Uitnodiging
9 januari 1987 - 1 februari 1987
Hof de Bist, Ekeren
Inleiding door Roger Geerts
Krantenartikel
De Pelle aan het kappen
Sfeerfoto
Roger Geerts verzorgt de inleiding van de tentoonstelling
Krantenartikel
Krantenartikel
Brochure
Inleiding door Roger Geerts
Inleiding tot de tentoonstelling Maurice Pelgrims
In het Kunstcentrum Hof De Bist te Ekeren op 9 januari 1987 door Roger Geerts
Opnieuw welkom, Maurice Pelgrims en Mevrouw, in het Kunstcentrum Hof De Bist. In 1983 zijt ge hier te gast geweest en met succes. We verwachten hetzelfde voor uw huidige tentoonstelling.
Tien jaar geleden - in 1976 - leerden wij Maurice Pelgrims kennen naar aanleiding van zijn tentoonstelling in Galerij Akkermans te Merksem. Reeds toen hebben wij de lof bezongen van de materie, van het edel eikenhout, van de kundige en kunstige ambachtsman Maurice Pelgrims, van de beeldhouwer Maurice Pelgrims.
De rijkdom van de materie en de genade van de inspiratie vormen het ideale tweespan voor de geboorte van een sculpturaal kunstwerk. De aders en de vlammen van de heilige eik dragen in zich de voorafbeelding van hetgeen door de interventie van de kunstenaar tot een nieuw leven wordt gebracht. De natuur is een groot artiest, maar wordt hier bijgestaan door de mens. Wat hier staat in De Bist is het resultaat van de coöperatie tussen de “natuur-lijke” materie en de menselijke vindingrijkheid.
Kunst is een veelomvattend begrip. Kunst is een totaliteit, vergt een totale inzet van alle vermogens en mogelijkheden. Zij kan dus niet oppervlakkig zijn: zij peilt naar de essentie van de dingen. Kunst is een uitdaging aan de dingen zelf: aan interne en externe krachten. Kunst is een vorm van leven, kunst is het leven zelf.
Een naamkaartje van Maurice Pelgrims - hij tekent zijn werken met PELLE - zullen vele aanwezigen vermoedelijk niet nodig hebben. Na zich aanvankelijk op het schilderen te hebben toegelegd, heeft hij het geweer van schouder veranderd en is hij in 1970 beginnen beeldhouwen. Hij liet het schilderen weldra volledig varen maar bleef graag tekenen.
Als beeldhouwer heeft hij reeds een hele reeks tentoonstellingen achter de rug. Het begon met een expositie in Willebroek, dan volgden Bornem (in het Landhuis), Mariekerke, Brussel, Turnhout (in De Warande), Leuven, Veurne. En noem maar op. We vergeten zeker Borgerhout (Gemeentelijke Feestzaal) niet. Hij boekte ongeveer iedere keer een groot succes.
Het materiaal van beeldhouwer Maurice Pelgrims bestaat dus hoofdzakelijk uit oude eiken balken. Hij ondergaat de aantrekkingskracht van het hout, dat intiem en warm is van karakter. De stijl van Maurice Pelgrims is figuratief-realistisch. Nu en dan is zijn werk contestatair in verband met de rauwe actualiteit b.v. met de pollutie.
Beeldhouwkunst kan men noemen: de kunst van volume, ruimte en beweging. Een beeld vormt een uitdaging aan de ruimte, het verovert een plaats in de ruimte, in het volle leven, tussen de mensen, evenals bomen, dieren en de mensen zelf. Een beeld moet liefst - als het tenminste over zelfstandige beelden gaat - langs alle zijden zichtbaar en te bekijken zijn.
Het feit dat Maurice Pelgrims een autodidact is en toch tot dergelijke resultaten komt, vermeerdert alleen maar zijn verdiensten. Hij is niet zomaar een beeldenmaker, niet zomaar een verzamelaar van oud hout of een houtsprokkelaar. Als een creatieve natuur, als natuurtalent, weet hij van dit materiaal iets artistieks te maken.
Zijn werk is herkenbaar, persoonlijk. Het bezit een eigen identiteit.
Hoe ziet de beeldhouwer de verhouding tussen beeld en werkelijkheid? In hoeverre vallen deze twee elementen samen? Maurice Pelgrims wil graag afstand nemen van de loutere “afbeelding” der werkelijkheid, en zelf een werkelijkheid scheppen. Zoals het sculpturaal past, wil hij de structuur van het materiaal laten spreken, de spanning van de vorm laten aanvoelen, de beweging vangen.
De beelden van Maurice Pelgrims zijn dus figuratief, bijna klassiek. De abstracte trend heeft geen vat gehad op deze beeldhouwer, hoewel de sculpturale materialen zich goed kunnen lenen tot abstrahering.
Met grote liefde hanteert onze beeldhouwer hamer, beitel en schaaf. Bijna dagelijks vervoegt hij met volle overgave en overtuiging de werkwoorden “beitelen, kappen, hakken en schaven” in de eerste persoon. Het soms weerbarstige hout wordt dienstbaar gemaakt, getemd en bevrucht door het gevoel en de idee van de beeldhouwer. Maurice Pelgrims kent de kracht van het taai materiaal, dat verwikkeld raakt in een duel met de kracht van de arm en de hand.
Als edel ambachtsman, beoefent hij de ascese van de beeldhouwersstiel. De beeldhouwer wil het materiaal aftasten tot in de vezels. Hij wil ontplooien wat er aan uiterste mogelijkheden inzit, en uiteindelijk aan het geheel een ziel geven zodat het ademt, zodat het leeft. Maurice Pelgrims weet levende beelden te maken, hij weet leven te scheppen, ook in de soms statische figuren. Onze exposant maakt wel eens langgerekte figuren. Al menen we dat een tendens naar meer volvormigheid aanwezig is.
De thematiek is over het algemeen uit het leven en uit het volksleven gegrepen. De inspiratie is niet zelden folkloristisch. Wij gebruiken dit woord zonder enige pejoratieve bijbedoeling. Deze thematiek vindt men bijvoorbeeld ook terug in het werk van wijlen Albert Poels.
Vele van zijn beelden kan men beschouwen als sprekende karakterbeelden of types. Zij bezitten een interpretatief of illustrerend karakter. De “koppen” zijn wel eens geheimzinnig en maskerachtig of verwijzen naar quasi Afrikaans reminiscenties. Soms verschijnt een vrij strenge hiëratische figuur, naast frele vrouwenfiguren. We denken hier aal ZIELSTRIJD (boven in de middenzaal): sober, stijlvol, in blok gehouden, volvormig, maar ook gevoelig, emotioneel. Een knap werk vinden wij POLLUTIE (zaal 1 beneden) in gesloten vorm, de figuur zit werkelijk in de greep van de pollutie.
In de lijn van de volvormigheid bevinden zich ook DE EPICURIST, met daarbij een reportage over de evolutie van het beeld die een antwoord geeft op de vraag: vanwaar komt dit beeld, hoe is het gegroeid? Ook DE HERBERGGAST hoort hier thuis. Technisch frappant is de gave volvormigheid van deze beeldhouwwerken, waar wij vroeger meer de nadruk legden op de verticaliteit in plaats van op de massiviteit.
Nooit vallen overdadige fiorituren aan te wijzen. Van baroktaal geen sprake. Maurice Pelgrims vrijwaart zijn sculpturen van buitenissigheden of bijkomstigheden.
Een van de markantste eigenschappen van zijn sculpturen is de expressiviteit. De beelden spreken van binnenuit, vanuit de materie en tevens vanuit de bewerking. Ze vertonen soms van binnenuit gedicteerde deformaties.
Maurice Pelgrims tracht op de eerste plaats soberheid en eenvoud te bereiken door de volledige samenwerking van geest en hart, die zijn hand dirigeren bij het bewerken van het koninklijke, keizerlijke hout.
Inleiding door Roger Geerts