
****************************
Hoogmoed komt voor de val.
Eens gegeven, altijd gegeven.
Nergens doen we zoveel beloften als op het kerkhofpad.
’t Is altijd dezelfde oremus. (bij hem).
Het is altijd hetzelfde liedje.
De berg heeft een muis gebaard.
(of wel : Veel geschreeuw, weinig wol, een hoop drukte om niets. Dit spreekwoord gaat terug op een fabel van Phaedrus.)
OP EEN MUIS.
Een muis, op zoek naar kruimels kaas,
kroop in de baard van Sinterklaas.
“Wat eerder”, sprak de Sint bedaard,
“werd door een berg een muis gebaard.
Maar dit is wonderlijk, bij Zeus.
Hier bergt zowaar een baard een muis”.
(Kees Stip.)
Al doende leert men af.
Brek my de bek net iepen.
It bekje sit op it goede plak.
Hy betellet de iene mei de oare syn jild.
Waar klappen goed is, is zwijgen beter.
It is net earlik immen oan syn freonen te oardieljen,
Judas hie bygelyks treflike freonen.
Als de man spreekt, moet de vrouw zwijgen.
Hy is it lilke bist.
Geef God wat in je is, niet wat in je zou moeten zijn.
As it bist mar in namme hat.
Yn it houlik hoecht men net gelyk te tinken, as men mar tegearre tinkt.
Die spreekt die zaait, die hoort die maait.
Je kunt maar beter je biezen pakken.
Beter iets moois te verliezen, dan het nooit te hebben gehad.
Geld maakt niet gelukkig, geen geld maakt ongelukkig.
De iene hân moat de oare waskje en se wurde beide skjin.
Die veel horen zeggen, horen velen liegen.
Wie zichzelf spaart krijgt nooit rente.
Het heeft maar een blauwe maandag geduurd.
Nimmen kriget in wurklist foar it libben.
Daar gaan veel zeggens in een zak eer hij vol is.
It iene bist ken it oare.
Als je als automobilist moet blazen, zet dan je bril af. Dat scheelt twee glazen.
Hja hawwe in libben as de blommen.
Dat kin ik jo wol op in briefke jaan.
Moaie beloften wurde gjin kwitânsjes op jun.
Zwijgen en denken zal niemand krenken.
Te leven is een gunst, te weten hoe is een kunst.
God schiep de dag, wij moeten ons er doorheen worstelen.
In wize frou is sij, dy ’t wit wat se tsjin har man sizze moat.
Zachte inborst, zoete tong.
Hy hat neat yn te bringen as lege briefkes.
De brij is no wol wat bekuolle, tink ik.
De brij is nea hjitter as by it opskeppen.
Tefolle wyn dôvet de flam.
De vraag is niet : Wat kunnen wij voor God doen ? De vraag is wat kan God door ons doen.
--------------
Als gij iets zoudt geerne zeggen, wilt dan eerst wel overleggen, van wien en tegen wien gij spreekt, opdat ge u in geen lijden steekt.
---------------
De wereld biedt genoeg voor ieders behoefte maar niet voor ieders hebzucht.
(Mahatma Gandhi.)
(Is de minske fan natuere egoïstysk of altruïstysk ? (d.w.s lit hy syn libbenshâlding (hannelswize) bepale troch de belangen fan oaren ?)
Geluk hangt af van wat men kan geven, niet van wat men kan krijgen.
(M. Gandhi.)
Spreken onbedacht heeft menigeen in druk gebracht.
Als tijd geld is, dan leeft iedereen boven zijn stand.
(L. Fulda.)
Kakelen kan iedereen, maar geen eieren leggen.
Hja is altyd siik en noait dea.
De iene deugd is de oare wurdich.
Wy hâlde de deugd yn ‘e midden, sei de man.
Ien ezel kin lûder balke as tsien gealtsjes sjonge.
Stille wateren hebben diepe gronden.
Hy giet by Ljouwert om nei Dokkum.
Hy is te dom om foar de duvel te dûnsjen.
Wa’t himsels ferfeelt, ferfeelt ek oaren.
Oorlog wordt niet gewonnen door de overwinning.
Zonder het verlies te kunnen dragen zal de overwinning nimmer dagen.
Zonder denken spreken is zonder mikken schieten.
As de ellinde oer de drompel komt, giet de leafde op ‘e rin.
As men it oer de drompel hat, is er meastal net fier ôf.
It measte skaad yn ús libben ûnstiet, as wy sels yn it ljocht steane.
It is oft de duvel dermei spilet.
As de duvel pastoar wurdt, silsto koster wurde.
Men moat de duvel wol te freon hâlde.
Wilt ge hebben dat ze van u spreken, trouwt of sterft.
Earst leare, dan kinne en dan begjinne.
Een ongeraakte slag is gauw vergeten.
Verwachtingen zijn het zaad van teleurstellingen.
Zij gaan maar wat op de bonnefooi.
De beste manier om in freon te krijen is ien te wezen.
Mensen zijn zo gelukkig als ze zich zelf voelen.
De goede tijd kiezen is tijd besparen.
(Francis Bacon)
Naar de bekende weg vragen.
******************
FRAACH.
Alles wat bestiet hat trije eleminten.
Nammentlik lingte, breedte en djipte.
Dat jild ek foar oare dingen : tiid, romte en enerzjy.
Alles bestiet dêr út. It kin der allinne wêze omdat it út trije eleminten bestiet.
Soe God dêrom ek allinne foar ús “bestean” kinne om’t er in “trije-ienheid” is ?
De Heit, de Soan en de Hillige Geast.
W. H. P.
********************
LICHEM, GEAST, SIELE.
De gelearden binne it der noch lang net oer iens oft wy as minsken no út twa of trije dielen besteane. Wy kinne wol stelle dat wy bestean út in ÚTERLIK - it lichem, dat mei dizze wrâld yn ferbining stiet troch middel fan de fiif sintúgen (de fiif fermogens of sinnen) dy’t wy hawwe – en in INNERLIK, dat skepen is nei Gods evenbyld. (Gen. 1 : 26, 27.) Earne yn it innerlik sit ús FERSTÂN (wer’t wy mei tinke), ús FIELEN (emoasjes) en ús WOLLEN (wer’t wy troch kieze). Somliken neame dizze TRIJE ûnderdielen meiinoar de SIELE. Dyjingen dy’t miene dat in persoan út TWA dielen bestiet, sizze dat de GEAST oan de siel TAHEAKKE is, dus oan it innerlik. Dyjingen dy’t fine dat in persoan út trije dielen bestiet, sizze dat de GEAST in APART ûnderdiel is. Yn de Bibel hat, wat it wurd “geast” oanbelanget, yn it foarste plak, belutsenheid op dat wat it lichem ta in libbend organisme makket, de libbensazem. “It lichem sûnder geast is dea” (Jac. 2 : 26 N.B.G.) It is de boarne fan TINKEN, FIELEN en WOLLEN, datjinge wêrtroch hy BESTIET en ta hanneljen oantrúnt wurdt”. It is IT kontaktpunt mei God troch de Geast fan God. De Geast fan God makket ús geast der wis fan, dat wy bern fan God binne. (Rom. 8 : 16) Allinne moatte wy Him wol TALITTE yn ús slibben.
(Sjoch ek 1 Tessalonikers 4 fers 23.)
********************
Mannichfâldige kennis is noch gjin wysheid.
Je kunt de zee niet oversteken door alleen naar het water te kijken.
Je kunt beter ruzie hebben met een wijze dan vriendschap met een dwaas.
It wetter rint altyd nei de see.
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij, in alle eeuwigheid, ben jij.
Met modder gooien.
It rint my oer de skuon.
As it begjint te friezen, ûntteie de Friezen.
Alles wordt helder in het licht.
Je kunt beter een keer vallen dan nooit het gevoel van klimmen te hebben gehad.
Zeg nooit, nooit. Behalve deze twee keer …….
Botje bij botje leggen.
Sa mei ik it sjen, sei beppe en se sette de bril ôf.
Verkeerde vrienden zijn als trekvogels, ze vliegen weg wanneer het koud wordt.
Er hangt een molensteen om zijn nek.
Op ‘gouden kaaie wolle alle slotten draaie.
Wacht niet op het laatste oordeel, want dat vindt elke dag plaats.
(Albert Camus.)
Door de molen gaan.
In doarp sûnder skoalle is as in greide sûnder blommen.
Wie wacht op een kans, zou weleens lang kunnen wachten.
(Nigeriaans spreekwoord.)
Meten is weten, gissen is missen.
Froulju hearre ta de mearderheid en wurde behannele as minderheid.
(Lisa Kramer.)
Zij werden allemaal op de bon geslingerd.
Er gaan meer boven je petje dan er onder.
In frouljusrok lukt mear as in span hynders.
De scheidingslijn tussen help en bemoeienis is erg smal.
In hûs sûnder frou is in skip sûnder roer.
Tijd en geduld winnen het van de storm !
Hard rijden is niet moeilijk, hard fietsen wel.
Iets op je bord krijgen.
God koe net oeral wêze en dêrom hat hy memmen makke.
Niemand is zo rijk dat hij een vriend kan missen !
Je moet niet steeds dezelfde fouten maken er is keus genoeg.
Zij zijn een boterbriefje gaan halen.
Foar dieven kin men doarren en finsters slúte, mar foar rabbers net.
Woorden mogen alleen maar dienen om de stilte te verbeteren.
Je kunt de eindjes van een gebroken draad weer aan elkaar knopen, maar in het midden blijft altijd een knoop zitten.
Út de dize sil iens de dei ferrize.
Froulju hawwe altyd gelyk, jou it harren dan ek !
Niemand is dom, iedereen is slim op zijn eigen manier !
Allen, die in de zevende hemel zijn, zijn het dichtst bij het paradijs.
(Joods spreekwoord.)
Yn in oere kin men gjin hûs bouwe, mar wol de earste stien dêrta lizze.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Hij maakt het al te gortig.
Sliepe is gjin maklike keunst, men moat der de hiele dei foar wekker bliuwe.
Heeft u klachten zeg het ons. Bent u tevreden zegt het anderen.
De deugd van de mens moet niet gemeten worden naar zijn buitengewone verrichtingen, maar naar zijn werken van alle dag.
(Blaise Pascal.)
De dingen feroarje net, wy feroarje.
Laat uw rechterhand niet weten wat uw linkerhand doet. (Matth. 6:3)
Yn it hûnderd rinne.
De betide fugel pakt de wjirm.
Voor zover het van u afhangt, houdt vrede (vriendschap.) met andere mensen.
In de gort lopen.
In kweade namme rint fuort as diggelfjûr.
Beter een goede buur dan een verre vriend. (Spr. 27:10)
Ergens veel geld tegen aan gooien.
Yn in romer kin men o sa maklik fersûpe.
Je moet eten wat de pot schaft.
Alles op één hoop gooien.
Wês ferstanniger as oaren, mar siz it har net.
Iets op het papier gooien.
It kostet minder in goede yndruk te meitsjen as in minnen út te wiskjen.
Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Zijn geld in het water gooien.
Wa’t it geheim bewarje wol moat geheim hâlde dat it in geheim is.
Elke wolk heeft een zilveren randje.
In troebel water vissen.
Meestal vallen mensen niet omdat ze te zwak zijn,
maar omdat ze hun krachten overschatten.
(Joadske spreuk)
Garjen en sparjen makket stiennen bargen fet.
Achter de wolken schijnt de zon.
In elts mei graach ris fiskje.
Zelfs het kortste leven kent eeuwen van pijn.
Na regen komt zonneschijn.
Haat niet de vijand, maar haat de oorlog.
Het raffinement bestaat erin in de verveling zijn genot te vinden.
Achter het net vissen.
Hjir binne gjin wurden foar.
Verwondering is een vorm van aanbidding.
Het is een druppel op een gloeiende plaat.
Hy is sa sûn as in fisk.
Dat liefde alles is, is alles wat we van liefde weten.
Het loopt met een sisser af.
Dêr rinne twa potten .
De weg van de minste weerstand is alleen aan het begin geasfalteerd.
Froulju’s hannen en skieppebekken geane altyd.
De sit gjin froulju’s fleis oan dy man.
*********************
ERVARINGEN.
GOD : een werkelijkheid of gebeuren, die niet in de menselijke bewoordingen is uit te drukken.
Geloof brengt je bij de vraag of God bestaat of niet. Maar die vraag is niet interessant en kan je op een dwaalspoor brengen, want hij is niet te beantwoorden. Je kunt namelijk NOOIT bewijzen dat God los van de menselijke ervaringen bestaat. Wat wel interessant is, is dat de mens in staat is tot een heel scala aan religieuze ERVARINGEN, die ze als “God” benoemen. Het gaat om ervaring.
************************
Hoe fier in minske ek giet, hy begjint by syn eigen doar.
It is in stik bûter yn de brij.
Hij kan zeer scherp zijn.
We hebben net genoeg religie om elkaar te haten, maar niet genoeg om elkaar lief te hebben.
(Jonathan Swift.)
Aan het Jonassen zijn. (Jona 1:15)
Dy’t alle potten en pannen beslikje wol, kriget op it lest splinters yn e‘ tonge.
Een duit in het zakje doen.
Door het lint gaan.
Je gezicht verliezen.
Men kin der net altiten by stilstean, sei it âld minske en hja stapte op é trein.
Het ene woord haalt het andere woord uit.
Er vielen woorden.
In hûn op eigen hiem fjochtet fûl.
Iemand te paard helpen.
Zo gewonnen, zo geronnen.
In swiet petear bekoartet de wei.
Hy is oer it hynder tild.
Een gewaagde onderneming.
Fan hearren en sizzen liicht men it meast.
Het Trojaanse paard binnenhalen.
Ze zijn aan elkaar gewaagd.
As men de skoalle jierren hân hat, moat men ris fiks oan’t learen.
Hij is te stom om voor de duivel te dansen.
Doe kaam de neiklap.
In stôk by de doar.
Mei immen yn tsjok waar sitte.
All you need is love, sei âlde Jitse en hy troude foar de fyfte kear.
Dat is het verschil van dag en nacht.
Ik jou it dy te dwaan.
Zij zitten niet op één stoel.
Dy twa dat is lang net ien lucht.
De wolken sjogge hiel wat fan ‘e wrâld derom skrieme hja sa faak, tink ik.
Gods molens draaien langzaam.
Men moet zo geven dat men gevende kan blijven.
Hja binne mei itselde sop begetten.
Tearen yn de foarholle binne erflik : de âlden krije se fan de bern.
Een gat in de dag slapen.
Het is hem niet gegeven.
Immen yn syn eigen sop bekuolje (gearkoitsje) litte.
In de verveling beleven we een fragment van de eeuwigheid.
Een gat in de lucht springen van blijdschap.
Men moet zich geven.
It iene bist ken it oare. (ek wol : soart siket soart)
De wortel van het kwaad is niet het geld maar de verveling.
Met wortel en tak uitroeien. (Mal. 3:19)
Denk niet aan de dag van morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen.
Leef dag voor dag – vandaag is tenslotte het morgen -waar je je gisteren zorgen over maakte.
It is sûnde fan it jild.
Niemand is hier meer dan iemand.
Zonder wrijving geen glans.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Ik kin net sûnder drank.
Immens namme troch it slyk helje.
**********
IS ALLES RELATYF ?
Wy binne der ALLEGEARRE fan oertsjûge dat der goed en kwea is en dus ek dat eat kwea dwaan kin of net. Dat is NET relatyf.
**********
De Maker van alles wat bewonderingswaardig is, is Zelf bewonderingswaardig tot in de zoveelste macht.
De roe(de) is van het gat.
Âld sear ophelje.
Als wijn is in de man, is de wijsheid in de kan.
Dit is zuur verdiend geld.
Hy is net by de tiid.
De folmakke frou : hja dy’t net ferwachtet dat har man folmakke is.
Tijd is geld.
De schrik van iedere vent, blond en intelligent.
Als ik dood ben, lig ik daar niet wakker van.
As de hoanne in aai leit, kraaie de hinnen.
(As der in wûnder bart, dan folgje der mear wûnders.)
Als tijd geld is, hoe arm ben je dan als je geen tijd hebt.
Als ik val, sta ik op, als ik sta, val ik op.
Het zijn de dwarsliggers die het spoor doet recht lopen.
Dy’t tagelyk tefolle pylken op syn boge hat, treft gjin inkeld doel.
Als het schip met geld komt, ga ik een nieuwe auto kopen.
Ik denk altijd eerst goed na voordat ik iets stoms zeg.
In wrak tsjil yn ‘e wein makket it measte gerattel.
Hij leeft als God in Franrijk.
Een ras is een diersoort waarvan de leden met elkaar nageslacht kunnen maken. Alle mensen behoren tot één ras. Meer valt er niet over te vertellen. Net als rozen komen mensen in kleuren. Als je racisme wilt bestrijden (en wie zou dat niet willen) waar begin je dan ?
Eén ras : de mens.
Eén land : de wereld.
Eén geloof : de liefde.
As men it lok mei hat, kin men efter it net noch fisk fange.
Bij God is genade, bij hem niet.
Think globally, act locally.
Ûnder in tek fan reid sit it feiliger as ûnder in kroan fan goud.
Met huid en haar op eten.
De mens is een ziekte op de huid van de aarde.
(Immanuel Kant)
Geld is wat de wereld laat draaien, maar alleen als er evenveel van wordt uitgegeven als ontvangen.
Het schip is met man en muis vergaan.
In lyts fjurke, dat jo ferwaarmet is better as in grut fjoerdat jo fertart.
Men kan beter uit de warme hand weggeven dan met de koude hand.
De beste is hij die zich het eerst verzoent.
Bûter brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries.
Geestelijke groei is de enige reden van ons bestaan op aarde.
Hij strijkt met zijn hand over het hart.
Hearetinzen en boerewinsken strike net altyd meiinoar.
“Wees uzelf !” zei ik tot iemand; maar hij kon niet : hij was niemand.
(P. A. de Genestet.)
Zij die wij liefhebben en dan van ons zijn heengegaan, zijn niet meer waar wij wonen, maar altijd waar wij zijn.
De trein fan it libben giet ek troch tsjustere tunnels.
------------
MYN TAAL.
Niet in mijn dorpen en mijn elf steden,
niet in mijn meren en mijn heerlijkheden
ben ik het meest mijzelf; maar in mijn taal :
het instrument waardoor ik adem haal.
--------------
Stel nea in plicht of woldied út, mar doch wat jo hert beslút.
Het is koffiedik kijken.
Het is zo klaar als koffiedik.
It is in begjin sûnder ein.
Liefde is een kwaal, liefdeloosheid is de dood.
In hiele bulte sjen en gjin fet.
Des vorsten hand is zo groot als het land.
De dood grenst aan onze geboorte en onze wieg staat in het graf.
De skonken ûnder it gat hâlde.
De poat stiif hâlde.
Ik heb al veel tijd verloren met op tijd te zijn.
Het oog wil ook wat.
Afblijven ! Deze auto is al gejat.
Hy is op in opmakke bêd kommen te lizzen.
Zo de ouden zongen, piepen de jongen.
Het zijn de ouden van dagen.
Oud ? De duivel is oud !
Begin nooit de dag met de scherven van gisteren.
Hij wies zijn handen in onschuld.
Zij heeft haar pak(je) afgelegd.
Dat frommes is ien mei de broek oan.
Hjir sakket my de broek fan ôf.
Een mens ter dood brengen, dat is zijn kans op volmaking teniet doen.
Earm en ryk moetsje inoar.
Hy is noch mar in broekje.
Moast har ris sjen !
Het is altijd onze onmacht, die onze toorn opwekt.
Elkaar de waarheid zeggen.
Wanner je sterft, zal het niet zijn omdat je ziek bent,
maar omdat je leefde.
(Seneca.)
Als je een rij vervelende plichten hebt te vervullen, doe altijd de vervelendste eerst.
De bank en ik hawwe in protte jild lizzen.
Lichaam en geest behoren bij elkaar.
Hij wast er zijn handen van af.
De wolf wordt tot herder gemaakt.
Uit de band springen.
De paarden achter de ploeg spannen.
Hij komt zo achter de ploeg vandaan.
Hy komt fuort efter de kowesturten wei.
De rotsen ploegen.
De plooien gladstrijken.
Zijn gezicht in de plooi zetten.
Een goede plooi aan iets geven.
***************************
FILOSOFY
Filosofy befynt him yn it gebiet tusken mjitten en miening. Filosofen behearskje de keunst om fraachstikken boppe it nivo fan in miening út te tillen. Hja meitsje dêrta gebrûk fan arguminten. In argumint ûntlient syn oertsjûgingskrêft oan algemiene begjinsels dy’t nei alle gedachten “krekt” (goed) binne of troch frijwol eltsenien leaut wurdt. Argumintearje is lykwols gjin wittenskip. De ien is der behindiger yn as de oare. Boppedat binne arguminten rekber. Jo steane sels fersteld fan ‘e knappe wize wêrop filosofen harren stânpunten ferdigenje. Of God ‘bestiet’ bliuwt in filosofyske fraach. De Godtsjinstwiisbegearte is in fak wêrby’t men op ‘e hichte wêze moat fan stjerrekunde, fysika, logika, neurology, taalfilosofy, kennislear en etyk.
****************************
Het gebeurde in een handomdraai.
Hy is tige meigeand.
Ik zal het met hem wel plooien.
Zich niet weten te plooien.
Het is daar niet pluis.
Út de bân spatte. (springe).
Een vrolijk hart bevordert de genezing.
Waar uw schat is, daar is uw hart.
De (rivier de) Rubicon oversteken.
De teerling is geworpen
It is Kristus dy’t ús bynt. Net ús tsjerklike denominaasje.
It jild net oer de balke smite.
Immen oan ‘e pols fiele.
Poolshoogte nemen.
Materialisme kan geen zin geven aan het leven.
Het was een pak van mijn hart.
Aan de deur wordt niet gekocht en wij zijn al bekeerd.
Hy hat wat útbriede sillen.
Immen op ‘e tosken nimme.
Met hangende pootjes.
Wat men net sjocht, hindert jin ek net.
Uit het oog, uit het hart.
In holle fol gêst ferdraait op ’t lest.
It sil fannacht (ta)bakke.
Mijn dochter is geen aardappel.
Mijn dochter is geen konijn.
Wie niet kan observeren kan ook niet converseren.
Ergens een zwaar hoofd in hebben.
Ik sil, sei de sloege en hy wie earder dea.
De poppetjes laten dansen.
Schildpadden kunnen meer over de weg vertellen
dan hazen.
(Kahil Gibran)
Sûnder wetter kin der gjin keal fersûpe.
De koppen tellen.
Hij eet ons de oren van het hoofd.
It is wer foar de bakker.
Der is noch nea in brânkast efter in lykwein oan riden.
Dy ’t himsels weismyt, wurdt fan in oar net opkrige.
Hij is er kind aan huis.
Iemand de oren wassen.
Leafde wit ezels oan it dûnsjen te krijen.
“In bêst middel foar de mûzen”, sei de boer, doe stiek er de skuorren yn ‘e brân.
Altyd moai is net moai.
Maak dat de kat wijs.
Een hoge post krijgen.
Geen plicht is vervelender dan het retourneren van vriendelijkheid.
(Cicero.)
Argumenten moet men wegen, niet tellen.
(Marcus Tullius Cicero)
Een post bekleden.
Het is maar goed dat Jezus is opgestaan anders zou Hij zich omdraaien in zijn graf.
Er een potje van maken.
Dat is potjeslatijn.
Als iemand de kat uit de boom kijkt, heeft de brandweer minder werk.
Dat wurdt bargebiten.
Dat is niet te pruimen.
Men kin net neakene minsken yn ‘e bûse taaste.
Hjoed is hjoed, mar moarn is in ûnbegryplike dei.
Een kat in de zak kopen.
Alle bytsjes helpe, sei de man, en hy pisse yn ‘e see.
Hy hat se wer brún bakt.
Weer op de proppen komen.
Met iets op de proppen komen.
Dy’t himsels kitelje kin, kin laitsje wannear’t er wol.
Een kind kan de was doen.
Ergens in rollen.
Van het concert des levens krijgt niemand een program.
Nimmen kriget in wurklist foar syn libben.
Het is met het leven als een redevoering. Het komt meer op de inhoud dan op de lengte aan.
(Eliza Laurillard, dichter/dominee)
Sa as it klokje thús tikket, tikket it nearne.
“Ik preekje alinne foar de sliepers”, sei dûmny, “de oaren kinne har wol deljaan”.
Film is de prachtigste fraude ter wereld.
Op het punt staan.
Hjir meitsje ik gjin punt fan.
Alles is yn de puntsjes regele.
Niet het vele goed, maar het goede is veel.
Kinderen die vragen worden overgeslagen.
Yn ‘e leafde ryk wêze is better as yn ‘e beurs.
As it net kin as it moat, moat it mar sa as it kin.
De luxe van de ene generatie wordt het onmisbare voor de volgende.
Kinderen die willen krijgen voor de billen.
Leafde sûnder ferstân hat nea goed dien.
Hy is wrâldferneamd yn Berltsum.
Het recht van de sterkste is het sterkste onrecht.
Hij sloeg de spijker op de kop.
In skot weagje.
Nu hebben we de poppen aan het dansen.
Jins angel ris útsmite.
Wie de wereld wil bewegen, moet eerst zelf in beweging komen.
Hij is (fungeert als) de kop van Jut.
Leafde is himelsk mar kin sear dwaan as de hel.
Dat giet my boppe de pet.
Er is maar een plicht : liefhebben.
(Albert Camus.)
Wie zijn bestemming weet, vindt de weg.
Meeuwen op het land, onweer op het strand.
Leafde foar de neiste begjint by jezelf.
Wa’t de Tsjerke net as mem hat, kin God net as heit hawwe.
(Cyprianus)
Als iemand op je afkomt, rijd je aan de verkeerde kant.
Zelfs het kleinste katje is een meesterwerk.
(Leonardo da Vinci.)
Hy sit yn swier waar.
It keallet swier.
-------------------------------------------
LÊSTICH
It is lestich mei de wittenskip te bewizen dat God net ‘bestiet’. Dêrfoar soene jo it hiele hielal (universum) kenne moatte. Pas dan kinne jo sizze : “Ik ha Him net fûn, dus Hy ‘bestiet’ net”. Mar nimmen kent de hiele romte, en dy sille wy ek nea kennen leare. Dêrom tink ik dat wittenskippers nea bewize kinne dat der gjin God is.
---------------------------------------------
As leafde yn it spul is, binne gjin sleatten te breed en gjin hikken te heech.
De waarheid schaad nooit de zaak die rechtvaardig is.
Hij / Zij leeft van de pen.
Leafde makket in smel bêd breed en in breed bêd smel.
Hy wol de grutte klok liede.
Als iedereen moedig is, is er reden tot angst.
Zijn leven hangt aan een zijden draadje.
It gouden keal oanbidde.
Je voelt je niet thuis daar waar je woont,maar daar waar ze je begrijpen.
Der is altyd baas boppe baas.
It is in minne fûgel dy’t syn eigen nêst besmoarget.
Zij hebben een leven als een oordeel.
Er vielen woorden.
Der waarden nuten kreake.
Ik stek de fuotten ûnder myn eigen tafel.
De dingen overdrijven is ze zwakker maken.
Spijkers met koppen slaan.
It keal hat syn moer al fûn.
Zo komt het kalfje weer bij zijn moeder.
It falt yn goede ierde.
Vrijheid is het vermogen om te leven zoals je wilt.
De kop in het zand steken.
Hy hat him altyd foar de kroade rinnen.
Een aardje naar zijn vaartje hebben.
De knopen fan jins heit oan it jak hawwe.
Eer wij wat weten zijn we versleten.
Ik kin net om him hinne.
Hy kin him wol tsien kear yn ’t rûn.
Er geen doekjes om winden.
Neat om ‘e hakken ha.
Beter een man zonder goed, dan goed zonder man.
Better deagoed dan goed dea.
Die aan God geen woord houdt, houdt geen woord aan mensen.
(Keizer Constantijn)
****************
RÊST.
In mem (heit) stjert altyd te betiid
Al wurdt se (hy) noch sa âld
Je kinne har (him) nea misse
Mar as it lichem net mear wol
Dan gun je har (him) de rest
Omdatsto fan har (him) hâldst.
******************
Wat buigzaam is kan men niet breken.
Heit / Mem wurde, dêr moatte jo wat foar dwaan.
Pake / Beppe wurde giet fansels.
Hja is net te beroppen.
Er zit een schroefje bij hem los.
It bern is yn ‘e ruften.
Earne tsjin oan hingje.
Iemands uiterlijk is de deur naar de ziel.
In mem IS in mem, in heit KIN in heit wêze.
Fan it boppeste plankje krije.
Myn pinne is myn ploeg en eide.
Mijn pen is mijn middel van bestaan.
Hij heeft van de boomder kennis gegeten.
De tol aan Neptunis betalen.
Hij is Benjamin af.
Hij is buiten de oevers getreden.
Hij is een broeder van de natte gemeente.
Hij is een wandelend woordenboek.
Hij is geboren met een zilveren lepel in de mond.
********************
HET HART.
Het hart heeft redenen die de rede niet kent.
(Blaise Pascal.)
Hij duidt hier op het verschil tussen denken (rede) en ervaring (hart). Op de achtergrond van deze uitspraak van Pascal gaat een rijkdom aan godservaring schuil, en een besef van het ontoereikende van het verstand. Je kunt met het verstand proberen te bewijzen dat God bestaat of juist niet – er zijn nog steeds mensen die proberen via zogeheten godsbewijzen op redelijke gronden zijn bestaan aan te tonen. Dat God bestaat is dan EEN BESLUIT VAN HET HART. Aan de andere kant wordt even hard nagedacht over het onzinnige van het bestaan van God. Blaise Pascal, de 17e eeuwse filosoof en wiskundige, lijkt in zijn uitspraak te willen zeggen dat God niet bewezen kan worden; het verstand kent de rede van zijn bestaan niet. Het hart wel. Pascal is in zijn hart getroffen door godservaring. Die ervaring is “redelijk” naar de wijze van het hart. Deze redelijkheid van het hart past niet zo in ons spraakgebruik. Het hart is vooral het orgaan dat het bloed rondpompt. Zo’n orgaan kan toch niet redelijk zijn ? Het is maar hoe je het bekijkt. Talloze generaties zagen in het hart van de mens iets heel anders dan een pomp. DE TAAL zit vol verwijzingen naar de werkelijkheid van het hart als orgaan voor de waarneming en gevoel : iets kan een mens in zijn hart raken. Of iemand kan zijn hart luchten, z’n hart laten spreken of het hart op de tong hebben. En je kunt iemand in je hart sluiten. In dergelijke uitspraken wordt het hart geduid als ongeveer het diepste en het meest eigene van de mens. Het is veel te gemakkelijk om dergelijke uitdrukkingen af te doen als een manier van zeggen. Iemand kan écht een steek in z’n hart voelen als iets naars wordt gezegd. Het hart máákt de mens – als pomp wordt het hart niet gekend. De ervaring die Pascal van God had, was een ervaring van het hart. Daarmee werd hij op zijn diepst geraakt. Die waarneming in het hart veranderde zijn leven. Het hart als pomp kan zo’n wending in het leven niet veroorzaken; het hart als orgaan waar het leven op z’n diepst wordt geleefd, kan dat wel. Misschien is er de samenhang tussen de vervreemding van het hart door de gebruikelijke mechanistische bena- dering en de veel voorkomende vervreemding van God. Wie zijn hart niet kent, kan God niet kennen – want in het hart kan Hij worden ervaren.
**********************
Een definitie is vrijwel nooit definitief.
Liefde laat zich niet dwingen.
It is in man fan kwizekwânsje.
It is in spultsje fan kâlde fuotten.
Investeer uw spaargeld in belastingen. Die stijgen altijd.
Liefde op het eerste gezicht.
Zij kreeg een schouderklopje.
Hij kreeg een uitbrander.
Als je haar niet meer ziet zitten, is ze waarschijnlijk gaan staan.
Bewarje (behuodzje) my foar myn freonen.
Waar de spraak ophoudt begint de muziek.
Muziek : een wereldtaal zonder woorden.
Ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde.
Men kan niet boteren wanneer men wil.
Het wil maar niet boteren tussen die twee.
Kin ik it helpe, dat myn beppe ek bern krigen hat.
De zorg neemt met het geld toe.
Geliefdes kijven doet liefde bedrijven.
Love is the name, sex is the game, forget the name and play the game.
Dy’t him de kont baarnt, moat op ‘e blierren sitte.
Al het volbrachte wordt met verbazing aanschouwd, al wat ontstaat onderschat.
Van de liefde alleen kan de schoorsteen niet roken.
Ik wol wolris sjen wa’t de blankste billen hat.
Mei it wetter foar de dokter komme.
Jin net bine litte.
Dieren spreken met hun ogen verstandigerdan mensen met hun mond.
Van de liefde leven.
Hy is binnen.
Hij heeft zijn schaapjes op het droge.
Rare sprongen maken.
De handigste manier om te behagen is vragen om raad.
Oude liefde roest niet.
De liefde kent vlek noch gebrek.
Feroarje as in blêd oan ‘e beam.
Gjin blêd foar de mûle nimme.
De nacht verbergt een wereld, maar onthult een heelal.
Sjende blyn wêze.
Kwaad bloed zetten.
Iemand het bloed onder de nagels vandaan halen.
Zij is het muurbloemetje.
Der steane blommen op ‘e ruten.
***************
IT HIMELPLEIN fan Eise Eisinga.
Op in heldere jûn binne ûntelbere stjerren oan de himel te sjen. It bliuwt fasinearjend : al dy ljochtpuntsjes oan de donkere himel dy ’t foar ús gefoel stilstean, mar yn werklikheid ûngemurken fan ús ôfdraaie. Stjerrekunde is al sa âld as it minskdom. Mar sûnt it begjin fan de 20ste ieu is bekend dat it hielal folle útstrutsener is dan wy foarhinne tochten. Ûndersyk nei it sinnestelsel yn de hjoeddeiske tiid levert hieltyd wer nije ûntdekkings op. Yn de 18de ieuw hie men in hiel oar byld fan it sinnestelsel. Lang alle planeten wienen noch net bekend. De Frjentsjerter wolkammer Eise Eisinga wie tige ynteresearre yn stjerrekunde. Yn 1774 naam hy it beslút in model fan it sinnestelsel yn syn wenkeamer te bouwen. Hy hie gjin akademyske oplieding en it kostte him 7 jier om dit “himelplein” te foltôgjen. De planeten dy’t hy kende wienen : de ierde mei as satelyt de moanne, Merkurius, Fenus, Mars, Jupiter en Saturnus. Om it sinnestelsel in plak yn syn wenkeamer te jaan, moast Eisinga de werklikheid IN BILJOEN kear ferlytse. Ien millimeter oan it plafond stiet dus yn werklikheid gelyk oan in miljoen kilometer. It model wie yn dy tiid unyk. Net earder wie it mooglik om de beweging fan de planeten – wat de sinne en de moanne oanbelanget – te ûndersykjen oan de hân fan in model. Sa as wy no digitale opnames meitsje fan it sinnestelsel, waarden der 200 jier ferlyn printen makke om wichtige dingen yn byld te bringen. Sa binne der oan it begjin fan de 19de ieu ek printen makke fan it himelplein fan Eise Eisinga. Print-makker Barentie Willem Dietz liet hiel Fryslân kennis meitsje mei it himelplein, troch de wei fan syn detaillearre en kleurre printen. It Frysk Museum hat dêrfan trije yn de kolleksje, dy’t fanôf septimber 2013 te bewûnderjen binne yn it dan nij iepene Museum oan it Wilhelminaplein. (it Saailân) yn Ljouwert.
De bêdstee.
Ien dêrfan lit ús de wenkeamer fan Eise Eisinga sjen. Oan de keamersouder sjogge wy it sinnestelsel, mei de sinne yn it mulpunt en de planeten draaie dêr omhinne. Ek de stjerrebylden en de jiertelling binne ôf te lêzen. Boppe de bedstee binne de sinne en de moanneklokken te sjen. Bysûnder is dat Eisinga fanút syn bedstee nei it himelplein sjen koe. Syn frou wie dêr minder lokkich mei: de slingerklok, wêr it rêdwurk mei bestjoerd waard, hong oarspronklik yn de bedstee. Eisinga waard troch syn frou ferplichtte de slinger yn te koartsjen, wêrtroch hy al syn berekkeningen opnij wer útfiere moast. Dit hie lokkich gjin fierdere konsekwinsjes hân. Oant de dei fan hjoed ta lit it himelplein fan Eise Eisinga de aktuele stân fan de destiids bekende planeten sjen.
****************
“SÚPERMOANNE”.
As de moanne yn syn baan om de ierde it tichts by de ierde stiet is dizze 14 prosint grutter en tritich prosint helderder te sjen dan normaal by folle moanne.
****************
Als de liefde dun is, zie je de fouten dik.
In de fuik zijn.
Foar immen yn ‘e bocht springe.
Hy is de bocht omgien.
Geluk is pas zichtbaar als het voorbij is.
De maat van de liefde is liefde zonder maat.
Job krijgt op zijn kop.
Zij is aan de scharrel.
De hoarnen yn ‘e wâl stekke.
Wie de achting voor zichzelf verloren heeft, is alles kwijt.
De liefde kan niet van één kant komen.
Als je ontbijt op bed wilt, ga dan in de keuken slapen.
Ik voel mij op mijn pik getrapt.
Deze opsteker kan ik wel gebruiken.
De maat van de liefde is de liefde zonder maat.
As de earmoed de doar yn komt, flocht de leafde it finster út.
Âlde leafde rusket net.
WETSVERACHTING.
Mattheus 24 : 12 zegt, dat tengevolge van de wetsverachting (Gods regels) de liefde zal verkillen.
Zij zijn over de puthaak getrokken.
Het verleden is de moeder van de toekomst.
Tot over je oren verliefd zijn.
De liefde is als een flitspaal, het komt onverwacht en kost je heel veel geld.
Ik ben er gelukkig niet mee getrouwd.
Sommige principes houden er een heleboel mensen op na.
In liefde en oorlog is alles geoorloofd.
De klant is koning en die mag dus royaal betalen.
Zij is als door een repel getrokken.
Hy is fan koart om ‘e bocht.
Het heeft geen zin van de goden te verlangen wat je zelf kunt doen.
Het zal mijn tijd wel uit duren.
Als je voet slaapt, kun je geen herrie schoppen.
Hij probeert een wit voetje te halen.
Hja is in iepen boek.
Buiten zijn boekje gaan.
Een glaasje op de valreep.
Van te veel licht wordt men blind.
De tijd glijdt als zand door mijn vingers.
Hij blijft te lang aan een sok breien.
Zij is er voor geknipt.
De boer opgaan.
De mens wil bruto bemint worden, niet netto.
Gezelligheid kent geen tijd.
Het is hem in de bol geslagen.
De maaityd yn ‘e kop ha.
Het hoog in de bol hebben.
De cursus lassen voor beginners die is afgelast is niet grappig.
Zij zijn aan de heidenen overgeleverd.