De zonnewijzer van Wilp wordt gemaakt van staal. Een sterk materiaal waardoor een uitvoering met een relatief dunne plaat mogelijk is. We kiezen voor cortenstaal dat verder niet behandeld wordt, maar uiteindelijk een natuurlijke roestige uiterlijk krijgt: de oranje-bruine kleur die is gebaseerd op de antieke oranje-bruine kleur van de grote deuren van de kerk en het zijraampje in de toren. Een plaatdikte van 5mm zou volgens deskundigen meer dan genoeg moeten zijn, maar het moet wel voldoende sterk zijn (na de uitsnijdingen) zodat een vlakke plaat gegarandeerd blijft. Het is niet de bedoeling om verstevigingsconstructies achter de plaat aan te brengen. Een proef a.d.h. van een model wijst uit dat schaduwwerking in combinatie met materiaalkleur voldoende contrast oplevert.
Dankzij een verhoogd gehalte koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom in de chemische samenstelling, ontstaat bij blootstelling aan natuurlijke omstandigheden een egale oxidehuid op de staalproducten. Deze laag wordt ook wel ‘de Patina’ genoemd. Deze zeer dichte oxidehuid schermt het dieper liggende materiaal af van zuurstof, waardoor de verdere oxidatie sterk vertraagd wordt en nauwelijks verder corrodeert. De chemische samenstelling zorgt ervoor dat het oppervlak door blootstelling aan vocht en lucht een roestbruine laag krijgt. Dat laagje roest geeft een bijzonder wisselend uiterlijk. Architecten gebruiken het dan ook veelvuldig bij bekledingen van gevels en kunstwerken.
De afmetingen resulteren in een rechthoekig staand model. (verhouding Gulden Snede) Op de toren krijgt het geheel een ietwat slank uiterlijk. De opgenomen tekst krijgt hierbij wat meer ruimte dan een meer vierkant model.
Alle belijningen en tekst in de plaat wordt uitgesneden met een breedte van ongeveer 6mm. De uitdrukking ‘less is more’ is hierbij letterlijk van toepassing. Dit geeft in combinatie met de montage-afstand tot de muur een open en modern karakter. De methode die voor het uitsnijden gebruikt wordt moet wel voldoende details in de tekst blijven garanderen.
De zonnewijzer wordt uitsluitend voorzien van uurlijnen, hiermee wordt de soberheid en eenvoud benadrukt. De uurlijnen worden aangebracht volgens de ‘zonnetijd’ of ook wel de ‘lokale tijd’ genoemd. Het geeft soms grote afwijking met de huidige ‘klokkentijd’ maar is wel de tijd in z’n meest pure vorm.
Eén lijncurve doorsnijdt de uurlijnen. Dit is een datumlijn van 12 november. Dit is de herdenkingsdag van de Heilige Lebuïnus. Jaarlijks zal op 12 november de schaduw van een bol, die gemonteerd is op de poolstijl, exact deze lijn volgen. Hiermee wordt verwezen naar de Heilige Lebuïnus naar wie ook de kerk vernoemd is.
De tekst is een verwijzing naar de extreme ouderdom en tevens een herinnering aan het jubileumjaar van Wilp.
Zonnewijzers worden vaak uitgevoerd met een Latijnse tekst en Romeinse cijfers. Om de zonnewijzer zo breed mogelijk toegankelijk te maken kiezen we daar niet voor. De tekst wordt aangebracht in onze eigen Nederlandse taal. En ook met onze ‘eigen’ cijfers, ook voor de urenaanduiding.
De letters en cijfers dienen voldoende groot te zijn zodat ze goed leesbaar zijn op ruime afstand/hoogte maar gelijkertijd wel binnen de proporties blijven t.a.v. de zonnewijzer in z’n geheel. Een proef a.d.h. van een model wijst uit dat 6 cm hoogte voldoende is.
De poolstijl krijgt een dikte van 8 mm en moet onder een bepaalde hoek aangebracht worden en voldoende stabiliteit krijgen. De hoek waaronder dit gebeurt wordt later nog exact aangegeven door de ontwerper. De poolstijl wordt ook op een bepaalde plaats voorzien van een bolletje. Dit dient ervoor om de datumlijn van 12 november te volgen. (herdenkingsdag van de heilige Lebuïnus). Ook de plaats van het bolletje wordt later exact aangegeven. Dit moet n.l. ook berekend worden door de ontwerper.
De meest gunstige plaats voor de zonnewijzer is de zuidwand van de toren. Relatief hoog en daardoor garantie voor de meeste zonuren. De zonnewijzer wordt geplaatst onder de boog-nis op zo’n 7 meter hoogte. De linkerzijde van de zonnewijzer loopt in lijn met de linkerzijde van de boognis.
De zonnewijzer wordt met 10 cm tussenruimte vrij van de muur geplaatst en op drie of vier plaatsen degelijk verankerd in de voeg van het metselwerk. Het oude muurwerk wordt hierbij zo min mogelijk aangetast. Zover wij hebben geconstateerd lijkt de muur ongeveer 3 graden af te wijken. Bij montage zal hiermee rekening gehouden moeten worden, of eerder al bij de berekening van belijning. De bevestiging moet zodanig plaatsvinden dat de zonnewijzer tijdens montage nog bijgesteld kan worden, zowel horizontaal als verticaal.
Door een ontwerper zal de belijning exact uitgerekend worden en een file opgeleverd worden waarmee de zonnewijzer uit een stalen plaat gesneden kan worden. Dus een eps-file of een vergelijkbaar formaat.