Krantenartikel
20 december 1980 - 30 december 1980
Gemeentelijke tentoonstellingszaal, Borgerhout
Inleiding door Dirk Stappaerts
Krantenartikel
Krantenartikel - Gazet van Antwerpen 16/12/1980
Sfeerfoto
Promotie
Promotie
Krantenartikel - Gazet van Antwerpen 27/12/1980
Krantenartikel - De Nieuwe Gazet 27/12/1980
Krantenartikel
Affiche
De Pelle
"Onder zijn beitels, messen en gutsen krijgen deze blokken een herwijde levenskans, roepen ze herinneringen op aan een existentieel leven in de boom. Het typeert Maurice Pelgrims dat hij met een diepe eerbied de natuurlijke nervenadering en ieder levensaccident van het hout weet te waarderen, zelfs handig uitbaat tot essentiële functies in zijn realistisch-gestyleerde beelden. Gebruik makend van de kleurcontrasten tussen buitenkant en binnenkant van het hout, alsmede van de natuurlijke verweringen, af en toe verhoogd met passende inbeitsingen, weet hij de meest verrassende verschijningen en uitdrukkingen te voorschijn te toveren."
- lic. Dirk Stappaerts
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Inleiding door Dirk Stappaerts
Inleiding door Dirk Stappaerts
Inleiding door Dirk Stappaerts
Inleiding door Dirk Stappaerts
Inleiding door Dirk Stappaerts
Sfeerfoto
De inleiding gegeven door Dirk Stappaerts
Dames en Heren Genodigden,
De volkswijsheid weet het ons raak te schetsen in haar algemeen verspreide uitspraken, dat alle goede dingen uit drie bestaan en dat het er goeden zijn die weerkeren! Het is inderdaad voor de derde maal dat de rijk begaafde beeldhouwer Maurice Pelgrims te gast is in deze Borgerhoutse tentoonstellingszaal. Zijn vorige tentoonstellingen zijn beslist voor de kunstenaar een blijde herinnering van ruime erkenning en suksesrijke verspreiding van zijn werken. Wij, van onze kant zijn uiterst verheugd om Maurice Pelgrims, onze vriend Pelle, samen met zijn sympathieke echtgenote Louisa, hier bij ons andermaal te mogen begroeten.
Wellicht voor velen onder u intussen overbodig geworden, wil ik mij toch niet aan mijn taak als inleider onttrekken en sta ik erop beeldsnijder Pelle eerst nog eens even biografisch door te lichten.
Maurice Pelgrims, kindervriend en gedegen onderwijzer uit roeping en beeldhouwer uit natuurlijke drang in ieder vrij moment, werd geboren te Baal op 9 september 1941. Ik durf dan ook rustig veronderstellen dat er nog een rijke kunstenaarstoekomst aan zijn voeten ligt en dat hij ons volk nog zal blijven verbazen met zijn spontaan-eerlijke scheppingen, zo uit het dagelijkse leven geplukt door zijn guitige observatie. Zijn atelier en woonst staan in het Willebroekse Klein-Brabant, aan de voet van de walmende fabrieksschouwen en haast tussen de armtierige arbeidershuisjes, die vooralsnog een getuigenis blijven van het grauwe en harde wroetersbestaan van het fabrieksproletariaat uit de 19de en 20ste eeuw. De rationalistische encyclopedische stelling dat de mens, naast zijn karakteriële overerving en de ‘genoten’ opvoeding, wellicht nog het sterkst beïnvloed wordt door zijn omgeving, zijn milieu, heeft wellicht nog niets ingeboet aan waarheidsgraad. Hoe kon het anders, in dit Vaartland, gekarakteriseerd door stroom en kanaal, het onvervangbare rood van de wereldberoemde baksteen en een bodem zo sterk geaccidenteerd door de artificiële kraters van de kleiputten met allures van een stukje maanoppervlak, dat de ontluikende Pelgrims de klei, als het ware voor de deur te rapen, ging kneden en bewerken. Met deze oermaterie keerde Maurice Pelgrims automatisch terug naar de echte bron van een mannelijke levensdrang. Aldus vormend, beeldend, modellerend oefende hij zijn vingervaardigheid tot een vlugge techniciteit en ontstonden zijn eerste boetseringen.
Wie de tinteling in zijn vlugge ogen heeft leren opmerken, wie even nauwkeurig let op de hand- en armbewegingen van Maurice Pelgrims, weet dadelijk dat de klei voor hem geen blijvend materiaal voor zijn kunst kon blijven. Pelle is een te bewust levensgenieter en levenskunstenaar om niet op zoek te gaan naar een meer levende, een meer expansieve, een door de groei en evolutie geaderde materie. Het stond in de sterren geschreven dat zijn onrustig zoeken zou uitmonden in het bekappen, uitbeitelen en inkerven van allerlei soorten houtblokken. Onder zijn beitels, messen en gutsen krijgen deze blokken een herwijde levenskans, roepen ze herinneringen op aan een existentieel leven in de boom. Het typeert Maurice Pelgrims dat hij met diepe eerbied de natuurlijke nervenadering en ieder levensaccident van het hout weet te waarderen, zelfs handig uitbaat tot essentiële functies in zijn realistisch-gestyleerde beelden.
In een vrij korte tussenperiode had het er eventjes naar geleken dat Maurice Pelgrims tekenaar en schilder ging worden. In zijn niet onaardige schilderijenproductie valt het op dat een meer pessimistische mens Pelgrims aan bod komt.
Geachte genodigden, mag ik u dan nu even vergezellen op een korte, doch verkwikkende wandeling, doorheen dit frisse lentewoud van beelden, verrassend door zijn nieuwe uitschieters en verkwikkende loten van levensblijheid en humoristische doordringendheid.
Karakteristiek voor M. Pelgrims is dat hij bij voorkeur kapt in balken, planken, stronken en kepers van eikenhout, en liefst dan nog van oude eik, die hem spontaan door vrienden en streekgenoten worden aangeboden. Toch beheerst hij ook de beiteltechnieken in andere houtsoorten, zoals de steenharde asobé, beuk, kerselaar, perelaar, olm en oregon. Gebruik makend van de kleurkontrasten tussen buitenkant en binnenkant van het hout, alsmede van de natuurlijke verweringen, af en toe verhoogd met passende inbeitsingen, weet hij de meest verrassende verschijningen en uitdrukkingen tevoorschijn te toveren.
Ik wil in dit verband slechts vluchtig wijzen op enkele karakteristieke titels, zoals ‘Stamgast’, vastgekluisterd aan de cafétoog, ‘Boze duivenmelker’, ‘Boerenstamppot’, ‘Smulpaap’, uitgegroeid tot een welgedane smullende paap, ‘Belastingen, RMZ, (aktueel!) en het bas-reliëf ‘Belleketrek’.
Ik voeg hier nog aan toe ‘Hartinfarct’, alhoewel dit beeld bezwaarlijk de luimige noot in de woonkamer zal brengen! en ‘Femme fatale’ en ‘L. Cocu’ waarvoor u de volgorde van de opsomming louter op mijn aktief moet plaatsen!
Bij dit alles blijft Pelle, de echte volksjongen, getekend en vergroeid met het leven en de beroepsaktiviteiten van ons Vlaamse volk. Daarom als vanzelfsprekend ‘De heiboer’, ‘De vissersvrouw’, ‘De schrijnwerker’, ‘De jager’, ‘De houthakker’, ‘De seizoensarbeider’, ‘De troubadour’, ‘De dichter, ‘De eerwaarde’ en opnieuw ‘De vissers’.
Daarom ook de zo vertrouwde volks- en sagenfiguren als ‘De wandelende Jood’, ‘Uilenspiegel’, ‘Boerke Naas’ en ‘Lange Wapper’!
Naast dit alles blijft ook de onderwijzer Pelgrims aan bod komen, die openstaat voor de problematiek van zijn leefmilieu en die scherp de wereldaktualiteit volgt. Uit deze sfeer van sociale mensverbondenheid en beroepsengagement stammen de beelden ‘Pollutie’, ‘Iran’ en ‘Werkloos’.
Persoonlijk werd ik zeker blij verrast door de sculptuur in asobé ‘Wat nu?’ met die verbaasd-peinzende figuur en zijn onmenselijk leed, zo gechargeerd gekristalliseerd in die domme, door eigen schuld, kromgeslagen spijker!
Ik denk ook aan het beeld ‘Onmacht’, met die hulpeloze houding tussen het uiteindelijke neervallen en de laatste sprankel hoop op heropstanding.
Uit Pelle’s ‘Arbeid adelt’, in oude eik, blijkt nog steeds dat de adel niet arbeidt!
Betast u gerust in het voorbijgaan Pelgrims’ ‘Pin up’, die op haar hoge hakken, lichtjes door de knieën buigend en slechts schaars omhuld met een gebeitst jakje, de verklaring van haar naam open en bloot vrijgeeft!
Ik hoop dames en heren, dat u zich bij het bekijken van deze sculpturale overvloed zult voelen als Pelle’s ‘Toeschouwer’, gewoon met verbazing in de ogen en met de handen gelaten op de knieën.
Tot slot wil ik deze belangrijke kunstenaar het welverdiende sukses met deze expositie toewensen en graag verklaar ik deze dan in naam van het Borgerhouts gemeentebestuur voor geopend.
Lic. D. Stappaerts
De inleiding gegeven door Dirk Stappaerts