Wij, als mens, leven in een wereld vol gebeurtenissen, waarbij er aangename maar ook minder aangename zijn, maar waar ook veel lijden valt in op te merken.

Een god die zou verlossing gebracht hebben

Een grote moeilijkheid die bepaalde christenen hebben veroorzaakt is dat zij beweren dat God naar de aarde zou zijn gekomen om verlossing te brengen. Maar wat de mensen te zien krijgen is dat er eigenlijk meer geweld en lijden is gekomen sinds dat die zogenaamde god hier geweest zou zijn en zou gestorven zijn om iedereen te verlossen en om wereldvrede te brengen.

Zijn persoonlijkheid heeft echter meer mensen doen strijden tegen elkaar. Verscheidene godsdienstgroepen kunnen elkaar namelijk niet uitstaan en laten het niet na hun haat tegen een ander kenbaar te maken en zelfs te gaan strijden voor de uitbreiding van hun geloof.

Vooruitgang in de wereld maar nog geen wereldvrede

Nadat de man zich in de Tuin van Eden tegen zijn Schepper had geuit, is hij door de Elohim verbannen uit die vredelievende wereld en geplaatst in een wereld waar de mens zichzelf moest bewijzen.

Naargelang het mensenras uitbreidde en meer afstand nam van zijn Schepper kwamen andere talen en rassen tot stand welke voor nog meer verdeeldheid zorgden onder de mensen doordat zij zichzelf telkens hoger schatten dan anderen.

De mensen hadden hersenen en verstand van God gekregen. Sommigen wisten dat ten goede te gebruiken, anderen maakten misbruik van hun kennis om hun macht te vergroten en anderen te onderdrukken.

Toegenomen kennis en wetenschap

Wetenschap bracht de mens heel wat goede dingen bij, maar deze werden niet altijd ten volle benut of om beterschap te krijgen. Sommige uitvindingen werden eerder gebruikt om zichzelf te verbeteren ten koste van anderen.

De wereld is toegenomen en de technologie is vooruitgegaan. Men zou verwachten dat de verhoging in kennis ook verbetering tot de mensheid zou brengen. Maar met de toename van meer middelen werden velen hebzuchtiger en voelden zich minder voldaan met het meerdere dat ze konden krijgen.

Door dat met de jaren de mensen meer afdwaalden van de regels van God en van ethische waarden, kwamen er meer en meer slechte mensen. Die mensen konden op hun beurt meer slechte dingen doen, waardoor het menselijk lijden toenam.

Verhoging van moeilijkheden en lijden op weg naar Verwachte tijden

Doorheen de Geschriften worden er waarschuwingen naar de mens gebracht door mensen van God gezonden die als profeten of voorspellers probeerden een beeld te scheppen van Gods Plan en de toekomst.

Ook de profeet Jeshua die beter gekend geraakte onder de naam Jezus vertelde zijn discipelen dat er vóór het einde van dit tijdperk grote onrust en opschudding zou zijn, de laatste weeën voordat Gods koninkrijk volledig op aarde wordt gevestigd.

De mens moet er zich van bewust zijn dat voor het "Einde der tijden" nog een tijd van grote verschrikking komt. Veel tekenen zullen die Eindtijden vooraf gaan. Zij die zullen geloven in deze Verwachte Tijd zullen ook uitkijken naar de in de bijbel opgesomde vele tekenen.

Toeneming van kennis van Ene Ware God

Toename prediking - Kenmerk van eindtijd

Volgens de Schriften zal één van de vele kenmerken van de nadering van de eindtijd zijn dat er meer gepredikt zal worden en dat meer mensen tot kennis van God zullen komen.

“Deze aankondiging van het koninkrijk zal worden gepredikt in heel de bewoonde wereld tot ze aan alle volkeren is betuigd en dan komt de voleinding;” (Mt 24:14 NB)

“Dit alles is bij wijze van voorbeeld hun overkomen, en opgeschreven als een waarschuwing voor ons, op wie de einden der eeuwigheden afkomen.” (1Co 10:11 NB)

Beweging van Bijbel bestuderenden

Gelukkig mogen wij vaststellen dat er sinds de tweede helft van de 19de eeuw een hele beweging op gang gekomen is van meerdere mensen die de bijbel ernstiger gingen bestuderen. Verscheidene Bijbelstudenten gingen rond om mensen de ware toedracht van de Bijbel te leren kennen. Meerdere mensen die oorspronkelijk bij trinitarische denominaties van zogenaamd Christelijke Kerken behoorden, kwamen in te zien dat die Kerken hen iets hadden voorgeschoteld dat niet in eendracht was met de Bijbelse Leer of Bijbelse Waarheid.

Prediking van Bijbelstudenten en waarheidszoekers

De prediking van die Bijbelstudenten en waarheidszoekers droeg er toe bij dat het ware christelijke geloof zich verder kon uitbreiden, terwijl de trinitarische kerken begonnen leeg te lopen.

De over de hele wereld toegenomen kennis van de Ene Ware God is ook dramatisch toegenomen sinds Jezus kwam. Dit was een van de belangrijkste rollen van de Messias om de kennis van God onder de naties van de wereld te verspreiden, en het is zeker niet onbelangrijk dat honderden miljoenen mensen die ooit in spirituele duisternis leefden en stierven, nu in het licht van de Messias zijn gekomen.

“Ze zullen geen kwaad doen en geen verderf stichten op heel de berg van mijn heiligdom,- want vervuld zal het land zijn van kennis van de ENE, zoals wateren die de zee overdekken. •” (Jes 11:9 NB)

“maar jij, Daniël, verberg de woorden en verzegel de boekrol tot aan de tijd van het einde; velen zullen rondspeuren en veelomvattend wordt het weten!” (Da 12:4 NB)

Kennen van de Waarachtige God en Zijn eniggeboren geliefde zoon

Schaamteloosheid van vele christelijke kerken

De vele kerken die er zijn en zich christelijk noemen zouden zich moeten schamen als zij niet Dé Enige Ware God erkennen en aanbidden, en niet geloven dat Jezus een mens van vlees en bloed is die zijn leven heeft gegeven voor anderen, door niet zijn wil maar de Wil van God te doen en zich als een offerlam aan te bieden als losprijs voor de ontheffing van de straf voor zonden van de wereld.

Rustgeving door kennis van de gezonden zoon van God

Als men Jeshua of Jezus wil erkennen als de gezonden zoon van God en wil geloven dat hij het licht van de aarde is en de weg naar God, kan door navolging van zijn leer een rust over de persoon komen die als voorbeeld kan dienen naar anderen om in hem te gaan geloven.

“En dit ís het eeuwige leven: dat zij ú kennen, de enige, de waarachtige God, én hem die gij gezonden hebt,- Jezus de Christus.” (Joh 17:3 NB)

“totdat wij allen komen tot de eenheid vanuit het geloof en vanuit de kennis van de zoon van God, tot een volkomen mens-zijn, tot de volle maat van rijpheid vanuit de Christus.” (Efe 4:13 NB)

“En dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig mag worden in kennis en alle fijngevoeligheid,” (Flp 1:9 NB)

“Daarom houden wij ook, vanaf de dag dat we ervan hoorden, niet op voor u te bidden en te vragen dat ge vervuld wordt van de kennis van zijn wil in alle wijsheid en geestelijk inzicht,” (Col 1:9 NB)

“die wil dat alle mensen worden gered en tot waarachtige kennis komen.” (1Ti 2:4 NB)

Messiaanse visie

De grote Hebreeuwse essayist Ahad Ha'am, die waarschijnlijk beter dan enige andere vroege zionistische denker de spanningen tussen de ambities van de beweging en de joodse traditie begreep, schreef dat de middeleeuwse theoloog Moses Maimonides

"geen enkele waarde erkende voor het principe van natie."

Maimonides 'messiaanse visie [zou] diep moeten resoneren in het hele spectrum van zionistische ideologieën. [Het] is puur politiek: "Er zal geen onderscheid worden gemaakt tussen de messiaanse periode en de huidige, behalve een verlichting van buitenlandse onderwerping." De geschiedenis zal niet eindigen en zal niet fundamenteel worden getransformeerd. De natuur ook niet. . . .

Maimonideans messianisme en seculiere zionisme

Maimonideans messianisme was evenmin afhankelijk van bovennatuurlijke interventie als het seculiere zionisme. Maimonides had inderdaad al afgewezen wat het belangrijkste traditionalistische argument tegen het moderne zionisme zou worden: het was een godslasterlijke belediging tegen God omdat hij niet alleen op Hem vertrouwde om tot een terugkeer naar Zion te komen.

Motivatie voor rabbijnse messiaanse verlangen

Wat volgens Maimonides het rabbijnse messiaanse verlangen motiveert, is de onbelemmerde vrijheid 'om de Thora en haar wijsheid na te streven'. Het wordt beslist niet gedreven door een verlangen 'om de hele wereld te regeren, en niet zozeer dat ze de naties zouden onderwerpen en niet zo dat de naties hen zouden verhogen'.

[Bovendien], het soort God dat volgens Maimonides 'messianisme uiteindelijk het denken van alle mensen verteert, is precies de God die, stapsgewijs en dagelijks, wordt geopenbaard in het moderne Israël.

De diepgaande vooruitgang van Israël in alle disciplines die nodig zijn om de schepping in het hele spectrum van zowel de wetenschappen als de geesteswetenschappen te begrijpen, is de verwezenlijking van de zionistische droom van Maimonides door het zionisme. Alleen het praktische einde van het exilische bestaan ​​maakte de verbazingwekkende omvang van deze intellectuele explosie mogelijk, want,

zoals Maimonides beweerde in zijn Gids van de Verraste, de ellende van het leven onder de heerschappij van buitenlandse mogendheden onderdrukt het Joodse potentieel.

Hemelse of aardse wereld

Een grote meerderheid van de christenen kijkt uit dat na hun dood hun 'ziel' naar de hemel gaat. Voor velen van hen zal het Koninkrijk van God in de hemel zijn.

In de Joodse traditie en volgens de Gewijde of Heilige Geschriften (De Bijbel) zal het Koninkrijk van God ook een aards gebeuren zijn. Al lang voor Jeshua, Jezus Christus, geboren werd, keek de Joodse gemeenschap uit naar een Verlosser, Bevrijder of de Bijbelse figuur die reeds lang als Messias was aangekondigd, die hun hier op aarde vrede zou komen brengen.

Het koninkrijk van God was een van de meest besproken onderwerpen van de Joods Nazareense leermeester Jeshua (Jezus), maar het is nauwelijks een goed begrepen concept voor gelovigen in deze tijd. Als je een groep mensen zou vragen om het te definiëren, zou je waarschijnlijk verschillende antwoorden krijgen.

Koninkrijk opgevat als dynamisch van aard

Weinig aandacht voor Koninkrijk van God voor huidige en toekomende wereld

De Griekse term voor koninkrijk wordt 162 keer gebruikt in het Nieuwe Testament, waarvan de meeste verwijzen naar het Koninkrijk van God.

Heden wordt er echter weinig tijd genomen om over de toestand in deze wereld te denken als een onderdeel om tot een Koninkrijk van God te komen. Als gelovigen al zo weinig denken of praten over Gods koninkrijk is het geen wonder dat anderen dat nog minder doen.

Dat Koninkrijk van God zou echter op de voorgrond van ons hart moeten liggen. Het kan gerust zijn dat we niet zoveel over Gods koninkrijk praten als we zouden moeten doen, omdat we dit mysterieuze concept niet volledig begrijpen.

Verwijzing naar een heerschappij of regering van een koning

Zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament wordt de term koninkrijk 'opgevat als dynamisch van aard en verwijst het in de eerste plaats naar de heerschappij of regering van een koning. Het wordt zelden in statische zin gebruikt om naar een territorium te verwijzen. Volgens sommigen zou het daarom in de overgrote meerderheid van de gevallen beter zijn om de uitdrukking "koninkrijk van God" te vertalen als de "regel van God". (Baker's Evangelical Dictionary).

Algemeen mag men stellen dat wanneer er in de Schrift over dat Koninkrijk, zij het van Christus of van God, wordt gesproken, dat het om een werkelijke leefbare plaats is maar ook een tot zichzelf komend gebeuren of een toestand.

Een koninkrijk in eigen wereld

Koninkrijk nu al onder ons te vinden

Zo maakte de Nazarener Jood en grootmeester of grote verteller Jeshua het duidelijk dat in zijn tijd de mensen het koninkrijk al onder hen konden aantreffen. Zij moesten maar rondom hen zien. Velen begrepen niet dat dit in de persoon van Jeshua zelf was en in de houding die de mens zelf moest aan nemen.

Een wereld opbouwen voor zichzelf

Volgens de leermeester moet iedereen zijn eigen wereld rondom zich zelf opbouwen en is hij of zij zelf mee verantwoordelijk over zijn of haar wereld. Die verantwoordelijkheid is wat de meeste mensen niet willen opnemen. De meerderheid van de mensen geeft de schuld van hoe dingen gaan in de wereld aan anderen. Zij zelf zien zichzelf nooit als aandrager van hoe alles in de wereld verloopt.

Een niet-fysieke wereld, ruimte en tijd overstijgend

Koninkrijk van God meer dan een fysieke plaats

Veel mensen zien het koninkrijk van God als de hemel of als de kerk. In verdere teksten op deze website zal u komen te zien dat het koninkrijk van God meer is dan alleen zo maar een echte fysieke plaats.

Een koninklijke regering tijd en ruimte overstijgend

Een werkdefinitie van Gods koninkrijk vanuit bijbels perspectief kan worden gezien als Gods universele regering als Schepper en Christus 'uitputtende werk als Verlosser. Omdat God eeuwig is, is Zijn koninkrijk eeuwig.

Het Koninkrijk van God overstijgt tijd en ruimte.

Deelgenoten van Lichaam van Christus

Zij die Jeshua, Christus Jezus, in hun midden nemen zullen kunnen aanvoelen dat door die keuze het Koninkrijk al rondom hen is; Bij de Genade van God zullen zij al als deelgenoten van het Lichaam van Christus op vele manieren al gezegend kunnen worden en de vrede van dat Koninkrijk al kunnen aanvoelen al zal dat Koninkrijk nog niet volledig ontplooid zijn.

Beloofde Land en Koninkrijk nog in opbouw

In deze wereld is dat Koninkrijk nog in opbouw. Het Land Israel met als hoofdstad Jeruzalem zal nog volledig gevestigd moeten worden als onderdeel van de Belofte aan Abraham.

Mens geschapen in evenbeeld van God

Universum geschapen met een doel

De Eeuwige Allerhoogste heeft het universum geschapen met een doel. Uit liefde voor de mens heeft Hij deze naar zijn beeld en gelijkenis geschapen en het recht gegeven om over de aarde of wereld te heersen en de dingen te benoemen.

“Dan zegt God: laat ons een mens,- een roodbloedige, maken naar ons beeld en als onze gelijkenis,- laten zij neerdalen bij de vissen van de zee en de vogels van de hemel, bij het vee en bij alles op de aarde, en bij alle kruipsel dat rondkruipt over de aarde!” (Ge 1:26 NB)

“6 (8:7) Ge laat hem heersen over de máaksels van uw hánden, —alles hebt ge gezét ondér zijn vóeten: 7 (8:8) wolvee, rúnderen, zij álle, —en ook de béesten óp de vélden; 8 (8:9) de vogels van de hemel en de víssen in de zée, —wat trekt langs de páden ván de zéeën.” (Ps 8:6-8 NB)

“Weet: de ENE, hij is God, hij heeft ons gemaakt en niet wíj onszélf, —zijn gemeente, de kúdde díe hij wéidt!” (Ps 100:3 NB)

“vergiet iemand het bloed van de roodbloedige mens, door de roodbloedige mens zal zijn bloed worden vergoten; want naar het beeld van God heeft hij de roodbloedige mens gemaakt;” (Ge 9:6 NB)

“Met haar zegenen we de Heer en Vader, en met haar vervloeken wij de mensen die naar Gods gelijkenis geschapen zijn;” (Jak 3:9 NB)

Na een eerste falen van de mens een verder weggaan van God

Voedselvoorziening

Door het falen van die eerste mens is het menselijk wezen met haar feilbaarheid meer dan eens in de fout gegaan en hebben zij heel wat moeilijkheden in de wereld veroorzaakt. Ook al had de mens alle planten tot voedsel gekregen was de mens daar niet tevreden mee en wenste meer.

“en voor al wat in het wild leeft op de aarde en alle vogels van de hemel en al wat er rondkruipt over de aarde waarin een levende ziel zit zal al het groen van gewas er zijn als eten!- en zo komt het tot stand.” (Ge 1:30 NB)

“die gras doet spruiten voor het gedierte en groen voor het díenstwerk van de méns, —om bróod voort te brengen úit de áarde,” (Ps 104:14 NB)

“Van u verwáchten zij álle —dat gij hun te éten geeft óp z’n tíjd;” (Ps 104:27 NB)

“Reikhalzend richten allen hun ógen naar ú; —gij zijt het die aan hen éten géeft op zijn tíjd.” (Ps 145:15 NB)

Wegvallen van getrouwheid aan God

Steeds voorzag Jehovah God voldoende voedsel voor Zijn getrouwen. Maar meerdere mensen weken af van getrouwheid aan de Ware God en brachten zichzelf in moeilijkheden door andere goden te aanbidden in plaats van bij die Enige Ware God boven alle goden te blijven.

Zij die niet meer getrouw aan God wensten te blijven verkozen de wereld te beheren en te regeren naar eigen goeddunken met eigen menselijke regels. Hierdoor zijn ze op zoek gegaan naar heel wat regeringsvormen om zo mensen in lijn of onder controle te houden. Dit had tot gevolg dat er daar weerstand door ontstond en meerdere groepen ontstonden die hun ideeën voorop wensten te stellen of zelfs op te dringen aan anderen. Hierdoor groeiden conflicten regelmatig uit tot ernstige onenigheden en tot oorlogen waardoor er veel leed onder de mensen kwam.

God volgt de wereld

Ook al hebben het overgrote deel van de mensen God verlaten, heeft Deze de mens nooit in de steek gelaten. Altijd bleef Hij toezien hoe het de mens vergaat. Steeds was Hij alert en bereid naderbij te komen tot dezen die op Hem beroep wensten te doen of Hem aanriepen. Ook nu nog staat Hij klaar voor diegenen die Hem nu willen aanroepen.

Zijn liefde is niet verzwakt. Meer nog Hij zou graag hebben dat meer mensen gaan beseffen hoe Hij de wereld lief heeft en het allerbeste met de wereld voor heeft. Om die reden roept Hij Zijn aanhangers ook op om in lijn met de opdracht van Zijn eniggeboren geliefde zoon Jeshua (Jezus Christus) de wijde wereld in te gaan om Zijn Naam te verkondigen en de mensen te laten weten hoe God hen roept om terug tot bij Hem te komen en in de Gratie Gods te vallen.

Gods positie in twijfel getrokken

Oorzaak van ellende

Vele ongelovigen geven de gelovigen en God de oorzaak van alle leed op aarde. Zij vergeten waar het begin van de moeilijkheden ligt. Dat is niet bij God, maar bij de mens zelf. Deze twijfelde namelijk aan de goedheid, eerlijkheid en rechtschapenheid van God en trok Zijn Macht in twijfel.

In de mens kwam het op dat God zou gelogen hebben tegen hen om hun niet gelijk aan Hem te laten worden. In hun geest dachten de ish of man en isha of mannin dat God hen onterecht de kennis van goed en kwaad onthield.

“4 Dan zegt de slang tot de vrouw: sterven?- niks sterven zult ge!(-) 5 nee, God onderkent dat op de dag dat ge van hem eet uw ogen zullen opengaan; wezen zult ge als goden, onderkennend goed en kwaad! 6 Dan ziet de vrouw dat de boom goed is om van te eten, en dat hij een lust is voor de ogen en begeerlijk, de boom, om tot inzicht te komen; dan neemt zij van zijn vrucht en eet; ze geeft ook aan haar man bij haar, en hij eet. 7 Dan gaan de ogen van hen tweeën open en onderkennen ze dat ze naakt zijn, zij; ze naaien loof van een vijg aaneen en maken zich schorten.” (Ge 3:4-7 NB)

“Dan zegt de ENE, God: ziehier, de roodbloedige mens is geworden als één van ons en heeft kennis van goed en kwaad; welnu, laat hij niet zijn hand uitstrekken en ook nog nemen van de boom des levens en eten zodat hij leeft voor eeuwig!” (Ge 3:22 NB)

Nog steeds kunnen wij in de wereld mensen vinden die zich gelijk willen stellen met God. Zij willen ook over leven en dood beslissen of zelf over gaan tot het scheppen van nieuwe wezens. In vele laboratoria zoekt men allerlei middelen om bacteriën, virussen, foetussen, klonen te maken.

Drang naar controle en macht

Het is het gevoelen van bekwaam te zijn om alles onder controle te hebben dat de mens macht en genot inboezemt. De mens is zelfs bereid om zo ver te gaan om met geweld zijn wil aan anderen op te dringen. Hierdoor zijn er al heel wat oorlogen ontstaan.

Velen gingen en gaan er steeds nog van uit dat de enige bron van kennis de zintuigelijke ervaring, de inductie en niet de deductie is. Meerderen zijn er van overtuigd dat de kennis er in bestaat de oorzaken van de verschijnselen te zoeken, waardoor ze kunnen voorzien wat er zal komen want de mens weet te voorzien.

In plaats van kennis te laten uitgaan van de Schriftuurlijke kennis en vertrouwen in de Maker van alle dingen berust de mens het meest op de menselijke leerstellingen en is bereid om zijn eigen leerstellingen voorop te stellen en wanneer nodig met dwang op te dringen aan anderen.

Onderdrukking van anderen

Ook om meer eigendom en macht te verwerven, ging en gaat de mens nog steeds graag over tot onderdrukking en uitbuiting van andere mensen. De gedachte dat geluk in de rijkdom ligt die men kan vergaren maakte dat de mens zich niet verlegen voelde om anderen als slaaf te gebruiken of uit te buiten om meer eigen gewin te verwezenlijken. Kapitalisten overtuigden elkaar ervan dat hun handelswijze rechtmatig was. Doorheen de eeuwen vinden wij ook bepaalde mensen die zich superieur tegenover anderen vonden. Ook in onze Westerse wereld ontstond er een Europese aristocratie die zich tot een superieur ras met een beschavingsopdracht aanschouwde.

Na dat men in Europa en Amerika gewend was geraakt zwarte mensen uitsluitend als slaven te zien en er toch geen evenwicht kwam in de voorziening van de burgers kwam de voorkeur naar een eigen superieur ras zo ver op dat men als boeman al de anderszijnden wenste uit te schakelen.

Machtsontplooiing en oorlogsvoering

De poging in de 19de eeuw om een machtsevenwicht in Europa te krijgen met vijf ongeveer gelijkwaardige bufferstaten of grootmachten: Pruisen, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en Oostenrijk, was gedoemd te mislukken na een herverdeling van macht en schuldaflossing na de eerste Grote Oorlog, waarvoor de Bijbel in de zeer Oude Tijden voor gewaarschuwd had.

Die eerste oorlog zou slechts het begin zijn van de weeën van de aarde. Een tweede wereldoorlog zou volgen waarbij het Joodse Volk op de proef zou gesteld worden. Maar dan zou het einde nog niet komen. Er is namelijk sprake van een herstel voor het Joodse Volk en een rijs in hun gemeenschap vooraleer een laatste en Derde Grote en Vreselijke Oorlog zal plaats vinden.

Die Derde Wereldoorlog zal de meest verschrikkelijke zijn en zal als Armageddon de geschiedenis ingaan. Dan zal de uiteindelijke strijdvraag die in het begin der tijden gesteld werd, beslist worden.

Dan zal de hele wereld moeten inzien wie de werkelijke verkeerde of werkelijk juiste heerser is van de wereld.

Plaatsing boven anderen

Doorheen de eeuwen hebben bepaalde mensen geprobeerd zichzelf boven anderen te plaatsen. Hierbij mogen wij niet vergeten dat God de mens naar Zijn beeld heeft geschapen en niemand boven een ander heeft gesteld. Niemands afstamming maakt de ene mens beter dan een ander mens. Elke mens heeft zijn eigenheden, maar ook zijn eigen gebreken of tekortkomingen en valt onder dezelfde voorwaarde dat hij of zij eveneens fouten kan begaan zoals een ander. Geen enkel mens is zonder fouten.

“23 want allen hebben gezondigd en zijn verstoken van de glorie van God, 24 en worden gerechtvaardigd om niet, uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. 25 Hem heeft God tevoren aangewezen als middel van verzoening door geloof, in zijn bloed, tot betoning van zijn rechtvaardiging door de vergeving van de zonden die tevoren zijn geschied 26 in het geduld van God, voor de betoning van zijn rechtvaardiging in het tijdsgewricht van nu, zodat hij rechtvaardig blijft ook als hij rechtvaardigt wie leeft uit geloof in Jezus. 27 Waar is dan de eigenroem? Die is uitgesloten! Door wat voor wet?- één van werken? Nee, door een wet van geloof!” (Ro 3:23-27 NB)

“26 ook heeft hij uit één bloed elk mensenvolk gemaakt om te wonen op heel het aanschijn van de aarde, nadat hij toegemeten tijden en de grenzen van hun woongebied heeft afgegrensd,(-) 27 om God te zoeken en misschien al tastend hem te vinden die toch al niet ver van ieder van ons is;” (Hnd 17:26-27 NB)

“Maar van hen die het aanzien hadden iets te zijn,- wat ze voorheen geweest zijn maakt mij niets uit: het is niet ‘het aanschijn van mensen dat God aanneemt’, -mij immers hebben die aanzienlijken niets opgelegd;” (Ga 2:6 NB)

“Daarin is geen Judeeër en geen Helleen, daarin is geen dienstknecht en geen vrije, daarin is geen mannelijk en vrouwelijk; allen immers zijt gíj één in Christus Jezus!” (Ga 3:28 NB)

Gunst bij God niet wegens ras of nationaliteit

God nadat Hij gezien had hoe mensen zich van Hem afkeerden heeft wel een Volk voor Zich genomen. Men zou dus kunnen stellen dat dat Volk van God een bevoorrechte plaats in de wereld heeft. Als men de gebeurtenissen in Israel vandaag bekijkt, lijkt het wel of dat bepaalde Joden zich zo superieur opstellen. Als men echter beter zou kijken wat er werkelijk gebeurt in het hedendaagse Israel zou men merken dat het hoofdzakelijk seculiere, of niet gelovige Joden zijn die de klak zwaaien. Daarnaast zijn er extreem rechtse of fanatieke fundamentalistische Joden die grondgebieden van andere mensen afnemen om zichzelf toe te eigenen. Deze fundamentalisten en seculiere Joden doen heel wat dingen die indruisen tegen de Wetten opgetekend in de Thora, en gaan aldus in tegen de wensen van God.

Omdat doorheen de geschiedenis van de mensheid dat Joodse Volk meer dan eens God heeft teleurgesteld heeft de Schepper een opening voorzien voor goyim of niet-Joden om ook deelgenoten te worden van Zijn beloften en van Zijn Koninkrijk.

Onpartijdige God

Ook al zal het voor vele Joden, christenen en moslims tegen vallen dat zij niet enkel verkozen worden, zullen hun ogen moeten gaan inzien dat de Goddelijke Schepper helemaal niet partijdig of vooringenomen is, en iedereen in de wereld de kans wil geven om Hem te naderen en als Godheid te aanvaarden.

“34 Petrus opent zijn mond en zegt: in waarheid verneem ik dat God niet vooringenomen is; 35 nee, in elk volk is wie hem vreest en werken van gerechtigheid doet bij hem welkom;” (Hnd 10:34-35 NB)

“Want zozeer heeft God de wereld liefgehad dat hij de Zoon, de eniggeborene, gegeven heeft,- opdat ieder die in hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven mag hebben.” (Joh 3:16 NB)

“Hij verklaart tot hen: zelf weet ge dat het een joodse man niet is toegestaan zich te voegen of binnen te komen bij iemand van andere stam; maar aan mij heeft God getoond dat ik geen enkele mens onheilig of onrein mag heten;” (Hnd 10:28 NB)

Al of niet vergaan van de wereld

Er zijn mensen die denken dat de wereld zal vergaan, maar dat is niet zo volgens de geïnspireerde heilige Geschriften. Deze zijn heel duidelijk dat er een tijd komt waar de wereld terug zal omgevormd worden naar de vorm zoals het in de eerste tijden was, een vredig aards paradijs.

Doorheen de Schrift wordt eer gewag gemaakt van verschillende heersers. Er wordt daar ook duidelijk gemaakt dat er voor lange tijd een eigenheid zou zijn die denkt te kunnen heersen, maar waarbij de mens zal moeten erkennen dat die of dat wezen het Kwaad is.

In de Geschriften staat ook vermeld dat het aan de mens zelf is gelegen aan welke wereld zij willen deelnemen. Door meerdere voorbeelden kan de mens uitmaken hoe hij of zij zich moet aanpassen om volgens de Wil van God te leven en zo vrede rond zich heen te verkrijgen.

Als mens zullen wij sowieso niet kunnen ontsnappen aan de dood, mits dat de straf voor de zonde is, tenzij wij nog zullen leven op het einde van de Grote Eindstrijd Armageddon.

Een wereld om zelf voor te kiezen

Maar wij moeten niet wachten totdat het Kwaad voor goed zal overwonnen zijn. Wij hoeven niet te wachten tot wanneer die aangelegenheid zich gaat voordoen om te tonen wie er als overwinnaar over de wereld te voorschijn zal komen zonder de gewelddadige wapens van een bloed-vergietende oorlog op te nemen.

Volgens deze door God gegeven heilige Geschriften kunnen wijzelf als godvrezende personen zulk een zegepraal behalen. De beloning voor zulk een zegepraal is de gave van eeuwig leven in een gelukkige, rechtvaardige nieuwe ordening van dingen, waarin wij niet tegen deze huidige goddeloze wereld behoeven te strijden.

Nu al, in deze tijd kunnen wij zelf bepalen welke richting wij willen uit gaan. God wil niets liever dan dat wij in ons eigen leven nu, onze keuze of de juiste beslissing nemen. Ieder schepsel heeft de vrije keuze al of niet voor deze wereld of om niet van deze wereld te zijn maar voor de wereld van God te kiezen.

Naar een betere wereld

Indien iedereen zich zou houden aan Gods Wetten en bepalingen zou de wereld er al heel anders uit zien en zou er heel wat minder onrecht en lijden plaats vinden.

Jeshua heeft meerdere malen voorbeelden gegeven hoe men kan leven en welk de beste keuze is om een aangenaam en goed leven te hebben. Hierbij valt op dat het maken van een betere wereld begint bij elk individu. Iedere mens moet eerst in zichzelf keren en werken aan zichzelf om een beter mens te worden. Hiervoor heeft Jeshua ook meermaals lessen gegeven om daar het beste van te maken.

Jeshua was helemaal niet gekomen om de Mozaïsche wetten te verbreken, maar om ze de juiste betekenis te geven en misverstanden er rond weg te halen.

“Meent niet dat ik ben gekomen om de Wet of de profeten los te laten; ik ben niet gekomen om los te laten maar om te vervullen;” (Mt 5:17 NB)

Jeshua heeft een Bergrede uitgesproken die alles samenbalt om tot een betere wereld te komen. Die woorden die Jeshua sprak worden ook wel de 'Zaligsprekingen' genoemd om dat zij de mens tot zaligheid zouden kunnen brengen als ze worden opgevolgd. Daarin kan men zien hoe belangrijk nederigheid, zachtmoedigheid, gerechtigheid, goedheid en liefde voor elkaar zeer belangrijke elementen zijn om in een betere wereld te leven. Hierbij kan men ook stellen hoe heel wat mensen eigenlijk niet zulk een goede wereld rond zich aantreffen om dat er in hun wereld gebotst wordt met die goddelijke waarden. Voor de meeste mensen ligt het eigen ik of zelfzucht voorop, met trots en onafhankelijkheid. Sommige willen geluk tegen elke prijs bekomen en streven er naar om macht te verwerven. Het is dat najagen van persoonlijke behoeften dat deze wereld verziekt. Elke zaligspreking van Jeshua staat haaks op de wereldse manier van leven en genoodzaakt ons goed te overwegen wat wij willen doen en waaraan wij als mens ons willen aan houden.

“1 Maar als hij die scharen ziet klimt hij het bergland in; als hij gaat zitten komen zijn leerlingen tot hem. 2 Toen heeft hij zijn mond geopend en hen onderricht; hij heeft gezegd:

3 zalig de armen van geest, want van hen is het koninkrijk der hemelen; 4 zalig wie treuren, want zij zullen worden getroost; 5 zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven; 6 zalig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen worden verzadigd; 7 zalig de barmhartigen, want zij zullen erbarming ondervinden, 8 zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien; 9 zalig wie vrede sluiten, want zij zullen zonen van God genoemd worden; 10 zalig wie worden vervolgd vanwege een rechtvaardige zaak, want van hen is het koninkrijk der hemelen; 11 zalig zijt ge wanneer ze u zullen beschimpen en vervolgen en al wat boos is zullen zeggen, tegen u vals getuigend vanwege mij; 12 verheugt u en jubelt, want in de hemelen is uw loon groot; zó immers hebben ze de profeten vóór u vervolgd!” (Mt 5:1-12 NB)

Een wereld vol liefde

Die man die de raad gaf woede en haat te vermijden en een goede relatie te hebben met God en Zijn schepselen, kreeg het met momenten hard te verduren. Maar altijd bleef hij een voorbeeld van kalmte en nederigheid. Zelfs mensen die hem onrecht aandeden vergaf hij.

Jeshua vroeg van zijn volgelingen zelfs het beter te doen dan de godsdienstleerkrachten van zijn tijd.

“19 al wie dus één van deze kleinste geboden loslaat en zó de mensen onderricht, zal een kleinste worden genoemd in het koninkrijk der hemelen; maar al wie ze zal doén en onderrichten, die zal groot worden genoemd in het koninkrijk der hemelen; 20 want ik zeg u dat als uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die van de schriftgeleerden en farizeeërs, gij echt niet binnenkomt in het koninkrijk der hemelen!” (Mt 5:19-20 NB)

Zoals Jeshua een zoon van zijn hemelse vader is verwacht hij dat zijn volgers ook als zonen van die Vader liefde vertonen aan al de mensen rondom hen.

“39 maar ik zeg u: biedt aan het boze geen weerstand!- nee, wie jou slaat op je rechterwang, keer hem ook de andere toe; 40 als iemand met jou voor het gerecht wil en je onderkleed wil nemen, laat hem ook de mantel; 41 en wie jou zal dwingen tot één mijl, ga er twee met hem; 42 vraagt iemand je iets: geef, en wil iemand van jou lenen: keer je niet af! 43 Ge hebt gehoord dat is gesproken: liefhebben zul je je naaste en haten zul je je vijand! 44 maar ik zeg u: hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen! 45 opdat ge kinderen wordt van uw Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen, 46 want als ge liefhebt wie ù liefhebben, wat is het loon dat ge krijgt?- doen ook de tollenaars niet hetzelfde? 47 en als ge alleen uw broeders hartelijk groet, wat doet ge meer dan het gewone?- doen ook de heidenen niet hetzelfde? 48 weest gij dus volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is!” (Mt 5:39-48 NB)

Jeshua's vertelling over de toekomst

Vele dagen dat Jeshua rondtrok bleken vel oren aan hem gebonden en kreeg hij voldoende aandacht van veel nieuwsgierigen. Op een bepaald ogenblik werd Jeshua zelfs als een koning onthaald bij zijn intrede in Jeruzalem. (Mattheus 11:1-11; 21:1-11; Lukas 19:28-44; Johannes 12:12-19) maar enkele dagen riepen velen om hem tot de dood te veroordelen.

Maar voor het zo ver kwam hadden de apostelen een eerste maal moeten denken over een tijd die zeker nog zou komen.

“3 Als hij zich neerzet op de Olijfberg komen zijn leerlingen tot hem, en daar met hem alleen zeggen ze: zeg ons, wanneer zal dat alles zijn, en wat zal het teken zijn van uw nadering en de voleinding van de wereldtijd? 4 Ten antwoord zegt Jezus tot hen: kijkt uit dat niemand u op een dwaalspoor brengt! 5 want velen zullen komen onder mijn naam, zeggend ‘ik ben de Christus’, en velen laten verdwalen; 6 ge gaat horen van oorlogen en geruchten van oorlogen: ziet toe dat ge u niet laat overschreeuwen; want dit alles ‘móet geschieden’, maar het is de voleinding nog niet; 7 want ‘ontwaken zal volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk’ en er zullen hongersnoden en bevingen zijn op allerlei plaatsen, 8 maar dat alles is een begin: van bárensweeën! 9 Dan zullen ze u prijsgeven aan onderdrukking en u ter dood brengen,- ge zult bij alle volken gehaat zijn vanwege mijn naam; 10 dan ‘zullen velen struikelen’ en elkaar prijsgeven en elkaar gaan haten; 11 veel namaakprofeten zullen ontwaken en velen op een dwaalspoor brengen; 12 zo overvloedig wordt de verachting van de Wet dat de liefde van velen zal verkillen; 13 maar wie volhardt tot aan de voleinding, die zal worden gered!

14 Deze aankondiging van het koninkrijk zal worden gepredikt in heel de bewoonde wereld tot ze aan alle volkeren is betuigd en dan komt de voleinding; 15 wanneer ge dus ‘de gruwel der verwoesting’ die voorzegd is door Daniël, de profeet, ziet staan ‘op de plaats van het heiligdom’ lezer, denk het je in! 16 laten dan wie in Judea zijn vluchten naar de bergen; 17 wie op het platte dak is, moet niet afdalen om iets uit zijn huis te halen 18 en wie op het land is moet niet achterwaarts omkeren om zijn mantel op te halen. 19 Wee die een kind in de schoot hebben of er een zogen in die dagen; 20 bidt dat uw vlucht niet ‘s winters moet geschieden of op sabbat; 21 want er zal dan een grote verdrukking zijn ‘zoals niet geschied is van het begin der wereld af tot nu toe’, en ook niet geschieden zal; 22 als die dagen niet werden verkort zou alle vlees reddeloos zijn; maar vanwege de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort. 23 Als dán iemand tot u zegt: zie, hier is de Christus of hier,- gelooft het niet! 24 want er zullen namaakchristussen en namaakprofeten ontwaken, en zij zullen grote ‘tekenen en wonderen geven’ zodat ze, als het mogelijk is, ook de uitverkorenen op een dwaalspoor brengen; 25 zie, ik heb het u voorzegd! 26 Als ze dan tot u zeggen ‘zie, in de woestijn is hij!’- trekt er niet op uit; ‘zie, in de binnenkamers!’, hecht er geen geloof aan! 27 Want zoals de bliksem uitschiet van het oosten en schijnt tot in het westen, zó zal het zijn met de nadering van de mensenzoon! 28 Waar het lijk ligt daar verzamelen zich de gieren.

29 Maar onmiddellijk ná de verdrukking van die dagen ‘zal de zon worden verduisterd en de maan haar glans niet geven,- zullen de sterren van de hemel vallen en de krachten des hemels door elkaar worden geschud’; 30 dán zal het teken van de mensenzoon aan de hemel verschijnen, en dan ‘zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan’ als ze zullen zien ‘de mensenzoon komend op de wolken des hemels’ met macht en met grote heerlijkheid; 31 hij zal zijn boden uitzenden ‘met groot trompetgeschal’ en zij zullen zijn uitverkorenen samenbrengen ‘uit de vier windstreken van de hoeken der hemelen tot aan hun andere hoeken’!

32 Leert van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer ten slotte haar takken week worden en de bladeren uitbotten herkent ge daaraan dat de zomer nabij is; 33 zó ook gij: wanneer ge dít alles ziet, herkent dan dat het nabij is, ja voor de deur staat; 34 zeker is het, zeg ik u, dat deze generatie niet voorbijgaat eer dit alles geschiedt; 35 de hemel en de aarde,- dat zal voorbijgaan, maar mijn woorden gaan geenszins voorbij; 36 over die dag en dat uur weet niemand iets, noch de hemelse engelen noch de zoon,- alleen de Vader.

37 Ja, zoals met de dagen van Noach, zó zal het zijn met de nadering van de mensenzoon; 38 want zoals ze in die dagen vóór de zondvloed bleven kluiven en fuiven, ten huwelijk namen en gaven tot aan de dag dat Noach de ark in ging, 39 en zij niets bemerkten totdat de zondvloed kwam en hen allen wegrukte, zó zal het ook zijn met de nadering van de mensenzoon! 40 Dan zullen er twee mannen op het akkerland zijn: één wordt meegenomen en één wordt er achtergelaten; 41 twee vrouwen aan het malen met de molen: één wordt meegenomen en één wordt achtergelaten. 42 Blijft dus wákker omdat ge niet weet op wat voor dag uw Heer komt! 43 Dát kent ge wel: als de huismeester had geweten in welke wake de dief zou komen was hij wakker gebleven en had hij niet laten inbreken in zijn huis! 44 Weest ook gij daarom voorbereid, omdat in een uur dat ge het niet bedenkt de mensenzoon komt!” (Mt 24:3-44 NB)

Een zegepraal weggelegd

Waarschuwende Jeshua

Jeshua waarschuuwde dat wij steeds oplettend moeten zijn en moeten uitkijken naar de vele tekenen. Daaraan zouden wij moeten gaan herkennen hoe het zal verlopen met de wereld die God haat en met de wereld waar velen zullen denken dat het niet zo een vaart zou lopen en dat ze meer dan tijd genoeg hebben om tot inkeer of om tot God te komen.

Hij die ter dood werd gebracht aan een paal ter overwinning, gaf zich over voor de wereld, als een Lam voor God, zodat zijn zoenoffer voldoende zou zijn voor de zonden van allen te dragen. Door volledig Gods Wil te doen kon Jeshua een zegepraal behalen die de moeite waard is voor heel de wereld.

Op de laatste dag dat hij als mens op aarde was, zei hij, met een klank van triomf in zijn stem:

“dit alles heb ik tot u gesproken opdat ge in de eenheid met mij vrede hebt; in de wereld is het verdrukking wat ge hebt, maar houdt moed, ik heb de wereld overwonnen!” (Joh 16:33 NB)

Uitkijken naar man van vlees en bloed die gestorven en verrezen is, maar zal terugkomen

De mens moet nu uitkijken naar die man van vlees en bloed die gestorven , verrezen is en zal terugkeren. In hem kunnen zijn volgers nu al vrede vinden ook al zouden zij in de wereld verdrukking kunnen hebben. Het is met het geloof in de beloften van God en met het voorbeeld van Jeshua dat zij moed zullen kunnen houden, juist omdat Jeshua de zegepraal over de wereld heeft behaald.

Verrassend georganiseerde woonplaats voor de mens

Deze aardbol brengt heel wat verassingen voor haar bewoners. Overal op deze aarde proberen mensen het voor henzelf zo aangenaam mogelijk te maken, ook al kan dit soms heel moeilijk zijn, door dat andere een andere wijze van leven voorop stellen en heel andere warden in acht nemen.

Deze aarde zou een bijzonder aangename en interessante woonplaats kunnen zijn, indien er overal ware vrede en zekerheid zou heersen. Al eeuwen werken mensen er naar en hebben ook bepaalde groepen van mensen hun hoop gesteld op beloften voor een betere wereld.

Het Boek der boeken, de bijbel, voorzegt dat de aarde alsnog een schitterend tehuis zal worden waar de mensheid ten volle van het leven zal genieten.

Verloop van tijden in het heelal

Wij moeten er van bewust zijn dat het universum door bepaalde fundamentele wetten beheerst wordt. Alles in dit sterren en zonnestelsel lijkt wel volgens bepaalde regels te verlopen. Veel van wat er gebeurt in het heelal beschouwen wij als vanzelfsprekend. Zonsopgang, zonsondergang, maanfasen en seizoenen komen en gaan op een manier die tot de stabiliteit van het menselijk leven bijdraagt. Mensen stellen kalenders op en maken jaren van tevoren plannen voor bepaalde activiteiten. Hierop vertrouwen ze dat alles zal verlopen zoals het eeuwen tevoren ook is verlopen, met wisseling van seizoenen die elk hun eigenheden hebben.

Regulator van het gebeuren

Natuur krachtiger dan mens

De mens heeft weinig zeggingskracht over wat er in de natuur zal gebeuren. De natuur heeft ook al meermaals bewezen krachtiger of machtiger te zijn dan de mens. De geschiedenis leert ons ook dat de mens heel wat geruïneerd heeft in die wereld van schoonheid en rijkheid van variëteit.

Hij zal echter moeten beseffen dat aan die vernielingsdrang een einde zal moeten komen. De allerhoogste Maker van alle dingen laat voorlopig nog toe dat de mens rotzooit met Zijn schepping, maar daar zal een eind aan komen.

Een Paradijs voor de mens

Hof van Eden een Paradijs van geneugten

Toen God het eerste mensenpaar schiep, gaf hij hun de hof van Eden — een naam die „Paradijs van geneugte” betekent — als woonplaats. Het woord „paradijs” komt van overeenkomstige woorden uit oude tijden (Hebreeuws: par·desʹ; Perzisch: pairi·daeʹza; Grieks: pa·ra·deiʹsos), woorden die werden gebruikt om dingen te beschrijven die toen werkelijk op aarde bestonden. Aan al die woorden ligt de gedachte van een prachtig park of een parkachtige tuin ten grondslag. Wij weten ook dat telkens als God die dingen in het universum maakte Hij ze bekeek en zag dat het goed was. In die mate stelde al die dingen in het luchtruim Hem tevreden. Overal op aarde kunnen wij wel zulke plekjes vinden die wij als een paradijs kunnen aanschouwen. Er is nog altijd veel pracht en praal in de natuur te bewonderen. Maar buiten die magnifieke plekjes zijn er altijd verstoorders welke snel het aller genot wegnemen van zo een heerlijke wereld. Overal op aarde vinden wij mensen die van nature hunkeren naar de schoonheid van bewonderenswaardige plekjes op aarde. De bijbel belooft dat de dag zal komen dat deze gehele planeet zo’n parkachtige tuin of paradijs zal zijn!

Opdracht tot bevolking van de aarde

De Maker en Verzoeker God vroeg de mensen vruchtbaar te zijn en te worden tot velen, zodat de gehele aarde zal gevuld zijn.

“Dan zegent hij hen, God, en hij zegt tot hen, God: draagt vrucht, weest overvloedig, vervult de aarde en bedwingt haar!- en daalt neer bij de vissen van de zee en de vogels van de hemel, bij alle leven dat rondkruipt over de aarde!” (Ge 1:28 NB)

“8 Dan plant de ENE, God, een hof in Eden,- liefland, in het oosten; en zet dáárin de roodbloedige mens die hij geformeerd heeft. 9 Ontspruiten doet de ENE, God, uit de bloedrode grond allerlei geboomte, bekoorlijk om te zien en goed om van te eten,- met de boom des levens in het midden van de hof, ook de boom der kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:8-9 NB)

Een uit te breiden paradijs

Uit de woorden van God kunnen wij opmaken dat het Paradijs tot de einden der aarde zou worden uitgebreid. Zo zou dit door God geuite voornemen ook niet tenietgedaan zijn door de ongehoorzaamheid van Adam en Eva, want ook aan anderen, zoals aan Abraham gaf Jehovah God te kennen dat het volk zou uitbreiden tot een groot volk, dat recht zou krijgen om in een apart geplaatst of heilig land zou mogen wonen. Voor jaren keken de Joden dan ook naar deze belofte van God uit.

Jeshua's vertrouwen in Plan van God

De Nazareense Jood Jeshua (Jezus Christus) toen hij werd ter dood gebracht aan een paal, zoals een grote crimineel, gaf zijn vertrouwen aan in dit plan van God, toen hij een man die naast hem stierf, beloofde dat hij de gelegenheid zou krijgen om in zo’n aards paradijs te leven.

“39 Een van de gehangen misdadigers lasterde hem door te zeggen: ben jíj niet de Gezalfde?- bevrijd dan jezelf en ons ook! 40 Maar de andere gaf antwoord en strafte hem af; hij zei: vrees jij Gód niet nu je in dit oordeel bent?(-) 41 en wij terecht want wij krijgen wat we verdienen voor onze praktijken; maar hij hier heeft niets bijzonders gedaan! 42 En hij zei: Jezus, gedenk mij wanneer je aankomt in je koninkrijk! 43 En hij zegt hem: amen, jou zeg ik, vandaag nog zul je er mét mij zijn, in het paradijs.” (Lu 23:39-43 NB)

Belemmeringen voor mens zijn toekomstige aardse paradijs

Revolterende mens

De tegen God revolterende mens heeft er toe bijgedragen dat hem een aards paradijs ontzegd werd. Dit grotendeels, omdat de mens uit eigen hebzucht de omgeving rondom hem niet juist en onrespectvol naar andere schepsels gebruikte.

Als wij rondom ons kijken kunnen wij heel wat mensen aantreffen die de aarde vervuilen en geen oog hebben voor het goed verloop van lucht, planten en dieren of zelfs ook niet voor mensen die ver van hen wonen.

Geduldige God

De onvoorzichtige mens zal echter moeten weten dat de Goddelijke Maker van alle dingen die niet zo maar blijvend zal laten gebeuren. Hij toont veel geduld, maar heeft de wereld ook een waarschuwing gegeven dat er toch een punt zal komen wanneer de probeertijd van de mens over zal zijn. Na vele eeuwen zal er een „grote verdrukking” komen waarbij de God en Heer boven alle goden, een eind zal brengen aan alle afgoderij en aan alle belemmeringen voor zijn toekomstige aardse paradijs. Die belemmeringen zal Hij uit de weg ruimen door degenen „te verderven die de aarde verderven”

“de volken waren in toorn ontstoken, maar uw toorn is gekomen én het tijdstip om de doden te oordelen,- om het loon te geven aan uw dienaren de profeten en aan de heiligen en wie uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om te verderven die de aarde verderven!” (Opb 11:18 NB)

“De aarde blijkt bedorven voor het aanschijn van God: de aarde raakt vervuld van geweld.” (Ge 6:11 NB)

“ (Voor de koorleider, op ‘Ziek-zijn’, een onderwijzing v. David.) (53:2) Eens zei een verdwaasde met heel zijn hart: ‘geen Gód is ons gebléven!- —ze stichten verderf, begaan gruwelijk onheil,- géen is ér die góed doet!’” (Ps 53:1 NB)

“Zij allen zijn de afkerigsten der afkerigen, die stokend rondgaan, louter slangenbrons en ijzersteen; allemaal verdervers zijn het.” (Jer 6:28 NB)

“Zie, ik kom op je af, berg van verderf, is de tijding van de ENE, die heel de aarde verderft,- ik zal mijn hand uitstrekken tegen jou, ik zal je van de rotsblokken omlaag rollen en je als berg prijsgeven aan brand.” (Jer 51:25 NB)

“Wel heb ik gezegd: echt, vrees mij en neem mijn vermaan aan!, en dan zou haar woonstee niet worden weggemaaid naar alles waarmee ik haar zou bezoeken,- zij echter hebben hun schouders gerecht en het met al hun handelingen verdorven.” (Sef 3:7 NB)

Aarde toebehorend aan de rechtvaardigen

Verderfelijken van de aarde

Ja, God zal Zijn Hand opsteken naar hen die Hem tegen de borst stoten. Al die verderfelijken zullen het gaan voelen en moeten beseffen dat ze verkeerd zijn, en dat uiteindelijk de wereld zal gaan toebehoren aan de rechtvaardigen.

“Al zijn alle volkeren samen vergaderd en zullen de natiën zich verzamelen, wie onder hen zal deze dingen melden, de eerste dingen doen horen?- kunnen zij hun getuigen opgeven om hen te rechtvaardigen en horen die genoeg om te zeggen ‘dit is wáár’?” (Jes 43:9 NB)

“Wie zal iets inbrengen tegen uitgelezenen van God? God die rechtvaardigt?” (Ro 8:33 NB)

“Ziet dan in dat een mens door zijn wérken een rechtvaardige wordt en niet door geloof alleen!” (Jak 2:24 NB)

Beloning van rechtvaardigen

God zal die rechtvaardigen belonen. Hen zal de kans gegeven worden om dat aards paradijs te betreden. Daar zullen zij een wereld kunnen aantreffen die een regering zal hebben die alle voorgaande wereldse regering zal overtreffen. God zal datgene doen wat menselijke regeringen nooit zouden kunnen. Hij zal iedereen wegvagen die zelfzuchtig de aarde vervuilt om zijn commerciële hebzucht te bevredigen, iedereen die verwoestende oorlogen voert en iedereen die de aarde misbruikt omdat het hem ontbreekt aan respect voor de overvloedige gaven waarin God heeft voorzien.

Schone aarde

Heden hebben wij te kampen met vervuilde lucht, vervuilde gronden, vervuild water maar ook met een 'vervuilde mentaliteit' of een houding van bepaalde mensen die niet zo fijn is voor andere mensen.

Doordat vele mensen zich niet aan de door God gegeven regels houden is er heel wat in de wereld verkeerd gelopen. Maar God heeft ons de verzekering gegeven dat dit niet zal blijven duren en dat wij kunnen uitkijken naar de tekenen die de aankondiging zullen zijn dat er een einde zal komen aan dit aards bestel.

Dan zal de schoonheid van de aarde tot volle bloei komen. Lucht, water en land zullen fris en schoon worden. Dit herstel van het Paradijs is niet iets ongeloofwaardigs en is ook niet in strijd met de menselijke ervaring.

Hersteld landschap

Van woestenij tot prachtig landschap

Toen de natie Israël vele eeuwen geleden uit de ballingschap in Babylon kwam, herstelde Jehovah God hen in hun eigen land, dat toen een verlaten woestenij was. Toch werd het land, omdat Gods zegen op hen en hun werk rustte, al spoedig zo prachtig dat naburige volken konden uitroepen:

’Het is als de tuin van Eden geworden!’

Het ging ook een grote opbrengst geven, zodat elke dreiging van honger en hongersnood verdween.

“29 bevrijden zal ik u van al uw verontreinigingen; roepen zal ik tot het koren en het vermenigvuldigen, ik zal over u geen honger geven; 30 vermeerderen zal ik de vrucht van de boom en het gewas van het veld,- opdat ge onder de volkeren niet langer de smaad van honger op u hoeft te nemen;” (Eze 36:29-30 NB)

“zeggen zullen ze: het land hier dat de woestenij zelve is zal worden als de hof van Eden,- en de steden, in puin, verwoest en afgebroken, zijn versterkt en weer bewoond;” (Eze 36:35 NB)

“1 Woestijn en dorre vlakte zullen zich verblijden,- de steppe zal juichen en bloeien, als een roos 2 bloeien en bloeien, en juichen, ja met gejuich en gejubel; de glorie van de Libanon zal haar worden gegeven, de luister van de Karmel en de Sjaron; zij zullen zien de glorie van de ENE, de luister van onze God! ••” (Jes 35:1-2 NB)

“In plaats van het doornbos schiet een cipres op; in plaats van de distels schiet een mirteboom op; worden zal dat voor de ENE tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet wordt weggemaaid. ••” (Jes 55:13 NB)

Voorspiegeling voor wat nog zal gebeuren

Dit kan al als een voorspiegeling dienen voor wat ook ons te wachten staat. Wat God in die dagen deed, illustreerde op kleine schaal wat Hij nog op wereldomvattende schaal zal doen om Zijn beloften te verwezenlijken. Iedereen die waardig wordt geacht om dan te leven, zal zich in de door God verschafte vreugden van het leven in een paradijs verheugen.

“6 (67:7) De aarde heeft ons gegéven haar gewás, —zo zegent ons Gód, ónze Gód. 7 (67:8) Gód zal ons zégenen; —vrezen zullen hem álle éinden der áarde.” (Ps 67:6-7 NB)

“Maken zal de ENE, de Omschaarde, voor alle gemeenschappen, op deze berg, een feestdronk met olierijke spijzen, een feestdronk van lang-bewaarde wijnen,- vetrijke spijzen vol merg, glasheldere lang-bewaarde wijnen.” (Jes 25:6 NB)

Levensduur

Schijnbare onredelijkheid

Vandaag treffen wij overal nog ongelijkheden, ziekten en onrust aan die een druk op de maatschappij geven en in vele gevallen ook aanleiding zijn tot gevechten. Zolang de toekomst nog verduisterd wordt door zulke toestanden van ziekte, ouderdom en dood, blijven velen twijfelen aan beterschap, ook omdat zij zien dat economische en technische vooruitgang niet de verhoopte oplossingen brengen. Voor velen lijkt het onredelijk of in strijd met de menselijke ervaring om op bevrijding van deze smartelijke dingen te hopen. Het is stellig niet in strijd met de menselijke aard om dit graag te willen, want mensen hebben er hun hele leven en onnoemelijk veel geld aan besteed om zich een betere aangenamere wereld te brengen.

Hoop op blijvende gezondheid en eeuwig leven

De hoop op blijvende gezondheid en eeuwig leven is volstrekt niet onredelijk. Werkelijk onredelijk is veeleer dit: Net als mensen op een leeftijd komen dat zij de kennis, de ervaring en de bekwaamheid beginnen te krijgen om waardevolle dingen te doen, beginnen zij oud te worden en sterven zij tenslotte. Toch zijn er bomen die duizenden jaren leven! Waarom zou de levensduur van de mens, die naar Gods gelijkenis werd gemaakt, slechts een fractie zijn van de tijd dat een niet met verstand begiftigde plant leeft? Zou het niet redelijk zijn als hij veel, veel langer leefde?

De bijbel toont aan dat de mens oorspronkelijk de gelegenheid had om eeuwig te leven, maar dat hij deze gelegenheid heeft verspeeld door in opstand te komen:

“Daarom, zoals door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook tot alle mensen de dood door-gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.” (Ro 5:12 NB)

Pijnloosheid

Geen plaats meer voor pijn en dood in het herstelde Paradijs

Maar de bijbel bevat ook Gods belofte dat in het herstelde Paradijs ’de dood niet meer zal zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn’.

“3 En ik hoorde een grote stem vanuit de troon zeggen: zie, de tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen wonen en zij zullen zijn volk zijn en God zelf zal bij hen zijn; 4 en iedere traan zal hij uit hun ogen afwissen; en de dood is niet meer, noch rouw noch geschreeuw noch moeite: de eerste dingen zijn voorbijgegaan!” (Opb 21:3-4 NB)

“16 zij zullen geen honger en dorst meer hebben, de zon noch enige andere hitte zal op hen vallen, 17 want het lam in het midden van de troon zal hun herder zijn en hun de weg wijzen naar de waterbronnen van het leven; en God zal iedere traan uit hun ogen wegwissen!” (Opb 7:16-17 NB)

Vrij van kwaad

Tot een wereld vrij van zonde behoren

In meerdere boeken krijgen wij een beeld hoe het mogelijk zal zijn om tot een wereld vrij van zonde, dit wil zeggen vrij van enig kwaad, kunnen komen. In de Bestseller aller tijden staat vermeld hoe eeuwig leven, vrij van de gevolgen van de zonde, Gods voornemen is met betrekking tot de mensheid is.

“opdat, zoals de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade als koning heersen zal door gerechtigheid tot eeuwig leven door Jezus Christus, onze Heer.” (Ro 5:21 NB)

“Want de bezoldiging der zonde is: dood, maar de begenadiging door God is: eeuwig leven in Christus Jezus, onze Heer.” (Ro 6:23 NB)

Vredesprediker Jeshua

In Jeshua kon de mens een vredesprediker vinden. In zijn meerdere preken, vertellingen en gelijkenissen heeft hij aangetoond hoe wij als mensen met elkaar moeten omgaan om tot een vredelievende wereld te komen.

Voordelen van volgen van Gods Wetten

Vanwege de mensen om ons heen, die zelfzuchtig, twistziek, huichelachtig of haatdragend kunnen zijn, ondergaan wij nu regelmatig minder aangename momenten. Maar als meerdere mensen Gods Wetten komen na te leven zal er al heel wat verbetering plaats grijpen en minder reden zijn om tegen elkaar in te gaan of te gaan vechten tegen anderen.

Geestesverandering vol liefde

Blijvend geluk in Gods nieuwe ordening

Het blijvende geluk in Gods nieuwe ordening zal in grote mate het gevolg zijn van een wereldomvattende verandering in de geesteshouding van de mensen. Als zij zich ontdoen van kwaad, daarbij niet andermans goed begeren, niemand kwaad doen of kwaad maken, iedereen lief hebben dan zal met hun liefde en respect voor God en hun verlangen zijn voornemens te volbrengen, een geestelijke voorspoed teweegbrengen welk hen een zeer hoogwaardige vrede brengt.

Liefde voor God en ware liefde voor de naaste

Liefde voor God garandeert ware liefde voor de naaste, en dat zal het leven zo aangenaam maken in Zijn rechtvaardige nieuwe ordening. Degenen die God met eeuwig leven zal begunstigen, zullen allemaal hun liefde voor hem en voor hun medemensen bewezen hebben. Met zulke buren, vrienden en collega’s zult u zich in ware vrede en zekerheid en in blijvend geluk kunnen verheugen.

“7 Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, omdat die liefde uit God is, en ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God; 8 wie niet liefheeft, heeft God niet leren kennen,- omdat Gód liefde is.” (1Jo 4:7-8 NB)

“20 Als iemand zegt ‘ik heb God lief’ en zijn broeder-of-zuster haat, is hij een leugenaar; want wie zijn broeder-of-zuster die hij van zien kent niet liefheeft, kan God die hij nooit gezien heeft onmogelijk liefhebben. 21 Dus dit gebod hebben wij van hem, dat wie God liefheeft ook moet liefhebben zijn broeder-of-zuster.” (1Jo 4:20-21 NB)

Door de volledige onzelfzuchtige liefde zal er geen drang zijn om op te kijken naar anderen als tegenstanders, maar zal men iedereen als gelijke zien en voor elkander instaan, samen werkend aan een geheel zuivere wereld vol liefde voor elkaar.

Huidige wereld geen bron van vrede

Wereldse stelsels

Alles wijst er duidelijk op dat wij niet naar deze wereld als de bron van ware vrede en zekerheid kunnen opzien.

De commerciële, religieuze en politieke stelsels, kunnen ons die vrede en zekerheid niet brengen. Ook al mogen wij heel wat organisaties aantreffen die werkelijk hun best doen om vrede te brengen, overheerst het kwaad in vele mensen.

Godsdiensten en oorlogen

Zij die denken dat het de godsdiensten zijn die oorlogen veroorzaken zouden moeten beseffen dat er heel wat meer oorlogen zijn geweest die geen godsdienstoorlogen waren en dat het bij die zogenaamde godsdienstoorlogen of geweld van fundamentele of fanatieke gelovigen het steeds ging om machtsverwerving waarbij in alle gevallen helemaal niet werd gehandeld volgens de regels van hun godheid of hun heilige geschriften.

Verwijzing naar de Bron van Vrede

Focussen op Enige Ware Bron van Vrede

De Bijbel vestigt onze aandacht daarom op Jehovah God als de enige Bron van ware vrede en zekerheid. In dat Boek der boeken kan men allerlei wijsheid vinden die kan bijdragen tot levensgeluk. In die Bestseller aller tijden en Verzameld Woord van God, staan Gods voornemens zodat wij deze kunnen leren kennen. Door in dat Verzamelwerk te lezen en het te bestuderen kunnen wij meer inzicht krijgen hoe God te werk gaat maar ook hoe wij best te werk zouden gaan. Hierbij zullen wij ook goed kunnen inzien waarom wij op aarde zijn en wat de oorzaak is van de huidige toestanden. In dat boekwerk kunnen wij meer vernemen over de grote strijdvraag inzake Jehovah’s universele soevereiniteit, en hoe die elk van ons raakt.

Bestuderen van de Bijbel

Door de Bijbel te bestuderen kunnen wij leren de juistheid en wijsheid van onze doeleinden en de goddelijke doeleinden zorgvuldig te overwegen. Eveneens zullen wij ons betrouwbare morele levensmaatstaven en maatstaven van de Wet eigen kunnen maken. Het komt er namelijk op aan dat wij allemaal naar de maatstaven van God komen te leven.

Als wij met ziekte, ouderdom of de dood worden geconfronteerd, hebben wij de vertroostende hoop op leven in een rechtvaardige, gezonde nieuwe ordening, zo nodig zelfs door een opstanding uit de doden.

En die opstanding uit de doden met een mogelijkheid om een vredevolle wereld binnen te treden, is een hoop die alle rechtvaardigen is gegeven.