een wethouder zakt door de vloer, 2004

In 2002 werden de over de Kamper binnenstad verspreide gemeentelijke diensten centraal gehuisvest in een nieuw stadskantoor. Vanuit het Dormitorium en het Kapittelhuis van het Minderbroederklooster verhuisde de afdeling Gemeentewerken naar deze nieuwbouw. Opnieuw moest er een goede invulling worden gevonden voor een deel van het Minderbroederklooster. Na meer dan vier eeuwen gebruik te hebben gemaakt van de kloostergebouwen, besloot het stadsbestuur tot verkoop. Met de opbrengst van deze verkoop kon de bouw van het stadskantoor voor een deel worden gefinancierd. Als eerste gegadigde voor het Kapittelhuis meldde zich ‘De Roggebot’, een gerenommeerd Kamper restaurant met een Michellinster, dat op zoek was naar vervangende huisvesting. De vestiging van dit restaurant in de Kamper binnenstad paste prima bij de door het stadsbestuur voorgestane kwaliteitsimpuls voor dit stadsdeel. De kantoorgebouwen voorzien van een horecabestemming was dan ook geen enkel probleem. De koop werd vlot gesloten en de verbouwing van het Kapittelhuis ter hand genomen. Terwijl de aannemer het gebouw stripte, bleken de vloeren van de verdiepingen in slechte staat te verkeren. De noodzakelijke versteviging van de vloeren zou deze kapitale aankoop niet alleen te duur maken, ook zou de voor het restaurant noodzakelijke verhuistermijn niet gehaald kunnen worden. Op grond van niet gemelde verborgen gebreken besloot restaurant ‘De Roggebot’ het koopcontract te annuleren. Volgens de verantwoordelijke wethouder financiën was er geen sprake van verborgen gebreken en het koopcontract kon niet worden ontbonden. Beide partijen zagen elkaar uiteindelijke weer voor de rechter, die restaurant ‘De Roggebot’ in het gelijk stelde. De Gemeente Kampen bleek bij de verkoop van het Kapittelhuis rapporten over de bouwkundige staat achter gehouden te hebben. De wethouder verloor zijn stoel, de stad verloor zijn toprestaurant en het Kapittelhuis bracht bij een tweede verkoop veel minder geld op. Daarbij moet de vraag gesteld worden of het nieuwe stadskantoor voldoende kwaliteit heeft om ook zes eeuwen te blijven staan. Het Kamper stadsbestuur van 2004 heeft vooral duidelijk gemaakt dat zij niets geleerd heeft van haar voorgangers die lang geleden uit gierigheid een koe op de toren probeerden te hijsen.

© cultuurZIEN, 2022