Enkele fabrieken bouwden tweetakt motoren onder andere Aero. Bij een groot aantal merken is Hans Ledwinka's inspiratie op te merken: zoals ruggeg-raatchassis en soms onafhankelijke achterveringen met pendelassen. Merken zoals Z, Walter, Praga, Jawa, en andere verdwenen. Nesseldorfer spoor-wegmaterieel bouwde al auto's sinds 1897, met een tweecilinder boxermotor achterin. Van 1905 tot 1916 was Ledwinka werkzaam in de fabriek, die in 1921 het Tatra concern overnam. Als eerste bij zijn terugkeer van Steyr in 1921, ontwierp Ledwinka een voor die tijd zeer moderne 4-cilinder lijnmotor met hemisferische verbrandingskamers en boven-liggende nokkenas voor het Type S. Daarna in 1923 de Tatra 11, met typische ruggengraat-chassis en luchtgekoelde motor dat tot eind van de personenautobouw door Tatra behouden bleef. Ook op het gebied van vrachtwagens was het bedrijf actief. In 1926 verscheen de Tatra 24, een drieasser met open laadbak.
Later werd Tatra bekend door zijn stroomlijnauto's. Rond 1934 werd de T77 uitgebracht. Samen met de Chrysler Airflow en de Rumpler-Tropfenwagen behoort deze tot de eerste stroomlijnauto's. In 1936 kwam naast het vervolgmodel T77a, de T87 en de T97 (met viercilinder boxermotor) uit. De T97 toont opvallend veel gelijkenissen met de Duitse KdF-Wagen (Kraft durch Freude), het prototype van de Volkswagen Kever.
Na de oorlog
Het eerste model van Tatra na de Tweede Wereldoorlog was Tatraplan, bouwjaar 1951, met 4 cilinders: 85 x 86 millimeter, 1950 cc en een luchtgekoelde motor. Na de oorlog had Tatra succes met de T600 Tatraplan. Aan dit model werkte Hans Ledwinka nog mee vanuit de gevangenis, waar hij vastzat na de Tweede Wereldoorlog. Na een korte, door de staat gedwongen, productiestop voor personenauto's werd in 1956 de T603 getoond aan het publiek. Hoofdconstructeur voor de T603 is Julius Mackerle. Het gaat hier wederom om een Tatra met de typische kenmerken die Hans Ledwinka introduceerde: pendelassen, ruggegraatchassis, luchtgekoelde heckmotor en een stroomlijn; eveneens vroege Ledwinka-vondsten waren de halfronde verbrandingskamers, vierwielremmen en tandreepbesturing. . Opvallend waren de drie koplampen. De auto kreeg een luchtgekoelde V8 die slechts 93 pk leverde. In 1963 kwam een aangepaste versie uit onder de aanduiding T2-603. De typische drie koplampen waren nu vervangen door vier stuks.