hooiberg met ijzeren tralieluchtkoker

Swets hooiberg had in het midden een ijzeren standaard, die als roede en als luchtkoker diende. Aan de centrale roede/luchtkoker was een achtkantige kap bevestigd. De achtkantige kap hing aan vier kettingen, die over vier schijven bovenaan de centrale luchtkoker liepen en in de koker bevestigd waren aan een plaatijzeren tegengewicht. Het geheel werd op en neer bewogen door het draaien aan een windasje direct naast de hooiberg. Swets hooiberg was door 1 persoon te bedienen. 

In de hoogste stand bedroeg de afstand van de kap tot het maaiveld 7.80 meter, terwijl de omtrek van het opgetaste hooi 10.50 m was. De hooiberg kon een zelfde hoeveelheid hooi bergen als een traditionele hooiberg. 

Op de foto vooraan de nieuwe hooiberg (met ''schoorsteen'') van Swets en daarachter een traditionele Kampereilander hooiberg met zes roeden aan de buitenzijde van de kap (detail foto coll. Stadsarchief Kampen).

Voor zover bekend heeft alleen bij de Modelhoeve op het Kampereiland enkele jaren een prototype van de ijzeren hooiberg van Swets gestaan. Als gevolg van het plotseling overlijden van pachter Pasma werden de door hem aanbevolen verbeteringen aan het prototype niet meer uitgevoerd. Wel werden volgens Swets' systeem elders in het land hooibergen met een centrale luchtkoker gebouwd: in Zwolle, op het eiland Tholen, bij Mijdrecht en drie bij Rotterdam. Maar dat leidde niet tot verdringing van het traditionele systeem van hooibergen bouwen. 

Het prototype van Swets werd gebouwd bij de firma Dalhuijsen aan de Bovenhavenstraat in Kampen. Bij het uitproberen van een eerste versie stortte deze ter plekke in. Daarop werd een zwaarder uitgevoerd exemplaar gebouwd op aanwijzingen van Johannes Swets en zijn opzichter Krijger.