Mama is boos

Voor een lokale uitgave schreef ik onderstaand artikel

Mama is boos
(mei 2020)

Mijn 87-jarige moeder woonde tot september 2018 in haar appartement aan De Musical. Vanuit haar raam of vanaf het balkon volgde zij de bewegingen in en rond het winkelcentrum. Elke dag liep zij een ommetje, dat met het verstrijken van de jaren steeds korter werd. De rollator die nodig bleek weerhield haar niet van de dagelijkse wandeling. De buren en omwonenden kenden haar als de oude dame met de witte haren en het rode jasje.

Helaas kreeg mijn moeder de ziekte van Alzheimer. Daarom kan zij niet meer zelfstandig wonen en verblijft zij in Insula Dei. Dat is een keurig woonzorgcentrum waar goed voor haar wordt gezorgd. Ook daar maakt zij minimaal één keer per dag een ommetje.Een verpleegkundige vertelde mij eens dat dementerenden eigenlijk nog maar vier emoties kennen: blij, bang, boos en verdrietig. Drie van die vier emoties zijn negatief. Wat ís het toch een onaangename ziekte.

Bezoek brengen aan bewoners van verpleeghuizen is al een tijdje niet mogelijk. De ouderen zijn kwetsbaar en door hen van buitenstaanders af te zonderen, lopen zij het minste kans om met het coronavirus te worden besmet. Ik schrijf dit in de avond na een bezoek aan mijn moeder achter glas dat vanmorgen heeft plaats gevonden. Onder begeleiding van een verpleegkundige kwam zij hoofdschuddend richting de microfoon. Nog voordat zij was gaan zitten begon zij haar ongenoegen te uiten: geen bezoek, niet naar buiten, niets te doen. Van die dingen, en meer. Zij was overduidelijk verdrietig en boos. En dan vertel je maar weer over het virus en hoeveel mensen er ziek zijn. De dood behoeft niet te worden benoemd om de angst in de ogen te zien verschijnen. Als je steeds weer vergeet wat er aan de hand is, dan word je toch bang van al die mensen met mondkapjes en handschoenen? En hoe moet het voelen om je dierbaren achter een glaswand te moeten ontmoeten?

En dan leg je weer een keer uit waarom al die dingen niet mogen. Dat het maar voor tijdelijk is en dat het over een tijdje wel weer normaal zal worden. Ik moet denken aan de tijd dat ik allerlei dingen moest doen die ik niet wilde. En aan een bord met groenten die ik niet lustte. Mijn moeder zei dan vaak: “het is voor je eigen bestwil.” Als kind had je daar geen boodschap aan. Het was niet leuk of niet lekker en geen enkele goede bedoeling bracht daar verandering in. Daaraan terugdenkend is het niet zo moeilijk te begrijpen dat mijn moeder boos is. Zo wisselvallig als het weer kan zijn in deze periode van het jaar, zo wisselvallig is ook haar gemoedstoestand. Tijdens hetzelfde bezoek dat maximaal een half uur mag duren, is zij ook blij met haar bezoek. Zij vertelt dat er prima voor haar wordt gezorgd en het eten lekker is. Ze maakt een grapje over de kapper en stapt laconiek heen over de ontdekking dat ze mijn verjaardag was vergeten.

’s Avonds lees ik de online dagrapportage: Toen mijn moeder die middag aangaf er eventjes uit te lopen, leggen zorgmedewerkers haar geduldig uit dat zij, vanwege de corona, niet naar buiten kan gaan. Zij begrijpt dat, maar is het na een zeer korte tijd helaas vergeten. En dan kan ze enkele minuten later, naar de blauwe lucht kijkend, besluiten om er eventjes uit te gaan voor haar dagelijkse wandelingetje. En dat is wat ze deed: Zij schoot haar favoriete jasje aan en achter haar rollator wandelde zij via de uitgang van het centrum de buitenlucht in. Dát is het moment waarop zij meestal wordt herkend aan haar witte haren boven de rode jas. Ook binnen Insula Dei is die combinatie inmiddels bekend. Zo ook deze keer.

Dan wordt haar verteld dat zij niet naar buiten mag. Begrip voor de corona heeft mijn moeder op dat moment niet: “Ik heb lak aan de regels!” Zij is vooral boos. Heel boos. En dat is verdrietig. Heel verdrietig.