De website is nog in opbouw. Enkele pagina's zijn nog niet compleet. Feedback is welkom middels het contactformulier.
symbool = grootheid, eenheid [symbool]
f = Frequentie, Hertz [Hz]
T = Trillingstijd, seconde [s]
Deze formule geeft de relatie aan tussen de frequentie en de trillingstijd. Het wordt gebruikt wanneer je te maken hebt met terugkerende patronen zoals bij golven. Toepassingen zijn bijvoorbeeld bij geluidsgolven, watergolven of lichtgolven. Maar het kan ook worden gebruikt om bijvoorbeeld te kijken naar slingerbewegingen of temperatuurschommelingen. Kenmerkend voor veel toepassingen is dat een element steeds wordt herhaalt en een patroon vormt.
Klik voor meer uitleg
De frequentie is hoe vaak een bepaald element van een patroon voorkomt in 1 tijdseenheid. Belangrijk is dat de tijdseenheid van de frequentie en de periodetijd het zelfde zijn. In formules wordt bijna altijd gewerkt met de eenheid per seconde. Dus de trillingstijd is in seconden en de frequentie is het aantal herhalingen per seconde [Hertz].
Bij een grote frequentie gebeuren er veel trillingen of golven in 1 seconde. Is de frequentie kleiner dan gebeurt een trilling of golf minder vaak in de zelfde tijd. Bij een frequentie van 1 Hz is gebeurt er precies een trilling in 1 seconde. Bij een frequentie van 100 Hz gebeuren er 100 trillingen in 1 seconde, dat betekend dus dat het veel sneller gaat. Bij een frequentie van 0,2 Hz is het patroon na 1 seconde nog niet af. Dan gaat het patroon dus langzamer. Je hebt dan 5 seconden nodig om 1 hele trilling af te maken.
De trillingstijd geeft aan hoe veel seconden nodig zijn een element 1 keer te doorlopen. Als de periodetijd 1 seconde is heb je na 1 seconde een element af. Je kan daarna aan de volgende beginnen. Elementen kunnen ook langer of korter duren. Een periodetijd van 5 seconden betekend dat je 5 seconden doet over het doorlopen van een element. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een slinger met een periodetijd van 5 seconden betekent het dat de slinger na 5 seconden weer op de zelfde plek is en de zelfde kant op gaat. Een lage slingertijd betekent dat de golf of slinger snel gaat. De frequentie is dan juist hoog.
De frequentie en slingertijd staan in een omgekeerd evenredig verband. Dat betekent dat als de ene groter wordt de andere kleiner wordt. En andersom precies het zelfde. Wordt de slingertijd twee keer zo groot dan wordt de frequentie twee keer zo klein. Wordt de frequentie drie keer zo groot dan wordt de slingertijd 3 keer zo klein.
Omgeschreven vormen
Zie ook: omschrijven
De formule in eenheden
De formule in woorden
Een slinger heeft een periode die 4 seconden duurt. Wat is de frequentie?
Bekend:
T = 4 s
Gevraagd:
f = ?
Nodig:
f = 1 / T
Invullen:
f = 1 / 4
Antwoord:
f = 0,25 Hz
Zie ook: stappenplan opgaven maken