Evil Forces (kwaadaardige geesten)

Natuur-krachten Demonische krachten

Om apotropaeïsche ingrepen beter te begrijpen is het noodzakelijk om ook de 'Evil Forces' die voor de Middeleeuwse mens alomtegenwoordig waren, te onderzoeken. Hierbij wordt veelal vertrokken van het onderscheid tussen natuurlijke en demonische krachten. De eersten zijn het gevolg van occulte natuurlijke verschijnselen. De tweede categorie van duivelse krachten is rechtstreeks gelinkt met Het Kwade, verpersoonlijkt door duivels, demonen en heksen. Deze vormden tevens een voorwerp van de strijd van de katholieke doctrine. Allicht kan dit onderscheid ook worden omschreven als een opspliting in animistische natuurkrachten enerzijds en krachten gegenereerd door de doctrinaire katholieke geloofsbenadering anderzijds.

Voor de komst van de katholieke predikers in West-Europa kenden de Kelten en de Germanen een religie die (zoals Valgaerts en Michiels het reeds beschreven) zeer sterk met de natuurlijke realiteit verweven was, derhalve stevig animistisch doordesemd. Dit sloot een intense cultus in tot bomen, stenen, bronnen, rivieren, hoogten, heuvels ... Elk natuurelement werd herkend als deel van het geheel: de godheid. Men zag met andere woorden achter de stof steeds de scheppende spiritualiteit. De belijdenis van verbondenheid met de natuur vormde de uitdrukking van verbondenheid met God: vandaar de term natuurgodsdienst. Gezien deze hele traditie hoofdzakelijk oraal verliep blijft het moeilijk om deze geheel te doorgronden.

De kerstening bracht niet met zich dat opnieuw werd gestart 'from scratch' maar dat de sacraal benaderde natuurelementen evolueerden naar beelden van menselijke (soms beweerd historische) figuren: de heiligen. De animistische inhoud bleek echter dermate sterk dat niettegenstaande ze werd verchristelijkt, de attitude tegenover de natuurkrachten behouden bleef... tot vorige eeuw.

Dit natuurgeloof werd doorkruist door een kerstening die een sterke pessimistische component in zich droeg: de mens is zwak en slecht en laat zich al te makkelijk verleiden door het kwaad dat alom tegenwoordig is. Achter iedere hoek en kant ligt wel een duivelse geest op de loer om de mens op het slechte pad te brengen. Dit leidde tot hysterische toestanden met kruistochten tegen andersdenkenden en inquisities, veroordelingen tot de brandstapel en duiveluitdrijvingen. Het doctrinaire optreden van de kerk heeft deze demonische dimensie enorm aangezwengeld.