RTV (deel 1)
RTV (deel 2)
"De Pelle huurde op 4 mei 1973 de gemeentelijke feestzaal van Willebroek af voor één week-end. Hij stelde er schilderijen en beelden tentoon. Inspecteur Joris deed de inleiding. Dit was de eerste van een hele reeks tentoonstellingen, gespreid over 25 jaar. Sindsdien heeft hij de schilderijen thuis gelaten en alleen zijn houten, meestal eiken, sculpturen tentoongesteld tot in de verste uithoeken van 't land.
Op 2 mei 1998 gaat dat gevierd worden in het atelier. Alle gewezen inleiders(sters), zo ongeveer een 35-tal, worden er uitgenodigd voor een onderonsje. Er zal een woordje gesproken worden door Armand Pelgrims, broer en gebuur van Maurice."
Info bij uitnodiging
Uitnodiging opendeurdagen
2 mei 1998 - 31 mei 1998
Eigen atelier, Willebroek
Inleiding door Armand Pelgrims
Tijdens deze open deur waren maar liefst 275 titels te bekijken!
Krantenartikel De Bode, 29 april 1998
Sfeerfoto galerij
Uitnodiging alle inleiders
Sfeerfoto galerij
Sfeerfoto atelier
Sfeerfoto galerij
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Inleiding door Armand Pelgrims
2 mei 1998.
Geachte dames en heren, vrienden van onze Maurice en tante Louisa en dus ook mijn vrienden.
Dolblij was ik, die zondagmorgen, toen ik voor de 4de keer grootvader werd. Samen met onze Maurice, tante Louisa, Maria en ikzelf, dronken we een stevige borrel om deze gebeurtenis te vieren… en toen, na verschillende glazen cognac heeft hij het mij gelapt… “Armand, zoudt gij nie een paar woordjes willen zeggen bij de opening van mijn opendeurdagen in mei?? In de euforie van de geboorte en van de cognac stemde ik ondoordacht toe en ik had het aan mijn been. ‘s Anderendaags voelde ik mij als iemand die, niettegenstaande een grote behoedzaamheid, toch nog in een verborgen cameraval was getrapt. Wat eerst een paar woordjes waren bleek in werkelijkheid een openingstoespraak te moeten worden met daarbij het pikante detail dat het publiek dat werd uitgenodigd bestond uit al de vroegere sprekers die ooit voor de Pelle een tentoonstelling hadden opengesproken.
Er werden dus een 40-tal deskundige kunstkenners aangeschreven en uitgenodigd en aan deze elitaire groep zou ik het nu eens gaan uitleggen. Na een poos had ik al wel een aantal ideeën in mijn hoofd die ik zou kunnen bespreken, maar toen ik mij realiseerde dat ik dit zou doen tegenover een groep inleiders, die onze Maurice door en door geanalyseerd en doorgrond hadden, werd mijn opdracht altijd maar moeilijker. Jullie begrijpen allen dat ik hier weinig zou kunnen komen vertellen dat nog niet door jullie verteld was.
Ik wou bijvoorbeeld bewijzen dat onze Maurice ne kunstenaar was omdat hij creatief was en resultaten neerzette, die door anderen als mooi werden ervaren… maar deze wijze woorden werden reeds in de tachtiger jaren door hoofdinspecteur Joris uitgesproken.
Ik wou, samen met jullie, op zoek gaan naar de artistieke stroming waarin onze Pelle onder te brengen is, maar daarover werd vroeger een uitvoerige uiteenzetting gegeven door wereldreiziger Bernard Henry. En wie ben ik om daar iets te willen of kunnen aan toevoegen!?
Ik val zeker in herhaling als ik het zou hebben over het feit dat de Pelle zijn inspiratie vindt in de uitbeelding van figuren uit de meest verschillende maatschappelijke standen. Dit gegeven behandelde Mark Morren in zijn inleiding van een tentoonstelling. Hij somde de beelden op van straatmadelief, dronkaard, over de duivenmelker, langs de begijn en Maria Magdalena om te eindigen bij de gekruisigde Christus. Allen kwamen zij aan bod!
Inleider Leo De Wachter besprak in dit verband nog de invloed van de “onderwijzer” Pelgrims op zijn beelden. Hoeveel klasjes heeft Maurice ooit gesculpteerd? Al die kleine mannen werden met liefde gebeiteld en straalden een jeugdige tintelende schalksheid uit. Leo concludeerde: Men ziet dat de Pelle van kinderen houdt. (Toen mocht dat nog. Het was de periode voor Dutroux)
Zoals jullie merken geachte voorgangers, hebben jullie het meeste gras voor mijn voeten weggemaaid. Zelfs het materiaal waaruit de Pelle zijn beelden kapt werd reeds onder de loep genomen. Oude eik is een prachtig natuurproduct dat vraagt om gevoeld, betast en gestreeld te worden. Ik meen me te herinneren dat de inleiding van dokter Waes eindigde met de filosofische woorden: “Een oude eiken vrouwenborst van de Pelle voelt zachter en warmer aan dan eentje uit het marmer van Michelangelo”
Het laatste aspect dat ik niet kan behandelen is het mysterie van de gesloten ogen en de grote handen. Tijdens een tentoonstelling in de “oude pastorie” te Nieuwenrode werden de gesloten ogen en de grote handen ter sprake gebracht bij een uitgebreid T.V. interview en ten overstaan van gans Vlaams Brabant heeft onze Maurice toen zelf een tipje van die sluier opgelicht, maar al met al blijft dat toch nog altijd een mysterieus aspect van de hand van de meester.
Geachte dames en heren… Zoals jullie waarschijnlijk weten woon ik reeds een 30-tal jaren naast onze Maurice in de Pelgrimsenhoek. Vanuit mijn living heb ik rechtstreeks zicht op wat er gebeurt in het atelier van de Pelle. Ik kan dagelijks nauwkeurig het ontstaan van elk beeld volgen en wat zie ik dan? Ik zie dat de Pelle zijn mooie creaties ook zo maar niet uit zijn mouw schudt. Er zijn dagen dat ik hem zie kappen in kleine korte periodekes - met vele onderbrekingen. Hij begint dan dikwijls opnieuw. Dat zijn de dagen dat het minder goed vlot. Waarschijnlijk de dagen met minder inspiratie of mogelijk ook de praktische tegenvallers zoals bijvoorbeeld die Pater Damiaan, die ongewild sporen van melaatsheid vertoonde ter hoogte van zijn nieren omdat daar een holte was ontstaan door het wegvallen van een droge “wieer”. Of een middeleeuwse jonkvrouw die maar niet stabiel en loodrecht op haar sokkel wil staan. Men kan er onderaan geen stukken “blijven’ afzagen… Ze wordt altijd maar kleiner. Of als, door de speling van de lijnen van de houtstructuren de kledij van “Pastoor Munte” meer begint te lijken op een pyjama dan op een soutane!!! Los het maar op! Pelle! Los het maar op! Het loopt inderdaad niet altijd van een leien dakje.
Gelukkig zijn er ook de vele andere dagen. De dagen dat het wel vlot. De dagen van de inspiratie. Dan vliegen de spaanders in het rond. Dan wordt er ononderbroken gekapt, gebeiteld en geschuurd. Dan is het ook “het moment” om te gaan kijken, want op zulke dagen worden de schoonste beelden gemaakt.
Geachte dames en heren, ik zou U nu willen uitnodigen om nog eens rond te kijken in de beeldenverzameling van onze Maurice… en denk eraan, kijken alleen is niet genoeg, je moet er ook aan voelen.
Beste Maurice, ik ben ervan overtuigd dat je succes zal verdergaan want ik geloof de woorden van ons Daantje toen ze zei:
“Onzen Bosje kent wel niks van ellentrik, maar het is toch een groot kunstenaar!”
Bedankt allemaal!
Inleiding door Armand Pelgrims