Een anemometer.
Een anemometer.
Op deze locatie wordt de weertoestand (temperatuur, windkracht, bewolking en neerslag) opgevolgd door middel van verschillende meettoestellen. De real time data, die hier op dit moment worden verzameld, kunnen geraadpleegd worden op de website van het KMI Het weerbericht voor Melle - KMI (meteo.be) .
Op basis van deze gegevens krijgen we dus een overzicht van de weertoestand op dit moment, en kunnen weersvoorspellingen voor de komende dagen opgesteld worden. Deze gegevens kunnen ook gebruikt worden om het (macro)klimaat – de gemiddelde weerstoestand over een periode van minimaal 30 jaar – in kaart te brengen.
Dit zijn enkele van de meettoestellen die je in dit weerstation kan zien:
Thermometerhut
Hierin wordt de luchttemperatuur gemeten. Het is belangrijk dat de thermometer niet in de zon hangt, daarom wordt de luchttemperatuur gemeten in een goed geventileerde, gesloten thermometerhut die opent aan de noordkant. De hut staat op een kort gemaaid grasveld en hangt op een hoogte van 1,5 meter. Eenheid luchttemperatuur: Graden Celsius (° C).
Mast met anemometers op 10 m en 20 m
Een anemometer of windmeter is een meettoestel dat de windsnelheid kan meten. Het toestel ziet eruit als een molentje met halve bollen. Door de kracht van de wind komt het molentje in beweging en ontstaat zo een elektrisch signaal. De grootte van dit signaal is een maat voor de windsnelheid. Eenheid windsnelheid: meter per seconde (m/s) of kilometer per uur (km/u).
Pluviometer
Dit is een trechtervormige regenvalcollector die de regen opvangt en dus de hoeveelheid neerslag opmeet. Eenheid hoeveelheid regenwater: millimeter (mm). 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter.
In elk weerstation worden de weervariabelen op exact dezelfde manier gemeten en bijgehouden. Dit zorgt ervoor dat metingen met elkaar vergeleken kunnen worden en uitspraken kunnen gedaan worden over het veranderend klimaat.
We kunnen van een microklimaat spreken als de omstandigheden op kleine schaal anders zijn dan wat op basis van het (macro)klimaat te verwachten is. Bomen en bossen zijn voorbeelden bij uitstek die een microklimaat creëren, dankzij hun schaduwwerking, windbreking en evaporatie (verdamping van water uit hun bladeren, takken en stam).
Zo wordt op de onderzoekslocatie ‘Bosvegetatie floreert in donker bos’ (Stop 1) bekeken hoe bossen het macroklimaat kunnen bufferen, zodat een koel en donker microklimaat ontstaat voor oudbosplanten en voorjaarsbloeiers. Dankzij het microklimaat dat een dicht bos creëert, is deze vegetatie beter bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Het effect van het klimaat op alleenstaande bomen wordt onderzocht op de onderzoekslocatie ‘Meer dan alleen bomen’ (Stop 9). In dit onderzoek wordt bekeken hoe het veranderend klimaat een invloed heeft op de groei van de bomen, op hoeveel koolstof ze vastleggen en in welke mate ze de biodiversiteit ondersteunen.
Op de onderzoekslocatie ‘Burgeronderzoek in 1m² tuintjes’ (Stop 10) leren we dat een landschap met veel houtkanten en bomenrijen het macroklimaat kan bufferen zodat een gunstig microklimaat ontstaat voor een betere groei van gewassen op landbouwpercelen.