Zeesleepvaart Maassluis
Het wegslepen van het munitieschip Fort Confidence uit de haven van Algiers in 1943
Toen de ‘Hudson’ in 1943 in Algiers was gestationeerd, leverde haar bemanning één van de moedigste prestaties uit haar geschiedenis. Op 16 juli 1943, nadat Algiers door de geallieerden was bezet, werd deze havenstad ingeschakeld als bevoorradingsplaats van de troepen. Toen er een konvooi munitieschepen in de haven lag te laden vond er op het Noorse schip ‘Bjørkhaug’ dat aan de kade van Fedalah lag, een enorme ontploffing plaats. De ‘Bjørkhaug’ was 38 ton Duitse anti-tankmijnen aan het laden waarvan de ontstekingen nog niet waren verwijderd. Nadat reeds 32 ton was geladen deden zich kort na elkaar twee enorme explosies voor die het schip in tweeën spleten. De tweede explosie vond plaats bij de mijnen op de kade. Onder de bemanning van de ‘Bjørkhaug’ vielen 9 doden waaronder de kapitein Ole Sandvik en 7 gewonden. Bij de hierop volgende explosies werden in het hele havengebied veel mensen gedood waarvan de gepubliceerde aantallen uiteenlopen van 300 tot 1000 mensen, meest havenarbeiders. Achteraf is gebleken dat een lading mijnen uit de laadnetten in het ruim is gevallen met de bekende fatale gevolgen en er veel mankeerde aan de laadvoorschriften.
Het Noorse schip ‘Bjørkhaug’
Onder de talrijke schepen in de haven van Mustapha in Algiers lag het Libertyschip ‘Fort Confidence’ dichtbij de ‘Bjørkhaug’ afgemeerd. Van de 5300 ton brandstof en munitie die de ‘Fort Confidence’ kon laden was reeds 2600 ton geladen toen tengevolge van voornoemde explosies de ‘Fort Confidence’ om 15.15 uur in brand vloog. Voortdurend vonden explosies aan boord plaats. Een zware ontploffing zou de totale vernietiging van de juist in deze tijd zo belangrijke havenstad hebben betekend.
Foto van de USS ‘Savannah’ en brandende schepen waaronder de ‘Fort Confidence’
De ‘Hudson’ kreeg orders deze 'brandende bom' ver buiten de haven te slepen, omdat het Canadese hospitaalschip ‘Lady Nelson’ en het Amerikaanse troepenschip ‘AP24’(dit was het stoomschip ‘Orizaba’ van de New York & Cuba Mail) in de buurt lagen en ernstig gevaar liepen. Binnen een half uur, te weten om 15.45 uur, was de ‘Hudson’ ter plaatse en maakte vast aan het troepenschip AP 24 . Dit schip werd veilig naar de pier gesleept en kwam ten anker in Alger Anchorage
De Oizaba in camouflagekleuren
De ‘Hudson’ keerde terug naar de haven en maakte om 16.10 uur vast aan de ‘Lady Nelson’, en sleepte haar veilig naar de pier en om 16.22 uur konden de trossen worden losgegooid.
Hospitaalschip Lady Nelson
Kapitein Weltevreden kreeg opdracht ook de ‘Fort Confidence’ - die van voor tot achter in brand stond - naar buiten te slepen: een zeer gevaarlijke opdracht, aangezien constant zware explosies werden gehoord. Om 16.35 uur kwam de admiraal - de commanderende Britse officier van de haven Douglas - aan boord en werd gehandeld overeenkomstig zijn orders Nadat de 3 boegtrossen van het brandende munitieschip waren losgemaakt kon de ‘Hudson’ vastmaken.Vervolgens werden bijlen aan de wal gebracht om de spring en de trossen van de achtersteven te kappen. Met drie sleeptrossen trok de sleepboot, met groot gevaar voor schip en bemanning, de ‘Fort Confidence’ om 16.40 uur van de wal en richting zee. Nog voordat de sleep de pier uit was, waren alle trossen doorgebrand. Het munitieschip dreef tegen de havenversperring aan. De in de haven liggende Engelse destroyer ‘Paladin’ slaagde er in een staaldraad vast te maken op het stuurboordanker van de ‘Fort Confidence’. Ze begon haar weg te trekken van de versperring en andere olietankers. Toen de ankerketting 5 vadem slipte kwam de ‘Hudson’ weer dichterbij, waarop matroos Fillekes en de Deense olieman Hansen van de sleepboot oversprongen op het brandende schip ondanks dat er voortdurend munitie ontplofte. Ze zagen kans een tros vast te maken, maar ook deze vatte vlam en werd door het vuur verslonden. Vervolgens gaf Ben Weltevreden opdracht de ‘Hudson’ aan de ‘Paladin’ vast te maken, om samen het brandende gevaarte de haven uit te slepen. Na ongeveer 13 minuten van trekken ging het om 17.15 uur weer mis. Zowel de trossen van de ‘Hudson’ als van de destroyer ‘Paladin’ braken. Op een gegeven moment verscheen de Britse sleepboot ‘Empire Tide’, die een tros op het anker van het munitieschip bevestigde en met grote voorzichtigheid het brandende gevaarte de haven probeerde uit te slepen. De ‘Empire Tide’ kon de sleep niet houden. Ze werd willoos mee getrokken en moest uiteindelijk de sleepverbinding kappen.Toen was het weer de beurt aan de ‘Hudson’, die vastmaakte aan de ankerketting van de ‘Fort Confidence’. De bemanning ondervond grote tegenslag door de diverse ontploffingen aan boord van het brandende schip.
Om 18.20 uur brak de tros, de ‘Hudson’ kreeg een loshangende tros van de ‘Fort Confidence’ in haar schroef en was op een bepaald moment geheel uitgewerkt. Met veel moeite en inspanning slaagde de bemanning van de ‘Hudson’ erin de tros vrij snel uit de schroef te halen en om 18.30 uur voor de derde keer opnieuw vast te maken aan de nog steeds in lichterlaaie staande ‘Fort Confidence’. Het lukte de ‘Hudson’ uiteindelijk na veel tegenslag de 'brandende bom' een aantal mijlen uit de haven van Algiers richting strand te slepen. Daar werd om 19.30 uur snel de sleeptros gekapt gelet op de voortdurende explosies en de rondvliegende granaatscherven. De sleepboot voer - behoorlijk beschadigd - terug naar de haven waar ze om 19.40 uur aankwam. .Twintig minuten later vloog de ‘Fort Confidence’ de lucht in. Voor deze prestatie werd kapitein Weltevreden benoemd tot ‘Honorary Member of the British Empire’.
Ook matroos Fillekes en olieman Hansen van de ‘Hudson’ werden voor hun heldendaad geprezen, omdat ze met gevaar voor eigen leven op het brandende munitieschip waren overgesprongen en daar de sleeptros wisten vast te maken. Zij kregen de ‘Empire Medal’. De drie mannen kregen tevens de ‘Lloyds Silver Medal for Meritious Services’. Kapitein Weltevreden kreeg tevens namens koningin Wilhelmina het ‘Kruis van Verdienste met Gesp’ toegekend; Fillekes en Hansen ontvingen ook het ‘Kruis van Verdienste’
Van links naar rechts kapitein Weltevreden, machinist J. de Vries en stuurman Bas Smit in de kapiteinshut