Geluid

De kerkelijke verklaring voor het luiden van klokken berust in het uitnodigen van de gelovigen voor de nakende viering. In de bijgeloofs-sfeer wordt eerder gesproken van het wegjagen van de boze geesten vooraleer de gebedsdienst kan doorgaan. In de vaak woelige tijden van het Ancien Regime was een kerk meer dan een gebouw voor religie alleen. Zeker in de Kempen bepaalde de parochiekerk het dorp, niet het kasteel. Veel van de oudste kerken zijn trouwens gebouwd door de plaatselijke heren die op hun domein een kerk lieten bouwen, zelf een priester aanstelden om zo hun zielenheil af te kopen en prestige te winnen.

Paardenschedels werden relatief veel terug gevonden in Ierland, Wales en Engeland. Net als katten werd zeker voor paarden een gave verondersteld om meer te kunnen zien dan wij. Ook wordt verwezen naar de toepassing van de paardenschedel als klankkast. Het gebruik van (paarden)schedels kan zo verwant zijn met het gebruik van kerkklokken. Deze werden ook geluid om boze geesten te verjagen vooraleer de gelovigen zich verzamelden voor de eredienst.

Windgongs (Chimes)

Een windmobiel of windgong wordt gemaakt van verschillende materialen, de meest voorkomende materialen zijn hout, bamboe en schelp. Een windmobiel of windgong wordt meestal buiten op een balkon, veranda, of in een tuin opgehangen, waar hij de wind kan vangen en zijn lied ten gehoren kan brengen. Het geluid varieert door de de grootte van de buizen en het materiaal waar een windmobiel van gemaakt is en vanzelfsprekend ook door de wind zelf. Het geluid is vrolijk en heeft iets mystieks, hierdoor zorgt het voor een uitermate ontspanning. De oorsprong van de windgong ligt in het Oosten, waarmee de lokale bevolking negatieve energieën buiten het huis houdt.

In onze streken gaat het om een import-item en is dit apotropaeisch doel verwaterd tot onbestaande.