De Lentebeurs

Ongeduldig staat Willem te wachten. De grote parkeerplaats bij het marktplein fungeert als ontmoetingsplaats. De bus komt om 9 uur en zijn plan is om dan zo snel mogelijk te vertrekken. Het is al kwart voor 9 en hij is nog de enige. Hij heeft al 3 keer zijn agenda geopend om vast te stellen dat toch écht vandaag de dag is: De dag van de jaarlijkse Lentebeurs voor Bloemschikkers. Voor wat betreft zijn hobby’s is deze dag voor Willem het absolute hoogtepunt van het jaar. Natuurlijk zijn er ook de Zomer-, Winter- en Herfstbeurs, maar er gaat niets boven de lente. Na de soberheid van de herfst- en wintermaanden, hetgeen zich ook in de donkere karakters van de geschikte stukken openbaart, is de fleurige lente een opsteker van jewelste.

Geel, oranje, knalrood en helblauw. Alle kleuren, niet te vergeten de pasteltinten, zingen door zijn hoofd. Hij neuriet een melodie van geuren en kleuren, maar staakt daarmee wanneer hij de auto van Hendrik aan ziet komen. Hendrik heeft Inge, Willeke en Angela thuis afgehaald. “Mooi”, denkt Willem, “nu zijn we alvast met vijven.” Vanuit de richting van het winkelcentrum komt ook Brunhilde aangelopen. “Alweer die trui”, denkt Willem, “zó koud is het toch niet meer?”. Even voor negenen arriveert de bus. Het is een kleine bus, waarin ongeveer 20 personen kunnen worden vervoerd. Veel te groot, maar de ervaring heeft geleerd dat er op de beurs veel inkopen worden gedaan. Op de weg terug zal de ruimte hard nodig zijn. Gerda was als enige iets te laat, waardoor de bus zich 10 minuten later dan gepland in beweging zette. “Het is ongeveer 55 minuten rijden”, denkt Willem. “En de beurs gaat om 10 uur open. Dat betekent dat we er nét niet op tijd zijn wanneer de poorten open gaan. Jammer.”

Traditiegetrouw neemt Helga plaats op de stoel naast de chauffeur. De man stottert vreselijk, hetgeen al bij het noemen van zijn naam duidelijk wordt: “M.. m… mijn naam is Tom… Tom de Boer”. Hendrik proest het uit: “Tomtom de chauffeur, hoe bedénk je het!” Tom draait onmiddellijk zijn hoofd naar achter en kijkt kwaad naar Hendrik. “Zo, v…. vindt u d… dat grappig? Als u d.. denkt d… dat…..” Tom kan zijn zin niet afmaken omdat een enorme klap hem onderbreekt. Hij remt direct en de bus komt bij de uitrit van de parkeerplaats tot stilstand. Een aanrijding met een kleiner busje met aanhanger is de oorzaak van de klap.

Tom opent de deur, stapt uit en gaat in gesprek met de bestuurder van het busje. Helga ziet de twee samen de voorkant van de beide bussen bekijken. Aan hun reacties maakt ze op dat het allemaal niet veel voorstelt en dat vertelt ze ook de anderen. Een zucht van verlichting gaat door de bus. Tom schrijft iets in zijn agenda. Waarschijnlijk naam en telefoonnummer en komt weer terug de bus in. Als blikken dodelijk zouden kunnen zijn, dan had Hendrik achter de bloembollen aan gekund. Tom gaat op bestuurdersplaats zitten, neemt de microfoon en vertelt: “Er is n… niets aan de h…. hand. Een b…. beetje b…blikschade. Da's alles. Zijn trouwens mensen uit D….Donkerwaard. Oók b…b….bloemschikkers die naar d…d….de Lentebeurs gaan.

Bij het wegrijden passeren ze het busje met aanhanger. “Hmmmmm . .”, denkt Willem. “Goed idee, zeker voor die achterlijke boerensukkels uit Donkerwaard. Zo’n kleiner busje maar dan met aanhanger.”


Tijdens het laatste kwartiertje van de busreis neemt Helga de microfoon ter hand. Zij neemt zoals altijd het dagprogramma even door: “Nou, we zijn er bijna en gelukkig mooi op tijd. Ik leg de entreebewijzen in het fooienmandje van Tom, dan kan iedereen er eentje pakken. Oók dit jaar is er een mooi lentebeursprogramma met doorlopende evenementen, shows en presentaties. De hele dag is er een plantenmarkt met ongeveer 30 gespecialiseerde standhouders. Ook is er een permanente expositie van bloeiende lentebollen uit de beroemde Tuinen van Hoegaarden. Dat zijn dus de tuinen bij de welbekende brouwerij en daarom wordt daar voor iedere bezoeker gratis een biertje getapt. Ook de hele dag zijn er rondleidingen met een gids. Daar kun je als je wilt bij aansluiten. Dan zijn er nog veel andere leuke dingen te beleven. Die worden natuurlijk ook wel weer omgeroepen, maar een paar wil ik toch graag nu al even noemen."

"Om 11 uur en om 2 uur is er een presentatie door de Ierse zussen Kate-Lynn en Suzy O' Lay over ecologisch verantwoord kringloopschikken, ook wel ‘Het Nieuwe Schikken’ genoemd. Ik zou om 11 uur al gaan, want dan is er een Nederlandse primeur. Suzy gaat dan voor het eerst werken met een biologisch afbreekbare oasevervanger."

"Ook zou ik als ik jullie was om 3 uur proberen de introductie van Tessa de Kleine-Bos bij te wonen. Zij is nieuw in het wereldje, maar is nu al befaamd door de productie van natuurlijke meststoffen. Als we geluk hebben kunnen we wellicht iets van die productie meekrijgen. Nou, we zullen elkaar vandaag vast nog vaak tegenkomen, maar ik wens jullie heel veel plezier.”

Na het betreden van het beursterrein genoot iedereen van de exposities, presentaties en shows. Hendrik en Willem zijn zelfs twee keer naar de presentatie van de zusjes geweest. Zij waren erg onder de indruk van de punten die Suzy naar voren bracht. En alhoewel de verpakkingen nogal groot zijn, hebben ze veel van haar oasevervangers ingeslagen. Tegen 3 uur besluiten ze om de beurs te laten voor wat die is. Het gratis biertje bij de expositie van lentebollen moet tenslotte worden geproefd. Ongemerkt is het geslenter toch behoorlijk vermoeiend en iedereen voelt het goed in de benen. Het nieuws dat Hendrik en Willem zich aan de bar hebben geplant gaat als een lopend vuurtje. Om kwart over 3 zitten ze allemaal aan de Hoegaarden.

“Hé, zijn jullie niet die lui uit Leertum?”, klinkt het plotseling vanaf de overkant van de bar. “Wij zijn de ‘crea-commissie’ van de DAFC, dat staat voor Donkerwaardse Arrangeurs van Flora-Composities. Vanochtend zijn we nog tegen elkaar gebotst op dat braakliggende terrein in Leertum.” Willeke reageerde verontwaardigd: “Braakliggend terrein? Dat is de parkeerplaats bij de Markt hoor!” “Aha,” was de reactie, “sorry hoor, maar wij zijn natuurlijk de ondergrondse parkeerfaciliteit in Donkerwaard gewend.” Onze schikkers deden er het zwijgen toe en keek naar het viertal uit de buurgemeente. Er is een eeuwenoude vete tussen Leertum en Donkerwaard. En allen weten dat die óók vandaag niet beslecht gaat worden. Maar om uitgerekend déze dag erdoor te laten verpesten gaat ook iedereen te ver. Stilzwijgend lijkt er te worden besloten om de vete de vete te laten, en de gemeenschappelijke liefde voor de flora voor één keer als bindmiddel te laten dienen.

“Wij zullen ons dan maar even voorstellen", gebaart Willeke en maakt een halve maan langs de bar, waarbij ze iedereen even aanwijst. "Hendrik, Willem, Brunhilde, Willeke, Helga, Inge, Angela, Gerda en ikzelf ben Willeke.”

“Dan zullen wij dat ook maar even doen. Ik ben Francois P. Teurs, kleurcomponist van de DAFC en voorzitter van deze crea-commissie. Naast mij zit de DAFC-zaadcoördinatrice Petine van Beestem en daarnaast Co Rem, onze Groepscompositie-architect. En op de hoek zit Ritchie Heuvels. Hij vertegenwoordigt ons in de landelijke werkgroep ‘Choreografisch Simultaan-schikken’.

Oja, Co is trouwens veel bezig met online-onderzoeken naar materiaalkeuze. Hij heeft daarvan afgeleid ook een conserveertechniek ontwikkeld waardoor onze creaties langer mooi blijven.

Stil . . . . heel stil werd het in het halvemaansgedeelte van de bar. . . . Wordt hier en nu, tijdens dit mooie evenement en onder het genot van een heerlijk biertje, een passie vermorzeld? Heeft een groep liefhebbers een aantal schikslagen gemist? Worden zij hier door een kwartet specialisten te kakken gezet? Of is het een sterk staaltje van bluf dat van passende repliek moet worden gediend. Dat laatste lijkt het geval wanneer Willeke haar glas neerzet, opstaat en het woord richt tot de andere zijde van de bar:


“Zo zo, dat was een heel verhaal Francois,” begint Willeke, terwijl ze wordt gadegeslagen door triomfantelijke blikken uit Donkerwaard en hoopvolle blikken uit Leertum.

“Ik bemerk dat jullie nog in de fase van specialisatie opereren. Ik kan mij die tendens nog wel herinneren. Die komt uit de tijd dat er veel kennis weglekte bij de opkomst van het kantklossen en niet te vergeten: het sieraden maken. Er was amper nog integrale kennis en vaardigheid bij de schikkers en het antwoord leek te kunnen worden gevonden in specialisatie. Externe adviseurs introduceerden allerlei nieuwe technologie en functionaliteit met bijhorende terminologie. Echter, in wezen veranderde er eigenlijk niets. Louter het toenemende amateurisme en de afnemende kwaliteit werden effectief verbloemd. Veel van de bloemschikkers hadden dat zelf eigenlijk niet in de gaten. Dachten dat zij werden geholpen. Het tegendeel was waar: hun domheid werd financieel uitgebuit door die externe adviseurs en de kwaliteit van de composities nam zienderogen af.

Wij hebben het met lede ogen aangezien en de liefde voor het oorspronkelijke ambacht altijd gekoesterd en ons van die ontwikkelingen afzijdig gehouden. De kerncompetenties die elke ware bloemschikker typeren zijn natuurlijk het kunnen combineren van tinten, het juist kunnen gebruiken van zaden ter opkweek van schikmaterialen alsook het groepsmatig aanpakken van een opdracht. Juist door de vereniging van deze competenties is een choreograaf – ook wel dirigent genoemd, het moet niet gekker worden – volslagen overbodig. Zelfs een soort van brevet van onvermogen van het collectief te noemen.

Hetzelfde geldt uiteraard voor allerlei andere competentiegebrekverhullende titulatuur.

En, met alle respect, óók de inmiddels ontwikkelde hulpmiddelen vormen veelal een zwaktebod. Iedereen hoort te weten dat de duurzaamheid van het geschikte stuk wordt gevonden in een juiste snij- en steektechniek gecombineerd met een op natuurlijke wijze geprepareerde ondergrond. Conservering komt uit het hart van de schikker, niet uit een spuitbus.

Vinden jullie het een leuk idee dat wij daar een keer in Donkerwaard wat meer over komen vertellen?”


Stil is het aan de overkant van de bar, en stil blijft het. Hendrik bestelt voor het hele gezelschap nog een glas bier. Daarna nog één en nog één. De alcohol versterkt ook deze keer weer de emoties: Daar waar de Donkerwaarders alsmaar verder in een depressie raken, kan de lol aan de Leertumse zijde niet op.

Inmiddels heeft Hendrik de nieuwste CD van Leertumse carnavalshits aan de barman overhandigd en zingen alle Leertummers uit volle borst mee. Ze merken niet dat de Donkerwaarders stilletjes zijn afgedropen. In polonaise en beladen met de inkopen dansen ze naar de bus. Tom sluit de schuifdeur, start en ze rijden op Leertum aan.

Na een half uurtje passeren ze het busje uit Donkerwaard. Het rijdt langzaam om de ingekochte materialen in de aanhanger te behoeden voor beschadiging. Tevergeefs, want het bladgroen waait alle kanten op. Hoofdschuddend kijkt Willem ernaar: “Sukkels . . . .”.