De voedingsbodem van motivatie

De voedingsbodem van motivatie: de psychologische basisbehoeftes

Door studenten te motiveren voor uw vak draagt u bij aan een goede leersfeer en legt u tegelijk het fundament voor duurzaam engagement in de opleiding. Maar wat is de voedingsbodem voor de motivatie en betrokkenheid van studenten?

Volgens de Zelf-Determinatie Theorie zijn er drie psychologische basisbehoeftes die de noodzakelijke wortels vormen voor motivatie en groei. Deze behoeftes noemen we het "ABC": de behoefte een Autonomie, verBondenheid en Competentie. Net zoals we bepaalde fysieke behoeftes (eten, slaap,...) nodig hebben om te overleven, zijn deze psychologische behoeftes essentieel voor ons persoonlijk en sociaal functioneren. Anders verwoord zal autonome (en dus kwaliteitsvolle) motivatie slechts optreden als in zekere mate aan deze psychologische basisbehoeftes is voldaan.

Richard Ryan aan het woord over de drie psychologische basisbehoeftes volgens de Zelf-Determinatie Theorie.

Het ABC van de student

AUTONOMIE

De behoefte aan autonomie betekent dat een student vrijheid en keuze ervaart. De student voelt dat hij ertoe doet en een zekere mate van invloed en controle kan uitoefenen.

Als lesgever kunt u via een motiverende lesgeefstijl de behoefte aan autonomie van uw studenten ondersteunen, onder meer door hun inbreng te waarderen en hen uit te nodigen tot participatie. Wanneer een lesgever geen ruimte laat voor de eigenheid van studenten of die inbreng actief beknot, zal dit hun behoefte aan autonomie frustreren wat een negatieve impact heeft op hun motivatie.

VERBONDENHEID

De behoefte aan verbondenheid betekent dat een student vertrouwen heeft in zijn medestudenten en de lesgever en dat er positief en veilig leerklimaat heerst. De student voelt zich gewaardeerd.

Door als lesgever een respectvolle houding aan te meten en een grote beschikbaarheid aan de dag te leggen, sluit u aan bij de behoefte aan verbondenheid van studenten. Wanneer een lesgever echter zeer afstandelijk is en onveiligheid creëert (bv. door studenten belachelijk te maken of zich erg dwingend op te stellen), dan zal dit de behoefte aan verbondheid van studenten niet ten goede komen.

COMPETENTIE

De behoefte aan competentie betekent dat een student vertrouwen heeft in zijn eigen kunnen en zich bekwaam voelt om uitdagingen aan te gaan en een taak tot een goed einde te brengen.

Als lesgever kunt u via het aanbieden van structuur de behoefte aan competentie ondersteunen. Dit doet u onder meer door duidelijkheid te creëren en studenten gepaste hulp en uitdaging aan te bieden. Wanneer een lesgever echter alles op zijn beloop laat of niet aansluit bij het niveau van de student, heeft dit een negatieve impact op het competentiegevoel.

Samengevat komen lesgevers best maximaal tegemoet aan de psychologische behoeftes aan autonomie, competentie en verbondenheid bij studenten. Terwijl een motiverende lesgeefstijl simultaan deze basisbehoeftes tracht te vervullen, slaagt een demotiverende lesgeefstijl daar niet in. In het laatste geval kan er zelfs sprake zijn van een actief tegenwerken van deze basisbehoeftes.

Kritische reflectie: Werkt dit ABC voor elke student?

De ene student is de andere niet. Moet de aanpak van de lesgever niet afgestemd worden afhankelijk van het doelpubliek?

Er zijn inderdaad verschillende strategieën om aan het ABC van studenten tegemoet te komen, al zal sowieso elke student voordeel halen uit het ondersteunen van zijn of haar behoefte aan autonomie, competentie en verbondenheid.