De Telegraaf

11 July 1998

The Artist doorbreekt stilzwijgen

HET kijken naar het WK voetbal in een New Yorkse hotelkamer is als Koninginnedag vieren in Antwerpen: er klopt iets niet. Argentinië verslaat Engeland in door CNN tot één minuut samengebalde beelden, waarna Amerika overgaat tot de orde van de dag: honkbal. Slaapverwekkend. Zou hij van voetbal houden? Niet in mijn onrustige droom: Argentinië wint met 5-2 van Nederland en hij vond er geen moer aan. Prince, “The Artist Formerly Known As Prince", The Symbol en tegenwoordig weer gewoon The Artist heeft dan ook andere zaken aan zijn hoofd.


Marcel Peereboom Voller


Een nieuw album bijvoorbeeld: ’New Power Soul’. Single: ’The One’. Bovendien produceerde The Artist samen met zangeres Chaka Khan en ex-Sly & the Family Stone-bassist Larry Graham hun respectievelijk nieuwe platen in zijn eigen Paisley Park Studio’s. Ter gelegenheid van het verschijnen van dit nieuwe powerpakket besloot The Artist een jarenlange interviewstop op te heffen en in New York een handjevol journalisten te woord ’te staan. Een buitenkansje, evenals de fax die bij de hotelreceptie ligt te wachten: “The Artist nodigt u uit voor de besloten New Power Soul-releaseparty...’

EEN eerste blik leert dat hij niet zal optreden op zijn feestje. De Spy Bar in Greene Street is te klein, overbevolkt en er staat geen podium. De man van wie bekend is dat hii overal en nergens opduikt om te spelen, zelfs diep in de nacht, na afmattende concerten, komt als laatste binnen en verstaat de kunst

om te verdwijnen in de menigte. Zijn entourage niet: de band, New Power Generation, is uitgedost met NPG-goud en gekleed volgens de laatste NPG-mode. Zelfs de bodyguards dragen het symbool van The Artist op tas of jas. Stevie Wonder, Joan Osborne, ’Scary’ Spice Mel B, bekende en minder bekende acteurs maken het beeld van the beautiful people compleet. Er wordt tot diep in de nacht gefeest.

De volgende dag. The Hit Factory is een studiocomplex in hartje Manhattan en doet z’n naam eer aan. Een immense muziekfabriek, waar de muren zijn bedekt mei gouden en platina platen._Van Michael Jackson tot Bruce Springsteen. Zoeken naar een exemplaar van The Artist is als het zoeken naar een speld in een hooiberg. In de interview ruimte is alles gereed. The Artist wacht’. zijn bodyguard snijdt citroentjes voor de baas en we hebben 30 minuten.

WAAROM nu interviews, na die jarenlange stilte? “Omdat ik trots ben op de nieuwe plaat en trots op de platen van Chaka en Larry", zegt hij. The Artist is gestoken in een zwarte outfit, witte en hooggehakte laarzen. Zijn doorzichtige wandelstok met glitters erin ligt op de bank. “Het was altijd al een droom van me om met Chaka Khan te werken. Zij leek me niet gelukkig de laatste tijd. Ze heeft nooit de plaat kunnen maken die ze wilde maken. Dus wilde ik haar een handje helpen. Hetzelfde geldt voor Larry Graham. Met hem had ik het over het frustrerende begrip ’studiotijd’. Je komt om zes uur binnen, moet om zeven uur opnemen en om acht uur moet” je klaar zijn. Kunst kan op die manier niet worden geschapen. Op alle drie de platen hoor je nu vrijheid. Ik ben er ontzettend blij mee, daarom doe ik interviews.”

Van de pers verwacht ik nu dan ook eerlijkheid. Ik ben in ieder geval zo eerlijk als ik zijn kan. Het probleem is altijd dat de pers te veel ruimte laat voor interpretatie. Het is net als in de bijbel: God had met zijn hof van een perfect idee van wat hij wilde, tot dat anderen zich gingen bemoeien met zijn originele plannen. En kijk waar we nu zijn...” Volgens de artiest hebben platenmaatschappijen hetzelfde mankement: “Zij bepalen wat er met jouw creaties gebeurt, wat de single moet zijn, hoe de video er uit moet zien. Dat is hun interpretatie. Na 20 jaar wordt dat een last. Je kunt jezelf erin verliezen. Dat is met mij ook bijna gebeurd. Op een gegeven moment wil je gewoon je naam veranderen.”

Hij refereert aan zijn jarenlange worsteling met Warner. Omdat hij zich niet meer met de doelstellingen van die maatschappij kon verenigen, veranderde hij zijn naam en bracht platen uit bij de vleet, waarna Warner hem ervan betichtte de markt te overspoelen. Daarop verscheen hij in het openbaar met het woord slave op zijn wang geschreven. In 1996 kon hij zijn boeien eindelijk afgooien. Sindsdien doet hij zijn eigen marketing: via zijn officiële websites en een prinselijk postorderbedrijf kunnen in Amerika en Canada de cd’s rechtstreeks bij de man zelf worden besteld. Voor de rest van de wereld sloot hij een contract met platenmaatschappij BMG. Geheel op zijn voorwaarden, natuurlijk. En, o ja, hij trouwde met zijn vriendin Mayte. Kortom: tegenover me zit een open, relaxed en uiterst enthousiast mens, met beide benen vast op de grond.

THE ARTIST dopt zijn eigen boontjes. Het’ lijkt haast onmogelijk om muziek te maken én ook nog eens als eigen baas alle aspecten van de business te kunnen overzien. Hij schuift naar het puntje van zijn zetel. “Ha, schrijf dit alsjeblieft op: platen uitbrengen op deze manier is de makkelijkste, de meest bevredigende en financieel aantrekkelijkste baan ter wereld! Ik ben nu m’n eigen baas en dat is de best denkbare situatie. Ik bedoel, het is zo makkelijk als een telefoontje plegen. ’Hoeveel albums wil je hebben? Oké, ze zijn onderweg’. Geloof me, dit is mijn beste deal ooit. Je voelt je anders als je je eigen baas bent. Je kleedt je zelfs anders. God heeft het zo gewild. Wie ben je in hemelsnaam, als je je laat vertellen wat je moet doen, wat je moet bekijken op tv, welke video je moet maken? Verbouw je eigen gewas, wees Je eigen meester en word gelukkig. Ik zie het niet eens als werk. It’s just a phonecall...

Maar: begrippen als creativiteit en marketing botsen toch met elkaar? “Ik ben echt niet anti-commercieel. Marketing is prima, zolang ik vrij ben in mijn keuze. Ik heb er geen moeite mee. Waarmee ik wél problemen heb is als mensen mijn muziek, tegen mijn wil in, bijvoorbeeld onder een Mitsubishi-reclame zetten. Want de boodschap van beide — het liedje en de reclame — is totaal verschillend en niet te verenigen. Mijn nummers zijn mijn kinderen. Zoals de mensen bij MTV, ze zeiden tegen me: ’we willen dat je meer pikante video’s maakt, dat werkt voor jou’. Het maakt ze niets uit wat ik prefereer. Maar als je dan van ’The One’ ziet, door Mayte geregisseerd: prachtig en sensueel. Dus nogmaals: het enige dat ik moet doen is naar mijn eigen hof van Eden terugkeren en die andere interpretaties te laten voor wat ze zijn.”

MISSCHIEN moet je het MTV niet kwalijk nemen. Tenslotte was hij, vooral in de Prince-tijd, zo’n beetje de verpersoonlijking van het begrip seks. The Artist lacht geamuseerd. “Vroeger vergat ik nog wel eens dat dat niet goed is. Ik bedoel, ik dacht niet aan de consequenties en wilde vooral zo blijven. Ik ben veranderd. Ik wil mezelf niet als een ster, of als een sekssymbool beschouwen. Zoals Larry Graham het zo mooi zegt in een van z’n songs: ’I don’t wanna be no new religion; I don’t wanna be a star; I just wanna play funky music; I just wanna play guitar.’ Dat zegt alles.”

“Meer dan lichamelijk plezier staat seks voor geestelijke verbondenheid... als je het goed doet tenminste. Ik gebruik seksuele terminologie omdat ik daar van hou. Het zijn sterke woorden,die niemand kan negeren. Maar je moet altijd tussen de regels door lezen, op een dieper level. Een nummer als ’Sexy Motherfucker’ bijvoorbeeld, gaat over monogamie.” De twijfel slaat toe,zeker als dat refrein in m’n hoofd klinkt, maar The Artist lijkt het te menen.

Ontelbare muzikanten maakten in de loop der jaren deel uit van zijn gevolg en... Hij weet al waar de vraag naar toe gaat: “Dat is een natuurlijke evolutie. Elke keer als ik een band samenstel denk ik dat het de beste band ter wereld is. Zo ook bijvoorbeeld met The Revolution. Maar ja, toen kruiste een talent als Sheila E mijn pad en had ik weer een nieuwe drummer. Muziek evolueert nu eenmaal voortdurend. Ik weet nog dat ik voor het eerst met Cat (de hyper-energieke danseres, MPV) op het podium stond. Het was alsof ik naast een tornado stond te spelen. Ze had zoveel energie dat ik er bang van werd. Maar op een dag was de magie voorbij. Als ze rondtolde voelde ik haar wind niet meer.”

Op zijn wensenlijstje staan wat dat betreft een aantal namen die nooit meer ingevuld kunnen worden. “Ik had het er met Larry Graham over hoe het was om met Jimi Hendrix te spelen op het Isle of Wight festival. Prachtige verhalen. Aan de andere kant ik ben ook een gitarist, dus we zouden waarschijnlijk niet met elkaar op kunnen schieten. James Brown heb ik ontmoet. We konden niet met elkaar overweg. Hij mocht me niet, om een of andere reden. Dus zou ik ook niet met hem kunnen werken. Als er geen onderling respect is, kun je niet met iemand samenwerken.”

’Eén minuut’, gebaart de dame van de platenmaatschappij. Goed dan. Kan iemand die al 20 jaar in ’het vak’ zit zich zijn allereerste keer op een podium nog herinneren? “Ik was zes jaar oud. Ik klom het schoolpodium op en deed een tapdance. Ik deed steeds maar weer dezelfde tap. Niemand applaudisseerde en ik was het lachertje van de hele school.

Het volgende jaar beklom ik datzelfde podium en speelde het ’thema van ’Batman’ en dat van ’The Man from U.N.C.L.E.’ op de piano. Voor de rest van dat jaar was ik de hit.”