Geert van Wou jr.

klokrand Geert van Wou jr. met een modernere vormgeving dan zijn vader Geert sr. gebruikte.


Het valt niet mee om de gelijknamige zoon van een beroemde vader te zijn en ook nog het zelfde beroep uit te oefenen. Het leven van Geert van Wou jr. lijkt getekend door deze slagschaduw. Uit de archieven komt hij niet als een aangenaam persoon naar voren.


Geert van Wou jr.

Weduwnaar Geert van Wou sr. hertrouwde rond 1503 met Clara Jans, dochter van een koperslager in Kampen. Samen brachten zij zes kinderen groot: vier jongens en twee meisjes. Van de zoons was Geert jr. de jongste en ook zus Mette lijkt ouder te zijn geweest. Een klein rekensommetje brengt ons dan rond 1513 als geboortejaar van Geert van Wou jr.. Als Geert jr., zoals toen gebruikelijk, op 12-jarige leeftijd als knecht bij zijn vader in dienst trad, dan startte zijn opleiding tot klokgieter rond 1525. Geert van Wou sr. overleed in december 1527. Veel opleiding kan hij zijn jongste zoon niet meer gegeven hebben. Daarbij komt dat Geert jr. (in 1527 14, 15, misschien 16 jaar oud) te jong en onervaren was om zelfstandig de gieterij van zijn vader over te kunnen nemen. Wel werd Geert jr. in 1528 toegelaten tot het prestigieuze Schepenmemorie, waarvan ook zijn vader lid was geweest. Hij woonde aan de Oudestraat in een deel van het grote erf van Geert van Wou sr., zus Mette woonde met haar gezin in een ander deel van het complex. Zijn leemhuis stond op het achtererf aan de Hofstraat. Zijn giethuis daarachter op een erf, over de Hofstraat heen, aan de Nieuwstraat. Van deze gieterij is bekend dat het een smal en donker gebouw was, waarin je zonder lantaarn en kaarslicht niet kon werken.

Toen Geert van Wou jr. als klokkengieter aantrad was Kampen een verarmde stad, die zich nauwelijks herstelde van de economische schade door de Gelderse oorlogen.


Compagnon Jan ter Steghe

In 1525 was knecht Jan ter Steghe klaar met zijn opleiding bij de oude van Wou. Hij was in 1521 door Clara van Wou gekoppeld aan nichtje Engele. Zo werden Jan ter Steghe en Geert van Wou jr . (aangetrouwde) neven. Had Clara deze constructie bedacht met het oog op de toekomst van haar zoon Geert jr.? Jan ter Steghe werd door Clara van Wou omschreven als een betrouwbare knecht, die goed werk afleverde.

Vanaf het begin werkten Geert van Wou jr. en Jan ter Steghe samen. Uit de archieven weten wij dat dit op basis van een verbondsbrief gebeurde: een overeenkomst over het gebruik van jonge Geerts gieterij, gereedschappen en matrijzen en over de verdeling van de betalingen.


Mr. Geert van Wou jr., klokkengieter

Al direct in 1528 kwam er een grote bestelling uit Hoorn binnen. Samen met Jan ter Steghe goot Geert jr. tien kleine klokken voor een voorslag in de toren van de Grote Kerk. In 1531 volgde de opdracht tot het gieten van een grote uurklok. Na een eerste betaling, liet het geld uit Hoorn op zich wachten. Daarop brachten de twee jonge klokkengieters in augustus 1531 een belangrijke borg in stelling: Pompejus Occo (1483-1537) een schatrijke zakenman uit Amsterdam. Het resultaat was dat het Hoornse stadsbestuur een maand later het resterende bedrag bij Pompejus Occo thuis afleverde.

Pompejus Occo, in 1531 geschilderd door Dirck Jacobsz. (Rijksmuseum)

Kunne van Bolten

Rond 1535 trouwde Geert jr. met Kunne van Bolten, de dochter van Zwolse schepen Arent van Bolten. Ook Kunne's broer Jan van Bolten woonde in Kampen. In 1536 was Geert van Wou jr. één van de huwelijksmakelaars voor het huwelijk van Jan van Bolten met (zijn tweede vrouw) Peterken van de Cuerbeke. Kunne werd niet oud. Zij overleed in 1541, Geert jr. en drie jonge dochters achterlatend. Op 23 januari van 1542 werden over de kinderen Grietgen, Claesgen en Ymmeken voogden aangesteld.


Klokken voor Delft

In 1538, kort na zijn huwelijk, kreeg Geert jr. een grote opdracht uit Delft. Zes klokken voor de Oude Kerk, die samen een toonreeks moesten vormen en accorderen met een zevende klok, de Ursulaklok in de Nieuwe Kerk. De beide Kamper meesters hadden deze Ursulaklok, met drie andere klokken, al eerder gegoten. De klokken voor de Oude kerk waren geen lang leven beschoren, want een aantal scheurde. De grootste klok, Jhesus, al binnen het jaar, waardoor het gieten van deze klok niet betaald hoefde te worden.


Ruzie met Jan ter Steghe

Uit februari 1543 stamt een getuigenis over een ruzie in het giethuis van Geert jr. tussen Geert van Wou jr en Jan ter Steghe. Deze ruzie had ongeveer zeven jaar eerder, dus rond 1536, plaatsgevonden. Geert jr. zou Jan ter Steghe het liefst wegsturen, maar deed dat niet. Op de zelfde datum in 1543 getuigde Geert jr 's neef Geert van Reess dat hij enkele jaren eerder met Geert jr. een woordenwisseling had gehad over de onenigheid tussen hem en mr. Jan. De ruzie tussen beide klokkengieters liep zo hoog op, dat zij niet meer met elkaar spraken. Uiteindelijk werd in juli 1543 de verbondsbrief tussen de twee klokgieters door Geert jr. opgezegd, waarmee Jan ter Steghe instemde.

Wat de bron van de ruzie was, blijft onduidelijk. Wel lijkt geld een rol te spelen. Wie de ruzie en de vermeldingen in de archieven vergelijkt zou kunnen concluderen dat meester Geert jr. zijn klokken te dun goot, waardoor zij scheurden. Iets waar mr. Jan voor waarschuwde, maar mr. Geert jr. niet naar wilde luisteren. Voor gescheurde klokken kreeg men niet betaald.


Wat gebeurde er toch in 1545 rond een klok voor Hellendoorn?

Eind februari 1545 beloven de broers Willem en Jasper van Wou een klok te leveren, die hun broer mr. Geert van Wou jr. voor Hellendoorn gegoten had. Nog twee maal werd uitstel verkregen, de laatste keer tot midzomer 1545, voor het afleveren van deze klok bij de waag in Zwolle. Daarbij namen de broers nogal grote financiële risico's. Mocht de klok niet geleverd worden door Geert jr., dan zouden Willem en Jasper alle door de Hellendoornse kerk gemaakte kosten en al gedane aanbetalingen vergoeden. Als borg stelden zij hun gehele hebben en houden in Kampen. Blijkbaar hadden Willem en Jasper vertrouwen in een goede afloop. Hoe het verhaal eindigde, vertellen de archieven niet. Maar een klok van 1600-1800 pond, gegoten door Geert van Wou jr. in 1545 hangt niet in de kerktoren van Hellendoorn. Wel hangt daar een kleinere klok van 650 pond, gegoten door Geert van Wou jr. in 1543.

Het vreemde is, dat de procedure gevoerd werd tussen het kerkbestuur van de Hellendoornse kerk en Geert jr 's broers Willem en Jasper van Wou. Waarom bleef Geert van Wou jr. buiten schot?

Vertrek uit Kampen

Volgens Fehrmann in zijn boek over de Kamper klokgieters vertrok Geert jr. midden 1543 overhaast uit Kampen. Volgens de Kamper archieven verliet Geert van Wou jr. pas een jaar later Kampen, in mei 1544. Via Zwolle, waar zijn schoonfamilie woonde, vertrok Geert jr. naar het noorden. We vinden hem in Appingedam, waar in die tijd een Jasper van Wou verbleef. Een laatste levensteken is zijn contract uit 1550 met de Hypolituskerk van Middelstum, bij Groningen. Geert jr. goot twee klokken voor de kerk van Middelstum. Van betalen aan Geert jr. is het niet meer gekomen. Voor 29 juni 1551 overleed Geert van Wou jr. in Emden, ongeveer 48 jaar oud.

foto: contract met de kerk van Middelstum, rood onderstreept is mr. Geert van Wou ( GA, F. A. van Ewsum, inv.nr. 0371)

©cultuurZIEN, 2022