Het Voorjaar

"Vandaag hebben wij als thema het voorjaar." Zei Willem. Een stilte viel in de doorgaans luidruchtige bijzaal van het kerkgebouw. "Het voorjaar?", vroeg Angela. "Het is notabene bijna september." Angela was écht niet de enige die er niets van begreep. Iedereen was met stomheid geslagen.

"Ja", sprak Willem onverstoord verder, "het voorjaar heb ik min of meer noodgedwongen gekozen omdat de onderwerpen op zijn, en wij dit jaar het voorjaar als thema hebben overgeslagen. Het lijkt mij geen bezwaar, temeer omdat ik de knelpunten reeds heb geïnventariseerd. Het allergrootste knelpunt is het ontbreken van krokussen, maar dat is opgelost." Willem zweeg . . .

"Nou nou, dat zou ik reuze knap vinden." Zei Hendrik, die natuurlijk nog niet op de hoogte was van de vindingrijkheid die Willem pleegt te etaleren. "Want hoe kom je nu in september nog aan krokussen?" Tja, dat was natuurlijk de prangende vraag die iedereen wel had kunnen stellen. "Nou, ik heb uit mijn tuin een aantal, welgeteld 25, lupines geplukt. Daarvan heb ik de bovenste helft afgeknipt. Het zijn sprekend krokussen."

Nadat ze allemaal hun bewondering voor de oplossing hadden uitgesproken en de lupines van dichtbij bewonderd hadden, werd begonnen met het verzamelen van de takken, bladeren, bloemen en ander groen. Iedereen probeerde een zo mooi mogelijke compositie te maken. Inge hield natuurlijk wel in de gaten of er niemand te veel van de lupines voor zichzelf had gereserveerd. "Want anders is het niet eerlijk."

Kwartieren gingen zo stilletjes voorbij, en er werd druk geknutseld. "Wat ben je toch aan het zoeken in de rommellade?" Vroeg Gerda nieuwsgierig. "Oh, niks." Loog Hendrik. "Ja maar ik zie je toch zoeken." Dramde Gerda door, terwijl ze met een vragende blik in haar ogen Brunhilde aan keek.

"Zullen we over vijf minuutjes de stukjes bespreken?" Vroeg Willem, die wel degelijk in de gaten had dat de situatie bijna uit de hand liep. "Dan pak ik even de thee." Riep Helga vrolijk, waarna iedereen weer bedaarde.

Men was lovend over elkaars geschikte stukken. Vooral het idee om de lupines tot krokussen te verwerken, deed de stukken toch aan het voorjaar denken. Er is altijd ruimte voor kritiek. Want ook al is er met de bloemstukken doorgaans niets mis, voor positieve kritiek is altijd ruimte. Déze keer was er zowel positieve als negatieve kritiek op de creatie van Hendrik. "Wat heeft hij er nou op gezet. Een rood geschilderd ei?" Vroeg Brunhilde. "Het is toch geen Pasen." Ook Willeke keek bedenkelijk uit haar ietwat doffe ogen naar het rode voorwerp dat tussen de bloemen en de lupines was neergelegd.

"Het is de feestneus van Mien." Probeerde Hendrik zijn artistieke ingeving uit te leggen. "De neus van jullie Mien?" Vroeg Inge verontwaardigd. "Nee, de feestneus van Mien waar is mijn feestneus. Je weet wel, van die carnavalshit. De voorjaarsvakantie is toch ook de carnavalsvakantie." Zei Hendrik op een toon van ´begrijpen jullie dat dan niet´. "Tja, nou ..." Begon Willeke na een paar seconden. "Kort door de bocht vind ik dat je deze opdracht goed hebt opgepakt en prima hebt weggezet, binnen het vierkant van deze avond." "En ik vind dat je het goed hebt verzonnen, hoor Hendrik." Riep Angela zelfverzekerd.

En . . . . alhoewel dat met die neus niet helemaal de bedoeling was, kon toch óók Willem een glimlach niet verbergen.