DE HOOGSTE WET
5
Onophoudelijk spreken we waardeoordelen uit over wat er gebeurt. Of iets als goed of slecht wordt beoordeeld hangt niet af van de gunstige of ongunstige gevolgen voor ons. We hebben een bepaalde overtuiging in ons hoofd op basis waarvan wij anderen beoordelen. Of een verkeerde bejegening van een ander ons nu raakt of niet, we voelen dat het niet deugt. Soms voelen we ons aangetrokken tot de kwaaddoener maar ondanks deze sympathie aarzelen we niet om zijn verkeerde handelen te veroordelen. Het kan soms zijn dat ons oordeel verkeerd blijkt omdat we de motieven niet kunnen peilen. Toch is het niet moeilijk om een handeling te beoordelen, als we tenminste de bedoeling kennen. Zelfs als we profijt hebben van iets verkeerds, voelen we van binnen dat het niet deugt.
Hiermee wordt duidelijk dat de beoordeling of iets goed of verkeerd is niet afhangt van eigenbelang. Het hangt ook niet van verlangens af. Er is een verschil tussen moraliteit en wat ons welgevallig is. We geven graag een cadeautje aan een kind, maar het is amoreel als het voor het kind gevaarlijk zou kunnen zijn. Het is zondermeer goed om sympathie te tonen, maar zonder morele overwegingen kan het tot vergif worden.
Een ander kenmerk van ethische regels is, dat ze eeuwig en onveranderlijk zijn. Opinies veranderen, moraliteit niet. Iets verdwijnt niet als we de ogen ervoor sluiten. Misschien is het in deze beperkende naïviteit dat we niet weten wat goed is, maar zodra we onze ogen openen is het niet moeilijk meer. Zelden nemen mensen de moeite om doelbewust het goede van het kwade te onderscheiden. Vaak bewogen door persoonlijke overwegingen wordt het goede verward met het kwade. Maar de tijd zal aanbreken dat, bevrijd van egoïsme, de aandacht slechts gericht wordt op het ethische gedachtegoed. De internalisering, het zich eigen maken van een ethische cultuur staat nog in haar kinderschoenen zoals de wetenschap in een soort beginstadium verkeerde voordat een Bacon of Darwin het licht zagen. Mensen wilden de waarheid kennen. Ethische kwesties worden tot nu toe verwaarloosd ten gunste van de exacte wetenschappen. Waar vinden we de belangenloze ethiekstudenten, geduldig en nauwgezet, die hun vooroordelen overboord zetten en zich alleen maar inzetten voor het vinden van wat ideaal is? Als we net zo geestdriftig de wereld van morele ideeën onderzoeken als het domein der natuur, zullen we in staat zijn om de verschillende moraliteitsconcepten bij elkaar te brengen. Het is onwaarschijnlijk dat de gedachtes over wat van wezenlijk belang is voor de mensheid net zo uiteenlopen zoals bij andere onderwerpen vaak het geval is. Toch zijn we voorlopig nog niet aangekomen op het punt van eensgezindheid over belangrijke waarden. Dit betekent hoe dan ook niet, dat we geen verschil
kunnen maken tussen goed en kwaad.
Zo zien we, onafhankelijk en los van allerlei verlangens en meningen, dat er zoiets is als een morele standaard die we de morele norm mogen noemen. Als er overheidsregels zijn, waarom dan niet ook een morele wet? Het maakt niet uit dat die wet niet op papier staat. Ze behouden hun eeuwige waarden en is het daarom niet onze plicht ze nauwkeuriger op te volgen dan de overheidswetten? Als je de laatste overtreedt vind je ‘de sterke arm’ op je pad. Hoe sterk is de kracht van het geweten?
Er is dus een groot verschil tussen morele en seculiere wetten. Moraliteit vertoeft in ons hart. We weten zelf heus wel wanneer we iets verkeerds doen. Iets verkeerds kan nooit iets goeds worden. Zelfs onfatsoenlijke mensen die weinig of geen moreel besef hebben pretenderen goed te handelen waarmee zij de plicht tot juist handelen erkennen. Dat is de hoogwaardigheid van ethiek! Zij houdt geen rekening met gewoontes of met de publieke opinie. Voor iemand met principes zijn meningen en gewoontes slechts van belang voor zover deze niet in strijd zijn met de stem van het geweten.
Waaruit vloeit deze morele wet voort? Socrates’ morele opvattingen druiste in tegen de gangbare mening van zijn dagen. De waarde van zijn opvattingen moet echter worden toegegeven, is blijvend gebleken. De Engelse dichter Robert Browning († 1889) schreef: Als Satan ooit de wet van haat en leugen over de wereld uitroept en de waarheid een verkeerde naam geeft, zelfs dan zullen rechtvaardigheid, goedheid en waarheid goddelijk blijven. De morele roep is dus soeverein en aan God gewijd.
Mensen noch overheden kunnen straffeloos morele wetten overtreden. ‘Als de storm is uitgewoed, zijn de goddelozen weggevaagd, wie rechtvaardig zijn, staan voor altijd overeind’ (Spreuken 10:25).
Voor korte of langere tijd mag het onrecht dan triomferen, maar de toren van Babel is niet afgebouwd. Rome is ten onder gegaan aan zijn eigen decadentie. Het antieke Griekenland heeft veel tot stand gebracht. Alle kunst en filosofie heeft het land niet van de ondergang kunnen redden. De Franse Revolutie was enkel een opstand tegen langdurige onderdrukking en onrechtvaardigheid. Immoraliteit, zelfs als het op de troon is gehesen, houdt geen stand. Deze mysterieuze morele wet brengt voorspoed aan hen die hem naleven. Het ondersteunt hen die het louter goede nastreven en brengt de samenleving die ernaar leeft tot bloei. Vrijheid, vrede en geluk valt ten deel aan hen die de hoogste wet naleven.
In dit boekje worden de beginselen die in het leven en handelen van Mahatma Gandhi gestalte hebben gekregen.
In 1948 is deze geestelijke en politieke leider van India vermoord.
Zijn leer van niet-wederstaan heeft veel invloed gehad,
en heeft die nog.
There are moments when one feels free from one's own identification with human limitations and inadequacies.
At such moments one imagines that one stands on some spot of a small planet, gazing in amazement at the cold yet profoundly moving beauty of the eternal, the unfathomable; life and death flow into one, and there is neither evolution nor destiny; only Being.
Albert Einstein