f. Invasie Normandie

Deelname van de Dexterous aan de invasie van Normandië van 6 juni t/m eind november 1944

Vanaf de voorbereiding op de invasie van Normandië stonden alle sleepboten onder bevel van de Amerikanen. De meer dan 100 sleepboten die in Lee on Solent lagen werden in ruime mate bevoorraad met voedsel, brandstof en alle soorten sleeptrossen. Verder lagen er allerlei marinevaartuigen en passagiersschepen voor anker. Laatstgenoemde schepen moesten de duizenden soldaten naar de Normandische kust vervoeren. De vele vrachtschepen waren geladen met allerlei oorlogsmateriaal. Op de landingsvaartuigen stonden tanks, kanonnen en pantserauto’s.

Op 3 juni 1944 moesten alle sleepbootkapiteins en de commandanten van de overige vaartuigen zich om 15.00 uur melden op het passagiersschip de “Empire of Russia” teneinde hun meer dan 200 bladzijden tellende instructies te ontvangen voor de aanstaande operatie ofwel D-day.

Empress of Russia

Zes sleepbootkapiteins kregen na de conferentie speciale orders. Zij zouden als eersten in de nacht van vier op vijf juni koers zetten naar de Normandische kust. Tevens werden ze toegesproken door een admiraal die de gebeurtenissen en het verloop van de oorlog gedurende de laatste jaren beschreef. Hij prees de samenwerking tussen de verschillende landen van de vrije wereld alsmede de prestaties van de kleinere schepen zoals de sleepboten en de trawlers. Gewezen werd op het belangrijke aandeel dat zij in de gehele operatie hadden te verrichten. Tot slot wenste hij hen een goede reis en een behouden terugkeer.

Kapitein Kalkman had opdracht gekregen met zijn schip ankerop te gaan en ’s avonds zeven uur te vertrekken naar Chelsea Bill waar de Phoenix-caissons lagen. Daar zou hij verdere instructies ontvangen. Bij aankomst aldaar kwam er een officier aan boord die mededeelde dat de gehele operatie een etmaal uitgesteld moest worden in verband met het stormachtige weer in het Kanaal. De volgende dag bracht de bemanning de dag in martelende onzekerheid door. Het was de bemanning van de “Dexterous” inmiddels duidelijk dat een landing op de Normandische kust aanstaande was. De exacte bestemming was nog niet bekend gemaakt. De bemanning van de sleepboot telde op dat moment vierentwintig man waaronder tien Nederlanders, een Belg en enkele Ieren.

In de namiddag van 5 juni toen de storm was afgenomen kwam eindelijk voor de “Dexterous” het sein tot vertrek. ’s Avonds moesten ze een sleepverbinding tot stand brengen met de hen toegewezen Phoenix. De sloepen werden buitenboord gedraaid en iedereen had zijn zwemvest aan. Hierna zette de “Dexterous” koers naar de aangewezen boei, dat ook als het rendez-vous-punt voor de andere schepen was. In verband met de drukte die daar heerste hadden de Engelsen dat punt als “Piccadilly Circus” betiteld. Vanaf dit punt zouden de zeeslepers een gemarkeerde route volgen tot zeven mijl uit de Normandische kust.

Bij een in de instructies vermelde boei zouden de sleepboten hun eigen koers varen naar de verschillende bestemmingen zoals Arromanches en Isigny. De “Dexterous” en nog een Engelse sleepboot kregen de opdracht hun Phoenix bij Isigny af te leveren.

Tijdens de nacht werd de oversteek gemaakt. De spanning was zo groot dat niemand na zijn wacht naar kooi ging. Regelmatig zagen ze snelle escortevaartuigen langs het konvooi patrouilleren. Boven hen hoorden ze het onafgebroken gedreun van ontelbare vliegtuigen die eveneens op weg waren naar de Normandische kust. Veel jachtvliegtuigen bewaakten de geallieerde armada. Hoewel ze nog op grote afstand van de kust waren, hoorde de bemanning van de “Dexterous” al de donder van het geschut en zagen ze de vuurflitsen aan de hemel. Af en toe stortte er een brandend vliegtuig in zee. Bij het aanbreken van de dag op 6 juni zagen ze het gevecht dat op grote schaal was ontbrand. Voor hen lagen reeds hele rijen schepen te wachten en er kwamen er steeds meer bij. In zee dreven de lijken van tal van omgekomen soldaten.

De geallieerden waren al geruime tijd bezig hun troepen, tanks en ander oorlogsmateriaal aan wal te brengen. De kruisers gaven een onafgebroken dekkingsvuur aan hun eigen troepen die aan land gingen en probeerden Duitse verzetshaarden en kustbatterijen uit te schakelen. Hierbij was sprake van een ontzagwekkende vuurkracht. Verkenningsvliegtuigen gaven aanwijzingen als het vuur diende te worden verlegd.

Ondertussen vielen er honderden granaten van de Duitse kustbatterijen veelal tussen de geallieerde armada en veroorzaakten metershoge waterfonteinen. De invasievloot strekte zich uit over een lengte van meer dan veertig kilometer en elk schip had hierin zijn eigen vastgestelde plaats. Aangekomen ter hoogte van Isigny werd het spannend voor de bemanning van de “Dexterous”. Het bleek dat de Duitsers bij Isigny nog hardnekkig weerstand boden. Hierdoor was het voor de twee zeeslepers met hun logge Phoenix niet mogelijk hun caisson over te geven aan kleinere sleepboten die ze op hun plaats moesten afleveren. Kapitein Kalkman kreeg van een Amerikaanse officier de opdracht de rest van de dag en de daarop volgende nacht met de caisson op en neer te houden. Terwijl men op de “Dexterous” wachtte op het sein om de sleep over te geven, kon men de strijd op het strand goed volgen. ’s Nachts werd er gewaarschuwd voor een aanval met Duitse éénmansonderzeeërs. De Duitse aanval bleek weinig effectief en er gingen slechts enkele schepen verloren. Ook de tegenaanvallen met Duitse vliegtuigen veroorzaakten met de door hen afgeworpen magnetische mijnen nauwelijks schade.

Hoewel de granaten hen om de oren vlogen had de bemanning van de “Dexterous” alle aandacht nodig bij hun sleep. Dit was nog niet zo eenvoudig met Engelse en Ierse matrozen die dit werk nog niet eerder hadden gedaan. Toen de Duitse weerstand op 7 juni eindelijk was gebroken kreeg men van de eerder genoemde Amerikaanse officier het sein dat de Phoenix kon worden overgegeven aan de kleinere slepers. Parallel aan de kust waren al enkele oude en beschadigde schepen als golfbrekers afgezonken. Daartoe behoorden o.a. de Nederlandse kruiser “Sumatra” en het vrachtschip de “Parklaan”. Het was de bedoeling de trossen van de Phoenix los te maken en hem voor anker te laten gaan via twee betonnen blokken. Hoewel kapitein Kalkman de Amerikaan had gewaarschuwd dat dergelijke ankers de Phoenix niet zouden houden gaf deze toch opdracht het te proberen. Zodra de “Dexterous” de trossen had laten slippen en men op de Phoenix de betonnen ankers over boord had gezet bleken ze ongeschikt voor hun taak en dreef de Phoenix af in de richting van de oorlogsschepen en de landingsvaartuigen. De toestand werd heel erg bedreigend toen bleek dat de Phoenix rechtstreeks afkoerste op een schip dat met explosieven geladen was. De kapitein gaf onmiddellijk opdracht om de trossen binnen te halen en daarna achter de caisson aan te gaan. In korte tijd wist men de Phoenix opnieuw vast te maken en een rampzalige botsing met het munitieschip te voorkomen.

De Tweede Phoenix die door de Engelse sleepboot was overgegeven aan een kleinere Amerikaanse sleper bleek ook niet in toom te houden. Ook dit caisson werd door de stroom richting een munitieschip gedreven. De gezagvoerder van het kleine sleepbootje die al snel inzag dat hij de Phoenix niet in bedwang kon houden riep via de megafoon al snel de hulp in van de “Dexterous”. Ondanks het feit dat de “Dexterous” ernstig werd belemmerd in haar bewegingen door de eigen caisson, schoot ze direct te hulp. De “Dexterous” wist de tweede kolos achter de eerste op sleeptouw te nemen en bleek sterk genoeg om de twee caissons weg te slepen uit de gevarenzone. De Amerikaanse officier was opgetogen en schreeuwde: “Daar zult u meer van horen”. “Als het dan maar wat goeds is”, zei stuurman Pop enigszins cynisch.

Al met al had de bemanning van de “Dexterous” een kwartier lang in de rats gezeten en ze waren blij dat het goed was afgelopen. Hierna voer de “Dexterous” naar een geschikter plaats waarna de twee Phoenixen enkele uren later wel konden worden overgedragen aan andere kleine sleepboten. Hierna werd de terugreis naar Portmouth aanvaard waar men op 9 juni aankwam en waar de volgende caisson lag te wachten.

Dexterous met een Phoenix

Op 12 juni 1944 vertrok de “Dexterous” van Peel Bank naar de Seine Bay met de tweede caisson 636.B.D.1. en keerde hierna terug naar Portsmouth. Na ongeveer een week waren alle Phoenixen naar hun plaatsen versleept.