De Trui

Nog nooit is Brunhilde bezig geweest met haar uiterlijk. Niet in haar daden, noch in haar gedachten. Haar enigszins mannelijke trekjes kent zij zelf als geen ander. De brede kaaklijn en dito schouderpartij horen bij haar. Haar spiegelbeeld ervaart zij nimmer als vijand of bedreiging en vormt zeker geen reden voor bedroefdheid. Haar typische manier van voortbewegen roept geen associaties met een catwalk op. Niet bij haarzelf, ook niet bij anderen. In de buitenwereld wordt zij niet zelden voor een man aangezien. Het deert haar niet.

De buitenwereld voor Brunhilde is eigenlijk het hele universum. Haar gehele bestaan en bewegen vindt plaats in de buitenwereld. De enige uitzondering is de bloemschikavond. Het kleine zaaltje B met de vertrouwde schikkers. Dát is haar binnenwereld. Daar is Brunhilde één met de anderen. Daar voelt zij zich thuis en volkomen comfortabel. Zij weet zich daar geaccepteerd. Niemand die haar een etiketteert, of haar overgoten met vooroordelen benadert. Met name de buitengewoon vriendelijke opstelling van Willem doet haar goed. In zijn bijzijn voelt Brunhilde zich vrouw.

Brunhilde is geen prater. Brunhilde is een denker. Ze denkt na over haar gevoelens en over de plek die ze daarvoor moet zoeken. Ofschoon er nooit iets onbetamelijks tussen haar en Willem is voorgevallen, denkt zij vaak terug aan merkwaardige gebeurtenis* van enkele jaren geleden. Niet vanwege hetgeen zich toen heeft afgespeeld, maar vooral omdat destijds zó duidelijk werd dat de bloemschikavond een wezenlijk sociaal aspect kent. Willem is voor Brunhilde de belichaming van dat sociale aspect. Willem is ook haar belichaming van een onderdrukt verlangen naar geborgenheid. Een andere geborgenheid dan de warmte in een portiek of de beschutting van de abri bij de veerpont. Een verlangen naar een emotioneel afdak.

Al nadenkend, mijmerend, dromend, belandt zij vaak, en niet geheel ongewild, in een emotionele achtbaan. Een verlangen naar ontbeerde hartstocht en passie maakt zich van haar meester. Haar gedachten vullen zich met beelden van Willem in één van de vele gedaanten die voor iedereen gewoon zijn, maar die voor Brunhilde hartverwarmend en opwindend zijn. Willem met opgerolde hemdsmouwen in een weiland om een versgeplukte wildcompositie te creëren. Met in Spanje bruingebrande kuiten vanonder een bermuda, fietsend over de dijk naar Donkerwaard. Licht voorover gebogen tegenover haar aan de schiktafel met zweetparels op het voorhoofd.

Brunhilde zit op het bankje bij de speeltuin. Vanavond gaat ze bloemschikken. Daarom is ze vanochtend bij de opvang onder de douche gegaan. Ze weet dat ze nu weer heerlijk fris is. Willem, die persoonlijke hygiëne hoog in het vaandel heeft staan, dit zal kunnen waarderen.

Ook heeft ze haar nieuwe trui aangetrokken. Gisteren was het kledingverdeeldag op de opvang. Zij was als één van de eersten aan de beurt om een keuze te maken uit de ingezamelde kledingstukken. De afgedankte trui komt uit een vissersdorp. Iedereen weet dat de mode in zo’n oord jaren achter loopt. Maar voor Brunhilde voelt het als een nieuw kledingstuk waarin haar minimale, doorgaans verholen, vrouwelijke contouren, optimaal geëtaleerd worden.

Ze besluit om maar vast naar het kerkgebouw te gaan. Wellicht is Willem er wel weer vroeg . . .


* zie episodes Het Sociale Aspect I en II