1b. Witte Zee met Okeanis 1936

Onderstaand verhaal is niet opgenomen in het boek "Kapitein B.C. Weltevreden, een meeslepend leven"

NIEUWSBLAD van het Noorden, woensdag 21 october 1936

De „Okeanis” op sleeptouw

Gisteravond te Hoek van Holland aangekomen.

Over de moeilijkheden van het Grieksche stoomschip „Okeanis" op de kust voor IJmuiden,waarover wij gisteren reeds schreven, kan nog het volgende gemeld worden: De „Witte Zee" die het eerst bij de „Okeanis" was, is er gistermiddag om kwart voor vijf in geslaagd een tros uit te brengen en de „Okeanis" op sleeptouw te nemen.Nadat de „Witte Zee" erin was geslaagd een verbinding met de „Okeanes" tot stand te brengen, is de Grieksche bemanning op drie man na overgegaan op het Grieksche s.s. „Belgion" terwijl drie man van de „Witte Zee" op de „Okeanis" en drie Grieksche zeelieden zijn gaan assisteeren. De sleep kwam te ongeveer negen uur te Hoek van Holland aan, doch zij mocht van den rijkshavenmeester, aangezien de „Okeanis" een lek had bekomen en in zinkenden staat was, den Nieuwen Waterweg niet binnengaan, aangezien gevreesd werd, dat het wrak in het vaarwater zou zinken. De kapitein van de „Witte Zee" heeft zich met den rijkshavenmeester onderhouden, en daarna is toestemming verkregen om binnen te komen. Men heeft afgewacht tot het laag water was, waarop de „Blankenburg" en de „Maas" beide van L. Smit's sleepdienst zijn uitgevaren ter assistentie. Met de drie sleepbooten is de „Okeanis" te ongeveer elf uur binnengekomen en te Hoek van Holland is ook het bergingsvaartuig „Meermin" er bij gekomen om te pompen. De geheele sleep vertrok daarna naar de Waalhaven om daar te meeren.

--------------------------------

Kapitein van de Witte Zee vertelt van den avontuurlijken tocht

ROTTERDAM, 21 Oct. 1936 Aan boord van de „Witte Zee" heeft kapitein B. C.Weltevreden van dat schip een relaas gegeven van de gebeurtenissen van gisteren en den afgeloopen nacht. Gistermorgen om negen uur werd te Hoek van Holland het 5.0.5.-bericht ontvangen, waarin het Grieksche koopvaardijschip „Okeanis" assistentie verzocht, daar het schip een lek had gekregen en zich in zinkenden toestand bevond. Wat de oorzaak van het lekslaan is, is nog niet bekend. Verondersteld wordt, dat het zware werken van het schip daaraan niet vreemd is. De „Witte Zee" is onmiddellijk van Hoek van Holland vertrokken en met behulp van de richtingzoeker was men weldra ter plaatse. Daar de „Okeanis" geheel verlaten was, was er weinig kans, dat een verbinding tot stand kon worden gebracht. De „Belgion", die de bemanning had overgenomen, weigerde evenwel een boot te strijken om de Grieksche bemanning naar de „Witte Zee" te brengen. Kapitein Weltevreden heeft toen vrijwilligers voorgeroepen en, hoewel het hier een levensgevaarlijk werk betrof, hebben de bootsman J. van Es, de lichtmatroos P. Snoek en de stoker M. van Dijk zich onmiddellijk beschikbaar gesteld. De kapitein van het koopvaardijschip, de heer Paleokrassas, was zelf te uitgeput om aan het werk te kunnen deelnemen. Van het lichtschip „Elbe I" tot het moment, waarop hij noodseinen uitgezonden had, heeft hij met zwaar weer te kampen gehad en zich geen slaap gegund. Toen de drie Grieken eenmaal aan boord van de „Witte Zee" waren, kon men beginnen met te trachten het contact tot stand te brengen. Toen de „Witte Zee" dicht genoeg bij de „Okeanis" was, is genoemd drietal van de „Witte Zee" met de Grieken in een sloep gesprongen en zijn zij naar de „Okeanis" geroeid. Toen zij eenmaal aan boord geklommen waren, was de 18 duims tros, welke bij het sleepen een lengte had van 120 vaam, weldra bevestigd. Het weer, dat in den avond slecht geweest was, knapte later in den nacht wat op en dat kwam zeer van pas, aangezien het sleepen vele moeilijkheden met zich mede bracht. De stoomketels waren namelijk nog in tact, toen de „Okeanis" om lei te maken naar bakboord het roer omgooide, doch spoedig daarop is de stoom er af gegaan, doordat het water, dat in het stoomhol en de machinekamer steeds hooger werd, tenslotte boven de stoomketels kwam te staan. Met geen man of macht was er toen weer beweging in het schip te krijgen en zoo moest het schip gesleept worden met een roer, dat vrijwel dwars stond. Hierdoor bleef het schip niet recht achter de „Witte Zee", doch had steeds de neiging, om haaks op de vaarrichting te gaan staan. Hierdoor heeft de sleep in het gunstigste geval een snelheid van slechts 2 tot 2M> mijl kunnen maken. Weer ander werk. Nauwelijks had kapitein Weltevreden zijn relaas over den avontuurlijken tocht gedaan, of het schip kreeg order, zich naar Vlissingen te begeven, waar de Noorsche tanker „Beth" op' de Schelde een gat in den scheepswand van plm. 70 c.M. heeft gekregen