Overzichtsbeeld van de gewasrotatieproef.

STOP 8 - SLIMME ROTATIE VAN GEWASSEN 

Hier zie je proefvelden waar steeds hetzelfde gewas wordt geteeld en proefvelden waar verschillende gewassen worden afgewisseld.  

Een slimme variatie aan gewassen op een landbouwperceel zorgt voor een vruchtbare bodem. Al 19 jaar onderzoekt de Proefhoeve Bottelare op dit perceel wat het verschil is tussen het telen van steeds hetzelfde gewas (monocultuur) en de afwisseling van verschillende gewassen in een gewasrotatie. Het onderzoek toont aan dat de gewasrotatie een hogere opbrengst oplevert dan de monocultuur en dat het zorgt voor minder ongewenste onkruiden en een betere bodemkwaliteit. Bovendien zorgt het er ook voor dat de gewassen beter bestand zijn tegen extremere weersomstandigheden. 


Door een slimme gewaskeuze kan in de bodem een goed organisch stofgehalte opgebouwd worden. Hierdoor blijft water langer in de bodem beschikbaar voor het gewas tijdens droge periodes. Afwisseling in gewassen zorgt ook voor meer bodemleven zoals regenwormen. Zij zorgen met hun gangen voor een goede bodemstructuur. Bovendien krijgen plagen en ziektes door een stabiel bodemleven minder kansen en moet de landbouwer minder bestrijdingsmiddelen gebruiken. En als er in de gewasrotatie uitbundig bloeiende gewassen zoals koolzaad, klaver of veldbonen zitten, krijgen ook bestuivers een duwtje in de rug! 

EEN GOEDE GEWASROTATIE VOOR EEN KLIMAATROBUUST TEELTYSTEEM 

We zoomen nog wat dieper in: hoe hebben we dit onderzocht en wat leren we hieruit? 

In 2006 werd de gewasrotatieproef aangelegd door de Proefhoeve Bottelare, een gezamenlijk onderzoekscentrum van de Universiteit Gent en de Hogeschool Gent. Het doel van de proef is om het verschil tussen een monocultuur en een gewasrotatie te onderzoeken wat betreft de opbrengst van de gewassen, de bodemvruchtbaarheid van het perceel en de weerstand tegen klimaatsverandering. De resultaten van de proef worden gebruikt om aanbevelingen rond gewasrotatie te formuleren voor landbouwers en het beleid. 


Al 19 jaar worden een tiental verschillende gewasrotaties aangelegd op dit perceel, gaande van een monocultuur maïs over de afwisseling tussen maïs en grasklaver tot een gewasrotatie met granen, erwten, maïs en aardappelen. Voor elke gewasrotatie worden vervolgens vier verschillende stikstofbemestingsniveaus aangelegd. Elk jaar worden de opbrengst van de gewassen en enkele kwaliteitsparameters bepaald. Ongeveer om de vijf jaar wordt ook de verandering in bodemkwaliteit en bodemleven in kaart gebracht. 


De resultaten van het meerjarig onderzoek tonen aan dat bijvoorbeeld maïs in monocultuur een duidelijk lagere opbrengst heeft dan maïs in een gewasrotatie. Maïs in een gewasrotatie heeft hierdoor een lagere stikstofbemesting nodig om tot goede opbrengsten te komen dan maïs in monocultuur. De maïsopbrengst wordt in de opeenvolgende jaren sterk beïnvloed door temperatuur en neerslag, maar de impact is kleiner wanneer maïs geteeld wordt in een gewasrotatie.  Dit wil zeggen dat maïs in een gewasrotatie klimaatrobuuster is dan maïs in monocultuur. De voordelen van de gewasrotatie zijn vooral te danken aan een verbeterende bodemvruchtbaarheid. Bij een goede gewasrotatie, zeker als er graangewassen en grasklaver in opgenomen zijn, kan het organische stofgehalte in de bodem verhoogd worden. Hierdoor verbetert onder andere de waterhuishouding zodat het water in de bodem langer beschikbaar blijft voor het gewas in periodes van droogte. Gewasrotatie zorgt ook voor een stabiel bodemleven. Hierdoor krijgen plagen en ziektes minder kansen omdat ze onderdrukt worden door het bodemvoedselweb vooraleer ze uitgroeien tot een plaag. Gewassen zoals peulvruchten of klaver in de rotatie hebben als bijkomend voordeel dat ze aantrekkelijk zijn voor verschillende soorten insecten. Meer diversiteit aan insecten op het perceel betekent ook een betere natuurlijke plaagbestrijding waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan verminderen. 


Proefopzet van de gewasrotatieproef

MEER WETEN?  

Om thuis te lezen! 

 

Link naar het artikel: https://www.landbouwleven.be/2660/article/2018-03-26/vruchtwisseling-perspectieven-op-korte-en-lange-termijn  

 

Contactgegevens onderzoeker: op te vragen via het secretariaat van vakgroep Omgeving (Bio-ingenieurswetenschappen, UGent): secretariaat.bw20@ugent.be