Zeesleepvaart Maassluis
Met de Willem Barendsz en Vlaanderen met dok naar Sabang en de sleepreis naar Australië en terug van 16 juli 1924 tot 1 september 1925
Kapitein Dirk Moerman was in 1924 de gezagvoerder op de “Willem Barendsz” (2), 1000 ipk, van Wijsmuller en Willem Pop was hierop matroos toen zij bij stralend zomerweer op 16 juli samen met de sleepboot “Vlaanderen” (2), 525 ipk, met kapitein D. Spruit uit IJmuiden vertrokken met een 5000 tons dok bestemd voor Sabang op het eiland Poeloe Weh gelegen voor de noordwestelijke punt van Sumatra. Na enkele uren voorbij de Noordhinder veranderde het weer en werd men geconfronteerd met stormweer. Dit zag er zo dramatisch uit dat zelfs tweemaal werd overwogen het dok te laten slippen. Het bleef dagenlang slecht weer waarbij nauwelijks vooruitgang werd geboekt. Nadat de storm was geluwd en men eindelijk het Kanaal was gepasseerd bleef het de rest van de reis goed weer en kwamen de slepers met het dok op 16 oktober dus na 92 dagen aan in Sabang in het voormalig Nederlands-Indië.
Het droogdok, het scheepsreparatiebedrijf, sleepboten, tinbaggermolens, een elektrische centrale en een ziekenhuis was eigendom van de Sabang-maatschappij, die ook de haven exploiteerde. Dat was een unicum aangezien andere bedrijfshavens in Indië alle gouvernementshavens waren.
Aankomstvan de W. Barendz en Vlaanderen met 5000 tons dok te Sabang 1924
Aangezien Sabang in die tijd een vrij belangrijke havenplaats was en slechts over een klein dok beschikte was het noodzakelijk een groter dok van 5000 ton te installeren, zodat men de meeste schepen van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij alsmede andere schepen in onderhoud zou kunnen nemen.
Daarna ging de reis van de “Willem Barendsz” en de “Vlaanderen” van Sabang naar Soerabaja. Vanuit Soerabaja sleepten ze twee baggermolens en een rotsbreker naar Melbourne en Port Adelaide.
Kapitein Moerman
Sleepboot W. Barendz met baggermolen en rotsbreker naar Melbourne 1924
Bemanningsleden te Port Adelaide 1925 met W. Pop 2e van rechts
Australische krant 17 januari 1925
Hierna sleepte men in 144 dagen de zwaar beschadigde en uitgebrande City of Singapore (7000 ton) van de Ellerman-Line van Adelaide waar men 11 april 1925 vertrok en via Fremantle naar Rotterdam
Tekst krantenartikel: De lange reis begint. Het is zaterdag voor Pasen 1925. De sleepboten “Willem Barendsz” en “Vlaanderen” beginnen in Port Adelaide, Australië aan een 144 dagen lange reis naar Nederland met de door een ontploffing zwaar beschadigde “City of Singapore” Bijna 35 jaar na deze reis ontvingen de kapiteins M. de Koe en D. Moerman bovenstaand krantenartikel met foto van mr. J.G. Anten te Grange in Australië.
Met het oog op de Z.W.-moesson in de Indische Oceaan werd de route genomen via Diego Garcia en langs de Oostkust van Afrika in plaats van via Padang en Colombo. De benodigde kolenvoorraad kon nu in de “City of Singapore” worden meegenomen en op de tussenstations worden overgebunkerd. Men vertrok 28 april van Fremantle en arriveerde op 24 mei te Diego Garcia en op 1 juli te Aden.
Tengevolge van de harde wind en stroom met de bekende hoge moeilijke zee en slecht zicht vereiste het ronden van Kaap Ras Hafun en Kaap Guardafui buitengewoon groot zeemanschap en volharding, terwijl het gevaar voor stranden daar zeer groot was. Men had de voorzorg genomen om de Afrikaanse kust flink zuidelijk aan te lopen, wat in die tijd van het jaar voor een sleep strikt noodzakelijk was. Op 5 juli vertrok men van Aden en 27 juli van Port Said. Op 1 september 1925 kwam men weer aan in de thuishaven.
In totaal werden 24.000 zeemijlen afgelegd en was men 14 maanden onderweg geweest.
Uit verhalen van bemanningsleden bleek dat Wijsmuller in er in die tijd voor zorgde dat de opvarenden goed te eten kregen. Op de terugreis was men echter na vertrek uit Australië gedwongen voornamelijk rijst met uien te eten aangezien de in Australië ingekochte aardappelen vrijwel allemaal verrot waren. De leverancier van de aardappelen had de zaak geflest.
Kapitein Moerman werd voor zijn prestatie onderscheiden in de Orde van Oranje Nassau.
Op het al dan niet lukken van die thuisreis werden in het buitenland weddenschappen afgesloten. In het boek “Hollands Glorie” is dit terug te vinden als een van de prestaties van Jan Wandelaar tijdens de oorlog. Het betreffende schip noemt hij “City of Durban”.
De “City of Singapore” werd door de Rotterdamse Droogdok.Maatschappij weer geheel gerepareerd.
Port Adelaide 1925 met W. Pop links
"The Mail" Adelaide. Saturday, february 6, 1926
SHIPS HOODOO BREAKS
CITY OF SINGAPORE'S ESCAPE
Returned Officer's Story
Mrt. F.B. Burgoine who served as an officer on the invalid steamship "City of Singapore" during her 13.000 mile journey from Port Adelaide to Rotterdam, returned to his home at Croydon on Wednesday. To The Mail Mr. Burgoine told the story of how the "City of Singapore" and her crew narrowly escaped destruction on the rock bound fastnesses of Cape Raz Hafun, 90 miles south of Cape Guardaful on the north African Coast.
The "City of Singapore" was what sailors call a *hoodoo* ship. From the time of her launching until her escapade of Raz Hafun, disaster, followed her over the seven seas. On her maiden voyage her engines slipped and caused serious damage to her plates. She was also damaged by fire before unprecedented misfortune overtook her at Port Adelaide nearly two years ago. The eleven persons who formed the crew of the patched-up vessel on her voyage from Port Adelaide to Rotterdam must have cursed the steamer's mysterious influence, when, at 4 o'clock one morning when off Cape Raz Hafun, the look-out on the towing tug "Vlaanderen" signalled the frantic message, “Breakers half a mile to port” . A few minutes later the "City of Singapore" was apparently drifting to certain destruction. Fair weather and good fortune followed the "City of Singapore", and the Dutch tugs "Vlaanderen and "Willem Barendsz" from Port Adelaide to Fremantle, and northward as they nosed their way over the waters of the Indian Ocean. Approaching Cape Guardafui the course was altered so as to hug the African coast and take advantage of a favorable current and the prevailing monsoon. The day before Cape Raz Hafun was reached the three vessels covered 180 knots. It was a recordday. The City of Singapore's evil influence was, either sleeping or impotent.
BREAKERS TO PORT
And then — “Breakers to port!'' The eleven men on the ill-starred vessel were startled at 4 o'clock in the morning to hear this ominous message ring out from the Vlaanderen, and as the sun rose and pierced a murky haze which hung like a pall to port, towering cliffs from five hundred to six hundred feet -high met their eyes, and a few hundred yards away a jagged smother of white told of a danger still more imminent. Quickly the "Vlaanderen" turned and made for the open sea. Slowly the "City of Singapore" turned also, but the "Vlaanderen" got into such a position that Capt. Moerman had to signal her to cut her hawser, and then, slowly but steadily, the "City of Singapore" with the "Willem Barendsz" straining to hold her, drifted astern. Half in and out of the surging line of surf the vessel stopped. Twenty yards separated her from oblivion. Then for two hours, with seas sweeping over her pitifully weakened, blackened, and twisted sides, the "City of Singapore" and the “Willem Barendsz" fought a desperate battle for life. Between decks the "City of Singapore" carried heavy machinery, and to prevent this rolling the crew performed prodigious feats. Between decks, too, the vessels old anchor was suspended, and when a particularly vicious wave sent this hurtling, to the bottom of one of the holds the cry went up that the rope which connected the "City of Singapore" with the "Willem Barendsz" had carried away. It is easy to visualise the consternation which reigned, momentarily when the men thought their one hope of salvation had gone. Connecting the "City of Singapore" and the "Willem Barendsz" was 150 fathoms of towing line, and 50 fathoms of the City of Sinsapore's own chain. From Port Adelaide to Raz Hafun a portion of this connecting link had always been submerged. Now Capt. Moerman took a desperate chance. Reasoning that it was better to lose 11 men and a ship than 24 men and two ehips, he decided to stake all on one desperate effort. Accordingly he signalled his engineroom to cram on every ounce of power. The toweline tightened, quivered and finally stretched away over the intervaning sea clear from the water. Would the cable hold or would the City of Singapore’s hoodoo send her and her crew to death ? That was the question the 11 men on the helpless vessel asked themselves and the same question worried the men on the straining "Willem Barendsz" and those on the "Vlaanderen", whose crew fate had compelled to stand idly by. Then the "City of Singapore" moved a few feet forward.
At first progress was almost too gradual to be reckonal progress at all, but slowly and surely the vessel moved still further forward, until at last she was free from the surging line of breakers, and at long last she moved out to sea and safety. From Cape Raz Hafun to Rotterdam fair weather and fair fortune again followed the three plucky vessels. And at Rotterdam, which was reached after four and a half months of sailing, compensation in the shape of a hero's welcome awaited both ships and sailors.
LUCK HOLDING
From the time, the three seaweary vessels entered the mouth of the Maas until they were berthed at Rotterdam, 19 miles upstream, siren blowing steamers and cheering: thousands along the quay sides gave to the crew a magnificent welcome. And what of the "City of Singapore" ? Is her luck still holding? Mr. F. B. Burgoine brings tidings which indicate that it is. The last I heard of the old boat, he said, she was on her way to Madras, with a full cargo of coal. Good luck to her. Thousands of South Australians who still cherish a love for a gallant ship will echo the wish.
Weekblad van Tilburg 3-9-1925
Onderstaand artikel is uit de Sumatra Post dd. 27-10-1925
Den len Sept. 1.1(=1925). arriveerden in den Waterweg, na een zeer lange sleepreis afgelegd te hebben, de beide zeesleepbooten „Willem Barendsz" en „Vlaanderen" van het „Bureau Wijsmuller", met op sleeptouw het Engelsche s.s. City of Singapore" ',6567 bruto reg. ton en 10.000 ton d.w.).
Het is van algemeene bekendheid dat dit groote stoomschip tijdens eene ontploffing in Australië in brand is geraakt, en zeer zwaar werd beschadigd. De mogelijkheid om het schip in Australië te repareeren bestond, echter zouden de kosten ontzettend hoog zijn, zoodat assuradeuren het vaartuig abandonneerden. De heer Russel uit Londen had echter op het schip beslag kunnen leggen, en maakte met „Bureau Wijsmuller" een contract, om de „City of Singapore" van uit Adelaïde naar Rotterdam te sleepen, om bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, weer geheel in zijn oorspronkelijken staat terug gebracht te worden.
Het was heel toevallig dat beide sleepbooten van Bureau Wijsmuller in Australië waren. Deze booten waren n.l. 16 Juli 1924 met het bekende 5000 tons droogdok van Amsterdam naar Sabang vertrokken, hebben het dok in laatstgenoemde haven behouden en in goeden staat afgeleverd, en kregen terzelfdertijd opdracht, om dd. 15 Nov. van Soerabaja te vertrekken met 2 baggermolens, een cutterzuiger en een sleepboot voor Australië. Dit waren vaartuigen van de Hollandsche Aanneming Mij. te Den Haag geweest, welke voor Australische rekening waren aangekocht, en aldaar moesten worden afgeleverd. Door deze toevallige omstandigheid kon de heer Russel met Bureau Wijsmuller contract maken, om na geheel zeewaardig maken van het s.s. „City of Singapore" dit schip te versleepen. De beide booten arriveerden precies op den dag als in het contract met den heer Russel vastgesteld, te Adelaïde, hebben daar met hunne bemanningen geassisteerd om het vaartuig zeewaardig te maken, en toen dit alles gereed was, en een Certificaat van Zeewaardigheid was verkregen, vertrok men den 11den April 1925 van Adelaïde om, via Fremantle, waar weer bijgebunkerd moest worden, naar Europa te vertrekken, vertelt het „Nd. Zeewezen". Intusschen was het al te laat geworden om de gewone route, welke met het oog op de bunkercapaciteit van de sleepbooten is aangewezen, n.l. Padang, Colombo, 8 Graad Kanaal, Aden, te volgen, en werd aan de gezagvoerders opgedragen om in het s.s. „City of Singapore" een groot kwantum kolen te laden, en dan te vertrekken rechtstreeks van Fremantle naar Diego Garcia, een eiland behoorende tot de Chaos Archipel. De sleep vertrok, zooals gezegd, 11 April van Adelaïde. 28 April van Fremantle, en arriveerde 24 Mei te Diego Garcia. De booten werden weer uit het stoomschip „City of Singapore" van kolen voorzien, en nu werd begonnen met het moeilijkste gedeelte van de reis, n.l. het traject Diego Garcia- Aden. Dit is zoo moeilijk, omdat te verwachten was de hevig doorstaande Z.W. moesson in den Noord-lndischen Oceaan en daarom werd koers gezet, eerst van den Chaos Archipel benoorden de Seychellen langs, tot dicht onder de Afrikaansche kust, om op deze wijze te profiteeren van de meestal om de Noord loopende Oceaan-stroomen. Op dit traject is vooral bij Kaap Ras Hafun, en Guardefui zeer slecht weer ondervonden ; hevige wind, zware stroomen en veel zee maakten het traject tot een bijzonder moeilijke navigatie voor de gezagvoerders der beide sleepbooten, maar met Hollandsche taaiheid en vasthoudendheid, gezien het groote belang dat zij op sleep hadden, hebben onze Hollandsche zeelui de .City of Singapore" er doorheen gebracht, en arriveerden zij op 1 Juli behouden te Aden. Den 5den Juli vertrok het transport weer van Aden. en den 27sten Juli van Port-Saïd. Den 16 Aug. werd Gibraltar gepasseerd en den eersten Sept. bereikten beide booten met het s.s. „City of Singapore" behouden de haven van Rotterdam.
Voor dit groote werk bestond zeer veel belangstelling, vooral van hen die met de zeevaart te maken hebben, omdat een sleepreis van 13000 zeemijlen nog nooit was uitgevoerd. In Engeland, waar men altijd zeer veel notitie neemt van alles wat er op scheepvaartgebied plaats vindt, had dit werk dan ook bijzondere belangstelling, en men deelde Bureau Wijsmuller mede, dat in Australië hooge weddenschappen zijn afgesloten of beide sleepbooten in staat waren de City of Singapore behouden over te brengen. Het is, èn voor de bemanningen der sleepbooten, èn voor Bureau Wijsmulier, een groote eer dit kranige stuk werk te hebben uitgevoerd.