Uitnodiging
30 maart 1989 - 16 april 1989
De Kollebloem, Puurs
Inleiding door Jo De Clercq
Krantenartikel
Jo De Clercq neemt de inleiding van de tentoonstelling op zich
De Pelle en één van zijn leerlingen
Krantenartikel
Foto bij krantenartikel
Krantenartikel
Sfeerfoto
Sfeerfoto
Inleiding door Jo De Clercq
Inleiding tot de tentoonstelling van Maurice Pelgrims
Puurs 30 maart 1989
Ik was heel verrast toen Maurice me vroeg hier de inleiding te verzorgen. Maar onmiddellijk voelde ik, dat ik dit moest doen, gewoon omdat ik hem zo bewonder als mens, als collega onderwijzer. Ik moest eerst wel wat spreekangst overwinnen, toen ik vernam hoeveel bekende personaliteiten gedurende zoveel jaren de tentoonstellingen inleidden. Maar ja…, je krijgt niet alle dagen de kans om over een collega te roddelen, alleen jammer dat hij erbij is, en jammer dat er geen aanleidingen zijn om over hem te roddelen.
Velen onder U kennen onze gastvrouw en gastheer langer en beter dan ik. Het is pas het derde schooljaar dat ik Maurice ken. Ik zie me nog onwennig toekomen op school. Ik herinner me nog goed dat eerste beeld van Maurice: een vaderlijke glimlach, de ogen zacht dichtgeknepen, alles omhuld in een tabaksrook en een handdruk waarvan de energie uitstraalde. Zo voelde ik me al vlug op mijn gemak en dit vooral ook door de gezamenlijke inzet en enthousiasme voor onze kinderen op school.
Als ik een schooldag met Maurice als collega mag beschrijven, dan begint die lang voor de kinderen er zijn, want Maurice heeft meestal nog vanalles te doen. Dan komt hij met grote passen en een onafscheidelijke glimlach over de speelplaats. Bij gezamenlijk toezicht wordt er alleen over “goed” nieuws gepraat. Slecht nieuws is er altijd. Bij problemen is Maurice de persoon die alles relativeerd.
Ik ben heel blij dat ons Katrien bij hem in het vijfde leerjaar kan zitten. Maurice is voor haar de ideale meester. Ze is werkelijk heel gelukkig en heeft nog nooit met zoveel inzet gewerkt. Ze komt alles ronduit vertellen: de meester dit… en de meester dat… wat heeft een vader nog te zeggen met zo’n meester. En als ik dan thuis op mijn dochters kamer kom, wiens foto hangt er daar… van de meester natuurlijk.
Bravo Maurice voor je manier van werken, je voortdurende inzet, voor de gezellige, warme menselijke sfeer in de klas.
Ik mocht eigenlijk niet te veel goeds vertellen, dat is zo eentonig maar… één ding wou ik nog kwijt over school. Ieder jaar opnieuw maakt Maurice prachtige decors voor bals en andere feestelijke gelegenheden.
Ja Louisa, ik weet het, ik mocht niet te veel goeds vertellen. Ben je misschien bang dat je hem gaat kwijtgeraken. Ja, ik weet nog toen ik U voor het eerst zag. Dat was op een schoolfeest. Daar liep een charmant vrouwke met schitterende blauwe kijkers. Moest ik een metser zijn, ‘k had tussen mijn tanden gefloten. Ja was dat pech, een tijdje later bleek ze de vrouw te zijn van een collega.
Nu een korte biografie. Maurice werd in 1941 geboren te Baal als jongste van het gezin. Als kleine jongen tekende hij zeer veel, tijdens de gezellige avonden van toen; men kende nog geen huistaken en er bestond nog geen T.V. Hij tekende vooral stripfiguren. Door het verbeeldig kopiëren ontdekte hij de beste technieken. Ook herinnert Maurice zich dat hij zich goed amuseerde met klei, die daar ter plaatse gevonden werd in het heuvelachtig Hageland. Dus Maurice beleefde al vroeg het genoegen van creatief zijn. Pas in de normaalschool te Tienen kreeg hij zijn eerste opleiding, technieken die hij reeds ondervonden had, en die zijn creativiteit ondersteunden.
Nog een leuke anekdote; in de normaalschool maakte Maurice tekeningen voor zijn medestudenten. Ze moesten hem pas betalen als ze 10 op 10 hadden gekregen. Het is einde de jaren 60 dat Maurice zijn creatief uiten wou laten zien. Dit resulteerde in een eerste tentoonstelling van zijn schilderijen en enkele houten beeldjes. De beeldjes van onze zoekende kunstenaar bleken achteraf meer succes te hebben dan de schilderijen. Het is sinds 1971 dat Maurice zich uitsluitend op het beeldhouwen is gaan toeleggen, en sindsdien volgden de tentoonstellingen elkaar op.
Op de foto’s kan je zien hoe de kunstenaar uit een oud stuk eik een gestyleerd werk tovert. Het begint met een krijtschets op het harde hout, dan het kappen, raspen, schuren, boenen… Ieder beeld heeft zijn eigen geschiedenis, verhaal. Daar kan ik niet zoveel over vertellen. Dat kan Maurice veel beter. Vraag het hem straks maar. Telkens ik een beeld, of beelden zie bedenk ik: hoe doet hij dat, waar haalt hij die energie, die inspiratie om tot zo’n origineel, uniek beeld te komen. Het is niet te geloven tot hoeveel gevoelens en emoties een mens in staat is, en het is niet te geloven dat Maurice die allemaal zo in het oude hout vereeuwigd heeft, en nog zal vereeuwigen. Op zijn bescheiden manier zegt hij dan: “Het zat al in het hout, ik heb het er alleen uitgehaald.”
Bij vorige vernissage werd nadruk gelegd op het gezicht en de handen van de beelden. Het is mij opgevallen dat Maurice zijn handen nooit geschaafd of geschonden zijn, ook al werkt hij er dagelijks mee. Het zijn de uitvoerders van zijn ideeën. Ze bezitten een grote symbolische waarde: handen reiken, wenken, koesteren, dragen, beschermen, verbergen,...
Tot slot wil ik zeggen: Laat ons samen genieten van Maurice zijn werk, zoals hij geniet van de uitdaging, het scheppen en het resultaat.
Met grote bewondering en genegenheid,
Jo Declercq
Inleiding door Jo De Clercq