Aanwijzingen Zazen Houdinghulp

          Wakkere Weg - Dit!

                                                          Muho Nölke, Antaiji

 

* Eerste opmerking vooraf: zazen is geen vaste vorm en is en blijft als levende praktijk ongrijpbaar. Wat je erover kunt zeggen en wat je eraan kunt doen is op z’n best een vinger die naar de maan wijst zonder je op een dwaalspoor te brengen. In dit verband is de maan de beoefening van zazen zelf, onverdeeld en ieder moment geheel zichzelf en zichzelf genoeg.

** Tweede opmerking vooraf: houding is een niet te miskennen aspect van zazen, maar zazen is veel meer dan een zittende houding. Dogen: “Het heeft niets te maken met een zittende houding op zich.” Buddha, kort na het grote ontwaken: “Ik samen met dìt, zoals het universum verschijnt, tegelijk wakker!”

*** Derde opmerking vooraf: zazen is het zitten van een buddha, van een wakkere, ontwaakte mens. Een mens die ontwaakt is tot de werkelijkheid van wie hij zelf is samen met wie of wat de wereld is om hem heen. Dogen: “Doordringen tot de wakkere weg betekent doordringen tot jezelf. Tot jezelf doordringen betekent jezelf vergeten. Jezelf vergeten betekent te ontwaken tot de 10.000 dingen.” Goed rechtop zitten wordt zazen als het rechtstreeks hiermee in verband staat.

 

 

Laten we nu kijken naar de houding in zazen.

Zolang je lichaam en adem er zijn kun je zazen beoefenen! Ook liggend kun je zazen beoefenen.

Als het gaat doen we zazen in zittende houding. In alle gevallen met het bekken iets hoger dan de knieën, om het bekken voldoende te kunnen kantelen en de buik voldoende ruimte te geven. Liefst dicht bij de grond, op een kussen of (als dat niet gaat) op een bankje, anders op een kniezitstoel of gewone stoel met rechte zitting, zo nodig met een voldoende hoog kussen erop.

Belangrijkste punt: goed rechtop zitten, in lijn met de zwaartekracht, in balans, zonder ruggesteun. Steeds met de toevoeging: als het gaat. Forceren is averechts, enige moeite getroosten niet. Buddha sprak vaak over de middenweg, niet het uiterste van gemakzucht en willekeur, niet het uiterste van ascetisme en afzien. In beginsel is de houding van zazen evenwichtig, stabiel en comfortabel. En vooral: wakker.

Taisen Deshimaru (1914-1982)

Aan het begin van iedere zazen brengen we zorgvuldig onze houding in orde. Dit hoeft niet lang te duren, maar brengt je meteen goed in contact met gewaarzijn en wakkere aandacht hier-en-nu. De volgende punten zijn belangrijk:

* Stoel: zit vrij van de rugleuning, op het voorste gedeelte van de zitting, de voeten plat op de grond en minimaal op schouderbreedte afstand van elkaar. Gebruik eventueel een kussen om voldoende hoogte te verkrijgen.

 

 * Kniezitstoel: wijst zich vanzelf.

* Bankje: liefst een breed bankje, zodat de knieën samen met het zitvlak een gelijkzijdige driehoek kunnen vormen als je er van bovenaf op kijkt. Zit vóór op het bankje om makkelijk je bekken meer of minder te kunnen kantelen. De knieën drukken in de grond, het lichaamsgewicht rust niet alleen op het zitvlak. Breng onder/achter het bankje de voeten naar elkaar toe, het verdient aanbeveling de grote tenen op elkaar te leggen, zodat de voeten contact maken met elkaar en samen een geheel vormen. Deze zit heet seiza. Op het bankje kunnen de onderbenen ook vóór het bankje geplaatst worden, parallel aan elkaar, de zgn. Birmaanse of Burmese houding. Tenslotte kan ook de voet van het ene been geplaatst worden tussen kuit en dij van het andere been, de zgn. kwart lotushouding.

 

  

* Kussen (zafu): zorg voor een kussen van voldoende hoogte, proefondervindelijk vast te stellen, en van voldoende stevigheid. Gevuld met boekweitkaf, kapok, of lucht (sinds enkele jaren op de markt). Zit op de voorste helft van het kussen i.v.m. kanteling van het bekken. De basisdriehoek die jou draagt wordt ook hier gevormd door zitvlak en knieën. Plaats de knieën liefst zo dat ze samen met het zitvlak een gelijkzijdige driehoek vormen.

Diverse mogelijkheden:                                       

- Schrijlings op het kussen (seiza), nadeel: de voeten kunnen achter het kussen geen contact met elkaar maken.

- Birmaans/Burmees: onderbenen liggen vóór het kussen, evenwijdig aan elkaar. Voor deze houding is meestal extra zithoogte gewenst.

  

 - Kwart lotushouding: de voet van het ene been ligt tussen kuit en dij van het andere been, de andere voet ligt nauw tegen het kussen.

-  Halve lotushouding: de voet van het ene been ligt boven op de dij van het andere been, liefst zo hoog mogelijk met het uiteinde van de tenen in lijn met de rand van het dijbeen; in dit geval raakt je hiel de onderbuik. De voet van het andere been ligt nauw tegen het kussen.

-  Volledige lotushouding: de voet van het ene been ligt boven op de dij van het andere been en ook de voet van het andere been ligt boven op de dij van het tegenoverliggende been. Plaats beide voeten liefst zo hoog mogelijk met het uiteinde van de tenen in lijn met de rand van de dijbenen. De hielen/hakken raken dan de onderbuik. Bij al deze beenhoudingen zijn de voetzolen naar boven gekeerd. Het gemak waarmee deze houdingen al dan niet lukken heeft veel meer te maken met de mate waarin je bekken soepel kan kantelen dan met de vraag of je knieën en enkels wel voldoende lenig zijn.

                

                   

Kodo Sawaki (1880-1965)

  

Stephane Kosen Thibault

Roland Yuno Rech

 

Shunryu Suzuki (1904-1971) “Zen Geest – Beginner’s Geest” 

 

Dogen (1200-1253)

“Dan is zazen de dharma-schakelaar waarmee je het hele universum aanzet.” (Kodo Sawaki)

 

 Sodo Yokoyama (gestorven 1980)