De Volkskrant

10 November 2010

‘Eerlijk gezegd repeteer ik hier voor mijn VS-tournee’

Internet is dood, verklaarde Prince deze zomer. Dat moet je niet zo letterlijk nemen, zegt hij nu. Wel verspreidt hij zijn albums tegenwoordig liever anders: bij concerten.



Gijsbert Kamer



Prince, zoals we de popster de laatste jaren weer mogen noemen, is in Europa. Hij verbleef een paar dagen in Brussel, waar hij dit weekeinde voor zevenhonderd mensen een nachtelijk verrassingsoptreden verzorgde. Maandag speelde hij in een volgepakt Sportpaleis in Antwerpen, en volgende week donderdag geeft hij een concert in het Arnhemse Gelredome. Zondag liet hij ineens weten een enkel interview te willen doen met de Nederlandse pers. De Volkskrant werd uitgenodigd in het Sportpaleis, zonder een tijdstip. Ergens tussen drie uur en half negen. Het beloofde half uur werd teruggedraaid tot tien minuten.

Maar als Prince maandagavond tegen half zeven het sein geeft er klaar voor te zijn, de mobiele telefoon is ingeleverd en de verslaggever met alleen pen en notitieblok door de artiest zelf de knus ingerichte kleedkamer binnen wordt geleid, is er van tijdsdruk geen sprake meer.

Hij draagt een lange zwarte jas, een zijdeachtige zwart-witte broek en een zwart mutsje en neemt plaats op een met fluweel bekleed bankje met een akoestische gitaar binnen handbereik. Geurkaarsjes doen hun werk, op de achtergrond klinkt Joni Mitchell.

De laatste keer dat u in het nieuws was, afgelopen zomer, verklaarde u het internet dood. Terwijl u als een van de eersten de mogelijkheden omarmde om via het net uw muziek te verkopen. Hoezo dit nieuwe inzicht?

‘Ach, die uitspraak moet je niet zo letterlijk nemen. Ook ik gebruik het net om informatie te krijgen. Alleen niet meer om muziek te verspreiden. Alle muziek is dankzij internet toegankelijk, je hoeft nergens moeite voor te doen, alles is voor niks en niemand geeft muziek op internet nog enige waarde. Ik verlang weleens terug naar de tijd dat je maanden op zoek ging naar een bootleg waar een nieuw liedje op stond. Ik zie internet als een feestje waar iedereen dezelfde kleren draagt. Het avontuur ligt elders.’

De platenindustrie heeft u twintig jaar geleden al afgezworen. Hoe wilt u uw muziek aan de man brengen?

‘Ik wil plaat- en kaartverkoop combineren. Ik vraag 5 dollar meer voor een kaartje, maar dan krijg je er wel een cd bij. Ik houd daar meer aan over dan vroeger, en jij hebt behalve toegang tot het concert ook de nieuwe plaat van Prince.

‘Ik praat in Europa wel weer met Warner om mijn plaat 20TEN te laten distribueren. Die zat in een aantal landen bij een tijdschrift ingesloten, wat ik ook een leuke manier vind om mijn publiek te bereiken. In Nederland en veel andere landen niet, dus daar moet ik iets anders op verzinnen.’

Warner Music was toch uw grootste vijand, omdat ze de banden van uw klassieke albums niet wilden afstaan?

‘Ja, maar die situatie is aan het veranderen. De contracten verjaren, ik zit nu op een punt dat er ieder jaar weer een plaat van mij echt van mij wordt. Als ik de masters van alle platen voor Warner - tot begin jaren negentig geloof ik - weer terug heb, kan ik ze eindelijk opnieuw met beter geluid gaan uitbrengen.

‘Met Warner Europa heb ik nooit ruzie gehad. Het probleem lag in Amerika. Ik voelde me bij Warner alsof ik deel uitmaakte van een echte familie, maar ineens waren vader, moeder en broers en zussen weg en stond ik er alleen voor.’

Toch zijn platen als Purple Rain, ‘Sign O’ The Times en Parade die u bij hen uitbracht nog altijd die platen van u waar iedereen het over heeft. Steekt het u niet dat bijna al uw werk van de laatste vijftien jaar zo weinig spraakmakend is gebleken?

‘Nee. Het is allemaal mijn muziek, ik ben net zo betrokken bij mijn nieuwe werk als dat ik vroeger was. Ik zit nog steeds iedere dag in mijn studio thuis en neem veel op. Er liggen drie platen klaar, die voor mij net zo veel betekenen als die oude platen voor jou. Een nieuwe plaat van mij zal misschien niet zoveel indruk meer maken, maar welke platen de laatste tijd zijn dan wel echt heel spraakmakend?’

Volgt u zelf nog nieuwe muziek?

‘Ja, als ik een nieuw talent mag noemen, Janelle Monáe. Prachtige zangeres, volstrekt oorspronkelijk.’

Als het nieuwe werk voor u zoveel betekent, waarom speelt u dan avond aan avond vooral oud werk uit de jaren tachtig?

‘Omdat dat is waar het publiek voor komt. Ik weet dat mijn recente werk minder populair is, dus als er zoals vanavond vijftienduizend fans in de zaal staan, dan ga ik niet lekker eigenwijs doen. Vind jij het leuk om op een feestje te komen waarop de dj heel hard alleen muziek draait die je niet kent?

‘Het geven van concerten voor een groot publiek is nog altijd wat ik het liefste doe. Platen maak ik vooral voor de echte verzamelaars onder mijn fans. Maar om van mijn concert te genieten hoef je die niet aan te schaffen.’

Is het dan nog leuk om avond aan avond diezelfde oude nummers te spelen, terwijl u nog zoveel nieuws componeert?

Prince pakt zijn gitaar en begint het oude Controversy te spelen. ‘Hoe kan dit me ooit gaan vervelen? Het blijft toch prachtig? En ik doe er steeds iets anders mee. Alle oude Prince-nummers klinken elke avond anders. Bovendien vernieuw ik mijn band om de paar jaar, zo blijft het voor mij ook spannend.

‘Toen ik hier (in België, red.) eerder dit jaarspeelde, had ik een andere drummer en bassist. Toch het fundament van de band. Daarom heb ik heel snel deze Europese tournee op poten gezet. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van Europa, maar deze optredens doe ik bij wijze van repetitie voor de Amerikaanse tournee. Ik heb nu eenmaal een show of tien nodig voordat ik in vorm ben.’

U koos Amerika vroeger nogal eens tot onderwerp van uw songs. En de tournee gaat Welcome 2 America heten. Hoe kijkt u tegen de ontwikkelingen in uw land aan?

‘Het is een vreemd land. Ik ben altijd heel optimistisch en heb nu ook goede hoop, maar we zullen moeten leren ons bezit met elkaar te delen. Wat Obama heel goed gedaan heeft, is dat hij eigenlijk bewees en naar buiten bracht dat in ons land een grote groep mensen helemaal niks wil delen maar alles voor zichzelf wil houden. Daar zal echt iets aan moeten gebeuren, anders gaat het goed mis.’

Artiesten kunnen inspirerend zijn voor de jongere generatie. Wat zou u aspirant popsterren adviseren?

‘Maak muziek omdat het je passie is of omdat je denkt er iets mee te kunnen zeggen wat niet eerder gezegd is. Doe het niet voor het geld. Alle mensen die ik bewonder, deden het niet voor het geld. Neem Joni Mitchell, die je nu hoort. Die had een eigen stijl en talent. Ze klinkt nog altijd uniek. Die is niet gaan zingen om er geld mee te verdienen, maar omdat ze niet anders kon. Ik ook niet, maar ik sta niet toe dat anderen er met het geld vandoor gaan dat mij toekomt.’

Prince staat op en zegt nog snel even wat te willen eten om dan naar het voorprogramma Selah Sue te gaan kijken. ‘Ik verheug me erop naar Nederland te komen’, zegt hij nog, en weg is hij.

Purple Rain komt maandag uit zijn tenen

Gijsbert Kamer over: Prince in Antwerpen, 8/11

* * * *

Ruim tweeënhalf uur staat Prince maandag op het podium van het Antwerpse Sportpaleis. Zijn band heeft een bescheiden omvang, geen blazers, wel een achtergrondkoortje. Ook de lichtshow blijft beperkt tot een scherm met videobeelden van de in het rood geklede artiest.

Prince mag dan jaarlijks nog een plaat uitbrengen, de nadruk ligt maandag op zijn bekendste nummers uit de jaren tachtig en vroege jaren negentig. De kritiek op eerdere optredens dit jaar, zoals in Werchter, dat Prince te gelikt zou spelen heeft hij zich blijkbaar aangetrokken, want hij presenteert een dampende, rauwe funkshow.

Controversy gaat over in Chic’s discohit Le Freak, wat toch een beetje klinkt als een zwaktebod; maar Raspberry Beret, Let’s Work en vooral U Got The Look klinken energiek. Van zijn viermansband vallen geen hoogstandjes te verwachten, daarvoor spelen, ze te onopvallend. Prince zelf wacht nog even voordat hij zijn unieke gitaarsolo’s in de strijd gooit, eerst moet er gedanst worden. Verrassende keuzes als She’s Always In My Hair wisselt hij af met Let’s Go Crazy, dat overloopt in Delirious en 1999.

Aardig en opzwepend allemaal, maar het is in het aloude Purple Rain dat hij echt vanuit de tenen speelt. Decennia lang wordt dit steevast afgeraffeld, en laat hij het publiek het zangwerk doen. Vanavond speelt hij het alsof dat voor het eerst is. Het soleren bevalt hem goed, zo blijkt uit een verrassend Voodoo Chile van Jimi Hendrix. Na anderhalf uur lijkt het er dan al op te zitten - maar hij zal nog een keer of vier terugkeren.

‘Steriel’ of ‘gelikt’ zijn wel de laatste woorden die op deze show van toepassing zijn. Robuust en opzwepend lijken betere kwalificaties, al was het vocale intermezzo van de achtergrondzangeressen ronduit slaapverwekkend. Dat mag hij in Arnhem achterwege laten. En ach, zoals hij zelf zegt, hij bevindt zich nog pas in het repetitiestadium.