29 maart 2014
Gisteravond arriveerden we in Manderscheid toen het al donker was. Het laatste stuk van ca. 10 km leidde onze TomTom ons over onverlichte smalle wegen met haarspeldbochten. Geen pretje voor Jack, die normaal gesproken wel kan genieten van het rijden over dit soort wegen.
We overnachtten in Hotel Burgblick dat direct aan de route van de Eifelsteig ligt.
Het is 06:30 u als Tiny als eerste opstaat. Een uurtje later gaan we naar het restaurant waar we een uitgebreid ontbijtbuffet voorgeschoteld krijgen. De voorbereiding voor de tocht van vandaag laat niets te wensen over. Dan nemen we afscheid van de gastvrije eigenaresse van het hotel, die overigens een Nederlandse is. We lopen door een park naar de rotonde waar de bushalte is. Als we op de asfaltweg komen gaan we even de verkeerde kant op, maar gelukkig kijkt Jack nog even op de plattegrond en keren we om. De bus brengt ons naar Daun, waar het startpunt bij het VVV-kantoor ligt. Omdat de officiële route van de Eifelsteig niet door Daun loopt moeten we de gele bordjes volgen die de weg wijzen naar het aansluitpunt. We herkennen delen van de weg die we 3 weken geleden liepen. Bij een bosrand herkennen we een blauwe wegwijzer. We volgen een dalend pad dat uitkomt op een verharde weg. Hier gaan we scherp naar links en een tiental meters verder naar rechts.
We lopen naar een Kurpark, onderweg steken we nog een brug over de Lieser over. Het Kurpark blijkt heel mooi te zijn, met een grote vijver, ligweides en speeltoestellen voor kinderen ( of ouderen die zich nog kind voelen, waar overigens niks mis mee is).
Op het einde van het park steken we een verharde weg over, om vervolgens een stijgende weg naar rechts te nemen. We zijn onderweg naar de Gemünder Maar, de eerste van de 3 meren die in deze omgeving ruim tienduizend jaar geleden ontstonden door vulkaanuitbarstingen . De Gemünder Maar ligt als het ware verscholen in een bos. We komen langs een horeca-gelegenheid, waar geen activiteiten zijn waar te nemen. Via een stijgend pad in de rand van de “kom” krijgen we een mooi beeld over het “Maar”. Het pad eindigt op een plateau waar een toren staat, de Mäuseberg.
Naast de toren staat een houten hangbank, van waar uit we nog een blik op het “Maar” werpen. Vervolgens beklimmen we de Dronketurm, zoals de toren genoemd wordt naar de oprichter van de Eifelverein. Vanaf deze toren ontvouwt zich een panoramisch uitzicht naar alle windstreken.
In de verte herkennen we de Nerother Kopf, waar we 3 weken geleden overheen moesten.
Op het muurtje zijn plaquetten aangebracht met namen van bergen en ook steden. Tiny ontdekt op een plaatje zelfs de plaatsnaam Rome. We gaan verder door een hek en gaan op het einde van het plateau - waar veel rustbanken staan - links naar beneden. Hier komen we veel puffende jongeren tegen die omhoog moeten. We komen bij de Weinfelder Maar, die beduidend hoger ligt dan de Gemünder Maar. Aan de rand van het “maar” ligt een klein kerkje, de Weinfelder Kapelle. Het Weinfelder Maar wordt ook wel Totenmaar genoemd, en de oorsprong hiervan ligt in het jaar 1512 toen het dorpje Weinfeld verlaten werd door de bewoners omdat er een pestepidemie heerste. Maar er bestaat ook een sage over het “Maar”. Hierin wordt het verhaal verteld over een graaf en zijn harteloze echtgenote. Toen de graaf op jacht was stond er een arme jonge vrouw aan de deur die om een aalmoes vroeg. De echtgenote van de graaf joeg echter de waakhonden naar de arme jonge vrouw. En op dat moment ontstond er een onweer en verzonk het kasteel in de diepte. Toen de graaf terugkwam zag hij alleen een grote wateroppervlakte. Echter op het water dreef nog een wieg met zijn jonge zoon. Het meer kreeg de naam Totenmaar, en uit dankbaarheid voor de redding van zijn zoontje zou de graaf de kapel gebouwd hebben.
Enfin, de kapel is nog steeds in gebruik, evenals het goed onderhouden kerkhof dat om de kapel heen ligt. Als we het kapelletje, dat opgedragen is aan Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten, bezocht hebben gaan we omlaag en volgen we een pad langs het stille water. Aan de andere zijde van het water gaat het pad weer omhoog en komen we bij een asfaltweg die we oversteken. We krijgen nu zicht op de derde maar, de Schalkenmehrener Maar. Dit “maar” ligt iets lager. We dalen over een pad af naar het dorpje Schalkenmehren waar we een korte koffiepauze inlassen. Het is hier lekker vertoeven met dit prachtige wandelweer. We blijven niet te lang “plakken”, en lopen verder door dit nette plaatsje. We passeren een groot 4-sterren hotel, maar ook enkele oude vakwerkhuisje en een oud “Hans en Grietje huisje”. Dan gaat het weer omhoog en verlaten we Schalkenmehren.
Op een hoger gelegen vlakte krijgen we een laatste uitzicht op het “Maar” en zijn omgeving, dan gaan we verder en zien we rechts van ons een sterrenwacht. We komen in een bos, en steken even later een verkeersweg over. Vóór een kliniek nemen rechts een bospad omlaag. We volgen het pad dat voornamelijk daalt. We passeren een grafsteen, waar vermoedelijk meerdere personen begraven liggen. Maar hoe en wat kunnen we niet ontcijferen. Misschien een ridder uit vroegere jaren, want er staat een wapen op de steen. Bij een visvijver lassen we weer even een pauze in, maar wederom niet lang. We gaan verder en in een open gebied ontwaren we links het plaatsje Trittscheid. Dan moeten we over een smal bospad omlaag. Op dit gedeelte zijn we blij dat we de Nordic-walking stokken bij ons hebben, want het gaat redelijk stijl omlaag. Via een brug gaan we over de Lieser en bereiken we de Üdersdorfer Mühle, De watermolen stamt uit 1834. De boerderij, het woonhuis en het gasthuis zijn al meerdere generaties eigendom van de familie Niederprüm. Het is een geliefde pauzeplek bij wandelaars. En dat is begrijpelijk, want hier sluit de Eifelsteig aan op het Lieserpfad, ook een populaire wandelroute. We eten een kleinigheid in de gastruimte van de boerderij. Het oogt allemaal oud, van de andere kant ook gezellig.
Een half uurtje later beginnen we aan het laatste gedeelte van de tocht van vandaag: door het dal van de Lieser. We merken meteen dat we niet alleen zijn. Meerdere wandelaars vergezellen ons. Het Lieserpfad wordt druk bewandeld, zo schijnt het. We ontdekken al gauw waarom.
Het dal waar we ons nu in bevinden ademt schoonheid, stilte en rust. Het eerste gedeelte gaat over een breed pad, dat langzaam aan smaller wordt. Dan gaan we over een gammele brug over de Lieser.
Aan deze zijde gaat het pad langzaam bergop. Ons pad loopt regelmatig dicht langs de afgrond, en dan komen we tot het besef dat we soms toch wel 30 mtr boven het riviertje lopen. Het is een mooi pad, maar wel geaccidenteerd, het gaat omhoog en dan weer omlaag. Het pad blijft het riviertje volgen. Na een haarspeldbocht gaan we weer middels een brede brug over de Lieser en bevinden we ons weer op de rechter oever. We komen bij de Kobeslochhütte. Deze hut bevindt zich hoog boven het dal van de Lieser. Vanuit deze hut wordt het pad smaller. Op enkele plaatsen is het pad aangepast/verbeterd door het aanbrengen van houten loopbruggetjes. We passeren nog enkele hutten, zoals de Rulandhütte. Ze zijn gedeeltelijk op stenen pilaren gebouwd, zodat het uitzicht spectaculair mooi is boven het dal. In de verte ontwaren we een toren, het is een toren van een burcht van Manderscheid. Maar voordat we daar aankomen passeren we een markante plek: er staan tientallen “Steinmänchen” langs het pad. Uiteraard besluit Tiny om er ook een te maken.
Het einde van de wandeletappe komt in zicht. Om 16:45 u passeren we ons hotel, waar iets verderop onze auto staat. Omdat het toch 2 uur rijden is besluiten we meteen naar huis te vertrekken, met de gedachte dat dit toch wel een van de mooiste etappes is van de Eifelsteig. Het was puur genieten vandaag.
Meer foto's:
Lees verder Manderscheid - Grosslittchen