Ziel
Religie als genade
III Ziel
Aan het grenzeloze begrip ‘ziel’ stellen wij, om er überhaupt al over te kunnen praten, grenzen. We trekken als het ware hulplijnen om daarmee de gebieden van het gevoel, wil, verstand, zelfbewustzijn, evenals het esthetische, ethische en religieuze af te bakenen.
Deze gebieden van de ziel zijn, omdat ze deel uitmaken van het bovenzinnelijke, een eigen leven gaan leiden. Daarnaast werkt het ‘wereldse’, d.w.z. al het niet-transcendentale, empirische, waartoe ook het eigen lichaam behoort, onophoudelijk en in zeer sterke mate in op de diverse gebieden. Ook tussen de gebieden zelf bestaat er een wisselwerking.
Een beschouwing over de reikwijdte van gevoel, wil, intellect en zelfbewustzijn behoort tot de psychologie. In contrast daarmee wil ik proberen om op het gevoel de bijzondere aard van de drie overige gebieden aan te wijzen.
De esthetische, ethische en religieuze gebieden nemen niet alleen een bijzondere plaats in omdat ze niet beïnvloed worden door wilskracht en intellect, maar ook omdat we vaststellen dat de aanwezigheid van psychische processen in deze gebieden door het verstand door het volstrekt eigen karakter hiervan helemaal wordt uitgesloten.
Het is een bijzondere gunst, wanneer de innerlijke bewogenheid die hoort bij deze gebieden en het intellect elkaar raken waardoor beelden kunnen ontstaan die het genadewonder proberen te weerspiegelen.