De overheid bestaat uit een hoofdman en een aantal dekenen en gewoonlijk maken ook koning, keizer en vaandrig er deel van uit. Ons gilde kent o.a. een hoofdman (voorzitter), opperdeken (vice-voorzitter), deken-schrijver (secretaris) en deken-schatbewaarder (penningmeester).
De koning is de centrale figuur in het gilde. Hij draagt de eer en de waardigheid van het hele gezelschap. Zonder koning kan een gilde niet bestaan en zonder koning kan een gilde niet naar buiten treden en mag het vaandel niet worden gezwaaid.
De koning draagt de breuk met zilveren koningsschilden.
De man die drie keer achtereen de vogel afschiet wordt voor zijn leven keizer en tevens lid van de overheid.
Elk gilde heeft een 'vaandrig'. De vaandrig is een der belangrijkste personen in een gilde. Hij draagt en zwaait het vaandel, het min of meer heilig en gewijd symbool van de eenheid van broeders die zich er achter scharen.
In veel gilden wordt de vaandrig ook wel ‘alferis’ naar het Spaanse ‘alférez, wat vaandrig of vaandeldrager betekent, maar deze benaming is foutief omdat de ‘alférez’ in oorsprong een bereden militaire vaandrig was.
Vroeger was er in een gilde alléén een vaandrig, maar sinds begin deze eeuw is het vendelzwaaien met lichtere ‘zwaaivendels’ voor vendeliers ook bij de Noord-Brabantse gilden ingevoerd: Een nieuw spel, dat is gebaseerd op oude gebruiken van elders.
Veel gilden hebben nu vendelgroepen die elkaar in wedstrijdvendelen bekampen volgens een voorgeschreven vendelreglement. Het vendelspel vindt zijn mogelijke oorsprong bij de vroegere militaire vaandrig. Dit spel wordt ook wel ‘vendelgebed’ genoemd.
Het vendelgebed wordt tegenwoordig door een vendelier of een groep vendeliers uitgevoerd met vendels, onder begeleiding van tamboers en soms bazuinblazers.
Het vendelgebed beeldt de strijd uit van Joris met de draak, van goed en kwaad, van overwinning door volharding en vertrouwen.
Het kent drie ronden: aanmoediging, de strijd, door gebed overwinning en zegepraal.
Volledig uitgevoerd duurt het vendelgebed een minuut of 15 á 20.
Het wedstrijdvendelen is, afhankelijk van leeftijd en vaardigheden, onderverdeeld in klassen.
Een vendel weegt ongeveer 5 kilogram met een 1.80 x 1.80 meter grote vlag aan de 2.70 meter lange stok voorzien van een koperen bol gevuld met lood als contragewicht.
Vaste regel is dat de stok nooit de grond mag raken.
Alle ‘slagen’ die de vendelier uitvoert dienen van boven naar beneden te worden afgewerkt en er moet altijd rechtsom worden begonnen. Ook moeten alle slagen tweemaal worden uitgevoerd, zowel rechtsom als linksom.