12 oktober 2013
Tiny’s gezicht staat niet vrolijk gestemd als we al vroeg ontbijten. Het is mistig, en ze heeft zo haar bedenkingen over het weer. Desondanks gaan we toch op pad en zo rond 09:15 u komen we in Einruhr. Hier blijkt dat voor parkeren overal betaald moet worden. Jammer, maar die € 4,00 voor een dag daar komen we wel overheen.
Bij ons op de parkeerplaats komt een Duitse auto met 5 jongeren en een hond. Schijnbaar gaan ze ook wandelen, en als zij vertrekken en wij onze wandelschoenen aan hebben lopen we achter ze aan door het dorpje. Einruhr blijkt een beetje elitair te zijn, het is een plaatsje met mooi opgeknapte vakwerkhuisjes. En je ziet er geen zwerfvuil. Alles ziet er keurig uit. En dat willen ze natuurlijk ook zo houden.
We volgen de jongeren totdat ze bij een informatiebord stil blijven staan. En dan vragen wij ons af of zij überhaupt wel de Eifelsteig lopen. We krijgen onze twijfels en besluiten terug te lopen. Het boekje brengt uitkomst: vlak na een Gasthaus hebben we smal stijgend pad gemist. Zo zie je maar, niet alles is wat het lijkt!
Via dit pad verlaten we Einruhr en begeven we ons tussen weilanden die tussen het dorpje en de bossen liggen. Het vee, koeien, hertjes en ook paarden hebben een mooi gebied toegewezen gekregen.
Ze hebben uitzicht op Einruhr en de Obersee. We lopen over graspaden in een boog om Einruhr heen totdat we bij een stukje verharde weg rechtsaf slaan. Links van ons zien we nog enkele “protserige” stulpjes liggen.
De mist is verdwenen, maar het is wel een beetje koud. Tiny doet de handschoenen aan. Ons pad loopt een beetje vals plat omhoog door het bos. Totdat we bij een open grasveld komen. Hier gaan we omlaag en komen op een verharde weg waar we rechtsaf gaan. Even later gaan we door een hek
( dat open staat) en bevinden we ons in een voormalig militair oefenterrein. Het is hier ten strengste verboden om de paden te verlaten. Een mooi wandelgebied, met heidevelden en bossen. Dan komen we bij een leuk plekje waar een bank staat en we een mooi uitzicht op het stuwmeer hebben. Dus nemen we even pauze.
Het is een geweldig plaatje: de zon schijnt inmiddels op het water dat als een rustig onberoerd tapijt tussen de beboste hellingen ligt. Hier kun je uren naar kijken, maar die tijd hebben we helaas niet, we moeten verder.
Het pad maakt een scherpe knik naar rechts en we blijven langs de oever van het meer lopen. Onderweg passeren we 2 echtparen, aan het gekeuvel van de dames te horen denken we dat het Belgen zijn. Bij een kruispunt moeten we rechtdoor en dan staan we plots voor een steile helling die we op moeten. En dan zijn we blij dat we de Nordic-Walking stokken meegenomen hebben. Halverwege de klim staat een informatiebord. Hier kunnen we even de route verlaten om links een steil “keienpad” te nemen dat naar de Urftseemauer leidt. Dat doen we, zodat we een paar minuten later bij een gigantisch bouwwerk staan: de stuwdam van de Urfttalsperre. We lopen over het bouwwerk naar de overzijde omdat daar een klein eethuis zou zijn. Dit blijkt te kloppen en zo zitten we even later achter een grote kop koffie/cappucino. We hebben er een Bockwurst bij genomen.
Even later komen 2 mannen naar binnen, één van hen is een pater, te herkennen aan zijn habijt. Ze bestellen iets en gaan buiten op het terras zitten. Als de uitbater van de zaak even later met een bord frieten en ketchup verdwaalt rondkijkt zegt hij: “Da war doch ein Pfarrer hier, oder bin ich verrückt?”. “Die sind draußen”, zegt Jack. De man lacht, heeft waarschijnlijk binnenpretjes, en gaat naar buiten om de frieten naar de geestelijke te brengen.
We gaan terug over de stuwdam en zijn al weer gauw op het stijgende pad. Na een paar bochten zijn we boven.
Hier aangekomen krijgen we nogmaals een schitterend panorama over de Talsperre voorgeschoteld.
Verder lopend komen we op een “hoogvlakte”, met veel heidevelden en brem. De zon schijnt nu volop, heerlijk. Wetteronline, het Duitse zusje van Weeronline heeft gelijk gekregen.
We komen bij Wollseifen, een spookdorp met een wrange geschiedenis. Eeuwenlang werd het dorpje bewoont door mensen die leefden van akkerbouw en veeteelt. Tegenwoordig is het “dorpje” geheel verlaten, er woont niemand, en er staan nog maar een paar gebouwen waaronder de kerk die gewijd is aan St. Rochus. Deze kerk stamt uit de 17e eeuw. Wollseifen werd op het einde van 2e wereldoorlog veelvuldig gebombardeerd door de geallieerden, daarbij kwamen tientallen inwoners om het leven. Na de oorlog, in 1946, werden de overgebleven 115 families gedwongen te verhuizen omdat het gebied geannexeerd was door de Britten, en die maakten er een militair oefenterrein. De families verdwenen naar omliggende dorpen en de huizen werden afgebroken.
Behoudens de kerk, het schooltje, een trafohuisje en een kapelletje staat er niets meer. Zelfs het kerkhof werd geruimd en de doden herbegraven in de omgeving. Op het terrein staan nu houten palen met voormalige straatnamen die herinneren aan het verleden. Naast de kerk bevindt zich een mooie stenen maquette van het voormalige dorp.
Maar de meeste indruk maakt een foto die binnen boven de ingang van de kerk hangt van spelende kinderen.
Treurig, maar de geschiedenis kan men niet wijzigen. Met een weemoedig gevoel gaan we verder. We vervolgen ons pad dat na een paar minuten sterk afdaalt. Behoudens enkele puffende tegenliggers is het rustig. We naderen Vogelsang, een voormalig opleidingskamp van de Duitse SS. Tijdens de oorlog was het een hoofdkwartier van de Deutsche Wehrmacht. Waarschijnlijk was dit mede de reden dat het nabijgelegen Wollseifen zo zwaar gebombardeerd werd. Na de oorlog werd Vogelsang onderdeel van het eerder genoemde Britse militaire oefengebied. Tegenwoordig is het een druk bezocht monumentaal complex.
Jack heeft een wrang gevoel over dit sinister “monument”, en wil verder. Het gaat eerst bergop, waarna we een weg oversteken en op een bospad komen.
Dit pad daalt sterk en gaat over in een mooie kronkelende houten brug die over de Morsbach ligt.
Een leuke passage. Meteen na de brug gaat het weer omhoog waarna we op een hoogvlakte komen. Links van ons is een mooi uitzichtpunt, de Modenhübel. Van hier uit wordt ons pad een verharde weg en even later verlaten we wederom de route om een korte pauze te nemen in het Bauerncafé Morsbacherhof. Dit blijkt een heel gastvrij eethuisje te zijn. En voorwaar, ze hebben hier lekkere Kuchen!
Na deze “genotspauze” beginnen we aan het laatste gedeelte van de tocht richting Gemünd. Eerst door een gebied met weilanden, daarna weer door een bebost gebied waar we ruiters te paard tegenkomen. Het pad daalt tot in een buitenwijk van Gemünd waar we bij een grote manege komen.
We volgen de wegwijzers van de Eifelsteig die ons naar een weg leidt die bovenlangs Gemünd loopt; het plaatsje ligt rechts beneden van ons. Uiteindelijk komen we in het centrum waar kermis is. Via een mooie winkelstraat bereiken we de kerk waar de tocht eindigt.
Met de bus gaan we terug naar Einruhr.
Hier aangekomen zetten we zoals gebruikelijk de TomTom aan voor de terugreis. De zwoele damesstem zegt: ”Na 70 mtr rechtsaf”.
Tiny reageert meteen: “Meid, we staan nog stil op de parkeerplaats”!
“Vrouwluuj ónger mekaar”, denkt Jack.
Meer foto's:
Lees verder Gemünd - Steinfeld