Wedde-Wedderveer

Wedde is van ouds een toegangsweg geweest naar Westerwolde en Bourtange. Het wordt als parochie reeds voor 1130 genoemd. Het oudste officiële stuk waarin over Wedde en Westerwolde werd gesproken is van 1316. De vijf kerkdorpen(karspels) Sellingen, Vlagtwedde, Friescheloo, Onstwedde en Wedde sloten toen een verdrag met de Bisschop van Munster. Deze zou hen helpen als ze in nood zaten. Daarentegen moesten zij de bisschop bijstaan in zijn strijd.

Als een soort belasting leverden ze elk jaar een hoen, uit elk huis waaruit rook opsteeg; het Rookhoen- (De Hoenderkamp)- Later werden het enige stuivers.

In Wedde op de Burcht woonde het geslacht Addinga, dat zich steeds meer rechten toe-eigende.

Het hek onderaan op de foto is waarschijnlijk het toegangshek naar de Stoatskaampe

Stoatskaampe door Tinus Kruize

Ik herinner me, uit m’n jonge jaren, een perceel grond, toen nog aan de rand van het dorp, daar waar nu de Oostersingel begint. In mijn herinnering was het geheel omsloten door een stevige haag en de ingang met een hek afgesloten. Het was in gebruik bij Albert Bos, een vollegrondskweker, bij ons van de Weddermarke. Hij verbouwde er vroege aardappelen, alle soorten kool enz. Volgens mij ging dat naar de veiling in Winschoten.

Ik heb me altijd afgevraagd, waar komt die naam stoats vandaan? Dat het met militairen te maken had verwachtte ik wel. En toen opeens lees ik op de voorpagina van het Dagblad van het Noorden met grote letters de volgende kop: We vechten liever voor de Staatsen. Het ging over de slag bij Heiligerlee. Bij het lezen bleek mij dat de strijd tegen de Spanjaarden werd gevoerd door het “Staatsgezinde leger”. Toen was het voor mij duidelijk: het legertje was van Wedde gekomen en deze, dat geloof ik stellig hadden hun verblijf in Wedde gesitueerd op het perceel dat tot circa 1950 de Stoatskaampe genaamd werd.

Wedde centrum

Hoofdweg - oude smederij(rechts)

Hotel Buenos Aires Waterschapshuis 1902

Wedde dorpsgezicht

Op bovenstaande foto zien we rechts Hotel Westerwolde, al met bovenverdieping, op de plek waar nu de voormalige RABO bank staat(thans fysiotherapie). Onder de bomen staat één van de oudste panden van Wedde dat er helaas niet meer is, het zogenaamde "zwarte huis". - Collectie Harm Nijboer

Openbare Lagere School Wedde, circa 1890 - door Jurjen Dekker

In de Raadsvergadering van 19 augustus 1892 werd besloten tot afbraak van een woning staande op het terrein bestemd voor nieuwe school te Wedde. Met afbraak van het huis, bewoond door Mej. Wed. Blokzijl, mocht niet voor 1 mei 1893 worden begonnen.

In dezelfde vergadering werd goedgevonden het bestek van een te bouwen school met 4 lokalen met meubilair, op 21 october volgde de aanbesteding. Aannemer werd S. Strating te Oude Pekela voor f 10.550. Op 26 Febr. 1913 werd besloten tot het bijbouw van een vijfde lokaal. Aannemer werd H. C. Meijer te Bellingwolde voor f 3582,54 en in de Raadsvergadering van 29 maart 1920 besloot de Raad tot de bijbouw van twee lokalen (de boven verdieping) Aannemers werden de Gebr. Warntjes te Vriescheloo voor f 15.892,11.

Het eerste huis links op de foto was een klein arbeiders huisje daar heeft o.a. een Fam. Nobbe gewoond, het tweede huis was ooit een stelmakerij van de Fam. Werda later zat hier brandstoffenhandelaar Sagel die ook zorgde met zijn tractor voor het transport van de motorspuit van de brandweer. Daarnaast verscholen achter de bomen de winkel van de Fam. Boltendal, achter dit huis stond de maalderij van Jan Korte.

Van Trijnie Spa-Jansingh ontvingen we een aantal foto's uit 1958 van het 75 jarig bestaan van de Openbare Lagere School in Wedde.

"De clown op paard is mijn vader Taalko Jansingh samen met mijn opa Jan Jansingh .

De kabouters zijn van l naar r : Rika Hulzebos, Trijnie Jansingh,Willie Timmer, Foktje Loning,Tineke v/d Veen,Leentje Walburg, Trijntje Niezen, Jopie Pals, Stientje Meulman, Willem Nijboer.

Op de wagen 'KABOUTERDORP' Willem Nijboer en Trijnie Jansingh"

Begrafenisvereniging Wedde heeft inmiddels de lijkwagen met paardenkracht ingeruild voor een lijkauto. Dit gebeurde in 1962. Op de foto is te zien hoe een lid van de ruiterclub Wedde-Wedderveer ten grave wordt gebracht. De dragers voor de auto zijn: voorop loopt Kars Waalkens,1e rij vlnr Waalkens sr en Gerrit Kruize 2e rij vlnr Berend Kampling en Paul de Haas. Foto is afkomstig van Trijn Katuin-Kampling en toegestuurd door Trijnie Spa. Bedankt hiervoor.

Onderstaande foto's ontvingen we van oud Wedder Eggo Agterof:

Barkelazwet

Barkelazwet Oerdeweg grens Pekela-Wedde

Westerwolde kende eeuwenlang geen exacte grenzen. Dat werd echter anders toen rond 1600 de venen massaal werden afgegraven voor de turfwinning. Er moest een grens komen tussen de venen die vanuit de Pekela's werden afgegraven door de Stad Groningen en dat deel van het veen dat vanuit Wedde en Onstwedde werd afgegraven. Er werd daartoe een natuurlijke grens gemaakt in de vorm van een sloot. De sloot die in 1650 werd gegraven kreeg de naam Barkelazwet. Op oude kaarten is deze naam nog wel te vinden en delen van deze sloot zijn nog steeds aanwezig. Bijvoorbeeld op de grens tussen Wedde en Oude Pekela aan de Oerdeweg. Ook is op de oude kaarten nog duidelijk te zien aan de wijkenstructuur dat de venen vanuit twee richtingen zijn afgegraven.

Burcht te Wedde

Voor de Burcht te Wedde verwijzen we u graag naar de uitgebreide geschiedenis op deze website:

Burcht Wedde de Historie

Hoorn

Dit gehucht lag(ligt) tussen Hoornderveen(Wedde), het boezemgeboed van de Westerwoldse Aa, De Louwdijk en Oude Pekela. Het is oorspronkelijk een gehucht met een eigen Marke die tot het kerspel Wedde behoorde. De oorspronkelijke bebouwing was gesitueerd langs het voormalig Hoornderpad. Het gebied Hoorn kan worden aangeduid als een randveenontginning. Door de ontginning ontstonden opstrekkende percelen met daarlangs meerdere lanen richting de Westerwoldsche Aa. Langs deze lanen werden woningen en boerderijen(tjes) gebouwd. Toen de weg Wedde, Wedderveer,Blijham werd verhard, zijn de meeste boerenbedrijven verplaatst naar de Hoofdweg. Veel van de bebouwing langs het Hoornderpad is verdwenen. Over een deel van het tracé van het voormalige pad, loopt nu de Driepoldersweg. De weg dankt zijn naam aan de drie polders(Waterschappen). Tot de Hoornder marke behoorde een deel van het uitgestrekte veencomplex ten oosten van de Pekel Aa. In de zeventiende eeuw sloot de marke van Hoorn een overeenkomst met de stad Groningen waarbij de grens tussen de gronden van Hoorn en de veengebieden van de stad langs de Pekel Aa werd vastgelegd (het Barkelazwet).

Hinrichs Meuln

Hoornderveen

Buurtschap ten westen van Wedde tegen de grens met Pekela en Stadskanaal. De naam verwijst naar de venen van Hoorn. Na het afgraven (ca. 5 meter hoog) van het hoogveen in de negentiende eeuw is een cultuurlandschap ontstaan, waarop voornamelijk akkerbouw plaats vindt. Langs de lanen vanaf Hoorn en Wedderveer is een sterk verspreid bebouwingspatroon van keuterboerderijen, arbeidershuizen en winkel(s) gerealiseerd. Deze vormden gezamenlijk de buurtschap. Door invoering van de woningwet, moeilijk begaanbare paden en lanen en de herverkaveling zijn heel veel woningen in het gebied afgebroken. Behoudens de Weverslaan is van de oude lanenstructuur bijna niets meer terug te vinden.

De teloorgang van Hoornderveen wordt beschreven in de proloog van De Graanrepubliek, waarin Frank Westerman een gesprek voert met de laatste bewoner.

Kielhuppen

Woonstreekje ten zuiden van de Lageweg, nabij Wedde met moerasgebiedje ontstaan door vervening (baggerkuil) aanvankelijk vuilstort. Thans eigendom van Staatsbosbeheer en fraai natuurgebiedje geworden.

De Oerde

Gebiedje tussen Wedde en Wedderveer, aan de rand van de Westerwoldse Aa. Hier werden tot begin vorige eeuw "ijzeroerbanken" gevonden en als delfstof gewonnen. IJzeroer is een afzettingsgesteente wat zich met name. vormt in de rivier/beekdalen.

Ongeveer een halve meter onder de oppervlakte lag op veel plaatsen een oerlaag van plusminus een meter dikte, die afgegraven is en voor het grootste deel is afgevoerd naar de staalproducerende industrie. In ieder geval vanuit Drente naar de industrie in het Roergebied en ook wel naar de Hoogovens in IJmuiden. Of dit in Westerwolde ook het geval was is ons niet bekend, maar wellicht vinden we hier nog eens iets over.

Koemarke/Ossemarke

De marken waren de gemeenschappelijke weiden van de boeren uit het dorp. De Ossemarke was/is het gebied ten Oosten van Wedde en ten zuiden van wat nu de Weddermarke heet. Ten noorden van de Weddermarke ligt de "koemarke". De ossen(gecastreerde stieren) waren niet alleen voor de slacht bedoeld, ze werden ook gebruikt als trekdier. Het gebied tussen de Wedderbergenweg en de dijk langs het boezemgebied van de Westerwoldse Aa wordt/werd Richelveld genoemd. Waarschijnlijk werden hier de jonge stieren geweid.

Wedderbergen

Aan de oostzijde van Wedderveer over de Westerwoldsche Aa liggen de Wedderbergen, van oorsprong een klein natuurgebied bestaande uit stuifduinen die gevormd zijn in de middeleeuwen. Tegenwoordig is het vooral bekend als natuur-, bos- en recreatiegebied, met onder meer een bungalowpark. Ook staat in het gebied poldermolen de Weddermarke uit 1898.

Wedderheide

Streek tussen Wedde en Vriescheloo. Ligt op een zandrug en vormde van oudsher de natuurlijke grens tussen de Dollard en Westerwolde. Vroeger heidegebied met aanvankelijk plaggen hutten, later arbeidershuisjes met (arme)grond voor eigen voorziening, als moestuin, eetaardappelen, graan en geitenweide. Thans uitgegroeid tot een aantrekkelijke woonplek. Van Wedde gescheiden door de autoweg N976.

Van Trijnie Spa - Jansingh ontvingen we deze foto van het pand Lageweg 68(het vroegere Wedderheide) te Wedde.

Ze schrijft erbij: "In mijn jeugd 50/60'er jaren van de vorige eeuw woonden hier familie Willem en Siena Jansingh - Kruize. De personen op de foto zijn Taalko Jansingh en Jan Meullman. Begin 2000 is het verbouwd en in augustus 2007 afgebrand. Er is nu een nieuwe woning gebouwd"

Deze foto is van Lageweg 48. De bewoners in de jaren 50/60 waren Antko en Trui Opheikens. Het huis is begin 70'er jaren afgebroken en vervangen door een nieuw huis van de familie Harrie Rouw.

De vorige foto met de man die aan het sneeuw ruimen is, is genomen vanaf dit huis dat aan de overkant van de weg stond. Het huis is afgebroken en er kwam een nieuwe woning voor terug. Dit is het geboortehuis van Trijnie Spa-Jansingh.

Dit zijn enkele woningen, zoals ze ooit aan de Lageweg(Wedderheide) stonden. Er waren toen nog geen huisnummers, zoals we nu kennen. Ze werden aangemerkt met een sectie nummer Wedderheide sectie A nr. 109. In het midden van de jaren 50 werd dit Lageweg 43. Sectie A 164 werd toen Lageweg 45. Wanneer deze woningen werden gebouwd is niet bekend, maar Trijnie's grootvader Jan Jansingh was in 1916 op 21 jarige leeftijd eigenaar van de woning. Aan de linkerkant waar nu dat grote raam zit, zat toen een baanderdeur. Met een doorrit naar achteren, waar eveneens een baanderdeur in zat. Haar grootvader was in de tijd vrachtrijder, met, zoals ik in de verzekeringspapieren van 1916 vond, een vrachtwagen getrokken door twee paarden. Het was verzekerd voor 860 gulden. Hij heeft dit tot 1921 gedaan. Toen werd de verzekering beëindigd. Hij heeft toen nog een aantal jaren voor de Nederlandse Heide Maatschappij gewerkt. De baanderdeuren van het huis verdwenen en er kwam een raam in en er werd een tweede woning van gemaakt. Trijnie's ouders zijn er 1951 gaan wonen en daar werd zij ook geboren. Tot 1964 woonde de familie daar. Daarna is de woning nog verhuurd en begin 70'er jaren is het verkocht aan Gezinus Kruze. Alles werd afgebroken en er is een nieuwe woning voor in de plaats gekomen.

Wedderveer

Dit buurtschap ligt in het overgangsgebied van het streekdorpen landschap naar het randveen ontginningslandschap tussen Wedde en Blijham aan de westzijde van de Westerwoldse Aa. De naam verwijst naar het veer over de Westerwoldse Aa. Wanneer de naamgeving Wedderveer is ontstaan is niet bekend.

Zie hiervoor ook de subpagina "Het Veer te Wedde"

Een grensbeschrijver, die zich in opdracht van Napoleon over het Weser-Ems gebied heeft gebogen, noemt het dan met twee losse woorden Wedder Veer. Op de “Beckeringkaart” uit 1781, dit is de meest gedetailleerde kaart die tijdens de Republiek van Groningen werd uitgegeven, komt de benaming “t Veer” voor. Op een kaart uit 1906 wordt Wedderveer als plaats vermeld en komt ook de aanduiding “ Weddervoetveer” voor. Wedderveer was tot in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw een bekend dorp in het uitgaansleven. Etablissementen als “Het Veerhuis”, later Hazelhoff, daarna Speelman en Kraai, met zwembad en speeltuin “Klein Scheveningen” maar ook café Heising met zwembad “Triton” waren uitgaanscentra en trokken mensen uit de wijde omtrek. De stoomtram maakte het vertier voor de hele streek goed bereikbaar. In Wedderveer staat een bijzonder houtzaagmolentje uit 1938. In de nabijheid van de spinnenkop staat het restant van windmolen ”de Nijverheidspolder”.