Een Verlosser of Bevrijder of een Oplichter?

"Jeshua" is het Hebreeuwse woord voor de roepnaam van Jahushua dat tegenwoordig in vele Bijbelvertalingen in Christelijke gemeenschappen wordt weergegeven als "Jezus". De naam betekent "bevrijden, in vrijheid stellen, verlossen, of redden".

Is Yeshua of Jeshua een rabbijn (leraar)? Een profeet? Een fraude?

Of is hij wie hij beweerde te zijn - de eniggeboren Zoon van de Ene Ware God, de Heiland van de wereld?

In de Messiaanse Geschriften staat over die historische figuur, die in Bethlehem geboren is het volgende:

“Want zozeer heeft God de wereld liefgehad dat hij de Zoon, de eniggeborene, gegeven heeft,- opdat ieder die in hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven mag hebben.” (Joh 3:16 NB)

De wijze waarop de vraag gesteld wordt "Wie Jezus is" verraad dikwijls de achtergrond gedachte van de persoon die de vraag stelt.

De manier waarop u de bovenstaande vraag beantwoordt, heeft gevolgen voor nu en voor altijd. Het is geen toeval dat je deze woorden vandaag leest. Als je nog nooit eerder hebt overwogen wie Jezus of Jeshua is en waarom het antwoord belangrijk is in je leven, lees dan alsjeblieft verder.

Men kan er niet aan onderuit te moeten erkennen dat Jeshua of Jezus Christus, zoal hij onder de meesten is gekend, een belangrijk historisch figuur is. In het begin van de huidige jaartelling heeft hij voor heel wat ophef gezorgd. Niet alleen was hij doorn in het oog van de in Jeruzalem zetelende Romeinse heersers, maar ook voor de daar gevestigde geestelijke Joodse leiders.

Het leven en de dood van Jeshua kan worden bewezen door vele externe bronnen. Hij is één van die historische figuren waar heel wat inkt over gevloeid is, meer dan bepaalde andere historische figuren waar niemand over hun bestaan twijfelt. Maar over Christus Jezus hebben heel wat mensen twijfels over zijn bestaan. Dit komt ook grotendeels, omdat er mensen zijn die beweren dat hij God zou zijn, wat maakt dat al diegenen die niet in God of een god geloven hem dan natuurlijk afschrijven als onbestaande.

De eerste-eeuwse historicus Josephus schreef naar keizer Vespasianus een verslag met een historische overzicht van het Joodse volk. Josephus zelf was van Hebreeuwse geboorte, maar geloofde niet in Jeshua.

Josephus had duidelijk geen reden om iets anders neer te schrijven dan een nauwkeurige weergave van het leven van die Nazareen die door meerderen als hun Joodse leermeester werd aangenomen. De geschiedschrijver schreef in zijn werk Testimonium Flavianum:

Nu was er rond deze tijd Jeshua (Jezus), een wijze man, als het geoorloofd is hem een ​​man te noemen, want hij was een doener van wonderbare werken, een leraar van zulke mannen die de waarheid met genoegen ontvingen. Hij trok veel van de Joden en veel van de heidenen naar zich toe. Hij was de Christus, en toen Pilatus, op voorstel van de voornaamste mannen onder ons, hem aan het stuk hout had veroordeeld, verlieten degenen die hem in het begin liefhadden hem niet; want hij verscheen hun op de derde dag weer levend; zoals de goddelijke profeten deze en tienduizend andere wonderlijke dingen met betrekking tot hem hadden voorzegd. En de 'stam van christenen' zo naar hem genoemd, is tot op de dag van vandaag niet uitgestorven.

Uit de stam van Koning David werd die man van vlees en bloed geboren in Bethlehem in 4 VGT. Nadat zijn ouders uit hun vluchtplaats in Egypte terugkeerden naar Nazareth groeide hij daar op. Voor dertig jaar leefde hij als het ware in de anonimiteit van zijn ouderlijk huis met zijn moeder en wereldse vader en met zijn broers en zusters.

De Tenach, de "Bijbel van het Joodse volk", ook bekend als het Oude Testament, is vol bewijs van beloften over een Heiland die uit de lijn van koning David zou komen en mensen zou verlossen van hun zonde en gebrokenheid.

Vervuller van profetieën van God.

Jeshua vervulde perfect meer dan 324 profetieën over de komende Messias in de Tenach.

Volgens wiskundige Peter Stoner,

de kans dat één persoon zelfs 48 van de meer dan 324 Messiaanse profetieën in de Tenach vervult, is 1 op 10 ^ 157 * (* 1 gevolgd door 157 nullen). Dit is net zo waarschijnlijk als de kans om bij de allereerste poging één specifiek elektron te vinden uit alle elektronen in de hele bekende massa van het hele universum!

Jeshua vervulde vele oude profetieën over de Messias, waaronder:

• Messias wordt geboren uit een maagd: Jesaja 7:14, (Matteüs 1: 18-2: 1, Lucas 1: 26-35)

• Messias wordt geboren in Bethlehem: Micha 5: 2 (Matt. 2: 1-7, Johannes 7:42, Lucas 2: 4-7)

• Messias moet uit de dood worden opgewekt: Jesaja 53: 9-10, Psalm 2: 7, 16:10, (Matteüs 28: 1-20, Handelingen 2: 23-36,13: 33-37, 1 Korintiërs 11: 4-6)

Vertegenwoordiger en geautoriseerde van God

Voor hen die zeggen dat Jezus God is

Omtrent zijn figuur moet men steeds opletten wat er door wie over hem gezegd wordt. Er zijn namelijk mensen die beweren dat Jezus God zou zijn die op een wonderbaarlijke wijze naar de aarde zou nedergedaald zijn om hier te doen alsof hij verleid werd (want God kan niet verleid worden volgens de Schrift of Gods eigen Woord), net als om te doen of hij door mensen werd lastig gevallen, gefolterd en zelfs ter dood zou gebracht zijn, want volgens Gods Woord kan de mens God niets doen en is God onsterfelijk. Diegenen die Jezus hun god verklaren maken van al het werk dat Jezus gedaan heeft een erbarmelijke klucht. Alsook maken ze van hem en van de Echte God een bedrieger, want God ziet en weet alles, terwijl Jezus helemaal niet alles kon zien of weten. Jezus wist zelfs niet eens wanneer hij terug zou komen, wie er naast hem in het Koninkrijk van God zou zitten of wanneer de Eindtijd zou komen, toch zeer belangrijke zaken die elke mens toch heel graag zou willen weten.

Wat Jezus of Jeshua en God over zich zelf zeggen en over de ander

Men kan best naar Jezus zelf luisteren en horen wie hij beweert te zijn, net als naar zijn hemelse Vader, Dé Enige Ware God, Die nooit liegt en dus steeds de waarheid zegt. Die God verklaarde zelf dat Jeshua, of Jezus, Zijn geliefde zoon is in wie God welbehagen heeft.

“Maar toen de volheid des tijds kwam, heeft God zijn zoon als afgezant gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder een Wet,” (Ga 4:4 NB)

“16 Als Jezus is gedoopt loopt hij meteen uit het water de wal op; en zie, geopend worden de hemelen en hij ziet de Geest van God neerdalen alsof het een duif is en komen op hem, 17 en zie, een stem uit de hemel die zegt: dit is mijn zoon, de geliefde, in wie ik een welbehagen heb!” (Mt 3:16-17 NB)

“10 En meteen als hij opklimt uit het water ziet hij de hemelen scheuren en de Geest op hem neerdalen als een duif. 11 En er geschiedt een stem uit de hemelen: ‘jij bent mijn zoon, mijn meest geliefde, in jou is mijn welbehagen!’” (Mr 1:10-11 NB)

“21 Het geschiedt als heel de gemeenschap wordt gedoopt en ook Jezus wordt gedoopt en aan het bidden is, dat de hemel opengaat 22 en de heilige Geest in lijfelijke gedaante als een duif op hem neerdaalt; en er geschiedt een stem uit de hemel: jij bent mijn welbeminde zoon, in jou heb ik behagen! 23 Hij, Jezus, is, als hij begint, ongeveer dertig jaren oud; hij is, zo meent men, de zoon van Jozef,- van Eli,” (Lu 3:21-23 NB)

Jezus gezonden door God

Nooit gelijk gemaakt of gelijk gesteld aan God

Toen Jeshua zijn openbaar leven begon en begon met te prediken koos hij volgelingen uit die hij duidelijk maakte dat hij de gezonden van God was die Jehovah Zijn Werk en Daden meer kenbaar moest maken. Nooit, maar nooit te nimmer, heeft Jeshua of Jezus zich gelijk gemaakt aan God of beweerd God te zijn. Telkens hij onwaarschijnlijke dingen deed, maakte hij kenbaar dat het niet was die zulke wonderen verrichte, maar dat God hem toe liet deze mirakelen te verwezenlijken.

Hemelse Vader groter dan Jezus

Voor Jeshua was het duidelijk dat hij niets kon doen zonder zijn hemelse Vader Die groter is dan hij.

“27 vréde laat ik u na, míjn vrede is het die ík u geef, niet zoals de wereld geeft geef ik aan u!- laat uw hart niet verslagen zijn of verward; 28 ge hebt gehoord dat ík u heb gezegd: ik ga heen én kom naar u toe; als ge me liefhad zoudt ge verheugd zijn dat ik naar de Vader ga, omdat de Vader groter is dan ik; 29 en nú heb ik het u gezegd, voordat het geschiedt, opdat ge, wanneer het geschiedt, vertrouwen hebt; 30 ik zal niet veel meer bespreken, samen met u, want de overste der wereld is op komst; niet dat hij met mij íets in handen heeft, 31 maar het is opdat de wereld zal weten dat ik de Vader liefheb; en zoals de Vader mij heeft geboden, zó doe ik; ontwaakt, laten we van hier gaan!” (Joh 14:27-31 NB)

“17 Maar hij heeft hun geantwoord: mijn Vader werkt ononderbroken en zo werk ik ook! 18 Daardoor zijn toen de Judeeërs eens te meer zijn dood gaan zoeken, omdat hij niet alleen de sabbat ontbond maar ook God zijn eigen Vader noemde,- zo zichzelf gelijkmakend aan God. 19 Toen heeft Jezus geantwoord en tot hen gezegd: vast en zeker is het, zeg ik u: de zoon kan niet zomaar uit zichzelf iets maken of hij moet het de vader zien maken want al wat díe maakt, evenzo maakt ook de zoon; 20 want de vader die de zoon liefheeft toont hem wat hij zelf maakt en zal hem grotere werkstukken dan deze tonen; ge zult u nog verwonderen!(-) 21 want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt de Zoon levend wie hij wil; 22 want de Vader oordeelt niemand meer, nee, het oordeel heeft hij aan de Zoon gegeven, 23 zodat allen de Zoon zullen eren zoals ze de Vader eren; wie de Zoon niet eert, eert niet de Vader die hem heeft gestuurd!(-) 24 vast en zeker is het, zeg ik u, dat wie mijn spreken hoort en gelooft in wie mij uitstuurt, eeuwig leven heeft en niet in het oordeel komt; nee, hij is overgegaan uit de dood naar het leven; 25 vast en zeker is het, zeg ik u, dat er een uur komt en nu is dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en die haar horen zullen leven; 26 want zoals de Vader leven bij zich heeft, zo heeft hij het ook de Zoon gegeven leven bij zich te hebben, 27 en heeft hij hem volmacht gegeven om een beoordeling te doen omdat hij de mensenzoon is!-” (Joh 5:17-27 NB)

Deze uitspraken waren voor de geestelijken uit die tijd godslasterende taal en reden te meer om vlug komaf te maken met deze prediker, die wel wat aantrek bij de mensen kon krijgen. Dat hij durfde te beweren dat hij van God zou komen zou ook inhouden dat zij hem als een profeet zouden moeten aanschouwen, maar daar hadden ze ook geen zin in.

“Jezus zegt tot hen: als God uw Vader was zoudt ge mij liefhebben, want ik ben van God uitgegaan en naar hier gekomen; want ik ben niet vanuit mijzelf gaan spreken nee, hij heeft mij uitgezonden;” (Joh 8:42 NB)

Jezus niet god de zoon

Duidelijk geeft Jeshua of Jezus aan dat hij de gezondene van God is en niet een 'god de zoon', die neergedaald zou zijn op aarde om hier eventjes onder de mensen te komen vertoeven en een toneelscène uit te voeren.

De priesters uit die tijd vonden dat zij de enigen waren die autoriteit van God hadden gekregen om over God en gebod te praten, maar nu kwam deze nederige man beweren van God autoriteit gekregen te hebben, ook al was hij geen opgeleide en erkende priester of erkende gezagsdrager.

“Jezus komt naderbij en spreekt tot hen; hij zegt: mij is gegeven alle gezag in hemel en op aarde;” (Mt 28:18 NB)

“en heeft hij hem volmacht gegeven om een beoordeling te doen omdat hij de mensenzoon is!-” (Joh 5:27 NB)

“Jezus antwoordt: u zou geen enkele volmacht over mij hebben als die u niet gegeven was van bovenaf; daarom heeft wie mij aan u overgeeft de grootste zonde!” (Joh 19:11 NB)

Te kennen komen van Jezus of de ware Jeshua als de gezonden zoon van God

De apostelen kwamen slechts laat echt in te zien wie Jeshua werkelijk was. Maar na zijn dood en verrijzenis waren zij stellig overtuigd van die bijzondere persoonlijkheid en wilden zij ook dat de gehele wereld Jeshua zou leren kennen als de Weg naar God, zoals Jeshua zich ook al had voorgesteld.

“Dan zeggen ze allen: dus ú bent de Zoon van God?- maar hij brengt tegen hen uit: dat zegt gíj, dat ik het ben!” (Lu 22:70 NB)

“ik ben de deur: als iemand door mij binnenkomt zal hij gered zijn: hij kan ingaan en uitgaan en zal een weide vinden;” (Joh 10:9 NB)

“Jezus zegt tot hem: ikzelf ben de weg, en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij;” (Joh 14:6 NB)

“door wie wij ook de toegang hebben verkregen tot deze genade waarin wij staan, en ook roemen in hoop op de glorie van God.” (Ro 5:2 NB)

“want door hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.” (Efe 2:18 NB)

“langs de pas-verschenen en levende weg die hij ons nieuw heeft gebaand door het voorhangsel heen, dat is: zijn vlees,” (Heb 10:20 NB)

“want wij zijn niet bij machte om niet te spreken van wat wij hebben gezien en gehoord!” (Hnd 4:20 NB)

Kracht om te spreken over Jeshua of Jezus

De macht of kracht die de apostelen hadden verworven om te spreken over Jeshua of Jezus, hadden zij verkregen door de Kracht van God, en kwam, zoals deze ook niet bij Jeshua (Jezus) van hem kwam, niet van hen, maar van God.

Parabels of gelijkenissen

Tijdens zijn korte publieke loopbaan vertelde Jeshua heel wat parabels of gelijkenissen die een beeld moesten geven over hoe wij ons horen te gedragen maar ook hoe wij ons moeten voorbereiden op tijden die nog zullen komen.

Hij veranderde water in wijn, vermenigvuldigt brood en vissen en geeft mensen voedsel, terwijl hij onderwijst met groot gezag (Markus 1:21-28; Lukas 4:31-37). Hij geneest heel wat mensen en verlost hun van hun lichamelijke zo wel geestelijke kwalen.

Immer sprekende Jeshua

Lerende meesterverteller over wet en gedrag

Jeshua sprak over een geestelijke oogst (Johannes 4:27-38) en geeft zaligsprekingen (Mattheüs 5:1-12; Lukas 6:17-26) en vergeet niet over de Wet te praten tijdens verschillende gelegenheden (Mattheüs 5:17-20) en leert zij toehoorders over boosheid, begeerte, scheiding, beloften,vergelding, liefde voor de ander zelfs voor vijanden, en hoe te geven aan de behoeftigen.

Jeshua leert zijn toehoorders over angst en bezorgdheid en wijst er op hoe mensen naar God kunnen toekomen, vragen, zoeken maar ook aankloppen om te kunnen verkrijgen.

“7 Vraagt en er zal aan u gegeven worden; zoekt en ge zult vinden; klopt en er zal voor u worden opengedaan; 8 want al wie vraagt mag aannemen en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan; 9 of is iemand van u zo’n mens?- zijn zoon zal hem een brood vragen en dan geeft hij hem toch geen steen? 10 of hij zal ook om een vis vragen en dan geeft hij hem toch geen adder? 11 als dan gij, hoe boosaardig ge ook zijt, goede gaven weet te geven aan úw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader die in de hemelen is goede dingen geven aan wie hem daarom vragen! 12 Dus alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet ook gij zo voor hen; want dat is de Wet en de profeten!” (Mt 7:7-12 NB)

Biddende Jeshua ook verzoekend om zijn Vader te aanbidden

Hij zelf wist regelmatig afgezonderd zo wel als in het publiek te bidden. Hij aanbid zichzelf niet, wat hij zou gedaan hebben indien hij God zou zijn, maar bad tot Diegene Die hij ook aanbeval om naar te bidden, namelijk de hemelse Vader, die wij dan als Onze Vader zouden kunnen aanspreken.

Wonderwerker

Ook al deed Jeshua vele wonderwerken waren er velen die niet in hem wensten te geloven. Zelfs de inwoners van Nazareth weigerden in hem te geloven (Mattheüs 13:53-58; Markus 6:1-6). Ook gingen er veel discipelen van het eerste uur weg van hem (Johannes 6: 60-71). Hij besefte ook hoe er al snel verkeerde leerstellingen de ronde zouden gaan doen (Mattheüs 16:5-12; Markus 8:14-21) en waarschuwde tegen de vele verleidingen die deze wereld te bieden heeft (a.o. Mattheüs 18:7-9; Markus 9:43-50).

Waarschuwer

Aanbieder als offerlam

Jezus beseft dat zijn tijd hier op aarde zeer kort is en waarschuwt zijn apostelen voor de tijd dat hij er niet meer zal zijn. Voor hen is het moeilijk aan te nemen dat hun meester spoedig de dood zou vinden, maar tijdens een samenkomst voor Pesach nam Jeshua na de maaltijd brood en wijn als symbolen voor zijn lichaam en bloed dat voor velen zal vergoten worden.

Loskoper van de vloek van de dood

Jeshua biedt zich namelijk aan God aan als een Lam, om een einde te brengen aan de Vloek des doods, die in Gan Eden was uitgesproken.

Verraden door Judas wordt hij later op de avond op de olijfberg gevangen genomen, nadat hij in die tuin doodsangsten heeft doorstaan en tot zijn Vader, de God van Israël gebeden heeft.

Dood van Jeshua

Ter dood veroordeling

De Nazarener Joodse leermeester werd ondervraagd door Annas en Kajafas en veroordeeld door de Hoge Raad (Mat. 26; Mar. 14; Lu. 22; Joh. 18). Na terecht gestaan te hebben voor Pilates en Herodes die het volk op riep om hem ter dood te brengen, bracht men hem ook ter dood.

Ophanging van Jeshua aan een paal

Jeshua werd zoals een grote crimineel in het publiek aan een paal genageld.

“Wanneer dan de overpriesters en de gerechtsdienaars hem zo zien, zeggen ze, schreeuwen ze: kruisigen, kruisigen! Pilatus zegt tot hen: u moet hem zelf meenemen en kruisigen want ík vind in hem geen schuld!” (Joh 19:6 NB)

“en hem overgeven aan de volkeren om hem te bespotten, te geselen en te kruisigen; maar ten derde dage zal hij worden opgewekt.” (Mt 20:19 NB)

“Het is het derde uur van de dag als ze hem kruisigen.” (Mr 15:25 NB)

Jeshua niet tot een einde gebracht

Bevestiging van Jeshua's positie in de geschriften en voor de mensheid

Maar zijn terdoodbrenging door mensen heeft geen einde gebracht aan het gebeuren rond Jeshua. Integendeel. De voorspellingen dat er een Slachtoffer ter dood zal gebracht worden welk Jehovah tot leven zou wekken na drie dagen, kwam nu uit en is de bevestiging dat Jeshua de Kristos, de Moshiach of Gezalfde van God is en de lang beloofde Messias of Verlosser.

“de God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt,- hem die gij eigenhandig omgebracht hebt door hem ‘te hangen aan een hout’” (Hnd 5:30 NB)

“met Jezus van Nazaret toen God hem heeft gezalfd met heilige Geest en kracht; hij is weldoende rondgetrokken en hij heeft allen gezond gemaakt die onder de macht van de duivel lagen, omdat God met hem was;” (Hnd 10:38 NB)

“40 hem heeft God ten derden dage opgewekt en gegeven dat hij verscheen 41 niet aan heel de gemeenschap maar aan getuigen die door God voorbestemd waren: aan ons, die na zijn opstaan uit de doden met hem hebben gegeten en gedronken;” (Hnd 10:40-41 NB)

“1 maar op de eerste van de zeven dagen komen zij, nog diep in de morgen, bij het graf, dragende de geurige kruiden die ze hebben bereid. 2 Maar ze vinden de steen weggewenteld van het graf, 3 en als ze er binnengaan vinden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. 4 En het geschiedt, als ze daarmee niet verder weten te gaan zie, daar staan twee mannen bij hen in blinkend gewaad; 5 zij worden zeer bevreesd en neigen hun gezichten ter aarde, maar zij zeggen tot hen: wat zoekt ge de levende bij de doden?- hij is niet hier, nee, hij is opgewekt!(-) 6 gedenkt hoe hij tot u heeft gesproken toen hij nog in Galilea was, 7 toen hij zei van de mensenzoon dat hij moest worden prijsgegeven in de handen van zondige mensen, gekruisigd worden en ten derden dage opstaan! 8 Zij worden zijn uitspraken indachtig,” (Lu 24:1-8 NB)

Jeshua gestorven voor onze zonden

Een rechtvaardige gedood voor leven te geven aan onrechtvaardigen

“Omdat ook Christus éénmaal voor zonden is gestorven, een rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat hij u tot God zou leiden, hij die door vlees-en-bloed gedood is maar levendgemaakt is door de Geest.” (1Pe 3:18 NB)

“Dus zijn wij met hem begraven door de dompeling in de dood, opdat zoals Christus uit de doden is opgewekt, door de glorie van de Vader, zo ook wíj in vernieuwing van leven zullen wandelen.” (Ro 6:4 NB)

“wetend dat Christus, opgewekt uit de doden niet meer sterft,- de dood is geen heer meer over hem.” (Ro 6:9 NB)

Door de ophanging van Jeshua is de straf voor de erfzonde ook aan die paal gehangen.

Door het slagen in Gods Wil te doen redding gebracht over mens

De wereld zal moeten komen in te zien dat enkel via deze man van vlees en bloed die er in geslaagd is enkel de Wil van God te doen, de mensheid redding kan verkrijgen.

“Daags daarop wordt hij Jezus gewaar, als die tot hem komt; hij zegt: zie, het lam van God dat wegdraagt de zonde der wereld!(-)” (Joh 1:29 NB)

“en de redding is door niemand anders; want er is geen andere naam onder de hemel gegeven bij de mensen waardoor wij moeten worden gered!” (Hnd 4:12 NB)

“hij heeft aan ons afgekondigd dat wij aan de gemeenschap moesten prediken en betuigen dat hij de door God aangewezen rechter is van levenden en doden;” (Hnd 10:42 NB)

Jeshua als gever van zoenoffer of losgeld verhoogd en zetelend naast God

Wegens zijn overgave en offergave als zoenoffer om het losgeld te betalen aan God, is Jeshua verhoogd en mag deze nu zetelen aan de Rechterhand van God de Vader om als bemiddelaar op te treden tussen God en de mensen en hogepriester voor God te zijn.