Hjir kin ik wol in boek oer skriuwe.
Er zij meer slechte ouders dan slechte kinderen.
Elke kunst is een nabootsing van de natuur.
Eén vrouwenhaar trekt meer dan honderd paar ossen.
Reitsje my net oan !
De mens kent maximaal drie dimensies; bij God is meer.
(Mocht er een 4e dimensie zijn, dan kunnen we ons dit niet voorstellen !)
Het is de bok gemolken.
Het kroost van de boer is altijd boer geweest.
Niemand kan geven wat hij niet heeft
De mislukkingen van gisteren zijn de wegwijzers voor het succes van morgen.
Elke cel komt voort uit een andere cel.
Natuur trekt meer dan zeven ossen.
Je weet niet wat de avond brengt.
Het evangelie landt maar moeilijk in het hart van iemand met een lege buik.
(Zending / missie : begint met hulp en ontwikkeling.)
Al kleed men een ezel in satijn, het zal altijd maar een ezel zijn.
Die tot een ezel is geboren, moet ezelen, of hij gaat verloren.
Moai roaid, sei de boerinne, it hea op en de ko dea.
(Krekt rûnkomme kinne.)
Hij is zo wijs als een os die in de bijbel keek.
Niets droogt sneller dan een traan.
Of het bidden houdt je van de zonde af, of de zonde houdt je van het bidden af.
Een ezel stoot zich in ’t gemeen geen tweemaal aan dezelfde steen.
Het venijn zit in de staart.
In geval van twijfel, niet doen !
Tranen hebben soms de kracht van woorden.
De juiste man op de juiste plaats is vaak een vrouw.
Zorgen en waken zijn ouders zaken.
Leer uit één allen kennen.
Boosheid is een korte woede.
Het is Grieks, het wordt niet gelezen.
Het ideaal is het onmogelijke waardoor het leven mogelijk blijft.
Een kinder hand is gauw gevuld.
Uit een kleine vonk zijn vaak hele branden voortgekomen.
De wet niet kennen is geen excuus.
Overdrijf uw zorgen niet ……maar laat ze overdrijven.
Die geen kinderen heeft, weet niet waarom hij leeft.
In één ogenblik gebeurt wat in geen jaar verwacht word.
Onbekend maakt onbemind.
Het verhaal is ten einde.
Mensen vormen de woorden van het verhaal van de geschiedenis (in Gods verhaal.)
Smidskinderen zijn wel vonken gewend.
Het is beter onrecht te ondervinden dan te doen.
Hij wacht op de dag die nooit komt.
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.
Zogenaamde leer verschillen zijn vaak terug te brengen tot eer geschillen.
Weelderige kinderen, treurige ouders.
De bewijslast ligt bij de aanklager.
Liefde kan men niet verbergen.
***************
MASSA.
(Atomen hawwe gewicht, ljocht ek ?)
Mooglik bewiis fûn fan foar it bestean mysterieus Higgsdieltsje.
Jeropeeske wittenskippers lykje it grutste riedsel (mystearje) fan de natuer oplost te hawwen. Hja hawwe sa goed as wis it mysterieuze Higgs-bosson fûn, wêr’t al hast 50 jier nei socht waard. It bosson soarget derfoar dat alle oare dieltjes yn it universum massa hawwe. Sûnder dit dielsje is it in riedsel wêrom dielsjes massa hawwe en wêrom’t somlike dielsjes mear MASSA hawwe dan oare. Higgsdielsjes kinne dy massa ferklearje. Natuerkundigen hawwe de ôfrûne jierren (elemintêre) dieltjes op inoar botse litten yn in grutte dieltsjesfersneller by Genéve om de Higg-bosson oan te toanen. Dat is no (op 4 july 2012) einliks slagge. De Ingelske natuerkundige Peter Higgs kaam yn 1964 mei de idee dat der in dieltsje wêze moast dat alle dieltsjes massa jout. Higgsdielsjes jouwe massa oan alle dielsjes. Massa beynfloedet hoe’t dieltjes harren gedrage. Higgs-bossonen bepale dus WAT WY OM ÚS HINNE SJOGGE, fan de lytste libbene wêzens oan’t de grutste stjerrestelsels ta. IT HIGGS-BOSSON is sa wichtich, dat it ek wol it “GOD-DIELSJE” neamd wurdt. Wat de ûntdekking foar de maatskippij betsjutte kin is noch net dúdlik. Mooglik komt der pas oer 50 jier antwurd op. Dat wie ek sa doe ’t yn de foarige ieu ûntdekkingen dien waarden yn de kwantum-meganika. Dy bliken letter ûntsettend wichtich te wêzen. De ûntdekkingen fan doe foarmen de basis foar de kompjûtertechnology fan hjoed de dei. (Trouwens wie it ek net sa mei it brûken fan de elektrisiteit ?)
It Higgs-bosson is opspoarre mei de grutste dieltsjesfersneller yn ’e wrâld, de Large Hadron Collider (L. H. C.) by Genéve, op de grins fan Switserlân en Frankryk. De tunnel rint troch beide lânnen. Yn de dieltsjesfersneller wurde minime dieltjes mei hege snelheid op inoar ôffjûrre. Eltse sekonde binne der likernoch 600 miljoen botsingen. Dêrby falle de dieltsje útien yn noch lytsere dieltjes. Sân skanners mjitte de gefolgen. By in oar apparaat wurdt it hielal ‘flak nei de oerknal’ neidien, it meast omstriden eksperimint. De botsingen leverje genôch data op om elts jier 100.000 dûbelsidige dvd’s fol te krijen. De L. H. C.-tunnel is 26,6 km lang. Binnenyn binne 9300 magneten dy’t de dieltjes foar harren út triuwe. De protonen geane hast mei de snelheid fan it ljocht. Se meitsje eltse sekonde 11.245 rûntsjes troch de tunnel.
Onderzoekers vonden in 2012 het higgs-boson, het ontbrekende puzzelstuk in de natuur. Het boson geeft alle andere deeltjes massa. Massa beïnvloedt hoe deeltjes zich gedragen. Higgs-bosonen bepalen dus uiteindelijk wat wij om ons heen zien, van de kleinste levende wezens tot de grootste sterrenstelsels.
Het prestigieuze Europese Centrum voor Deeltjesfysica (CERN) beheert in Zwitserland de enorme deeltjesversneller. Het CERN is ook de uitvinder van het wereldwijde web. Medewerker Tim Berners-Lee bedacht in 1989 een manier om digitale pagina’s aan elkaar te koppelen. Het systeem daarachter noemde hij HyperText Transfer Protocol, oftewel HTTP. De computertaal die de de systemen gebruikten, heette HyperText Markup Language of HTML.
De diedwurklike ûntdekking fan it Higgs-bosson-dieltsje waard yn 2012 troch it Amearikaanske natuerwittenskiplik tydskrift Science útroppen ta IT wittenskiplik hichtepunt fan it jier. It wie de befêstiging fan de teorie (de betinkers) út de jierren 60 (fan de foarige ieu) fan de hearen François Englert (België) en Peter Higgs (Gr. Brittanje).
***************
Liefde is, als de Rechter jouw Vader wordt.
Aardig is het kind, zolang het klein is.
Tot het onmogelijke is niemand verplicht.
Hoor, zie en zwijg als je in vrede wilt leven.
Voor mij is het de hamvraag.
Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal tot mijn dood uw recht verdedigen het te zeggen.
(Voltaire.)
Het is geen kinderspel.
Luister (ook) naar de andere kant.
Kinderen hinderen.
Lieve kinderen geeft men vele namen.
Als een kind van God sterft, heeft de dood het na kijken.
Overdaad schaadt. Genoeg is meer dan overvloed.
Overdaad doet geen kwaad.
Goud is macht.
Ik ben een barbaar omdat ik door niemand begrepen word.
Het beslissende is niet wat ouders zeggen, niet wat zij doen, maar wat zij zijn.
Men moet geen oude bomen verplanten.
Liever vandaag eieren dan morgen kuikens.
Gelukkig is hij die ver van mensen woont.
Iets dat goed gediagnosticeerd wordt kan genezen.
Voorkomen is beter dan genezen.
Een goede diagnose is een goed medicijn
Erger je niet te snel aan het gedrag van iemand, probeer je te verplaatsen in zijn situatie.
Goede gezondheid is meer waard dan de grootste rijkdom.
Gezondheid is het mooiste bezit, tevredenheid is de grootste schat en vertrouwen is de beste vriend.
Het zijn niet allen apostelen, die wandelstokken dragen.
Nood leert bidden.
(Tegenspoed spoort aan tot godsdienst.)
Geen woorden maar daden : dit gezegde deugt niet. Het gaat om woorden en daden.
Ergens een stokje voor steken.
Earne in skoatteltsje foar strike.
Gean mar op it dak sitten te prottermelken.
It giet him foar de wyn.
Hy krijt de wyn fan foaren.
In Hollanner seit mear as er wit, in Fries minder.
Eat yn ‘e wyn slaan.
Oh, waait de wyn út dy hoeke ?
Hy hat de hurde wyn yn ‘e holle.
Men kin fan ‘e wyn net libje.
Hij is altijd de wrijfpaal.
-------------------------
DE PATIËNT IS ER GOED ZIEK VAN
Van al die hulpverleners. De fysiotherapeut knijpt er tussen uit, de logopedist is sprakeloos, de podotherapeut zit met kromme tenen, de k.n.o.arts krijgt een brok in de keel, voelt zich bij de neus genomen en wordt een oor aangenaaid, de oogarts ziet het somber in, de neuroloog heeft er de zenuwen van, de verloskundige zit met de naweeën, de gynaecoloog baart het zorgen, de uroloog voelt aan zijn water dat het niet goed gaat, de anesthesist is knockout, de cardioloog krijgt er hartkloppingen van, de geriater grijze haren, voor de chirurg snijdt het mes niet meer aan twee kanten, de hematoloog wordt het bloed onder de nagels wegggehaald, de gastro-enteroloog heeft er de buik vol van, de internist voelt zich binnenste buiten gekeerd, de diëtiste kan geen pap meer zeggen, de psychiater raakt de weg kwijt, de traumatoloog ergert zich bont en blauw, voor de apotheker is het een bittere pil, de tandarts ziet er geen gat meer in en de patënt is er goed ziek van.
--------------------------
Him wurdt de wyn út de seilen nommen.
Hy slacht alles yn ‘e wyn.
Dy’t wyn sieddet, sil stoarm rispje.
Hy is troch it each fan ‘e nulle gien. (krûpt)
Immen mei de eagen opfrette.
Zwijg, als uw woorden niet meer zijn dan stilte. (Joodse wijsheid.)
Elkaar de oren wassen.
Hij is te vangen als een aal bij de staart.
Hoogmoed en vrede is water en vuur.
Hij is met zijn aars (kont) in de boter gevallen.
Je moet hoger kakken dan je gat staat.
Die het eerst ruikt heeft zijn gat gebruikt.
Nijd is meestal hoogachting, onder het masker van geringschatting.
Hij draagt de stok waarmee hij geslagen zal worden.
Wij hebben andermans gebreken voor ogen, de onze zijn achter ons.
De weg van de dood moet eenmaal betreden worden.
Het enige wat men met liegen bereikt, is niet geloofd te worden als men de waarheid spreekt.
Van een kromhout komt nooit een rechte staak.
Je moet geen oude palen verzetten.
Wie de waarheid claimt, gijzelt haar.
(Marti Jansen.)
Het leven is fietsen, om je evenwicht te kunnen houden moet je in beweging blijven.
(Albert Einstein.)
Soms betaal je het meest voor dingen die gratis zijn.
(Einstein)
Een vriend is wie tijdens je leven zegt wat anderen na je dood vertellen.
Wat een mens zaait zal hij ook oogsten.
Om kennis te vergaren moet men studeren om wijsheid te vergaren moet men observeren.
(Marilyn Vos Savant.)
Huil niet om iemand die niet om jou huilt.
Vraag niet om lichtere lasten, maar om zwaardere schouders.
Fatsoen is het ontzien van de gevoelens van een ander.
Met een korte stok is het kwaad (moeilijk) ver te springen
Men kan niet verder springen dan de polsstok lang is.
It libben is lavearjen.
De avond van het leven brengt zijn lamp mee.
Zij passen op elkaar als twee trommel stokken.
Zonder wrijving geen glans.
Een allesweter kan niets meer leren; hij weet immers alles al.
(Marti Jansen.)
Vader worden is een gunst, vader zijn een hele kunst.
Laat het leven ook eens van jouw genieten.
Spreek niet alleen uit ervaring maar zwijg ook eens uit ervaring.
Wantrouwen nodigt tot verraad.
Lege staken staan het langst.
Horen is iets anders dan luisteren.
Een mens heeft twee oren en één mond om tweekeer zoveel te luisteren als te praten.
Ik hoor je wel maar versta je niet.
Wat je weggeeft verlies je niet.
Liefhebben is ophouden met vergelijken.
Wie een fout maakt en deze niet herstelt
begaat er nog een.
Ook de verstandige struikelt vaak.
Men kan geen paard al lopend beslaan.
Geld is een prachtig middel om jezelf te leren kennen.
Afstand scheidt enkel de lichamen, niet de geesten.
Ik houdt van mezelf en geloof dat het wederzijds is.
(Nikki v. d. Broek.)
Iedere leugen kost geheugen.
Snijdt niet door wat je kunt ontknopen.
Velen zouden wijs geworden zijn, indien ze zich niet voor wijs gehouden hadden.
Hij heeft het geweten waar een koets met vier paarden in rond rijden kan.
Hij heeft op het verkeerde paard gewed.
Hy leit op ’t nest.
Wijsheid is wetenschap van het geluk.
De duivel schijt altijd op de grote hoop.
Het is wel eens prettig om gek te doen.
Foute uitleg, foute beschrijving.
Foute lezing, foute interpretatie.
Teveel aan ons eigen belang denken is niet in ons belang.
Het werk is altijd voor de paarden.
De paarden die de haver verdienen, krijgen het vaak niet.
Van afstand bezien is alles mooi.
Laten we het nuttige en het aangename verenigen.
De meeste mensen zijn beter in staat tot grote daden dan tot het goede.
Die met een paard uit gaat, is met zijn meester uit.
De ene zijn daad doet de ander kwaad.
Pluk de dag, zo min mogelijk vertrouwend op de volgende.
Het is nooit te laat om te leven, maar soms leven we als het te laat is.
Beter een half jaar op een goed paard gereden als zijn ganse leven op een ezel.
Bemin en je zult bemint worden.
Laat de koper op zijn hoede zijn.
Honger maakt elke maaltijd gekruid.
Stilte is zendtijd van de Heilige Geest.
Een vermoeid paard ziet liever een vuile stal dan een schone weg.
Liefde overwint alles.
Hoogmoed komt voor de val.
De kleinen groeien door eendracht, de groten gaan ten onder door tweedracht.
Elkenien soe winskje dat syn lichem it in libbenlang úthâld.
Ook het beste paard wordt een knol.
Mijn paard, mijn zwaard, mijn wijf, die houd ik voor mijn eigen lijf.
De macht der gewoonte is groot.
Gewoonte is een tweede natuur.
Laat geen gelegenheid voorbij gaan een goed woord te zeggen.
Hij vertrekt met pak en zak.
Hij zit in zak en as.
Dy’t folle seit, moat folle wiermeitsje.
Trouw moet worden onderhouden.
Als je begint met nadenken over onderhoud als er problemen zijn, ben je te laat.
(Ben Tiggelaar.)
De lamp hangt scheef.
De âlde klean moatte de nije fertsjinje.
Al teveel, scheurt de zak.
Ieder moet zijn eigen pakje dragen.
Waar het hart vol van is, loopt de mond van over.
( Matth. 12:34))
Er moet iets gebeuren voordat er iets gebeurt. (Johan Cruyff.)
Je ziet het pas als je het door hebt.
(Johann Cruyff)
Ieder meent dat zijn pak het zwaarst is.
Je kunt niet met twee voeten in een sok.
Mensen zijn medeplichtig aan wat hen onverschillig laat.
De pastoor doet geen twee missen voor één geld.
Alles met maten, zei de pastoor, en hij dronk de jenever uit een kannetje.
Iemand iets onder de roos vertellen.
Wie niet studeert is niet bekeerd.
Dat mens is nogal zwaar op de hand.
Hij kent die zaken zoo goed als een pater zijn brevier.
Korte metten maken.
Een mens lijdt het meest door het lijden wat hij vreest,
dat niet op komt dagen.
Niemand weet hoe lang een seconde leed duurt.
(Graham Greene.)
Gjin gerop en gjin geklei, op is op en wei is wei.
Hij deed een scheet, hij deed een plas en alles bleef zoals het was.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. (Matth. 7:12)
Zo gij voor uzelve wilt leven, moet ge voor uw naaste leven.
(Seneca)
Pastoor en koster zijn het zelden samen eens.
Afgebrand maar niet verwoest.
Het is pappen en nat houden.
Behandel de mensen zoals u door de mensen behandelt wilt worden.
Hij gelijkt op den priester : hij zegent zichzelf het eerst.
DE PRIESTERLIJKE TAAK
De kerk vertegenwoordigt haar omgeving bij God. En omgekeert geldt ook : de kerk vertegenwoordigt God in de samenleving. Dat is de priesterlijke taak, die in het bijbelboek Exodus aan het volk Israël wordt toegeschreven.
Het recht is sterker dan wapens.
Bij nacht en ontij.
Vreemd dat je alleen familie bezit om ze te ontmoeten bij sterfbedden en begrafenissen.
(Louis Paul Boon)
Wijsheid is voor de ziel, wat gezondheid is voor het lichaam.
(De ziel is niet te zien, ze is geen stof, niet iets. Doch zij is bewustzijn van zichzelf). Hij “bestaat” dus. Het “is” er.
Het is hem met den paplepel ingegoten.
Wij zien nu nog door een spiegel in raadselen.
Afgunstige kleinering wordt met grage oren aangehoord.
Wie het eerst komt, die het eerst maalt.
Het is een kunst de kunst te behagen.
Het kind bij zijn naam noemen.
Mensen zijn onze broeders. Maar men is wel eens moe van die familie.
(Godfried Bomans)
Toen God op de zesde dag alles bekeek wat Hij gemaakt had, zag Hij dat het goed was. Het mensdom was er dan ook nog niet.
(Kurt Tucholsky)
Ik ben een ongewenst kind. Mijn ouders hebben mijn geboorte betaald met hun ongevallenverzekering.
(Wiet van Broeckhoven)
Ondankbaarheid is de dochter van trots.
Raak den gezalfde niet : het zijn ook mensen.
Al wat de paap nu doet of zal doen, dat is mis.
Safolle hollen, safolle sinnen.
(sei de deagraver en hy kroade deadshollen op in heap en de iene rôle hjir en de oare dêr.)
Voor de draad ermee.
It is de iene hûn leed, dat de oare yn’e koken sjocht.
De papen, nonnen en bagijnen zijn niet zo heilig als ze schijnen.
De ene ezel schuurt de andere.
Het hoofd in de schoot leggen
Zij heeft een grote mond.
Mijn ouders waren zo arm dat mijn broer in Taiwan werd gemaakt.
(R. Corbelt)
In fette koken jout in meager erfskip.
Hoor, zie en zwijg, als je in vrede wilt leven.
We kunnen allen geen paus van Rome zijn.
Hy stie mei iepen mûle.
Het hoofd boven water houden.
Wij hebben geen andere tijd… dan de tijd waarin we leven.
De hollen byinoar stekke.
Zijn hoofd neerleggen.
Vaak maken ouders hun kinderen een verwijt van de slechte opvoeding die zij hun hebben gegeven.
(C. J. Wijnaerdts Francken)
************
In PANGRAM.
Dit is in sin wêryn alle letters fan it alfabet fan in
taal yn foarkomme. Yn it Ingelsk bygelyks de sin :
“The quick Brown fox jumps over the lazy dog”.
Yn de Fryske stavering (spelling) komme de letters
X en Q net foar. Wa wit in moaie Fryske sin ?
************
Ik zal een weg vinden, en anders maak ik er een.
Hij wil den Paus in de ban doen.
Zijn hoofd neerleggen.
Verbrand de krukken niet, die u in tijd van zwakheid hulp verlenen.
Hij is naar Rome geweest en heeft den Paus niet gezien.
Ik ben hier een Barbaar, omdat ik door niemand begrepen wordt.
Je hebt wat gemist vandaag !
Niet het gebrek aan liefde, maar het gebrek aan
vriendschap maakt ongelukkige huwelijken.
Het lichaam van den Paus beslaat niet meer aarde dan dat van de kapelaan.
Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
It keal is grutter as de ko.
Dat mag wel met een rode letter in de almanak.
Wie de oude schepping niet eert, is de nieuwe niet weert.
Het is hem zo eigen en bekend als een pater noster.
Kinderen hinderen.
Het is den Kardinaal leed dat hij geen Paus is.
Iemand de rug meten.
Kinderen houden het brood uit de schimmel.
De deugd behoeft geen lof trompet.
Hij is op zijn paasbest.
(of : Hij is zo mooi als een paaspronk.)
Gelukkig de man, die in zijn eigen huis achter de kachel zit en weltevreden is.
Iemand met de ogen meten.
Je kunt de ogen sluiten voor de dingen die je niet wilt zien, maar niet voor de dingen die je niet wilt voelen.
De ogen zijn de twee ramen waarmee de ziel naar buiten kijkt.
Dat slaat als een kut op een gebakje.
Lieve kinderen hebben veel namen.
Geluk maakt veel meer mensen hoogmoedig dan gelukkig.
Wie goed onbekend is gebleven, heeft goed geleefd.
As beppes op it iis komme wurdt it taaiwaar.
Men kent de monnik niet aan zijn pij.
Geen schoner overdrijving dan die der dankbaarheid.
Wees geen pauw in uw gewaad, geen papegaai in uw praat, geen ooievaar wanneer ge eet, geen gans al ge daarhenen treedt. (Cats.)
Er zijn vriendschappen die geen woord nodig hebben.
Mensen stelen soms als de raven.
Goede wijn verheugt een mensenhart.
Een groot mens is hij die zijn kinderhart niet verliest.
De aanhouder wint.
Met een pond verdriet kun je geen ons schuld betalen.
Het gaat mij door merg en been.
Geloven is niet kiezen voor het systeem, dat de meeste zekerheid biedt, het is het gaan van de weg met de meeste risico’s.
Waren die pondjes maar kilo’s.
Waren die kilo’s maar pondjes.
Een ons geduld is meer dan een pond verstand.
Voor de groten van geest is niets te klein.
WAT BETSJUT : WAT BETEKENT :
Hij weet (wil weten) wat voor vlees hij in de kuip heeft.
Die in de put zit moet wachten tot hij verlost wordt.
Met verschillende maten meten.
Der zotten hart ligt in de mond, der wijzen mond in ’s harten grond.
Eerpijn is erger dan tandpijn.
Als ik probeer kort te zijn, word ik onduidelijk.
Skite as in ielreager.
Sij is in swak skip en hat altyd wat.
De hoop is de droom van de wakende.
Een angstige hond blaft meer dan hij bijt.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Earne gjin side mei bespinne.
Dat is syn swakke kant.
******************
De Grytman Ulbo van Aylva (plm. 1640) sei it al :
Si tibi deficiant medici Als artsen tekortkomen
medici tibi fiant haec tria laat dan deze drie uw artsen
mens hilarius resquies zijn: een vrolijke stemming,
moderata diaeta. rust en een beheerste manier van leven.
W. H. P.
*******************
Het is goed dat de man in zijn jeugd een juk draagt.
Koude wijn maakt warm bloed.
Een vervuilde wond is kwaad (moeilijk, slecht) om te genezen.
Ik ha altyd wol pielen. (plúzjen)
It is de omkearde wrâld.
It is hjoed in lytse wrâld.
(ek : De wrâld sit goed ticht.)
It is bestimd foar de tredde wrâld.
Het hart van de mens is op zich maar klein, doch het kan door grote dingen worden gevuld.
Veel geld, veel zorgen. Veel geld, veel hoofdpijn.
Nakomelingen zullen uw vruchten plukken.
Hy joech in oare draai oan it petear.
Halverwege opgeven is geheel mislukken.
Door een dunne pijp komt weinig rook.
Dat is geen pijp tabak waard.
Ik heb er tabak van.
Hy rint mei de siel(e) ûnder de earm.
Discipline is je herinneren wat je wilt.
Ik heb er genoeg taart van gehad. (of: gegeten)
We verkiezen het zekere, zolang we naar het onzekere streven.
Hy is sa hjit op it jild as de duvel op’e siel(e).
De duvel skyt altyd op ‘e grutte bult.
(Riken hawwe mear foarrjochten as earmen)
Wat mear sielen, wat mear freugde.
Neffens my hat hy wat ûnder de lea.
Hy gappet nei de lêste siken.
De geschiedenis herhaalt zich, geschiedkundigen herhalen elkaar.
Hij zal een lelijke pijp roken.
Als de oorzaak uitblijft, blijft ook het gevolg uit.
Hy leit te sieltôgjen.
Wie van het verleden geniet, leeft dubbel.
Hij liegt dat hij rookt.
Het gevaar komt sneller als men het veracht.
Een traan droogt snel, vooral bij andermans ongeluk.
Iedereen wil de wereld veranderen, maar wie wil zijn naaste helpen ?
Snelle raad doet zelden baat.
De nacht brengt raad.
Aan raad ontbreekt het niemand.
Ik heb het met jouw wel gehad.
Ik heb al gegeten en gedronken.
Een hart hebben we allemaal, maar bij sommigen zit het in de portemonnee.
Vrienden raad is goedkoop.
Iemand met raad en daad bijstaan.
Geen half mens meer zijn.
Laat geen gras groeien op de weg naar vriendschap.
Wees trouw, maar vertrouw niemand.
Beproef je schouders, eer je draagt.
Een vrouw kan niet nalaten zichzelf te zien, wanneer zij voorbij den spiegel gaat.
God veroordeelt de zonde (dat de mens zijn doel mist) , niet de mens.
Wie het heden beoordeelt moet over voldoende verleden beschikken.
(Wim de Bie)
Wijze raad is halve daad.
Het is gemakkelijker raad te vragen dan te geven.
In minske’sin is in minske libben.
Of geld iets goeds of iets slechts is hangt af van wat je er mee doet.
Gestolen goed gedijt niet.
Het is beter te lijden dan onrecht te doen.
Een vogel melken.
Vergeet de zorgen die achter je liggen.
Het is beter te buigen dan te barsten.
Er schuilt een adder onder het gras.
De tijd meester zijn.
De gedachten der mensen zijn als vonken : de meeste doven uit in de nacht der tijden, maar een enkele veroorzaakt soms een groot vuur.
Men moet niet bij de pakken gaan neerzitten.
Een adelaar vangt geen vliegen.
Hij is naar de maan.
Wie geduld zegt, zegt moed, volharding, kracht.
Die zijn eigen recht vervolgt, doet niemand onrecht aan.
Mensen oplichten.
Grofheid is geestelijke onbeholpenheid.
Een oude bok lust nog wel een groen blaadje.
Hij meent dat het leven te spelen is.
De zwakke vindt steun in het geduld; de sterke gaat dikwijls ten onder door ongeduld.
Terwijl de herders twisten, rooft de wolf het schaap.
De schapen kennen de wolf als een vijand en vluchten voor hem, maar wie zal hen tegen de herders beschermen die hen slechts hoeden om de wol ?
(Geert Grub.)
Hij heeft een leven als een prins.
Het verstand licht bij, de geest verlicht.
Met schade en schande wijs worden.
Het gaat niet om de knikkers maar om het spel.
Dominee, koster en hond verdienen de kost met de mond.
Er is geen vuiltje aan de lucht.
Men moet de schapen scheren naargelang ze wol hebben.
Een vriendschap die eindigt, is nooit begonnen.
Dat moet je in je oren stoppen.
Ik zal nu maar even mijn ogen dicht knijpen.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.
Dit moet ik maar door de vingers kijken.
Een gezond lichaam hoeft voor infectie niet bang te zijn.
Hij maakt van een mug een olifant.
Hij is een muggezifter.
De vloek is allerwegen aanwezig, maar in zijn werking gestuit.
Niet te weten is geen schande, maar niet te willen leren.
Als het melk regent zijn mijn schotels omgekeerd.
Wie met de tijdgeest trouwt is spoedig weduwe.
Hij krijgt de baard in de keel.
Wa’t graach laket, hat wite tosken.
Als het geen broertje is dan is het een zusje.
Hij gedraagt zich als een olifant in een porseleinkast.
De vrijzinnigheid heeft geen kleinkinderen.
Getelde schapen gaan uit het hok.
Als het getij verloopt moet men de bakens verzetten.
Dien wurk jout noflik rêsten.
Als het hooi het paard volgt dan wil het gegeten zijn.
De vraag rijst hoeveel mensen de natuur nog kan verdragen.
De ene scheert de varkens, de andere de schapen, zo gaat dat in de wereld.
Gjin wurk, gjin hunich.
------------------------------
Allinnich noch mar lizze
Gjin krêft mear om te stean
Sa meager, sa ûnmachtich
Sûnde, mar sa moast it gean
’t is foarby, it koe net langer
Foargoed ferfaget no it lûd
De rêst dy’t komt is grif fertsjinne
It wie genôch, sa is it goed
**********
We kunnen alle pitten in de appel tellen, maar God kan in een pit alle appels tellen.
(Ds. Robert Schuller)
Hij is aan de zwabber.
Hij gaat door tot het gaatje.
Zij kregen een Urias brief.
Een vriendelijk gezicht brengt overal licht.
Hij is arbeider in de wijngaard des heren.
De koek is op en weg zijn de dubbeltjes.
Iemand onder zijn vleugels nemen.
HET KWAAD
Of God wil het kwaad beletten en Hij kan het niet; of Hij kan het en wil het niet; of Hij wil het en kan het. Wanneer Hij wil en niet kan is Hij machteloos; wanneer Hij het kan en het niet wil, is Hij machteloos en verdorven en wanneer Hij het wil en kan, waaom doet Hij het dan niet ?
(Epicurus 341 v. Chr. – 270 v. Chr.)
Ik verbaas mij altijd over mensen die precies weten wat God wil, alsof ze met Hem hadden gesproken. God schiep de luizen en vlooien, dus niet om ons te plagen, maar omdat wij anders niet geweten hadden dat koeien en olifanten groot waren. En dikke bomen omdat we anders niet wisten wat een dunne was.
En God deed Michaël Servet,(* medicus, theoloog en filosoof, door Calvijn gevangen nemen, in een vochtige kelder half omkomen en vervolgens levend verbranden, opdat wij zullen weten wat goed is (?)
Hoe is het mogelijk dat gelovigen in de Bijbel hun God “almachtig” gingen noemen terwijl ze toch wisten van de aanwezigheid kwaad in deze wereld. Men kan het ook OMDRAAIEN. Niet “hoe kan een almachtige en goede God het kwaad toelaten ?”, maar “hoe kon / kan men een goede God die het kwaad toelaat als almachtig zien ? “
(* Calvijn wie in dogmatikus, immen dy’t fan miening wie, dat religy beskreaun wurde koe as in systeem. Sa skreau hy syn boek “Institutio”. Servet fûn dat God ûnbegryplik is, mar dat dy Him iepenbiert yn alles omdat Hy de essinsje is fan alles. Servet liket mear in man fan it esotearyske kristendom. (W. H. P.)
“GOD ALLEMACHTICH !”
Hoe faak heart men dizze útrop net. Hwer’t se dizze útrop weihelje wit ik net. NEARNE stiet yn de Bibel dat God almachtich is as útfierder, al wurdt Hy somtiden de Almachtige neamd. Wol bgl. dat Hy machtich, grut, genedich, lankmoedich etc. etc. is. Dan komt noch in oare fraach op. Kin Hy sûndigje of tsjin Syn eigen wollen yngean ? Kin Hy alles ? Wy lêze wol dat Hy machtich is en wat Hy begjint ek foleindigje (foltôgje) sil. Dit is earne om oer nei te tinken.
De minsken hawwe sûnder ein filosofearre oer God en hja hawwe in protte ûnsin ferteld. Se hawwe ferteld dat God ûnferoarlik is : as dat sa is, soe God gjin gefoelens hawwe, want gefoelens liede altyd ta feroarings. Wy witte dat God feroarlik is omdat Hy gefoelens hat. Wy hawwe sein dat God almachtich is : mar dan soe God ek nearne oan bûn wêze omdat Hy no ienris “alles kin”. Dan krije jo it flauwe grapke as : kin God sa’n swiere stien meitsje, dat Hy dizze sels net mear tille kin ? De Bibel fertelt : dat God bûn is oan Syn ferbûn mei minsken, dus God is net sa almachtich, dat Hy dat feroarje kin. Wy hawwe fakentiden filosofyske taal brûkt. Dan is God almachtich, alom fertsjintwurdich, ûnferoarlik ensafuorthinne. In hiel protte leauwens- problemen kinne jo foarkomme troch te sjen hoe’t de Bibel dêr oer sprekt. Dus de Bibel seit net : God is almachtich, mar God kin eat dwaan op it momint dat it nedich is. De Bibel seit net : God is alomfertsjintwurdich, mar God kin der wêze op it momint dat it nedich is. De Bibel seit net : God is ûnferoarlik, mar God kin feroarje as de situaasje dêrom freget. De Bibel seit net : Gods wollen moat dien wurde (plak fine), mar Gods wollen sil plak fine omdat Syn Keninkryk oars net foltôge (ôfmakke, foleinige) wurde kin.
W.H.P.
************
Als het huis gebouwd is breekt men de stelling af.
Een nieuwe lente een nieuw geluid.
Niets is zo prettig als een opgewekte groet.
Beter kleine toorn dan grote schade.
Als ik mijn haar verlies draag ik een pruik.
Ik ha der neat op tsjin, dat it tsjuster wurdt, sei de man, mar ik moat al wat tsjen kinne.
Een mens leeft niet om te werken, maar werkt om te leven.
Schade scheidt vriendschap.
Als het op is, is het kopen (koken, malen) gedaan.
It âlde guod moat earst tenein, sei de jonge en hy liet syn heit it wurk dwaan.
Plicht is niet alleen iets wat je van anderen verwacht.
Vallen is geen schande, maar lang blijven liggen en niet opstaan, dat is schande.
Dy rein kin ús ek bedrippe.
Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.
Dat wurdt in inkele reis, sei de pappegaai, doe’t de kat him yn ‘e bek hie.
Grote ideeën beleven een korte glorietijd.
Als het schip zinkt zwemmen de ratten er uit.
Lang gebleven, niet bedreven, doet in schande leven.
De verbylding oan’e macht, sei de listlûker, en hy stimde op himsels.
Sa’t de âlden sjonge, piipje de jongen.
Meet de hoogte van uw geest aan de schaduw die zij werpt.
Hij valt tussen de wal en het schip.
Tussen de kaai en het schip gaat veel verloren.
Nimmen sjocht syn eigen bult, in oar kriget altyd de skuld.
Het is een troost te weten dat ook de groten in het Rijk van God wel eens moe zijn geworden.
Reist men op een wagen, dan behoeft men geen schipbreuk te lijden.
Als het wil kalft de stier.
Wat men dronken brekt moat men nochteren betelje.
Dat is ien sûnder stien, sei de man en hy iet de slak op.
Het gaat hem voor de wind.
Hij slaat de plank mis.
Wy sille se wol krije, sei de abbekaat, en hy tocht oan de sinten.
Christus is de weg voor allen, maar God heeft voor ieder zijn eigen weg, die tot Hem leidt.
De duurste schepen liggen het langst aan wal.
Als het zeil zeurt heeft het een gat.
Wa’t net dûnsje kin, jout de skuld oan de skuon.
Enkele jaren zijn nodig om het verstand van een volk te beschrijven, eeuwen zijn nodig om zijn karakter te beschaven.
Hij weet over alle sloten te springen.
Leafde is blyn, do moast dus mar fiele.
Als een ander in de sloot springt, doe jij het ook ?
Een dag verdriet duurt langer dan een maand vreugde.
Men kan in geen twee sloten tegelijk springen.
Men kan geen twee heren dienen. (Matth. 6:24)
Leau yn dysels, in oar docht it net.
Wy binne it ferline fan moarn.
Als het vuurtje is gestookt, giet hij er olie in.
De wei fan de leafde kin gjin ôfstân.
Nu is de vlam in de pan.
Heel de natuur schreeuwt ons toe : HIJ BESTAAT.
(Voltaire.)
Waar rook is, daar is ook vuur.
Wie denkt dat kennis duur is, weet niet wat het kost.
Dy’t altyd spoeken sjocht, hat lêst en lijen om’e nocht
Men moet geen kwaad met geld vergoeden.
Zij is zo heet als peper.
Dy’t in oar beskrobje wol, moat sels skjin wêze.
Als een zwemmer verdrinkt, komt dat doordat hij niet kan zwemmen, niet omdat hij niet is gered.
It is de boer allike folle as de ko skyt as de bolle.
Een gepeperde rekening toegestuurd krijgen.
Als lijden liefde wordt en liefde lijden zouden veel mensen liefdevol scheiden.
Dy’t it meast krimmenearret hat trochstrings it minste lest.
Heit wurde is in geunst, heit wêze in grutte keunst.
Dat koop ik niet, het is peper duur.
Deade fisk driuwt mei de stream mei, mar libbene fisk swimt tsjin de stream yn.
Het is de toon, die de muziek maakt.
Een boek dat niet verdient om tweemaal gelezen te worden, verdient ook niet om eenmaal gelezen te worden.
Hij trekt vrouwen aan, alsof hij stroop om zijn snikkel heeft.
Dy’t huning ha wol, moat de stekken fan bijen fele kinne.
(Fele = ferdrage) Om oan wat goeds of moais te kommen, moat men der muoite of pine foar oer ha.)
Laat het verleden slapen en maak de toekomst wakker.
Alles wat ge wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus.
Hij moet harde noten kraken.
Dy’t heech komt kin fier sjen.
Dêr’t bijen binne dêr is ek huning.
(Wêr’t arbeide wurdt, dêr wurdt fertsjinne – dêr is ek iten.)
Die noten wil smaken, moet ze kraken.
Als u vrienden wilt hebben, wees dan vriendelijk.
Hij timmert aan de weg.
Die timmert aan de straat veroorzaakt veel gepraat.
Duisternis is het koninkrijk der dwaling.
Een loopstraat is geen koopstraat.
Het geld ligt op straat, alleen je moet het zien liggen en oprapen.
Het gaat erom gelijk te hebben, niet gelijk te krijgen.
Zij stinkt zeven straten ver. (ook : zeven uren in de wind)
Was het leven steeds even fijn, dan zou het toch maar saaitjes zijn.
Er zijn aan een twistpunt drie kanten : de uwe, die van de ander, en de juiste.
Geen pad zonder modder.
Waar een wil is is een weg, maar op mijn weg zijn altijd werkzaamheden.
Ontzie de gevoelens van een ander, het zal worden gewaardeerd.
Voetje bij voetje leert men het verkeerde pad bewandelen.
Ik krijg wat van mensen die nooit iets geven.
Lekker is maar een vinger lang.
De enige manier om vrienden te krijgen, is een vriend te zijn.
Hij gaat langs platgetreden paden. (ook : Platgetreden paden bewandelen.)
Als ieder zijn vloer keert is het in alle huizen schoon.
Beter een lap dan een gat.
Ga op in je werk, maar er niet in onder.
Wij moeten praten, maar onderbreek mij niet.
Hy giet altyd oer Furdgum nei Ljouwert ta.
Hij is aan het lanterfanteren.
Een vervelend mens : iemand die praat als je wilt, dat hij luistert.
Daar is geen weg zo effen of er zit wel een slag in.
Godsdienst bestaat niet uit het kennen van de waarheid, maar in het ernaar leven.
De waarheid is wat we gemeen hebben.
Dizze man is in omstipper.
De hemel is de verborgen helft van de schepping. (Karl Barth.)
Die een goede weg bewandelt, zoeke geen andere.
Zoals de akker bedorven wordt door onkruid, zo de mens door begeerten.
Waar begeerte verdwijnt, is ook de arme rijk, en waar ze heerst, is ook de vorst een slaaf.
Verkiezingen : Als zij ophouden met leugens te vertellen over ons, houden wij op de waarheid te vertellen over hen.
Op den langen weg komt alles terecht.
Overwin het kwade door het goede.
(Romeinen 12 : 21)
Elke gebeurtenis heeft een wonder in zich.
Elk zijn deel is niet te veel.
Een dwaas die weet dat hij een dwaas is, is al wijzer dan een dwaas die denkt dat hij wijs is.
Het bijna te kwaad krijgen.
Dat doe ik met hart en ziel.
Het grootste probleem voor een leraar is, de zaken tot de juiste eenvoud terug te brengen.
Hij komt met het ei, als het zout op is.
Als de wijn zinkt zwemmen de woorden boven.
It hast te krap krije.
Waar men lang aangeleerd heeft, leert men langzaam weer af.
Wees het zout in de wereld. (op deze aarde.)
Als de peer rijp is valt zij.
Dat viel niet goed.
Elke leeftijd moet zijn speelgoed hebben.
Men moet niet op alle slakken zout leggen.
Wie moet zeggen : “Als ik dat had geweten,” is eigenlijk al te laat.
Dat neem ik met een korreltje zand. (zout)
We zien wel waar het kwartje valt. (waar het schip strandt)
De beste besluiten komen meestal te laat.
Geen zoet zonder zuur.
Als je denkt : “Ik ben verslagen”, is de nederlaag een feit.
Na het zuur komt het zoet.
Zout en zuur is huwelijkse staat.
Geloven is : Jezus herkennen in Zijn minste broeder.
WAT BETSJUT : WAT BETEKENT :
Men moet niet wijder gapen dan de brok groot is.
Als de nood aan de man komt.
Hij kan er wat van.
Geloven is : Zindelijk denken, zorgvuldig spreken, toegewijd handelen.
Het zoet wordt zuur door lange duur.
Hij is in het harnas gestorven.
Hij heeft al zes kruisjes achter de rug.
Een gelukkige jeugd is een kapitaal, waarvan men zijn hele leven de rente geniet.
Het vel over de oren halen.
RENTE
RENTE. U mag geen rente vragen als u iets aan een volksgenoot leent, of het nu gaat om geld of voedsel of wat u ook maar tegen rente te leen kunt geven. (Deuteronomium 23 : 20) In Israël was het verboden van VOLKSGENOTEN rente te vragen. Niemand mocht zich verrijken aan andermans moeilijke omstandigheden. Dan moest in geld of in natura worden uitgeleend zonder tegenprestatie. In de Middeleeuwen hield het christelijke Europa zich aan deze wet. Omdat nagenoeg iedereen tot de kerk gerekend werd, was lenen tegen rente onder CHRISTENEN verboden. Zodoende is de Europese bankwereld van JOODSE afkomst. Wat aan christenen verboden was, stond Joden vrij. Sinds de 16de eeuw is betaling van rente voor aangegane leningen vanzelfsprekend. Maar de herinnering aan de wet voor Israël leeft voort. Rente mag geen WOEKER worden. We mogen vinden wij, een ander niet het vel over de oren halen. Aan ieder egoïsme moet paal en perk worden gesteld. Wie alleen voor zichzelf opkomt, heeft niet verstaan wat God met mensen heeft bedoeld. We zijn ervoor elkaar.
( Sa striid tsjintwurdich de ekonomysk aktivist Ad Broere tsjin it bestean fan rinte en tsjin de jildkreaasje troch de kommerjele banken. Broere is úterst pessimistysk oer ús ekonomysk stelsel. Hy tinkt dat it gigantysk en finaal mis rinnen giet. Op de ekonomy wurdt hieltiten in gruttere druk lein om gruttere prestaasjes te leverjen. En dy gruttere prestaasje kin allinne levere wurde troch útputting fan de natuerlike helpboarnen. Dat is wat jo sjogge yn de fiskerij, yn de lânbou, yn de grûnstofwinning. Ad Broere hâld in weblog by : www.adbroere.nl )
Door de zure appel heen bijten.
Aalmoezen geven verarmd niet.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.
Wie het mensdom wil beter maken, moet met de onverbiddelijke natuurwetten, ook die van oorzaak
en gevolg, rekening houden.
Niet hoe zoet, maar hoe goed.
Zij is aan de bedelstaf geraakt.
Gelijk hebben wil nog niet zeggen gelijk krijgen.
Wie onder een zijden wiegen kleedje gelegen heeft,
moet niet vergeten, dat hij op stro kan sterven.
Hij preekt voor stoelen en banken.
(De preek giet it iene ear yn en it oare ear wer út, of preekje foar in lege tsjerke.)
--------------------------------------
DE TRIJE JAGERS
Sjoerd Sjoerds Terpstra, Frâns Pyters Haarsma en dûmny Pyter Dykstra geane alle trije op jacht. Yn it jachtgebiet krekt bûten BERLTSUM sjogge hja in hazze rinnen en begjinne tagelyk te sjitten. De hazze wie fuortdaliks dea sa’t like en de trije mannen stowe op it sketten bist ôf en seagen daliks dat it bist dea wie, mar der wie gjin kûgel te sjen. Dêrop folge diskusje fansels. In pear minuten letter kaam Gerrit Martens de Boer, dy’t te fiskjen west hie, mei syn boatsje foarby farren. Hy seach de trije mannen drok yn petear, rûn op de mannen ta en frege oft hja problemen hienen. Gerrit soe wol efkes sjen wa’t it bist rekke hawwe koe. Inkele tellen letter sei Gerrit dat hy der wis fan wie wa’t de hazze sketten hie. Dûmny Dykstra hie it bist rekke ! De trije mannen seagen inoar ferwûndere oan. Hoe koe Gerrit dat no witte ? “Dat sprekt fansels”, sei Gerrit, “de kûgel wie, krekt as de preek fan Pieter Dykstra, it iene ear yngien en it oare ear werút”.
--------------------------------------
Hij heeft aan de bel getrokken.
Aan dovemans deur kloppen.
Hwa ‘t net fan oaren leare wol, moat lang op skoalle bliuwe.
De tijd is snel, gebruikt hem daarom wel.
Neemt uw tijd te baat, te vroeg is beter als te laat.
De tijd heeft vleugels en geen teugels.
Wie niet tevreden is met wat hij heeft, is ook niet tevreden met wat hij krijgt.
(Socrates)
Met passen en meten wordt veel tijd versleten, maar die dit niet doet, maakt zijn werk niet goed.
Aan het vee kent men de boer.
Dat mag wel in de krant.
Neat leit fêst as de ôfwikseling, neat is duorsum as de dea.
Met beter te hopen is de tijd verlopen.
Aan iemands gat hangen.
Geloven is niet verbijsterd worden door het onbegrijpelijke, het is verblijd worden door het ongelooflijke.
Zonder strijd, geen zegepraal.
Nu is hij / zij aan zet.
Advocaat kwade raad.
Delen met wie niet heeft is geen barmhartigheid, maar gerechtigheid.
Wie niet waagt, wie niet wint.
Belijdenis van schuld werkt helend, vernieuwend en ontlastend.
Hy hat gjin himd om ’t gat.
Jo kinne it wetter hast rikke.
Het staat op zijn voorhoofd te lezen.
Hy moat net al te heech gripe.
Geloven is, weten dat geen enkele menselijke visie absoluut is, en daarom vatbaar is voor relativering
door de humor van het evangelie.
Alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van boven komt.
(Prof. dr. Harry Kuitert.)
RELATIVERING
Alles is betrekkelijk en heeft met elkaar te maken. Niets staat op zichzelf. Relativering is het antwoord op absolutisme, iets waaraan de wereld te gronde lijkt te gaan. Daaruit komt extremisme en zelfs terrorisme voort. Relativering laat het betrekkelijke der dingen zien. De praktijk van godsdiensten en ideologieën, alles wat we hier doen op aarde is mensenwerk. Er is geen sluitend systeem dat op alle vragen een antwoord weet. Wees daarom pragmatisch en probeer begrip te hebben voor dingen die ineens veranderen. En er verandert altijd iets, er gaan dingen mis, er ontstaan nieuwe ideeën. Dan moet je niet koste wat het kost vasthouden aan het oude. Wees pragmatisch. Ik voel mijzelf een beter mens als ik iemand in zijn waarde laat. Zo horen we met elkaar om te gaan.
(Herman Pleij, cultuurhistoricus)
*********************
“WIE IS DE GOD van de ONGELOVIGEN ?”
God als woord is de oorzaak van veel ellende.
God als entiteit (iets dat wezenlijk bestaat) bestaat niet.
God is het kortste woord voor het onbegrip van mensen.
God een woord…..een woord uit de Nederlandse taal. (Dit binne de Hollânske - en Fryske talen) bestaande uit drie letters.
God is een woordspel waar veel mensen compleet in verstrikt zijn geraakt.
God is een sudoko met het getal “oneindig”.
God is een afkorting : g.o.d. – geloven ontkent denken.
God is onmacht getransformeerd in almacht.
God is het essentiële onderdeel van elke vloek, nou ja, bijna elke vloek. (NIET in God geloven en Hem TOCH aanroepen ? Vreemd is dat !!!)
God is zo gezegd het zout in de pap.
God is een contradictie : Hij is almachtig en Hij kan niets.
God : De smoes waarmee uitbaters van gelovigen hun broodwinning rechtvaardigen.
God is de balangrijkste projectie van valse hoop, duizenden jaren lang in stand gehouden door relatief bange en / of domme mensen.
God is geschapen naar het evenbeeld van allen.
De God die van boven komt, komt van beneden.
God is de niet verklaarde verklaring van alles wat mensen niet kunnen verklaren.
God is en was altijd de specie die de gaten vult in de muur van de dingen die we (nog) niet wetenschappelijk hebben verklaard.
God is een “kapstok” waaraan je alles kunt hangen wat je niet begrijpt.
De mens is een wolf. God schiep de mens naar Zijn evenbeeld . Hieruit volgt : God is een wolf.
God is een door de mens - naar Zijn evenbeeld en gelijkenis - geschapen virtueel fenomeen.
God is een oude man, die niks snapt van deze tijd.
God is wat je er zelf van maakt. Hij is de enige God en Hij is vele goden.
Of God bestaat of niet – dat is een kwestie van geloof – maar bidden heeft geen zin – want sinds de oerknal is Hij doof.
God is een pokémon. (pokémons: ongelooflijke schepsels die steeds veranderen)
God is een cirkel waarvan het middelpunt overal, maar de omtrek nergens is.
God is iets. (Er is Iets : Het “Ietsisme”)
-------- ---------- ---------
De neidruk, alteast dat fyn ik (W.H.P), leit op de fraach oangeande de fenomologyske en logyske legitimiteit fan leauwen /fertrouwen of dat no as in persoanlik God of as in natuerwittenskiplik ferklearringsmodel ferklearre wurde kin.
--------- ----------- -----------
Hoewel God licht en liefde is, verschuilt Hij zich in de duisternis van onze onwetendheid. God is de “missing link” tussen wat wij weten en wat wij niet weten. Zo verandert God voor ons voortdurend, hoewel Hijzelf onveranderd blijkt en zowel overal als nergens is. Want God is eeuwig en de eeuwigheid kent geen tijd. Wij wel. Dat is de Advent (verwachting) van het mysterie van God.
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
^^^^^^^^^^^^^^
VERTROUWEN in het onzegbare.
Het onzegbare als een uiting dat er “iets” is en niet “niets. Ze helpt als woord voor “iets” te vinden voor dat “iets” waar je op vertrouwt ondanks alle onzekerheden.Als we in de auto stappen bijvoorbeeld, gaan we ervan uit dat we veilig thuis zullen komen. Dat geldt ook voor andere zaken in ons leven : de meesten gaan er meestal vanuit dat we weer “op onze bestemming” zullen komen, wat deze bestemming ook moge zijn. Dit vertrouwen als een soort grondhouding is voor mij dat vertrouwen in “iets” of vertrouwen dat “iets” zal gebeuren.We hebben vertrouwen in de toekomst. Het vertrouwen draait om zingeving of beter gezegd : om het ontvangen van “iets”. Leven met vertrouwen maakt het leven zinvoller en rijker aan betekenis.
Bij hoog en bij laag zweren.
By tsjok en tin swarre.
Dat station zijn we gepasseerd.
Dat zijn twaalf eieren en dertien kuikens.
Generaliseren is vervalsen.
It is allike wier as twa kear twa fjouwer is.
(It is trouwens nea bewezen, it is oannommen !
Men kin der lykwols wol mei út de fuotten, dermei wurkje.)
Hij praat iemand van de stoel en gaat er zelf op zitten.
Niet gebrek, maar overvloed verwekt gierigheid.
De tijd heelt de wonden.
De dorsende os zult gij niet muilbanden.
Memento mori : Gedenk te sterven.
(Tink dêroan dasto ek ienris stjerre silst.)
Posthuum : nei de dea fan immen.
********************
POSTHUMUS.
Betsjut : Berne nei de dea fan de heit.
(yn it Latyn : Natus post patris obitum)
Oarspronklike betsjutting (letterlik) :
Berne “nei de begraffenis” (it yn de ierde begroeven wêze) fan de heit.
Berne nei it werom bringen yn de ikker (ierde) fan de fuortbringer (de heit). Dus doe’t de heit al te hôf
brocht wie.
It kin ek bestjutte : It lêstberne bern fan de heit.
Ik wol hjir noch wat oan taheakje.
Yn Genesis 11 fers 5 lêz ik yn it Hebriuwk : Bnei ha-adám, wat safolle betsjut as : “ minskebern”. Mar de letterlike (oarspronklike) betsjutting is : “soannen fan de ikker” (de ierde), d. w. s. minsken út it stof fan ‘e ierde, nammentlik : bnei-ha-adamáh. Wy lêze ommers dat God de minske formearre hat út it stof, út de boaiem fan de ierde. Do bist stof (ierde) en do silst ta stof (ta de ierde) werom keare. Wer’t in efternamme ek al net ta liede kin !
W. H. P.
**********************
Oare ferkoartings fan de namme Posthumus binne : Postemus, Postmus, Post, en fan Posthuma : Postma, Postema, Posma, Pasma, Post.
Gebruik zachte woorden ! Maar harde argumenten !
Alles heeft zijn tijd.
Als dat ei breekt zal het stinken.
De beurs van de patiënt kan zijn genezing rekken.
Tijd is geld.
Als de herder dwaalt dolen de schapen.
Kwaad gerucht neemt altijd toe, goed gerucht wordt spoedig moe.
Ik kan mijn tijd wel nuttiger besteden.
Het is goed ook van de vijand te leren.
Er is een tijd van komen, er is een tijd van gaan, en die is nu gekomen
Het talent werkt, het genie schept.
Van uitstel komt meestal afstel.
Niets is sneller dan een gerucht.
Foar de eare betankje.
Dat komt syn eare tenei.
’s Lands wijs ’s lands eer.
De gierigaard is er het slechtst aan toe van alle mensen: bij zijn leven wordt hij geminacht, bij zijn dood uitgelachen.
Eén vader kan beter zeven kinderen onderhouden,
dan zeven kinderen een vader.
Als de klok luidt zit er een engel in de toren.
Dat is in rare fûgel.
Net troch deselde doar kinne mei immen.
Súnich en kloek hâld de broek, mar al te kloek skuort de broek.
WAT BETEKENT : WAT BETSJUT :
Een geadelde boer kent zijn vader niet.
Hij heeft een aardje naar zijn vaartje. (vadertje.)
Ergens niet onderuit kunnen.
Freonen binne minsken dy’t freegje hoe ’t mei jo giet en ek noch op it antwurd wachtsje.
Voorzichtigheid is de moeder van alle dunne glazen.
Niemand wordt zonder gebreken geboren.
(Horatius.)
Iemand ernstig over iets onderhouden.
Er zijn daar Joden en Jodengenoten.
De taal van het hart heeft menig dialect.
Hij loopt met zijn hoofd in de wolken.
Wie slaaf is van zijn eigen lichaam, is niet vrij.
Van de ander kun je verwachten, wat jij je naasten hebt aangedaan.
De jeugd leeft van de hoop, de ouderdom van herinneringen.
Stront, wie heeft je gescheten !
Er zijn daar voetangels en klemmen.
Wie overal is, is nergens.
Vrede is beter dan de rechtvaardigste oorlog.
Liefde kweekt bloemen in het hart, lijden wiedt het onkruid er uit.
Mal moertje, mal kind.
Het verleden kunnen we niet veranderen.
Geen plaats is aangenamer dan thuis.
(Cicero.)
Het schoonst zijn de jaren van de jeugd dan wanneer men eraan terug denkt.
Hij / zij is zo rustig, ik heb er geen kind aan.
Wat we graag horen, geloven we graag.
Niets weten is de veiligste waarborg.
(Joh. van Oldebarnevelt.)
De leugen is als een sneeuwbal, hoe langer men haar rolt, des te groter hij wordt.
Iemand de pan uitvegen.
Sterker dan de dood is de herinnering, en die blijft.
Er is niets dat voorgoed verdwijnt, als men de herinnering bewaart.
Een mens wordt herinnerd om wat hij geeft, niet om wat hij krijgt !
Wie niet waagt, blijft maagd.
De onpartijdigheid van velen bestaat hierin, dat zij even welwillend staan tegenover de dwaling en de waarheid.
As it sop reint lizze myn petielen (itensboarden, skoattels) altyd op de kop.
Zwarte sneeuw zien.
Een Zondagse steek houdt geen week.
Jins hert fêst hâlde.
Koppigheid komt niet voort uit aanhankelijkheid, doch uit onderwerping aan vooroordeel.
Koppigheid is de energie der dommen.
Geloofsartikelen zijn gebruiksartikelen.
Het gezin dat samen bidt, handelt eensgezind.
Goede daden doen meer met je dan heel veel mooie woorden.
(Thomas a Kempis.)
De liefde van de man gaat door de maag.
Wie is wijs ? Hij die van ieder mens wil leren.
Hij / zij is het kind van de rekening.
Van zessen klaar.
Wie / Wat schetst mijn verbazing.
Iets in de wacht slepen.
THEORETISEREN OVER GOD
Je kunt blijven theoretiseren over het “bestaan” van God, maar op een gegeven moment moet je beseffen dat het Christelijk geloof een UITNODIGING is. Een uitnodiging AANVAARD JE NIET door erover te theoretiseren, maar door hem AAN TE NEMEN. Een stap te zetten in de richting van Christus doe je door te zeggen : ALS IK DENK dat God er is, moet ik hem ook VOLGEN en hem CENTRAAL plaatsen in mijn gedachten en gevoelens. Het geloof hoeft geen opoffering van het verstand te zijn, een ‘sacrificium intellectus’. Er is veel meer werkelijkheid dan wij via onze vermogens feitelijk beleven. We weten b.v. dat er geluidstrillingen en geuren zijn die wij niet, maar honden wel kunnen horen en ruiken, net als er meer tonen zijn die wij kunnen horen, bestaat er ook meer dan wij weten. Wij hebben bijstand ‘van buiten’ nodig om dat te merken. (zoals een telescoop, microscoop, radio, televisie). Zo vertelt de Christelijke boodschap over de werkelijkheid die wij normaliter niet kunnen vatten. Wij zijn beperkt ! Over het hoe en wat kunnen we daarom verschillend denken.
------------------------------
Vergeef aan anderen, dat zij anders zijn.
Vertrouwen is goed, maar begrijpen is beter.
De vrede komt altijd als ze oprecht uitgenodigd wordt.
Doe ! wat je zegt, dan lieg je niet.
Het beste middel om een volk in slavernij te houden is, het de indruk te geven dat het vrij is.
Hij is zo stom als het achter eind van een koe.
Hij is in zijn wiek geschoten.
Op zijn strepen staan.
Het vuur aan de schenen leggen.
In protte minsken libje sa foarsichtig, dat se as nij stjerre.
Het is weer aan met vader en moeder, zij kussen elkaar op het matje.
Op stel en sprong.
Wars van alles zijn.
Vurige kolen op iemands hoofd stapelen.
Betrouwen yn grutte dingen komt stadich.
Alle verandering is geen verbetering.
Spijkers op laag water zoeken.
Van wanten weten.
Voor het voetlicht brengen.
Straks waskje de waskpoeiers sa hurd út, dat it de muoite net mear wurdich is wat smoarch te meitsjen.
De luiste varkens krijgen de beste eikels.
De / Het spits afbijten.
Hij is van de trap gevallen.
Verkikkerd zijn.
Angst voor de dood is erger dan het sterven.
Als de wijn is in de man, is de wijheid in de kan.
Zonder mijn maatje is er geen bal meer aan.
Iemand de wacht aanzeggen.
In het verdomhoekje zitten.
Een veeg uit de pan krijgen.
Geboeide handen kunnen niet applaudiseren.
Je kunt de man wel vertrouwen, maar niet zijn hormonen.
(Zuid-Europees gezegde.)
Ik zal dit varkentje wel even wassen.
Die veel belooft moet veel waarmaken.
Die wel belooft en niet wil doen,
is gelijk een magere hoen,
die wel kakelt op de stok,
maar geen eieren legt in ’t hok.
Veel beloven, weinig geven, doet menige dwaas in vreugde leven.
Een gewonnen vrede is beter dan een gewonnen oorlog.
***********************
VREDE OP AARDE.
Sinds de geschreven geschiedenis is er slechts 8% van de tijd vrede geweest en 8000 verbonden zijn tot nu toe verbroken !
In 3521 jaren is er slechts 286 jaar geen oorlog geweest op aarde.
************************
Wat in ’t vat zit, verzuurt niet.
Het is een veeg teken.
Op het matje moeten komen.
Van lotje getikt zijn.
Rijd altijd zo, dat je langer meegaat dan je rijbewijs.
De appel valt niet ver van de boom.
Het is vaste prik.
Als je de mensen leert kennen, ga je van dieren houden.
Op de valreep.
Op het nippertje.
God schrijft recht met kromme letters.
Kleren maken de man.
Een stem in het kapittel hebben.
Hij is Oostindisch doof.
Niets kalmeert meer dan een genomen besluit.
Twist verkwist.
Stennis maken, trappen, schoppen.
Een patstelling.
In voorspoed kennen uw vrienden u, in tegenspoed kent u uw vrienden.
Om vrienden te krijgen, moet je zelf een vriend zijn.
Het is onder andermans duiven schieten.
Op stang jagen.
Bemoeienissen van Pluvius.
Men moet zich aan karakterfouten van zijn kennissen gewennen evenals aan lelijke gezichten.
Ik hem / haar liever gaan dan komen.
Soldaat maken.
Tot de pruimentijd.
Vraag : “Geloof je in een leven na de dood ?”
Antwoord : “Ik geloof in de toekomst.”
Veel dingen worden alleen gekocht omdat ze goedkoop of duur zijn.
Hij gaat over lijken.
Dat zit wel snor.
Je (niet) laten ringeloren.
Wie koppig is loopt het gevaar om door een dwaas geregeerd te worden.
Als hij zo door gaat, is het hek van de dam.
In de smiezen hebben.
Zich te sappel maken.
Hij heeft er een handje van.
Kracht zonder verstand stort in onder eigen last.
Holle vaten klinken het hardst.
Ergens geen sikkepit van geloven.
Schraalhans is keukenmeester.
Verwar raadgevers niet met deskundigen.
De koe bij de horens vatten.
Sesam open u !
Op de schopstoel zitten.
Een handje helpen.
Wat beter je de mensen leert kennen, wat meer je van de dieren (je hondje) gaat houden.
Er is een lange oefening voor nodig om niet teveel te zeggen.
Door het stof gaan.
Angst is een slechte raadgever.
Voor schut staan.
Uit de school klappen.
****************
Dat de rjochterlike macht net altyd it rjocht
segefiere lit blykt ut it folgjende rymke.
ACH
Wacht
Het Recht verkracht
Rechter prat van macht
Weet zich geacht
Lacht
ACH
(Drs. N. C. Burhoven.)
******************
Wie niet in staat is een fout maken, is tot niets in staat.
Al te wit is gauw vuil.
Ik wil er geen woorden vuil aan maken.
Als je wraak wil nemen moet je geduld hebben.
Een klip omzeilen.
Het schoonst zijn de jaren der jeugd dan wanneer men er aan terug denkt.
Hij maakt een vuilnisvat van zijn maag.
Het loodje leggen.
Beter blo(de) Jan dan do(de) Jan.
In iets ompraten.
Gehaaste mensen doen hun werk twee keer.
Dit is geen eten meer, maar vreten. Hij heeft vast een dubbele lintworm. Als de ene slaapt dan vreet de andere.
Het is lood om oud ijzer.
Om iets heen lopen.
Wij worden rijker naarmate we meer aan anderen geven.
Andere vissen, andere vinnen, andere lieden, andere zinnen.
Iemand de loef afsteken.
Het roer omgooien.
De ware liefdesstroom vloeit nooit effen.
Die de vis wil, moet ook de graat hebben.
Liefdewerk oud papier.
^^^^^^^^^^^^^^^^
Vraag : “Geloof je in God ? ”
Antwoord : “Welke God bedoel je ?
(Bij de vraag is al een vooronderstelling.)
^^^^^^^^^^^^^^^^
De iene dei is de oare net.
Wanhoop verergert niet alleen onze ellende, maar ook onze zwakheid.
Vissen en jagers zijn vrouwen plagers.
Leven in de brouwerij brengen.
Dat is olie in het vuur werpen.
Het goede wordt beter naar mate men er anderen in laat delen.
Er is vis noch graad aan hem.
Van leer trekken.
Jûns let, moarns let, de hiele dei let.
De afgunst is klein en werkt vooral op korte afstand.
WAT BETSJUT : WAT BETEKENT :
In troebel water is het goed vissen.
Hij krijgt het leeuwendeel.
Men is mar in nûmer.
Een nummertje maken.
De mensen van karakter zijn het geweten van de maatschappij.
Hij snakt er naar als een visje naar het water.
Met vis wordt vis gelokt.
Hij moet eens op zijn nummer gezet worden.
De haat is partijdig, maar de liefde is het nog meer.
Zij heeft vrouwevlees.
(Is trouwlustig.)
Ergens een lans voor breken.
Nûmer hûndert besykje.
Door het hek waardoor de achterdocht binnenkomt,
gaat de liefde heen.
Er zit geen vrouwenvlees aan die man. (Hij blijft liever vrijgezel.)
De lakens uitdelen.
Ongedane zonden nemen geen keer.
(Alec Beaufish)
Van de nood een deugd maken.
Het is met het leven als met een geldstuk, het heeft pas waarde als je het uitgeeft.
Uit het oog, uit het hart.
Ergens lak aan hebben.
Nood breekt wet.
Wees niemands echo, zelfs niet van een wijsgeer.
Kleermaker houdt je bij je leest.
Met kunst en vliegwerk.
Bruggen slaan / bouwen.
Zich dom houden brengt vaak verder dan zich slim tonen.
Hoe hoger de zolder, hoe lager de vloer.
De kroon spannen.
Je kunt me de bout hachelen.
Wie veel spreekt hoort weinig.
Hij wil weten wat voor vlees hij in de kuip heeft.
Afgezaagd zijn.
Te berde brengen.
(Iets op het ‘bord’ leggen (berde = bord, ter tafel) brengen. (om te bespreken)
In het huis van de gehangene spreekt men niet over de galg.
Veel geraas, maar weinig wol.
Het afleggen.
Earne mei yn ‘e mage sitte.
Beid / Beidt uw tijd.
Dankbaarheid is het geheugen van het hart.
Alles gaat naar de Filistijnen.
Alles kits.
Alles gaat zoals het gaat.
Je zal ze de kost maar geven.
Als u met de vinger naar een ander wijst, wijzen er altijd drie van uw vingers naar u.
Hij is zo mak als een schaap.
Een appelflauwte hebben.
Nogal wiedes.
Een liefhebbend hart is de meest waarachtige wijsheid.
(Mensen die liefhebben, zien meer dan mensen die niet liefhebben. Zij proberen door de buitenkant van mensen heen te kijken. Het draait om de kennis van het hart. Wat gaat er om in mensen die op mijn weg komen ? Zo kom je tot wezenlijke ontmoetingen.)
Wanneer het gezin ophoudt kerk te zijn, zullen de gezinnen samen óók geen kerk meer vormen.
(Oepke Noordmans).
(Het komt erop neer dat het in het gezin moet gebeuren. Kerk, school en jeugdwerk bereiken niets als kinderen van het begin af thuis niet de Weg wordt gewezen. Christelijke opvoeding heeft geen blijvend gevolg als er geen levend contact is met een kerk of een andere geïnsti-tutionaliseerde geloofsgemeenschap. Naar zijn aard is het christelijk geloof niet in de losse verkoop verkrijgbaar. En kinderen hebben een feilloze antenne of het echt is wat de ouders voorleven.)
Alles te weten maakt niet gelukkig.
Zij werden om zeep gebracht.
De zak krijgen.
Wie niet werken wil zal ook niet eten.
Hij knijpt de kat in het donker.
Door de wol geverfd.
Het gaat hem voor de wind.
Niet wat de mond binnengaat maakt de mens onrein, maar wat de mond uit komt, dat maakt de mens onrein.
Als hem een vlo bijt, is Leiden in last.
Het is een wassen neus.
Zij hebben de vuurproef doorstaan.
De dwaas vindt altijd nog een grotere dwaas die hem bewondert.
Men komt lichter uit de luizen dan uit de neten.
Er mee voor het voetlicht komen.
Ik neam gjin nammen.
Ook de verstandige struikelt.
Hy hat namme makke.
It is gjin neamen wurdich.
Geloven is, weten dat geen enkele menselijke visie absoluut is, en daarom vatbaar is voor relativering door de humor van het evangelie.
**************************
HET NATUURWETENSCHAPPELIJK DENKEN :
Daarin tellen alleen de “harde feiten”. Die “feiten” zien uitsluitend op wat meetbaar is met “objectieve” meetinstrumenten : de omvang van de oogst, bijvoorbeeld, of de samenstelling van het gras in eiwitten en andere stoffen. Alles wat meetbaar is, moet worden gemeten en alles wat niet meetbaar is moet meetbaar worden gemaakt. Lukt dat niet, dan BESTAAT het niet voor de wetenschap. Dat is sinds Galileï de regel.
De atheïstische professor in de filosofie:
Het BESTAAN VAN …………..zintuigelijke waarnemingen.
Meetbare - on meetbare dingen, Aanwijsbare - on aanwijbare dingen, Waarneembare - on waarneembare dingen, Testbare - niet testbare dingen.
BESTAAT er hitte ? Ja hitte bestaat. Bestaat er kou? Nee, KOU bestaat niet. Het is de AFWEZIGHEID van hitte. We kunnen 458 graden onder nul. Het absolute nul punt. Verder kunnen we niet gaan. Je kunt kou niet meten. Kou is alleen maar EEN WOORD om de AFWEZIGHEID van hitte aan te geven. Wanneer is IETS koud ? Warmte kun je meten in thermische eenheden, omdat warmte energie is. Kou is dus NIET HET
TEGENOVERGESTELDE van warmte, maar de AFWEZIGHEID daarvan.
BESTAAT donker ? Donker IS niet IETS. Het is de AFWEZIGHEID van IETS. Je kunt gedimd licht, normaal licht, fel licht, knipperend licht hebben, maar als er absoluut geen licht aanwezig is, dan noemen we dat DONKER, of niet soms ? Het is DE BETEKENIS die we aan het woord geven. In werkelijkheid is donker NIETS. Als het IETS was dan zouden we donker, donkerder kunnen maken. Kan dat ? Geef me eens een potje “donker – donkerder” ?
Bestaat onrecht ? Neen, ONRECHTvaardigheid is AFWEZIGHEID van RECHTvaardigheid.
Bestaat KWAAD ? Neen, kwaad is de AFWEZIGHEID van het GOEDE.
Bestaat ONZEDELIJKHEID ? Neen, onzedelijkheid is slechts AFWEZIGEID van ZEDELIJKHEID.
BESTAAN er wetten van GOD ? De AFWEZIGHEID van de wetten van GOD in de wereld is één van de meest WAAR TE NEMEN verschijningen die er zijn. De kranten staan er bol van !!!!!
Volgens het reglement van het PROEFondervindelijke, TASTBARE, aamwijsbare protocol, zegt de WETENSCHAP dat GOD niet “BESTAAT”.
Volgens bovengenoemde regels, kan verklaard worden, dat een atheïstische professor GEEN HERSENEN heeft. NIEMAND heeft ooit ZINTUIGLIJKE WAARNEMING van de hersenen van de professor gehoord, gezien, AANGERAAKT of geroken.
CONCLUSIE : GOD “BESTAAT” wel degelijk !
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
^^^^^^^^^^^^^^^
^^^^^^^^
^^^^
Dezelfde bovengenoemde atheïstische professor in de filosofie tegen in gelovige student.
De professor :
“Heeft God ALLES geschapen” ?
De student :
“Ja, dat geloof ik professor.
De professor :
“Dan heeft God dus ook het kwaad geschapen”.
De student :
“Neen, professor. Kwaad is de AFWEZIGHEID van God. Het is de AFWEZIGHEID van God (de Algoede) in uw leven toelaten”.
------------------------------
Als God zich terugtrekt om ruimte te maken voor iets wat Hij niet heeft geschapen kan er kwaad ontstaan.
(Joodse Wijsheid)
Gods werkelijkheid is niet onze werkelijkheid.
Hij trekt alles naar zich toe.
Het heeft veel voeten in de aarde.
Niets is groot dat niet tevens goed is.
Iemand het leven zuur maken.
Verkikkerd zijn.
Sla Haman dood.
Vriezen we dood dan vriezen we dood.
Hy wit fan âld en nij.
Pas er voor op, dat het hart niet meer beweegt dan de liefde.
Hy is sa earm as in lûs. (as Job)
Dat is vaste prik.
Zijn hemd in de Franse dag doen.
Het is een lot uit de loterij.
Niet iedereen die hoog te paard zit is een edelman.
Hij kan geen luis van de trappen schoppen.
Op de valreep.
Een uiltje knappen.
Als er geen naastenliefde in uw hart is, hebt u de ergste hartkwaal.
Men kan een luis niet meer benemen dan het leven.
Iemand tuk hebben.
Zij hebben bij de vleet.
Vertrouwen heeft de hele waarheid nodig.
Vertrouwen is de eerste trede nemen ..…
Ook al zie je niet de hele trap…..
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.
Zij gaf hem een veeg uit de pan.
Wij zitten vandaag tjokvol.
Leven is meer dan ademen, het is handelen.
Dit werkt als een rode lap op een stier.
Zij moesten de tocht afblazen.
Op til zijn.
Men bederft zijn gezondheid door teveel op die van een ander te drinken.
Dat zijn aambeien met slagroom.
Wie verre reizen doet, kan veel verhalen.
Wij moeten op onze tellen passen.
Elke verandering is een last, zelfs als ze een verbetering is.
Hij komt vooruit als een luis op een teerton.
Dat is opgelegde pandoer.
Volgens mij is er stront aan de knikker.
Wie ongeduldig wacht, wacht dubbel.
******************
IT LIBBEN SIT YN IT BLOED
Wat is de oarsprong fan it bloed ?
Doe ’t de Steat Israel stifte waard kaam de fraach oan de oarder :
Wa is no einliks Joad ?
De Joadske lear seit dat men pas Joad is as de mem Joadinne is. Dit wurdt troch de froulike bloedline oan de folgjende generaasjes trochjûn. Mar is dit wol sa ?
Men wit no, en dat is wittenskiplik bewezen, dat it bloed dat troch de ieren streamt NET fan de mem ôfkomstich is mar yn it lichem fan de frucht SELS produsearre wurdt, neidat de aaisel yn oanrekken kommen is mei it manlik sperma. In net befrucht aaike kin nea bloed fuortbringe omdat it aaike de essensjele delen foar de produksje fan bloed mist. Allinne neidat in manlike elemint it aaike binnendrongen is, kin it bloed him ûntwikkelje. It manlik elemint hat libben oan it aaike tafoege. Oerienkomstich de Bibel sit it libben yn it bloed. Moses seit al: ….want de siele (it libben) fan it flesk is (sit) yn it bloed. Omdat der gjin libben yn it aaike is, oant it manlik sperma him dêrmei ferienigt, en it libben yn it bloed is, folget hjirút dat it manlik sperma de boarne fan it libben is, de sit fan it libben. It is goed om hjir ris goed oer nei te tinken. Dus NET it bloed fan de mem, dêr moatte wy no fan útgean.
De mem bringt de foetus fuort mei de fiedsume eleminten foar de opbou fan it lytse lichemke yn de ferburgenheid fan de memmeskerte. Al it bloed yn dat lytse lichemke wurdt allinne troch de bydrage fan de heit yn it embryo foarme. Fanôf it momint fan de konsepsje oant de berte fan it bern komt der gjin drippel bloed fan de mem yn it lichemke fan it bern. De plasinta foarmet allinne de ferbining tusken de mem en it bern. Al it bloed yn it bern wurdt produssearre yn it bern sels en der sil nea gjin bloed fan de mem nei it bern of fan it bern nei de mem floeie. It bern kriget net it bloed fan de mem mar hat syn EIGEN bloed, it bloed fan it bern komt sels net yn oanrekken mei it bloed fan de mem, elts hat syn eigen bloedsirkulaasje. Fandêr ek, dat it bern net deselde bloedgroep hoecht te hawwen as de mem. Dat soe wol sa wêze moatte as beide itselde bloed hienen.
…….Hoe wonderlik moat God dan ek de “keine (lottere) berte” tarieden hawwe. (yn it Hollânsk : de “maagdelijke geboorte”.) Doe ’t Hy de frou skepen hat, makke Hy har sa, dat it bloed NEA oergien koe op harren bern. It bloed is IT GEFOLCH fan it oandiel (part) fan de man. Adam wie it haad fan it gehiele minslike skaai (slachte) en it is syn bloed, dat Adam’s sûnde (dus sûnder –n) oerbringt. God makke it lykwols mooglik dat der Immen berne wurde soe as de Soan fan Adam, SÛNDER dat hy de sûndige natoer fan Adam besitte soe. Hy soe net fan Adam’s bloed wêze. Dit is de wittenskiplike biologyske reden foar de sûndeleasheid fan Jesus. Dus de teory dat de Joadske frou de sibbe fuortbringt giet net op, want it is de man dy it libben fuortbringt yn it bloed. En it is ek Bibelsk, want God sprekt altyd oer de manlike line yn it slachteregister en NET oer de froulike. (inkelde froulju sa as Tamar, Rachab, Ruth en Bathseba dy’t wol neamd wurde yn it geslachtsregister yn Matteus, wurde neamd om harren leauwen en om de bûtenechtlike mienskip dy’t hja hienen ) Jesus, ta bern oanset troch de Hillige Geast, waard net nei it bloed automatysk in Joad (dan allinne troch it flesk). Jesus wie oanset troch de Hillige Geast en wie sûndeleas, koe dus ek gjin bloed krije fan de mem, want de siele fan it flesk is yn it bloed.
Jesus hat dus ek NET de sûndige natoer fan Adam erve. De sûnde waard net oerbrocht troch it flesk mar troch it bloed. Jesus wie NET út it bloed fan in minske. Sa hat God op in wûnderlike wize bewurke dat Jesus nei it flesk (fleis) folslein minske wie en dochs NET it bloed fan de sûndige minsk hie. Dat wie it gefolch fan de “keine (lottere *) berte”. (jitris : yn it Hollânsk : de “maagdelijke geboorte” neamd.) Jesus hat NET Adam’s sûndige natoer erve. (** De Ûnskuldige is troch tadwaan fan sûndige (skuldige) minsken oan it krús stoarn.
(* bgl. aaien lotterje wol sizze : ûndersykje of aaien bebroede binne troch se yn it wetter te lizzen.
(** Bern wurde net straft foar it kwea troch âlders bedreaun, se kinne wol yn ELLINDE reitsje AS GEFOLCH fan it kwea (sûnden) troch âlders bedreaun. Hja ERVJE dizze ellinde as it ware. Elts minsk is ferantwurdlik foar syn eigen kwea. It KIN dus ek wêze dat de “keine berte”, as yn de Bibel beskreaun, ALLINNE op Jezus Godlike ôfkomst wize moat. Dat is neffens my de oare kant fan it ferhaal.
Jezus hie trouwens net allinne Joadsk bloed mar ek bloed út oare (heidenske) folken. Sjoch de hjir boppe neamde froulju as bgl. Tamar, Rachab en Ruth.
W. H. P.
******************
It lotterjen en yn ûntfangst nimmen fan it earste ljipaai.
Yn 1869 krige kening Willem III it earste Nederlânske ljipaai oanbean.
Dat ûntaarde yn in tradysje wêr’t Keninginne Juliana yn 1969 in ein oan makke hat.
It lotterjen (yn in skaal mei wetter) fan it earste aai is no foarbehâlden oan de Kommissaris fan de Kening.
*******************
Iedere geboorte van een kind is een nieuw begin.
(Ús jiertelling telt dan ek foar en nei de berte fan Kristus.)
HOENEAR en WÊROM
Is Jezus no yn ‘e winter of yn ‘e simmer berne. It leit it meast foar de hân dat it yn ‘e simmer wie. Krêben waarden meast yn ‘e winter brûkt as de bisten op stâle (ûnderdak) stienen yn ‘e ûnder de wenten boude biste- ûnderkommens. Foaral fan desimber oant jannewaris koe it jûns bûten somtiden tige kâld wêze yn it iepen fjild. In bern waard nei de berte, sa’t it hjir eartiids ek barde, yn doeken bewuolle. Dit is yn it biste-ûnderkommen by dizze mei minsken folsittende ‘herberch’ (* doe ek bard mei Jezus. As letter de wize mannen út it Easten (it moat op syn meast twa jier letter west hawwe) Jezus hulde bringe woenen wie it al in ‘jonkje’ (sa neamd yn ‘e nije Fryske Bibeloersetting) en gjin baby mear. Yn ‘e Hollânske oersetting stiet ‘het kindeke’ / ‘het (kleine) kind.’ (Neffens de berekkeningen fan de astrologen moat de grutte konjunksje fan stjerren ( de “grutte”stjer) 6 jier foar de berte fan Jezus plak fûn hawwe en moat Jezus dus 6 jier foar ús jiertelling berne wêze.) As Herodes ‘it berntsje’ deameitsje wol stjoerd hy der mannen op út om alle jonges fan TWA jier en jonger yn Bethlehem en omkriten dea te meitsjen. Hjirút blykt dat de wize mannen oant op syn meast pas twa jier letter yn Bethlehem west hawwe om it bern te besykjen. Dat dizze troch in wat op in stjer lykjende stjoerde mannen (astrologen) de úteinlike OARSAAK west binne fan ‘e bernemoard troch Herodes bedreaun, kin yn dit Bibelferhaal ek bedoeld wêze der op te wizen dat stjerrewikkelerij, wat yn’e Bibel ten strangste ferbean wurdt, fan Satan útgien is. Satan de Duvel woe it bern ommers út ‘e wei romje, sa’t hy it ek hieltyd wer yn it ferline mei it Joadske folk en no ek noch altyd wer mei it Joadske folk besiket te dwaan.
Oan de oare kant kin it ek sa wêze dat Mattheüs de JOADSKE Farizeeske skriftgelearden in hakke sette woe, troch HEIDENSKE skriftgelearden , as besikers oan de lang troch de Joaden ferwachte Kening, nei foaren te heljen.
(* Pas sûnt it jier 273 jild 25 desimber as de datum wêrop Jezus berte betocht wurdt. Yn de iere tsjerke bestie der in grut mieningsferskil oer de datearring fan de berte. Dat de wizen út it Easten ‘op kamielen’ reizgen stiet net yn ‘e Bibel, likemin as dat de ingels ‘tusken himel en ierde sweefden’ en ‘in melody songen’. Dan noch eat oer ‘de herberch’. Dit is in net goede Grykske oersetting fan it wurd ‘katalyma’. Itselde wurd wurdt ek brûkt yn Markus 14 : 14 en Lukas 22 : 11, foar boppekeamer, it gastefertrek wêr’t Jezus en syn learlingen Peaske fierden en wêr’t Hy it Hillich Nachtmiel ynstelde. Omdat de boppekeamer fol wie hienen Jozef en Maria in plak krigen op ‘e begeane grûn wêr’t ek de bisten yn en útrinne koenen, fandêr ek de krêbe (trôg) dy’t yn Lukas 2 : 7 neamd wurd as widze. Hja kinne mooglik ek by famylje (fan fierrens) yn hûs west hawwe.
Men moat net mear út ‘e Bibel helje as wat der yn stiet. Wer stiet bgl. ek dat Eva in ‘appel’ fan ‘e beam helle, dat Jona(s) yn in ‘walfisk’ siet of it Joadske folk Jezus krúsige hat ? Dit om sa mar in pear foarbylden te neamen.
W. H. P.
“Je kunt beter een varken van Herodus zijn dan zijn zoon”
(Keizer Augustus)
(Let ek op de wurdboarterij : baarch is yn it Gryksk ‘hus’ en soan is yn it Gryksk ‘huios’.)
Herodes die der alles oan om de Joaden goed gesind te wêzen. Hy begûn om 19 foar Kr. hinne mei de bou fan de timpel, hâlde him oan de Joadske foarskriften om by de Joaden yn ‘in goed blêdsje’ te kommen. Sa waarden der ek, yn godtsjinstich opsicht, gjin bargen offere. Hy liet ferskate fan syn soannen ombringe. In baarch wie dus feiliger yn syn paleis dan in soan fan him.
GENIALE TECHNIEK bij de RODE BLOEDCELLEN.
In iedere druppel bloed hebben we ongeveer 250.000 miljoen (!) rode bloedcellen. Het zijn hooggespecialiseerde onderzeeërs die geen dodelijke torpedo’s aan boord hebben, maar iets doen wat uiterst noodzakelijk voor het leven is. Tijdens hun levensduur van 120 dagen worden ze 175.000 keer van zuurstof voorzien en tegelijkertijd ontladen ze in de longen het door oxidatie ontstane afvalproduct kooldioxide (CO 2). Deze transport scheepjes zijn zo klein, dat ze zich zelfs door de nauwste capillaire vaten dringen om alle delen van het lichaam te bereiken. Per seconde worden 2 miljoen nieuwe rode bloedlichaampjes gevormd die de rode bloedkleurstof hemoglobine bevatten, een opmerkelijke, zeer complexe verbinding.
Hemoglobine is al tijdens de embryonale ontwikkeling van de mens nodig voor het transporteren van zuurstof. Tot de derde maand is de behoefte aan zuurstof duidelijk anders dan in het stadium van de foetus (fanôf de tredde moanne) en daarom is telkens een andere soort hemoglobine met een andere chemisch samenstelling nodig. Kort voor de geboorte draaien alle fabrieken op volle toeren om nog eens een omzetting te bewerkstelligen en de hemoglobine voor volgroeide baby’s geschikt te maken. De drie soorten hemoglobine kunnen NIET langs evoluerende weg door uitproberen worden gevonden omdat de meeste andere varianten niet genoeg zuurstof zouden transporteren, wat dodelijk zou zijn.
Zelfs als in twee stadia de juiste molecule zou worden vervaardigd, dan zou een zekere dood volgen als de derde niet zou kloppen. Driemaal wordt voor de vervaardiging van hemoglobine een fundamenteel andere biomachine gebruikt die ook nog op het juiste tijdstip de productie moet omschakelen. Waar komt zo’n gecompliceerde machine vandaan ? Elk denkbeeld van de evolutieleer faalt hier VOLKOMEN, want in haar halfklare tussenstadia, die volgens de evolutieleer tot deze complexe machinerieën zou hebben geleid, zouden de levende organismen niet eens hebben kunnen overleven.
(Wat in ynformaasje fan bûtenôf yn it programmearjen, en wat in oanstjoering ! )
W. H. P.
******************
De veren maken de vogel.
Aan de veren kent men de vogel.
(Kinderen verloochen hun afkomst niet)
Aan een been knagen.
(Langdurig vergeefs bezig zijn.)
Daar hangt de scheer uit.
(Daar wordt je bedrogen.)
Daar hangt het mes uit.
(Een uitdaging.)
Daar staan klompen.
(Tevergeefs wachten.)
Dat is zijn stokpaardje.
Zij heeft ook een stem in het kapittel.
Geld is als mest : alleen goed als het wordt verspreid.
Hij legt zijn eieren buiten zijn nest.
Dat gebeurt op stel en sprong.
Op stang jagen.
Wie vreugde wil vermenigvuldigen, moet haar delen.
Zijn hoofd is zo hol als een lege eierdop.
De / het spits afbijten.
Je moet geen spijkers op laag water zoeken.
Ouder worden : Wijn kan in de loop der jaren beter worden, maar ook verzuren.
Zij loopt rond alsof zij een ei moest leggen.
Zij hadden het spaans benauwd.
Het sop is de kool niet waard.
Ik sil, sei de slûge en hy wie earder dea.
Een dwaze vriend is een grotere plaag dan een wijze vijand.
Een oude zwaluw weet haar nest.
Iets soldaat maken.
Het zit volgens mij wel snor.
---------------------
Zijn ijverige handen heeft hij stil gelegd,
Zijn moegestreden lichaam lichaam rust gegeven
En wat God in Zijn Woord heeft toegezegd
Is nu zijn deel : Het eeuwig leven !
-----------------------
Kleine volbrachte daden zijn beter dan grote voorgenomen daden.
Hij is een rare snijboon.
Men moet vossen met vossen vangen.
Als de vos zijn passie preekt, boer pas op je kippen.
Zich achter iemand verschuilen.
Iemand naar voren schuiven.
De verstandige kent tijd en wijze. (om iets te zeggen).
Die met gulden netten vissen, zullen zeker nimmer missen.
Nul op het rekest krijgen.
Olie op de golven gieten.
Die teveel heilige huisjes afbreekt, raakt zelf in woningnood.
Beter een half ei dan een lege dop.
Wat een ongelikte beer is die vent.
Ik voel me erg onthand.
Van een kleine vonk komt vaak een groot vuur.
Daar kan geen vogel voorbij vliegen of hij moet er een veer van hebben.
Hiermee ben ik wel in mijn nopjes.
Zij is voor één gat te vangen.
De kerk kent geen consumenten, maar medechristenen.
Wie’s nachts vist moet overdag de netten drogen.
Zij doet alsof haar neus bloed.
Veel mensen zijn monddood gemaakt.
Belastingdienst : Wij vermoeden dat u uw zegeningen niet goed hebt geteld.
Wie niet rookt, drinkt of autorijdt is een belastingontduiker.
Hij voelt zich zo thuis als een vis in het water.
Hem wordt de mantel uitgeveegd.
Kijk hem eens luistervinkje spelen.
Er is meer geleerdheid dan kennis in deze wereld.
Hoe ver de vogel vliegt, hij komt op zijn nest terug.
Zo viel zij uiteindelijk door de mand.
Veel mensen zijn oostindisch doof.
Volhardt een gemeente in niets doen, dan begint zij te sterven.
Hij heeft zijn laatste oortje versnoept.
Eén vogel maakt geen vlucht.
Op rozen zitten.
De aarde is voor ALLEN geschapen en behoort dus aan ALLE mensen toe.
De natuur kent geen rijken.
Als je iets aan een arme geeft dan komt dat NIET van jou af, maar jij geeft iets terug wat VAN HEM is.
(Kerkvader Ambrosius van Milaan.)
Ik heb vaak mijn spreken betreurt, maar nooit mijn zwijgen.
Hij kwam in vol ornaat te voorschijn.
Hij duld geen vreemd vogeltje in zijn nest.
Zij werden allemaal in het ootje genomen.
Wie geen geld heeft, is arm, wie alleen geld heeft is armer.
Zo kwam zij in de penarie te zitten.
Ik heb zulke vogeltjes meer horen zingen.
Voor het zingen de kerk uitgaan.
Hij is zo stoned als een granaat.
(Koot en de Bie)
Peentjes zweten.
Beginnen is iets, maar volhouden is meer.
Als het zaad in het in’t bakje is, kan de vogel pikken.
Het is pappen en nathouden.
Pal staan voor iets.
Over iemands graf lopen.
(betekenis niet bekend)
De beste manier om het karakter van een mens te beoordelen,
is niet te luisteren naar wat anderen over hem zeggen,
maar te luisteren naar wat hij over anderen zegt.
Hij is een vreemde eend in de bijt.
Allen stonden zij perplex.
Daar kun je geen pijl op trekken.
Hij is niet bang voor de duivel en zijn moer.
(Bredero.)
Wie zijn doel voorbij streeft, mist het evengoed als hij die het niet bereikt.
In een patstelling zitten.
In de smiezen hebben.
Kwade herders maken vette wolven.
**********************
ONTDEK DE LANDEN VAN DE WERELD.
Yn elts fan de tsien sinsjes is in namme fan in lân ferburgen. Prebearje de tsien lannen te ûntdekken.
1.) Hij kronkelde zich in allerlei bochten.
2.) De kapper uit ons dorp is beter dan die van jullie.
3.) Ik ga morgenavond bij mijn vriendin dia’s bekijken.
4.) Er staan enige riante huizen te koop.
5.) Toe jongens, span je nu eens wat extra in !
6.) Wat woont u hier landelijk, tante Polonia.
7.) Ik kan zien dat mijn gebit al iets witter is sinds ik die
nieuwe tandpasta gebruik.
8.) Dat skipak is tante Tilly veel te groot.
9.) Hoe kwam Erik aan die brommer, weet jij dat ?
10.) Heb je nooit gehoord van Ir. Andries Verfwinkel ?
Oplossing fierder op.
************************
Wat de vleugels zijn voor een vogel en de zeilen voor een schip, is het gebed voor de ziel.
Hij is te krijgen als de vos bij de staart.
Hij is uit zijn slof geschoten.
Ik heb me een slag in de rondte gewerkt.
Een plichtsgetrouw mens vindt navolging, een bezield mens inspiratie.
Wie voor zichzelf zorgt, zorgt voor een goede vriend.
Je kunt wachten tot Sint Juttemis.
Een slag om de arm houden.
Echt goud vreest de smeltkroes niet.
Sesam open u !
Zij stonden voor schut.
Eigen roem stinkt.
Slechts weinigen profiteren van de goede raad die ze krijgen.
Uit de school klappen.
Zij schitterden door afwezigheid.
Een goede vriend is beter dan zilver en goud.
De beste manier om de duisternis te bestrijden,
is het licht aan te steken.
Op het scherpst van de snede.
Over zijn eigen schaduw heen springen.
Eén vijand is te veel, veel vrienden niet genoeg.
De kip is gewoon de manier van een ei om meer eieren te maken.
Daar wil ik mij niet te sappel om maken.
Daar ben ik het roerend mee eens.
Veel broodvrienden, geen noodvrienden.
Broodvrienden zijn geen noodvrienden.
De voornaamste kwaal van de mensheid is zijn tomeloze nieuwsgierigheid naar dingen die hij niet kan doorgronden.
(Blaise Pascal)
_______________________________
“De hoogte van de hemel,
de diepte van de aarde
en het hart van de koningen
zijn niet te doorgronden”.
(Spreuken 25 : 3 Herz. Statenvertaling.)
_______________________________
De dingen die de meeste mensen willen weten, zijn gewoonlijk die waar ze niets mee te maken hebben.
Elk het zijne houdt de beste vriendschap.
Een robbertje vechten.
Een razend Roeltje.
Wie zijn geluk niet kent, leeft ongelukkig in een rijk bezit.
Daar kun je een punt(tje) aan zuigen.
Ergens prat op gaan.
Tegen een verzoende vijand moet men behoedzaam handelen.
Hij die uit de strikken van het kwaad bevrijd is,
ervaart het goede veel beter.
Kijk eens in de poppetjes van mijn ogen.
Op zijn poot spelen.
Men heeft geen ergere vijanden dan zijn bedienden.
Als beleid ontbreekt, komt het volk ten val.
“Hij die het kwade nalaat, niet omdat het kwaad is, maar wegens het gebod van God,
is niet vrij, maar hij die het kwade mijdt omdat het kwaad is, is vrij.
(Thomas van Acquino)
Goede geburen, sterke muren.
Laat mij eens poolshoogte gaan nemen.
Aan mijn lijf geen polonaise.
Wie zijn medemensen acht, wordt zelf geacht.
Roept geen haring voordat hij in de mand is.
Zij maken mij de pis niet lauw.
Christus kan geen koning in uw leven zijn, zolang uzelf niet bent afgetreden.
*********************
NET SEKER ?
De vraag OF God bestaat, aan predikanten gesteld in een IKON-onderzoek, zet volgens de Tilburgse hoogleraar in de godsdienstpsychologie Rein Nauta, de verkeerde toon. VOLGENS HEM is het beter te stellen DAT GOD BESTAAT als je gelooft. Geloven is volgens Nauta “een performatieve act” : al gelovend wordt waargemaakt wat men gelooft. “Gevraagd of God bestaat kan zo eigenlijk alleen maar gezegd worden dan pas wanneer men gelóóft dat God bestaat”. Uit onderzoek blijkt dat pastores die zeggen niet zeker te zijn van Gods bestaan desondanks het ambt niet willen verlaten. “Zij doen alsof” en misschien is dat ook wel de enige mogelijkheid om te geloven.
*************************
Het berouw komt nooit te laat.
Onder de plak zitten.
Dat kun je aan zijn neus niet zien.
Wie altijd in zijn levenstuin spit, ziet nooit iets groeien.
Zwangere vrouwen hebben al wonderlijke lusten.
Dat is een wassen neus.
Met zijn neus in de boter vallen.
Het menselijk leven is een riskante zaak en veiligheid is er alleen, als ons bestaan in Gods Vader handen is gelegd.
Zonder vrouwen en zonder wijn, kan niemand vrolijk zijn.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.
Zijn neus voorbij praten.
Ons lot, ons erfdeel komt van God. Hij heeft het voor ons in bewaring en daarom is het voor altijd veilig.
Wat gij de man doet, dat doet gij zijn vrouw.
Je neus voor iemand ophalen.
Iemand iets onder de neus duwen.
“In momenten van zwakheid en leed is het goed in de voetstappen van God te treden”.
(Alexander Solzjenitsyn.)
In iemands voetsporen treden. (1Petr. 2:21)
Het mooiste van de toekomst is…….dat we er telkens maar één dag van krijgen.
Wat gij de vrouw doet, dat doet gij de man.
Iemand met zijn neus ergens op duwen.
Iets aan zijn neus voorbij zien gaan.
Velen laten zich liever bederven door complimenten
dan redden door kritiek.
Die zijn vrouw slaat, slaat zijn linkerhand met zijn rechter.
************************
OPLOSSING nammen fan ‘e lannen fan ‘e wrâld.
1.) China.
2.) Peru.
3.) India.
4.) Nigeria.
5.) Spanje.
6.) Ierland.
7.) Italië.
8.) Pakistan.
9.) Amerika.
10.) Iran.
***************************