Vakantieliefde II

. . . .

De Spaanse schone verliet het appartement om haar schoonmaakartikelen te pakken. Vervolgens liep ze rechtstreeks naar de badkamer. Willem zetelde zich op het balkon en keek naar het zwembad. Loes zat daar in haar eentje en vermaakte zich met de Libelle.

De 'poolman' legde de laatste hand aan zijn schoonmaakwerkzaamheden. Nog enkele blaadjes dreven in het ondiepe. Die werden met een net opgeschept. Willem werd nogmaals bevestigd in zijn keuze voor dit prima verzorgde appartementencomplex. De poolman liep langs Loes die hem vriendelijk groette. Een vette knipoog van de Spaanse charmeur viel haar ten deel. En uit de gebarentaal die Willem waarnam maakte hij op dat Loes verteld werd waar het schepnet opgeruimd moest worden. Hij wees naar de richting van het materialenhok. Loes knikte begrijpend. Willem moest inwendig lachen omdat hij wel wist dat het Loes niet interesseerde waar de poolman zijn spullen heeft staan.

De poetsdame verscheen in de deuropening. Willem begreep dat het balkon aan de beurt was. Hij pakte dat signaal op als aanleiding om ook naar het zwembad te gaan. Een heerlijke duik in het ’s ochtends nog koele water. Ze kunnen hem er, bij wijze van spreken, midden in de nacht voor wakker maken. Hij snelde zich in de slaapkamer om ongezien zijn onderbroek te verwisselen voor zijn zwemshort. Geheel ontkleed stond hij voor de kast en zocht zijn short. Hij had die toch gisteren weer in de kast gelegd? Hij draaide zich om en keek de kamer rond en zag het veelkleurige kleinood over de knop van de schuifpui hangen. Maar hij zag in een flits ook een bezem tegen de muur achter de deur staan. De bezem van de Señorita. Nu schoten de gedachten met de snelheid van het licht door Willems hoofd. Wéér die seksfilm, maar ook dat de poetsvrouw de bezem komt halen. Een lichte paniek maakte zich van hem meester. Snel… snel de zwembroek aantrekken, dacht hij en sprong over het bed, griste de slip van de deurkruk, schoot er met zijn linkerbeen in en balanceerde om zijn rechterbeen er ook in te wurmen. Te gehaast allemaal: zijn teen hing achter het randje en Willem verloor zijn evenwicht. Loslaten kwam niet in hem op en hij liet zich zijdelings op het bed vallen. Met opgetrokken benen op zijn rug liggend, lukte het om zijn missie te voltooien. Hij kwam overeind tot een zithouding op de bedrand, slaakte een diepe zucht van opluchting en keek op. Nooit had hij durven vermoeden dat de mooiste lach ter wereld hem zo zou kunnen laten schrikken. Op het balkon stond voor de schuifpui de poetsvrouw zich een bult te lachen. Zij moet alles hebben gezien, schoot het door Willem’s hoofd. De schrik maakte vrijwel onmiddellijk plaats voor het besef dat er sprake is van een grappige situatie. Óók Willem schiet in de lach. Ze ontmoeten elkaar in de woonkamer. Willem heeft de bezem meekomen en geeft die aan haar. Een gesprek is niet mogelijk, maar al lachend lopen ze samen het appartement uit. Willem beseft dat zij vanaf die dag samen een geheimpje koesteren, en dat elk oogcontact zal ontaarden in een veelbetekenende glimlach.

Bij het zwembad aangekomen ziet hij dat de ligstoel van Loes leeg is. Aangezien in het zwembad nog niemand zwemt, trekt Willem de conclusie dat Loes een eindje wandelen is. Hij haalt een kopje koffie bij de bar en nuttigt deze al bladerend in de Libelle. Je moet tenslotte op de hoogte blijven van hetgeen jouw vrouw interesseert. Het levert gespreksstof op en Willem beschouwt wederzijdse interesse als één van de belangrijkste bouwstenen voor zijn relatie met Loes.

Als Willem zijn blik even het zwembad rond laat gaan, ziet hij de deur van het materialenhok open gaan. Tot zijn niet geringe verbazing verschijnt Loes in de deuropening, gevolgd door de poolman die zich inmiddels heeft verkleed als lifeguard. Loes groet hem met een vrolijk “adios” en begeeft zich naar de beachbar.

Even later komt ze met een kopje koffie in haar hand op hem af lopen, neemt plaats op de ligstoel naast Willem en zegt: “zo, daar was ik wel even aan toe”. Willem kijkt haar onbegrijpend aan. “Aan een lekker kopje koffie, dat had ik nog niet gehad vanochtend.” “Ja, lekker hè?” antwoordt Willem. “Ik dacht dat ik je helemaal kende”, vervolgde hij. “En toch kom je met jou telkens weer voor verassingen te staan”. Loes kijkt hem aan alsof zij nu hém niet begrijpt. “Nou” zegt Willem, “dat je zó geïnteresseerd bent in de bedrijfsvoering van een appartementencomplex, dat je zelfs de opslag van onderhouds- en schoonmaakmaterialen wilt bekijken.”

“Ach” zegt Loes, “je wilt wat zien van de wereld hè?”.

“Dat is zo” antwoordt Willem, en dacht terug aan hetgeen hij ongewild aan de werkster had laten zien. Hij nam zich voor om over dat voorval niets aan Loes te vertellen. Zij zou het, ondanks dat zij hem goed genoeg zou moeten kennen, verkeerd kunnen opvatten. Dat zou het vertrouwen kunnen schaden. En wederzijds vertrouwen is volgens Willem een nóg belangrijker fundament voor een goede relatie dan wederzijdse belangstelling.

Al fietsend op weg naar de eerste bijeenkomst na de vakantie van de Leertumse bloemschikkers, denkt Willem met plezier terug aan de vakantie. Als leermoment heeft Willem genoteerd, dat een echtgenote je na zoveel jaren tóch nog kan verrassen.

En hij denkt nog vaak glimlachend terug aan het hilarische maar toch intieme voorval met de zwembroek en het kamermeisje. Soms bekruipt hem een soort van schuldgevoel, maar hij beseft dat óók in een perfecte relatie een leugentje om bestwil soms beter is.