Kodo Sawaki: Zitten - Hoe? Wakkere Weg - Dit!
Wanneer je een zendojo binnengaat is het niet voldoende om alleen zazen te beoefenen. Je dient ook de regels van de dojo te volgen.
(Dojo is de algemene Japanse benaming van de plek (jo) waar de weg (do) wordt beoefend. In het Sanskriet heet dat bodhimandala.)
Wanneer je bij je plaats bent, leg je je zitkussen (zafu) op de zitmat (zafuton) en je maakt een buiging met samengevouwen handen (gassho) naar het kussen. Vervolgens draai je om, de rug naar het kussen, en maak je nogmaals een buiging met samengevouwen handen; dan ga je rustig op het kussen zitten. Zo neem je je plaats in. Het kussen is zoiets als het zwaard voor de samurai. Het is aan te bevelen er een uit te zoeken dat in dikte en hoogte goed bij jouw lichaam past.
Wanneer je vanuit de staande houding gaat zitten, let er dan op dat je zitvlak alleen het voorste deel van het zitkussen in beslag neemt. Het is niet goed met je zitvlak te vol op het kussen te zitten.
Hierna leg je de rechtervoet hoog op de linkerbovendij. Dan leg je de linkervoet hoog op de rechterbovendij. Op deze manier drukken de knieën diep in de ondermat, net als mosselen die zich aan een rots vastzuigen.
Hierna leg je de rechterhand met de handpalm naar boven op de linkervoet. De linkerhand leg je ook met de handpalm naar boven in de rechterhand. De duimtoppen zijn tegen elkaar gericht.
Dan pendel je met grote bewegingen (vanuit het middel) naar links en rechts. Deze pendelbeweging neemt allengs af en na zeven of acht bewegingen vind je in het midden je zithouding. Vervolgens adem je eenmaal volledig in en uit en laat je alle spanning uit de schouders los. Dan trek je het zitvlak zover naar achter dat het ruim naar achter steekt en zo, dat de anus naar achter gericht is. Nu laat je het lichaam rusten, waarbij de wervelkolom volkomen kaarsrecht is opgericht.
Strek je nek, zodat het lijkt alsof je hoofd door het plafond heen gaat. Trek de kin zover naar binnen tot je de huid achter je oren begint te voelen. De neus bevindt zich kaarsrecht boven de navel en de oren staan kaarsrecht boven de schouders. De tong ligt tegen het bovenste verhemelte en de kiezen bijten licht op elkaar. De ogen zijn slechts ter grootte van een spleet geopend en de blik valt schuin omlaag op de grond, ongeveer een meter voor je.
de ogen zijn slechts ter grootte van een spleet geopend
Het is niet goed je organen naar boven te drukken. Evenmin is het goed teveel spanning in het onderlichaam te leggen. Het beste is dat je de organen op hun natuurlijke plaats in de onderbuik laat rusten. Indien je er teveel spanning op zet, word je ziek.
Laat de adem aan zichzelf over. Wanneer het ademen moeilijk gaat, betekent dat dat je teveel je best doet en ergens verkrampt. Maar kantel wel steeds het bekken naar voren. Zet je geest in en vergeet nooit dat het voor een goede houding vooral aankomt op de juiste stand van het bekken.
Je bewustzijn moet helder en levendig zijn. Heb geen slaperig gezicht - of je ziet eruit als een verfomfaaide wattenbol! Trek de kin stevig in en heb een levendig gezicht.
Waarheen met de Geest?
Laat je geest normaal gesproken rusten in de palm van de linkerhand.
Wanneer je terneergeslagen bent of moe, concentreer dan je geest op je schedel of tussen de wenkbrauwen.
Wanneer je verstrooid of zenuwachtig bent, laat dan je geest rusten op het puntje van je neus of bij de onderbuik (tanden of hara (Japans)). Of tel je in- en uitademingen.
Wanneer je dan nog steeds onrustig bent, laat je je geest rusten op de voeten.
Hoe meer je geest zich omhoog verplaatst, des te meer zullen zich gevoelens en gedachten roeren. Hoe lager je hem laat zakken, des te moeër en matter zul je je voelen.
Bron: http://antaiji.org/de/dharma/how_to_sit/.
Vertaling: Joseph Wijsmuller.