De website is nog in opbouw. Enkele pagina's zijn nog niet compleet. Feedback is welkom middels het contactformulier.
Uitleg
Een variabele is een plek waarvan de waarde afhankelijk kan zijn van de omstandigheden. De waarde van de variabele is zoals de naam zegt variabel. Door een variabele te gebruiken krijg je met een formule veel meer mogelijkheden en inzichten. Het grote voordeel van het gebruik van een variabele is dat je de formule breder kunt toepassen. Bij natuurkundeformules zijn variabelen bijna altijd grootheden.
Een voorbeeld uit de wiskunde is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een cirkel: π·r2. De letter r is een variabele en staat voor de straal van de cirkel. Het voordeel van het gebruiken van de variabele r is dat het van te voren niet uit maakt van welke cirkel je de oppervlakte wilt weten. Zelfs als je geen cirkel hebt om de oppervlakte van te bepalen dan kan je nog zien dat de oppervlakte van een cirkel afhankelijk is van de straal van de cirkel. Je kan met variabelen dus algemene verbanden opschrijven.
Zie ook Variabelen gebruiken voor meer informatie over gebruik in natuurkunde formules
Notatie
We schrijven een variabele niet als een getal maar met een symbool. Vaak is dat bij wiskunde een letter zoals x of y maar het kan ook een v (voor snelheid) of een t (voor tijd) zijn bij natuurkunde. Dat betekent trouwens niet dat alle letters variabelen zijn, sommige letters worden gebruikt voor constanten zoals de Griekse letter π of de h voor de constante van Planck. Variabelen worden op zoveel plaatsen gebruikt dat de 26 letters van ons alfabet vaak niet genoeg zijn. Daarom gebruiken we ook vaak het Griekse alfabet of gebruiken we subscript (kleine lettertjes rechts onder een gewone letter). Op die manier kunnen we verschillende variabelen uit elkaar houden. Zelfs dan zijn sommige symbolen dubbel gebruikt zoals de ρ. Deze wordt gebruikt voor zowel de dichtheid als de soortelijke weerstand. Je moet dus altijd goed opletten wat de context is om te weten welke je dan moet gebruiken.
Uitleg
Een constante, of constante waarde, is een getal dat vast staat. Dat betekent dat deze in de formule waar je naar kijkt niet veranderd. Ook niet als de rest van de omstandigheden wel verandert. Getallen in een niet ingevulde formule zijn constanten. Als je een getal ziet staan let dan op of het deel is van de formule of dat het ingevulde een variabele is . Om weer een voorbeeld met cirkels te gebruiken is de omtrek van een cirkel gelijk aan 2·π·r. De twee en de π zijn constanten. Voor elke cirkel blijven die hetzelfde. De r is een variabele en is afhankelijk van de cirkel.
Notatie
Er zijn grofweg twee manieren om constante waarden op de schrijven. De eerste is door het getal op te schrijven. De tweede manier is door een symbool te gebruiken. Dit wordt veel gebruikt voor een constante waarde die vaak voorkomt zoals c voor de lichtsnelheid. Een andere reden is als we een constante niet helemaal kunnen uitschrijven. Denk bijvoorbeeld aan het getal pi. Dat is niet op te schrijven omdat er oneindig veel cijfers achter de komma staan. In plaats daarvan gebruiken we het symbool π .