OOR

8 August 1998

’Ik voel me bevrijd’

De Artiest spreekt. Over contracten, vrijheid en zijn oude Ik. O(+> praat niet alleen, hij heeft ook het nodige te melden. Over de perfect noten in zijn New Power Soul bijvoorbeeld.


Edwin Ammerlaan


Ik staar naar John Lennon. Hij staat met gespreide armen voor het mengpaneel van Studio 2. ’Op een dag is dit allemaal van jou, jongen,’ lijkt hij te zeggen tegen een piepkleine Sean die met zijn

hoofdje net boven de console uitsteekt. Het fraaie tafereel hangt in tijdloos zwart-wit aan de muur van The Hit Factory, een wereldberoemd studiocomplex in het hartje van Manhattan, New York.

In de lounge van, jawel, Studio 2 heeft zich een handjevol Europese journalisten verzameld in afwachting van een audiëntie bij de artiest die zich vroeger Prince noemde. Een unieke gebeurtenis, want deze artiest laat zich zelden interviewen. Een spannende gebeurtenis ook, de muzikant staat immers niet bekend als een gemakkelijke prater.

Al na twee minuten in de eerste sessie breekt er onder de wachtende collegae lichte paniek uit. De stenograaf die (vanwege het verbod op opnameapparatuur) is ingeschakeld voor het vastleggen van ieder gesprek, wordt door het Lijdend Voorwerp naar huis gestuurd. Teveel lawaai. Het gevolg is dat iedere journalist zelf de antwoorden zal moeten noteren. Dat zijn we niet gewend.

Terwijl ik om mij heen de gezichten zie verstrakken, rangschik ik mijn gedachten. Welke artiest krijg ik eigenlijk te spreken? Een schuchter en mensenschuw genie? Een slimme en doordachte zakenman? Een energieke en confronterende perfectionist? Bovenal vraag ik mij af hoe ik in Godsnaam mijn duizend-en-één vragen in slechts een half uur gesteld en beantwoord krijg. Ik staar naar John Lennon en denk: ’Het komt wel goed.’

Twee uur later schud ik de hand van De Artiest (zoals hij tegenwoordig het liefst genoemd wil worden) en probeer ik op een luchtige manier het ijs te breken.

De grote vraag is natuurlijk: Ga je naar de Spice Girls kijken?

[Lachend]’Hmmm, wie weet. Treden ze op dan?’

Vanavond, hier in New York. Ik zou toch zweren dal ik gisteren Mel B. op je feestje zag...

’Klopt, maar ze heeft mij niet uitgenodigd.’

Je hebt natuurlijk je eigen Spice Girl nu.

Ik zou graag willen geloven dat ik mijn vrouw op een andere manier bekijk. Zingen ze trouwens alles live?’

Toen ik ze laatst in Nederland zag optreden, had ik de indruk dat er erg veel op tape stond.

’Aha! Dan ga ik zeker!’

De avond voorafgaand aan het interview heeft zich een trendy meute in de Spy Bar (Greenwich Village) verzameld. De reden voor het feestje is de release van gloednieuwe New Power Soul-CD en natuurlijk zal Hij daar zelf ook bij aanwezig zijn. Zo nu en dan druppelen er wat beroemdheden binnen, stuk voor stuk opgewacht door een fanatiek flitsend groepje fotografen. De showbiz-etiquette in Amerika vereist namelijk dat celebrities als Joan Osborne, Doug E. Fresh, Shock G. Mel B., Chris Rock en ja, zelfs Stevie Wonder geduldig een minuutje moeten poseren alvorens ze zich naar het VIP-gedeelte van de bar kunnen begeven. Gek genoeg is de entree van de eregast, de voormalige Prince uit Minneapolis, nogal onopvallend. Natuurlijk klikken de camera’s er lustig op los, maar de meeste aanwezigen doen net alsof er niets aan de hand is. Geen applaus, geen plotselinge stilte, zelfs de DJ draait gewoon door. New York is cool, weetiewel.

Nog niet zo heel lang geleden zouden royalty en aanhang zich direct naar super-VIP-zitje hebben begeven, maar de stoeltjes naast Stevie W. blijven leeg. Artiest, band en bodyguard Aaron (’You guys in Holland really know how to play soccer’) de Jamaicaan (’Yeah, yeah, I know. It’s a shame we were kicked out so early’) mengen zich echter direct onder het volk. Het gewone VIP-volk. wel te verstaan.

O(+> is terug op aarde. Hij praat met VIP’s, fans én journalisten. Hij maakt grapjes over de Spice Girls. Een opmerkelijke omslag. De reden voor deze onverwachte wending in zijn carrière is even complex als de persoonlijkheid van de man zelf.

Niet alleen is de nieuwbakken vegetariër onlangs 40 geworden, inmiddels getrouwd met Mayte Garcia en heeft hij vorig jaar zijn meest succesvolle Amerikaanse toer afgerond, bovendien heeft een aantal ingrijpende gebeurtenissen hem een nieuw perspectief op het leven opgeleverd. Privé én zakelijk.

Vorig jaar november is zijn zoontje één week na de geboorte aan een zeldzame ziekte overleden. Een tragische gebeurtenis, die een diepe indruk moet hebben achtergelaten, zoals voor de goede luisteraar bijvoorbeeld in Wasted Kisses (de verborgen track op New Power Soul) te horen is. Het onderwerp is om begrijpelijke redenen taboe. Over die andere ingrijpende gebeurtenis wilt De Artiest daartegen ronduit praten. ’Ik voel me bevrijd. Emancipation is het startpunt van een nieuw tijdperk. Alles draait nu om de vrijheid van de New Power Generation. Het rockster-tijdperk is afgesloten. Mijn inspiratie als muzikant laat zich tegenwoordig liever meeslepen door de creativiteit van derden. Zo kan ik me nog beter richten op de ware essentie van ieder liedje. De oorsprong of, liever, de genesis van mijn muziek. Ik heb mezelf bevrijd door de ketting waaraan ik vast zat, door te breken. Ketens die ik bovenal zelf had bedacht en aangebracht. Andere artiesten voelen zich wellicht lekker in de veiligheid van een platenmaatschappij. Dat is hun goed recht. Ik kon er alleen niet meer mee leven.’

Centraal in zijn strijd stond – en staat – het eigendomsvraagstuk rond de originele mastertapes van zijn oude CD’S. Met andere woorden, wie bezit de intellectuele, creatieve en commerciële rechten van de Prince-catalogus? De Artiest anno 1998 is zich er terdege van bewust dat hij die rechten in een ver verleden heeft afgestaan, al is hem er veel aan gelegen om ze snel weer terug te krijgen.

’We zijn nog niet zo ver, maar we doen ons best. Vind je niet dat de rechten van m’n songs bij mij horen? Zou iedere artiest niet de rechten van zijn eigen kunst moeten bezitten? Hoe zou het zijn als David Bowie die rechten niet had? Vreemd, toch? Ik verlang naar de waarheid. De rechten die ik nu met mijn nieuwe muziek opbouw, zijn voor altijd van mij. Dat kan niemand mij afnemen.’ Bowie verdiende onlangs 55 miljoen dollar door obligaties uit te geven op zijn eigen mastertapes. Hierdoor is hij in de toekomst in staat om projecten te financieren, zonder dat hij de platenmaatschappij daarbij als geldschieter nodig heeft en, als gevolg daarvan, de rechten van zijn muziek verliest. Dit is belangrijk, want bij de verkoop van CD’S is het aandeel voor de rechtmatige eigenaar (meestal de platenmaatschappij) aanzienlijk hoger dan wanneer je slechts op royalty-basis (als artiest) aan de platen verdient.

O(+> rekent voor dat het nu meer dan voldoende is om een limiet van 250.000 exemplaren voor Crystal Ball te stellen, dan bij een onbeperkt aantal in dienst van de platenmaatschappij, slechts zeven dollarcent aan iedere CD over te houden. Concreet verdiende Prince iets meer dan een miljoen dollar aan de vijftien miljoen verkochte Purple Rain-exemplaren, terwijl Warner er naar schatting 150 miljoen dollar aan overhield. En dan laten we de inkomsten van de Purple-airplay en de afdracht van de live-uitvoeringen voor het gemak achterwege. Ook de concerten van een vrij artiest zijn namelijk lucratiever.

Zo brachten vorig jaar de 71 Amerikaanse concerten in totaal ruim $27 miljoen op, waarbij er na iedere show $300.000 voor de zanger en zijn gevolg overbleef. Daarmee staat hij nummer zes op lijst van best verdienende live-artiesten in 1997. Geen wonder dat Warner het heft liever in handen houdt. Het gevecht zal naar verwachting nog grimmiger vormen aannemen naarmate het volgend jaar dichterbij komt. Want wie wordt of blijft de eigenaar van 1999?

Het lijkt een ongelijke strijd. Een platenmaatschappij is per definitie meer geïnteresseerd in winst dan in artistieke vrijheid.

’Dat zijn jouw woorden.’ zegt de Artiest resoluut. ’Zo denk ik er niet over, het is hooguit de waarheid gezien door een Warner-bril. Stel, ik krijg die rechten niet terug, dan ben ik in ieder geval een ervaring rijker. Ha, wat een wijsheid zal mij dat opleveren!

Voor alle toekomstige uitingen is O(+> vrij van Warner. Hij houdt derhalve via zijn NPG-label nu de touwtjes zelf in handen. De inkomsten zijn groter, maar dat geldt tevens voor de controle die hij op de verkoop, marketing en promotie van de NPG-CD’s Ran uitoefenen. De eerste collega-artiesten

die hiervan zullen profiteren zijn Larry Graham (de ex-bassist van Sly Stone) en Chaka Khan. Per project kan er gekozen worden uit verschillende verkoopstrategieën: Via Internet (Crystal Ball), langs een speciaal opgezette distributiedeal met EMI (Emancipation) en BMG (New Power Soul), of desnoods ’vanuit de kofferruimte van zijn auto’ (quote Larry Graham). De Artiest: ’Ik hou van vlotte en directe communicatie tussen leverancier en consument. Het is een zuivere uitwisseling van energie.’

Het voordeel van Internet is, zo zegt hij, dat het radio, hitlijsten en recensenten overbodig maakt. Bovendien zijn er geen beperkingen aan de hoeveelheid en de timing van nieuwe releases. Met andere woorden, de kluis in Paisley Park kan van het slot.

’Aha! Wie zegt dat de kluis in Paisley Park staat? Zo is er een theorie die zegt dat er helemaal geen goud in Fort Knox ligt. Zou dat niet een geweldige grap zijn? Wie weet wat de toekomst brengt? Ik ben net klaar met The War, een nieuw nummer dat 26 minuten lang is. Ik zou ’m het liefst zo snel mogelijk willen uitbrengen. Zeg nou zelf, vind je niet dat ik dat zou moeten doen?

[The War is inmiddels te beluisteren via www.love4oneanother.com of zelfs te downloaden bij www.emale.com/news/index.html]. Mijn produktie draait op volle toeren. Ik beschik over duizenden nummers die a la minuut kunnen worden uitgebracht. Wanneer ik op Warner zou moeten wachten, is de houdbaarheidsdatum al lang verstreken voordat ik mijn gang kan gaan. Het zou mooi zijn als ik een nieuwe standaard zet voor de manier waarop wij in de toekomst muziek uitbrengen.’

Is er bij zoveel lekkers geen gevaar op overconsumptie van de fans?

’Dat is grappig gesteld. Ik zie mijn songs als spiritueel voedsel omdat ik ervan groei en sterker word. Hoe kun je er dan ooit genoeg van hebben? Trouwens, eet waar je zin in hebt. Geen trek? Eet dan niet.

Nooit bang dat de koek op raakt?

’Ik ken geen angst. Ik ken geen schrijversblok. Wanneer de inspiratie niet komt. hou ik simpelweg mi|n mond. Dan wacht ik op het moment dat ik de sluizen weer open kan zetten.’

De artiest maakt een ontspannen, gedreven en verre van schuchtere indruk. In zijn stijlvolle, strak grijze pak schuift hij regelmatig naar het puntje van zijn stoel en kijkt hij mij soms recht in de ogen om z’n woorden als het ware nog meer kracht bij te zetten. Op dergelijke momenten is het moeilijk te begrijpen waarom hij doorgaans zo’n aversie tegen interviews heeft. Een aversie die, zo blijkt, geworteld is in een angst om verkeerd begrepen of geïnterpreteerd te worden. Het provocerende ’slave’ is

dan inmiddels van de wang verdwenen, de onuitspreekbare naam is gebleven.

’Door mijn naam te veranderen, werd ik onkwetsbaar voor het gesproken en geschreven woord. Ik voel mij immuun voor manipulatie in de kranten en in de muzikale zakenwereld. Wat men ook beweert, het raakt mij niet.’

In een van de spaarzame interviews die hij de afgelopen maanden (vooral per fax) heeft gegeven, verklaart ex-Prince dat de naamswijziging nooit is bedoeld om onder het contract met Warner uit te komen, net als dat ’slave’ geen directe aanval op het Warner-regime was. ’Slave’ gaf naar buiten aan hoe hij zich van binnen voelde.

Het was tijd voor verandering en alle paarse puzzelstukjes vielen op hun plaats bij de geboorte van O(+>. De naam Prince droeg namelijk teveel bagage met zich mee, waaronder een wel erg groot ego. Daarom praat O(+> alleen over Prince in de derde persoon: ’Prince was dope. He did some cool shit,’ valt er gelukkig nog zo af en toe te horen. Hij erkent zijn verleden, maar met introductie van de nieuwe identiteit is de megalomane rockster definitief uit het zicht verdwenen.

’Het opende mijn ogen én mijn ziel. Ik sta in dit leven om mijzelf te ontplooien. Mijn ego is nu van ondergeschikt belang. Ik stel me gemakkelijker open voor de input van anderen. Muziek is de

backbeat van mijn spirituele revolutie. Na de opnames van The One riep Rhonda enthousiast: Jij zingt deze noten omdat mijn spel erom vraagt.’ Dat stemde mij erg vrolijk.’

Voor iemand van zijn kaliber moet het geen eenvoudige opgave “in om ’ego’ van ’persoonlijkheid’ te scheiden.

Laat me het als volgt zeggen: Ik hou van mijzelf maar niet van mijn ego. The One gaat hier dieper op in. Het vertelt waar ik voor sta door de dingen aan te geven die ik niet kan waarmaken. Net zozeer als dat de aarde zichzelf niet wil vernietigen. God wil de aarde niet vernietigen. Het probleem is echter dat teveel mensen tegenwoordig denken dat ze God zijn.’

Met de verwijzingen naar bassiste Rhonda Smith en single The One, geeft de funky NPG-president op subtiele wijze aan dat er ook nog commerciële belangen in het spel zijn bij het organiseren van een middagje filosoferen in New York. Er moet een plaat verkocht worden. New Power Soul is een uiterst strakke, soulvolle CD die is opgenomen met Rhonda Smith (bas), Mike Scott (gitaar), Kirk Johnson (drums), Morris Hayes (toetsen) en Marva King (zang). Het album is minder diepgravend en baanbrekend dan je wellicht zou mogen verwachten, de produktie is evenwel weer van een griezelig hoog niveau.

’Ik analyseer ieder nummer tot op het bot. Ik denk veel na over structuren, melodieën en teksten. Daar praat ik dan onder andere over met Kirk. Ik waardeer zijn visie op muziek. Luister bijvoorbeeld naar wat hij doet met het ritme in Mad Sex! Really cool, man. En dan is er nog de stem van God. Ik investeer in God en als dank reflecteert Zijn kracht in mijn songs. Ik bedoel, de perfecte noot bestaat echt! Ik hou van die speurtocht naar perfectie.

Opvallend is het gebrek aan spetterend gitaarwerk op New Power Soul.

’Zoiets gebeurt onbewust. Ik laat het gebeuren. Ik noem het respect voor de studio. De studio vertelt mij wanneer het tijd is omte veranderen. Een voorbeeld? In het verleden gaf ik soms de apparatuur de schuld als een liedje niet lukte. Nu weet ik dat op zo’n moment de studio zegt dat ik iets anders moet proberen Respect voor de oorsprong der dingen is essentieel Pas dan ben je in staat alles te creëren wat ie maar wilt Hoe meer je hier over nadenkt, des te dichter kom je bij de kern van het bestaan. Je zult ontdekken dat alles met elkaar verband houdt.’

De muzikale kruistocht van O(+> brengt zijn NPG vanaf augustus weer naar de Europese podia (11 augustus in Ahoy’, Ronerdam), waarschijnlijk vergezeld door Larry Graham en Chaka Khan. De Artiest vraagt om maar vooral te noteren

dat hij ditmaal het gat tussen hem en zijn publiek zou willen verkleinen. De concerten moeten de intimiteit van de roemruchte aftershows gaan uitstralen. Inhoud van de shows wordt onvoorspelbaar, de lengte onbepaald. ’We zullen spelen tot je erbij neervalt!’

Prince Roger Nelson is geen zonderling, geen muzikale kluizenaar. Hij is een artiest die zich laat leiden door de onuitputtelijke kracht en inspiratie van zijn muze. Een artiest die bovenal serieus genomen wil worden.

’Ik kan oprecht zeggen dat ik muziek leef. Ik doe het iedere minuut van de dag. Ik stop alles wat ik heb in mijn muziek. Het beste dat ik kan bereiken, is dat ik mensen ermee raak.Dat ik ze een spiegel voorhoud door er zelf in te kijken.’

Is het coole, sexy en ongenaakbare imago dan slechts en façade?

’Wanneer ik mijn liedjes speel, voel ik mij wel degelijk cool en sexy. Niet ongenaakbaar. Ik hou van mooie kleren. Mijn vrouw vindt mij pas echt cool. Ik ben wie ik ben. Ik heb geen problemen met mijzelf. Het zijn hooguit de journalisten die deze problemen verzinnen.’

De Artiest nu is in vergelijking met de Prince uit Uptown vooral spiritueler geworden.

’Absoluut! Ik ben niet meer die gejaagde, sexy man van vroeger. Ik voel tegenwoordig veel meer voor respect en monogamie. De vijf vrouwen aan iedere hand zijn verdwenen. Ik ben een getrouwde man nu...’

De Prince in de Artiest kan een lach niet onderdrukten.

’...maar natuurlijk weten we allemaal dat getrouwde mannen veel begeerlijker zijn.’