Geloof in zichtbare en onzichtbare dingen

In deze wereld heeft de meerderheid van de bevolking gekozen om te geloven in de wereldse dingen die ze werkelijk kunnen waarnemen. Enkel in datgene wat ze kunnen zien willen ze geloven. Zelfs als er virussen, zoals CoViD-19 langs hun pad komen, willen ze er eerst niet in geloven totdat de gevolgen er van hen op hun neus drukt.

God is een Onzichtbaar Wezen waardoor het voor velen ongelofelijk moeilijk lijkt te zijn om in Hem te geloven. Om die reden hebben velen er ook voor gekozen te geloven in een god die zichtbaar en tastbaar was of is voor velen. Zo zijn er meerdere goden de revue gepasseerd, maar is de grootste van die goden wel Jezus. Die man van vlees en bloed wordt door velen in de Christelijke Kerk aanbeden als god.

Toch moet gezegd geworden dat zelfs die mens van vlees en bloed, die velen hebben gezien en waar er al heel wat woorden zijn gevloeid, door velen als een niet geloofwaardig figuur wordt aanschouwd. Vreemd genoeg geloven die zelfde mensen dan wel in bepaalde historische figuren waar er heel wat minder over geschreven is en waarvan er heel wat minder bewijsstukken van hun bestaan is te vinden.

Men kan moeilijk naast de historische figuur Jezus kijken, maar om hem als een godheid te zien of te erkennen is een heel andere zaak. Hij is namelijk geen godheid en kan niet gelijkgesteld worden aan die Ene Waarachtige maar Onzichtbare Eeuwige Superieure Alwetende Hoogst Almachtige God, de Hashem Elohim Jehovah.

Vervreemd van God

Al spoedig bij de eerste mensen trad de vraag op of God het wel goed met hen voor had. Zij kwamen te geloven dat het mogelijk zou zijn dat de Elohim hen iets achter hield. Daarom traden zij in het verzet, maar moesten dan wel de gevolgen dragen van hun rebellie, en werden verbannen uit het aards paradijs, de Tuin van Eden. Voor hun daad werden zij gestraft en kwam de dood tot elk van hun nageslacht.

Door die verkeerde keuze van onze eerste voorouders is de mensheid in het algemeen van God vervreemd geraakt. Maar God heeft door middel van het offer van Zijn zoon de weg tot verzoening en vriendschap met Hemzelf geopend.

“19 als dat het God is geweest die in Christus de wereld heeft verzoend met hem, en aan hen hun misstappen niet heeft toegerekend, en die het woord der verzoening in ons heeft gelegd. 20 Omwille van Christus zijn wij gezanten, zodat God door óns oproept; wij smeken omwille van Christus: laat u met God verzoenen! 21 Hem die geen zonde heeft gekend heeft hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden: Gods gerechtigheid,- in eenheid met hem.” (2Co 5:19-21 NB)

“12 dat ge toentertijd zonder Christus zijt geweest, verstoken van het burgerschap van Israël en vreemd aan de verbondsbeloften, zonder hoop en zonder God in de wereld. 13 Maar nu zijt gij die ééns ver weg zijt geweest door Christus Jezus ‘nabij’ geworden, door het bloed van de Christus.” (Efe 2:12-13 NB)

Het is echter niet genoeg wanneer wij nu eenvoudig zeggen dat wij ons graag in Gods vriendschap verheugen.

Verlangend om verenigd te worden

Wij moeten bereid, ja, zelfs verlangend zijn De Elohim Hashem Jehovah te bewijzen dat wij graag gemeenschap willen hebben met Hem. Als wij willen geloven in Hem moeten wij ook tekenen van dat geloof geven. Maar als wij (terug) met Hem verenigd willen zijn willen moeten wij wel getuigenis afleggen van de juiste beweegreden.

Zoeken wij bijvoorbeeld Jehovah’s vriendschap voornamelijk om aan rampspoed te ontkomen?

Het kan gerust zijn dat bepaalde mensen beginnen in te zien dat er een gevaarlijke tijd aan het aanbreken is of spoedig zal aanbreken. Veel mensen zullen misschien al gehoord hebben over een aankomende Eindtijd, welke hen angst kan inboezemen. Angst is echter niet de echt goede grond voor een geloof op te bouwen.

De juiste positie die wij bij God willen innemen, kan niet enkel voor deze dringende tijd voorafgaand aan Zijn oordeel zijn, noch enkel met het doel de komende „grote verdrukking” te overleven.

“21 want er zal dan een grote verdrukking zijn ‘zoals niet geschied is van het begin der wereld af tot nu toe’, en ook niet geschieden zal; 22 als die dagen niet werden verkort zou alle vlees reddeloos zijn; maar vanwege de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.” (Mt 24:21-22 NB)

Het is waar dat vele gelovigen uitkijken naar die tijd die zal komen. Zij hebben hun hoop gesteld op de beloften die God gegeven heeft in de vroegere jaren. Maar hun geloof en hoop in die God berusten niet enkel op die vooropgestelde vrede die na die afschuwelijke tijd zal komen.

Het is de liefde voor God en Zijn eniggeboren geliefde zoon die de warmte in hun hart verhoogd heeft. Door oprechte liefde worden ware gelovigen ertoe gedreven zich te verenigen en uit te kijken naar de verwezenlijking van Gods beloften. Opdat wij de oprechtheid van ons verlangen naar zijn vriendschap kunnen tonen, heeft Jehovah bepaalde dingen in zijn Woord uiteengezet waaraan wij allen moeten voldoen om met hem verzoend te worden.

Van af dat de mens verkeerd was gegaan, heeft God oog gehad om hun zwakheid te vergeven en om voor een oplossing te voorzien. Voordat zij uit de Tuin van Eden werden gezet kregen Adam en Eva al te horen dat er in de toekomst uit hun nakomelingen iemand zou opstaan die als een 2de Adam, de gevolgen van het kwaad, de straf voor de zonde, zou verbreken.

Met die gedachte in het achterhoofd brachten zij hun kinderen groot en gaven hun kleinkinderen de lessen mee die zij tot kwade en schande moesten hebben ondergaan. Als het ware was er een erfzonde over de mens gekomen, maar ook een erfbelofte of kernbelofte. Het nageslacht moest weten wat er eerder gebeurd was maar wat er ook voor de toekomst weggelegd was.

Van al de voorgaande gebeurtenissen zou de mens zijn lessen moeten trekken en kunnen zien hoe de Schepper er steeds is geweest en hoe Deze er altijd voor iedereen klaar zal staan.

Een God van waarheid

Als de mensen kijken naar het verleden zullen zij moeten kunnen zien hoe de mens met andere mensen om ging maar ook hoe God met de mensen om ging. Daaruit zouden zij kunnen leren dat niet elk woord van een mens even betrouwbaar is, maar dat Die Onzichtbare God nooit leugens heeft verteld. Alles wat Hij beloofde dat zou gebeuren gebeurde ook echt, dat in tegenstelling wat al zoveel mensen beloofd hebben.

“niet een man is God dat hij zou liegen, een mensenzoon die spijt krijgt: híj heeft iets gezegd en zou het niet doen?- gesproken en zal niet gestand doen?(-)” (Nu 23:19 NB)

“(89:36) éénmaal heb ik bij mijn héiligheid gezwóren: —als ik tegen Dávid óoit zal líegen!..” (Ps 89:35 NB)

“op hoop van eeuwig leven, dat God, die niet liegt, eeuwige tijden tevoren heeft aangekondigd” (Tit 1:2 NB)

Die eeuwige tijden die God heeft aangekondigd zijn de tijden waar wij nu vol verwachting naar uitkijken.

“opdat, zoals de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade als koning heersen zal door gerechtigheid tot eeuwig leven door Jezus Christus, onze Heer.” (Ro 5:21 NB)

“Want de bezoldiging der zonde is: dood, maar de begenadiging door God is: eeuwig leven in Christus Jezus, onze Heer.” (Ro 6:23 NB)

Dankzij de offerdood als zoenoffer van Jezus Christus, Jeshua de Messias, zijn wij nu deelgenoten van die belofte geworden.

Jehovah is een God van waarheid. Wij kunnen dus een absoluut vertrouwen in zijn beloften hebben.

God naderen kan enkel bij geloof in Hem

Uit Gods Woorden, die als waarschuwing gelden voor wat zal komen en hoe wij gered kunnen worden, kunnen wij opmaken dat het aan ieder individu ligt om de juiste keuze te maken. Men kan God willen leren kennen en dan tot geloof in Hem komen. Maar als men Hem blijft negeren en ontkennen zal het niet mogelijk zijn om tot een waar geloof in Hem te komen.

Zonder geloof zal het ook onmogelijk zijn om Hem welgevallig te zijn, want wie tot God wil naderen moet eerst en vooral willen inzien en geloven dat Hij bestaat.

“En zonder geloof is het onmogelijk hem te behagen; want wie tot God komt moet geloven dat hij is en voor wie hem ernstig zoeken wezen zal: een gever van loon.” (Heb 11:6 NB)

Ook daarin ligt weer die mooie belofte, dat wij een beloner zullen kunnen vinden in Diegene Die Jeshua gezonden heeft en zijn losgeld aanvaard heeft.

“maar sinds we weten dat een mens niet wordt gerechtvaardigd uit werken der Wet, tenzij door geloof in Christus Jezus, zijn ook wíj in Christus Jezus gaan geloven, om gerechtvaardigd te worden uit geloof in Christus en niet uit werken der Wet, omdat uit werken der Wet niemand van alle vlees rechtvaardiging vindt.” (Ga 2:16 NB)

“Dan schreeuwt Jezus het uit in het heiligdom, bij zijn onderricht, en zegt: ja, u weet wíe ik ben en u weet van wáár ik ben, maar ik ben niet vanuit mijzelf gekomen nee, het is de Waarachtige die mij heeft gestuurd, en van hem hebt u geen weet!” (Joh 7:28 NB)

“Hoe zouden ze dan iemand aanroepen in wie ze niet geloven? Hoe zouden ze geloven in iemand van wie ze nooit hebben gehoord? Hoe zouden ze iets horen zonder iemand die predikt?” (Ro 10:14 NB)

“de ENE onterft en maakt rijk, hij die vernedert is het ook die verheft;” (1Sa 2:7 NB)

“(58:12) En Adam zal zeggen: ‘toch is er voor de rechtváardige vrúcht, —toch zijn er góden die op áarde réchtspreken!’” (Ps 58:11 NB)

“verheugt u en jubelt, want in de hemelen is uw loon groot; zó immers hebben ze de profeten vóór u vervolgd!” (Mt 5:12 NB)

Een God die het beste voor heeft met de mens

In het begin was alles goed

Al in het eerste boek van de Bijbel kunnen wij zien hoe de Hoogst Almachtige begaan is om vanuit de chaos orde te scheppen. al dat Hij wenste en uitsprak kwam in wording. Telkens zag Hij hoe het tot wording was gekomen en hoe goed het was.

“1 Sinds het begin is God schepper,- van de hemelen en de aarde. 2 De aarde is woestheid en warboel geweest, met duisternis op het aanschijn van de oervloed,- maar adem van God reeds wervelend over het aanschijn van het water.” (Ge 1:1-2 NB)

“God roept tot het droge ‘aarde’ en tot de ophoping van de wateren heeft hij geroepen ‘zeeën’; God ziet het aan: ja, het is goed!” (Ge 1:10 NB)

“En de aarde brengt al wat groen is naar buiten, gewas dat zaad zaait naar zijn soort en geboomte dat vruchten maakt met daarin zijn zaad, naar zijn soort; God ziet het aan: ja, het is goed!” (Ge 1:12 NB)

“om te beheren de dag en de nacht, om scheiding aan te brengen tussen het licht en de duisternis; God ziet het aan: ja, het is goed!” (Ge 1:18 NB)

“En God schept de grote gedrochten,- en alle levende ziel die rondkruipt, waarvan de wateren zijn gaan wemelen, in hun soorten, en elke gevleugelde vogel in zijn soorten; God ziet het aan: ja, het is goed!” (Ge 1:21 NB)

“God maakt wat in het wild leeft op aarde in z’n soorten, het vee in z’n soorten en al wat over de bloedrode grond kruipt in z’n soorten; God ziet het aan: ja, het is goed!” (Ge 1:25 NB)

“God beziet het, al wat hij heeft gemaakt en zie, het is zéér goed!- er komt een avond en er komt een ochtend, de zesde dag. •” (Ge 1:31 NB)

Het beste voor hebbende Godheid

Van de mens wordt verwacht dat deze God ernstig zoekt. Indien u een diep geworteld geloof hebt, dan weet u dat God met alles wat Hij doet, een rechtvaardige bedoeling heeft en dat Hij altijd onze beste belangen op het oog heeft.

Uit de Elohim Zijn scheppingswerken en uit Zijn geschreven Woord kunnen wij zien dat Hij niet alleen alwijs en almachtig is, maar ook dat Hij een God van liefderijke goedheid is. Hij zal natuurlijk nooit van zijn rechtvaardige maatstaven afwijken. Maar ook al zijn wij onvolmaakt en maken wij fouten, als wij rechtvaardigheid liefhebben, zal Hij op een manier met ons handelen die zegeningen zal afwerpen.

In ons leven doen wij dikwijls dingen waarbij wij later een vreemd gevoel bij hebben. In ons binnenste voelen wij dikwijls aan of iets juist of verkeerd is.

Elk levend wezen, of het nu gelooft in God of niet, heeft een instinct, een gevoelen dat richting aan geeft.Zij die geloven in God zullen daarbij ook aanvoelen dat de Superieure Macht hen in het oog houdt en bij tijden ook duiding geeft. Hierbij is het zo dat wanneer wij door God worden terechtgewezen, wij derhalve zullen weten dat het voor ons eeuwige welzijn is.

Wij zullen Jehovah gaan vertrouwen zoals een zoon of dochter een liefdevolle, wijze en sterke vader vertrouwt.

( “13 Zoals een vader zich ontférmt over zónen, —ontfermt zich de ÉNE over wíe hem vrézen. 14 Want hij, hij wéet hoe wij zijn gevórmd, —blijft indáchtig dát wij stóf zijn.” (Ps 103:13-14 NB)

Zulk een verwijzing hoeft ons niet droevig te maken of te ontmoedigen maar moet ons eerder vertrouwen geven dat wij een Godheid hebben die bekommerd is om ons.

“11 Versmaad een vermaning van de ENE niet, mijn zoon,- wees niet verdrietig over een kastijding door hem; 12 want wie de ENE liefheeft kastijdt hij,- zoals een vader een zoon die hem behaagt.” (Spr 3:11-12 NB)

“Dan zegt de ENE: gezien, gezien heb ik de onderdrukking van mijn gemeente in Egypte; hun schreeuwen voor het aanschijn van hun drijvers heb ik gehoord, ja ik heb weet van zijn smarten;” (Ex 3:7 NB)

“Dan gelóóft de gemeente en ze horen op!- omdat de ENE zich heeft bekommerd om de zonen Israëls en omdat hij hun verdrukking heeft gezien; ze knielen en buigen zich.” (Ex 4:31 NB)

“want hier ben ik, op u aan naar u toe; ik zal mij tot u wenden en ge zult worden bewerkt en bezaaid;” (Eze 36:9 NB)

Geloof hebbend in de Almachtige beseffen wij dat Hij ook de meest vertrouwbare is. Daarbij is er dan ook geen reden om aan de wijsheid van Zijn raad noch aan de juistheid van Zijn wegen te twijfelen, ook al zijn er bepaalde dingen die wij een tijdlang niet helemaal begrijpen. Aldus scharen wij ons onder degenen over wie de psalmist schrijft dat overvloedige vrede hun toe behoort omdat zij Gods Wet liefhebben, zodat er voor hen geen struikelblok is.

“Wie minnen uw Wet, hun vréde is overvlóedig, —geen strúikeling ligt óp hun pád!” (Ps 119:165 NB)

“5 Wees veilig bij de ENE met heel je hart,- steun niet op je eigen verstand; 6 ken hem op al je wegen,- en hij zal je paden recht maken;
7 wees niet wijs in je eigen ogen,- vrees de ENE en wijk van het kwade; 8 dat wordt een geneesmiddel voor je vlees,- een lavende drank voor je beenderen;” (Spr 3:5-8 NB)

Geloof brengt tot beweging en verandering

Als men tot geloof gekomen is moet dat zich vertalen in een leven van geloof.

Waar geloof laat een mens niet onbewogen. Het beweegt iemand tot daden. En een van de eerste dingen waartoe het iemand beweegt, is een poging om het oude eigen 'ik' te verwerpen en te werken aan een beter vernieuwd 'ik'. Zo wordt men bij het tot het geloof komen als het waren herboren.

Hoe meer men tot geloof komt hoe meer men bewust wordt van wat men vroeger verkeerd heeft en daar spijt van krijgt. Het berouw of spijt hebben over die verkeerde stappen is een onmisbaar onderdeel van het geloof. Want hierbij beseft men ook hoe belangrijk de daad van Jeshua is voor alle gelovigen. Het zoenoffer dat hij gebracht heeft, brengt namelijk voor iedereen de mogelijkheid om gered te worden. Maar met die Genade van Redding moet men ook nog iets aanvangen. Door het loskoopoffer zijn wij nu wel vrij gekocht en worden onze zonden wel uitgewist, maar dit moet tijden van verkwikking brengen.

“komt dan tot inkeer en omkeer, daartoe dat uw zonden worden uitgewist,” (Hnd 3:19 NB)

Door geloof komt er ook licht in ons leven en geven wij kans om de terechtwijzingen van God tot ons te laten komen.

“16 Want zozeer heeft God de wereld liefgehad dat hij de Zoon, de eniggeborene, gegeven heeft,- opdat ieder die in hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven mag hebben. 17 Want God heeft de Zoon niet tot de wereld gezonden om de wereld te veroordelen maar opdat de wereld door hem zal worden gered; 18 wie in hem gelooft wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft is reeds veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de naam van de eniggeboren Zoon van God!(-) 19 en dit is het oordeel: dat het licht in de wereld is gekomen en de mensen de duisternis meer hebben liefgehad dan het licht,- want hun werken zijn boos; 20 want al wie slecht handelt haat het licht en komt niet tot het licht,- opdat zijn werken niet aan de kaak worden gesteld; 21 maar wie doet wat waarachtig is komt tot het licht,- opdat van zijn werken openbaar mag worden dat zij in gemeenschap met God zijn bewerkt!” (Joh 3:16-21 NB)

Daden in overeenstemming met geloof

In het geloof gekomen moeten wij onze daden in overeenstemming met dat geloof laten zijn alsook beseffen dat zonder werken ons geloof van geen waarde of geen tel is, want geloof zonder werken is dood. In feite zijn wij dan als een kip zonder kop, die maar wat rondlopen.

“ja, zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.” (Jak 2:26 NB)

“Want met een hart gelooft men tot gerechtigheid en met een mond belijdt men tot behoud.” (Ro 10:10 NB)

“Zo ook het geloof: als het geen werken inhoudt, is het dood, op zichzelf genomen.” (Jak 2:17 NB)

Verandering van zienswijze

Charata, nacham en teshuva zijn woorden in de Schrift die ons tot denken moeten brengen en duiden naar wat in het diepste van ons moet werken, namelijk berouw of het 'terug keren' het 'omdraaien'. Wij moeten ons afwenden van wat verkeerd is of op onze stappen terug keren, wegdraaien van deze aardse gewoonten van de meerderheid van mensen.

Dat berouw waar er in de Schriften wordt over gesproken duidt op een verandering van zienswijze gepaard met diepgevoelde spijt over een vroegere levenswijze of van verkeerde daden. Als men tot geloof komt moet men spijt hebben en spijt betuigen over de dingen die men verkeerd heeft gedaan.

“9 nú ben ik verheugd, niet dat ge bedroefd geweest zijt, maar dat ge bedroefd geweest zijt tot bekering; want ge zijt bedroefd geweest zoals het God behaagt, zodat ge in niets geschaad zijt van ons uit. 10 Want de droefheid zoals het God behaagt bewerkt een onberouwelijke bekering tot behoud, maar de droefheid van de wereld bewerkt dood. 11 Want zie, juist dit dat ge bedroefd geweest zijt zoals het God behaagt,- hoeveel dat bij u heeft bewerkt aan inzet, ja verdediging, ja verontwaardiging, ja vreze, ja verlangen, ja ijver, ja afstraffing! In alles hebt ge staande gehouden dat ge ongerept zijt in deze zaak.” (2Co 7:9-11 NB)

Natuur van zondigheid erkennen

Maar willen wij ons in de beloofde „tijden van verkwikking” van de zijde van God verheugen, dan is berouw over verkeerde daden uit het verleden niet voldoende. In plaats daarvan moeten wij berouw tonen omdat wij erkennen dat wij als nakomelingen van Adam van nature zondig zijn. De apostel Johannes zegt hierover:

“als we zeggen dat we geen zonde hebben, misleiden we onszelf en woont er geen waarheid in ons;” (1Jo 1:8 NB)

“als we zeggen dat we nooit zondigen, maken we hem tot leugenaar en woont zijn woord niet in ons.” (1Jo 1:10 NB)

Ja, we moeten beseffen dat zelfs al zijn wij tot geloof gekomen, hebben wij ons laten dopen en gaan wij naar diensten, toch zullen wij altijd nog geconfronteerd worden met onze eigen zwakheden en toch nog voorkomende fouten. Onze bekering maakt ons niet ineens volmaakt en 'heilig' of zonder fout. Wanneer wij beweren dat wij totaal niets fout meer doen en aldus zonder zonde zijn misleiden wij onszelf. Erger nog, dan maken wij God tot een leugenaar, en bewijzen wij dat Gods Woord niet in ons is.

Juiste afspiegeling zijn

Wij dienen een juiste afspiegeling van onze Schepper te zijn, ’zijn beeld en gelijkenis’ te weerspiegelen. Door overgeërfde zonde kunnen wij dit echter niet op een volmaakte methode doen. Daarom ’missen wij het doel’, hetgeen de betekenis is van het bijbelse woord „zonde”.

“Dan zegt God: laat ons een mens,- een roodbloedige, maken naar ons beeld en als onze gelijkenis,- laten zij neerdalen bij de vissen van de zee en de vogels van de hemel, bij het vee en bij alles op de aarde, en bij alle kruipsel dat rondkruipt over de aarde!” (Ge 1:26 NB)

“want allen hebben gezondigd en zijn verstoken van de glorie van God,” (Ro 3:23 NB)

“Ja, een mens: geen is er zo rechtvaardig op aarde,- dat hij enkel goed doet en nooit zondigt.” (Pre 7:20 NB)

“Hoe zit het dan? Hebben wij nu wel of niet iets op anderen voor? Helemaal niet! Want al eerder hebben we Judeeërs én Hellenen ervan beschuldigd dat ze allen onder zonde liggen;” (Ro 3:9 NB)

“(64:3) Sinds eeuwig hebben ze dat niet gehoord, niet ter ore genomen, geen oog heeft het gezien behalve gij o God,- wat hij zal doen voor wie het verbeiden van hem.” (Jes 64:4 NB)

God houdt ons in het ook en wij moeten ons naar anderen en naar God waardig gedragen, bewijzend dat wij als wij tot geloof zijn gekomen ook een Kind van God zijn.

Bijbelse figuren of karakters herkennen en erkennen

Als wij tot geloof zijn gekomen hoort daar ook het besef bij te zijn van wie wat gedaan heeft voor ons. Dan moeten wij een duidelijk beeld hebben van de Bijbelse figuren en die Bijbelse persoonlijkheden een daden goed herkennen en naar waarde inschatten.

Als wij tot geloof zijn gekomen is daar ook het besef van 'aan wie wij het leven te danken hebben' en waarom.

Besef van waarde loskoopoffer van Jeshua

Wij beseffen dat wij ons leven aan Jehovah God onze Schepper te danken hebben. Maar hierbij beseffen wij ook dat Hij het is Die Zijn eniggeboren geliefde zoon aan de mensheid heeft gegeven en zijn loskoopoffer heeft aanvaard. Zonder aanvaarding van die losprijs stonden wij nog nergens. Nu leren wij dat door het offer van Gods Zoon de mensheid ook „met een prijs” van grote waarde is „gekocht”.

Geen slaven van mensen meer

Wij mogen dus geen „slaven van mensen” zijn, zelfs niet van onze eigen zelfzuchtige verlangens. Ook al waren wij, voordat wij de waarheid leerden kennen en gingen aanvaarden, dat wel geweest.

“Ge zijt gekocht en betaald, wordt geen dienstknechten van mensen.” (1Co 7:23 NB)

“31 Toen heeft Jezus gezegd, tot de Judeeërs die hem zijn gaan geloven: u allen, als ge blijft bij mijn woord, zijt ge waarlijk leerlingen van mij, 32 en zult ge de waarheid leren kennen en zal de waarheid u vrijmaken! 33 Ze antwoorden hem: zaad van Abraham zijn wij,- nooit iemands dienstknechten geweest!- hoe kunt ú dan zeggen ‘ge zult vrije mensen worden’? 34 Jezus antwoordt hun: vast en zeker is het, zeg ik u: al wie de zonde dóet is een dienstknecht van de zonde;” (Joh 8:31-34 NB)

Geloven dat God Jeshua gezonden heeft en zijn zoenoffer aanvaard heeft

Wij kunnen enkel als ware leerlingen en volgers van Jeshua door gaan als wij geloven dat hij de gezonden zoon van God is, die werkelijk zijn eigen wil opzij heeft gezet, om de wil van God te doen en zich dan als een offerlam aan God aan te bieden. Zij die Jeshua of Jezus tot hun god hebben gemaakt, veronachtzamen die ware moeilijke daad die Jeshua heeft verricht en maken de Enige Ware God tot een bedriegende en misleidende gek. (Want Jezus was dan zogezegd verleid in de woestijn en beweerde dat hij dingen niet wist omdat het enkel aan God gegeven is die dingen te weten, maar als Jezus God zou zijn zou hij dat wel geweten hebben en dus de waarheid ontzegd hebben aan hen die er achter vroegen, wat ook niet zou getuigd hebben van broederliefde doordat sommige van die gevraagde zaken wel heel belangrijk zijn voor het zieleheil.)

Bij geloof krijgen hoort ook waardering krijgen

Waardering voor het door profeten vewezenlijkte

Bij het tot geloof komen hoort het inzicht verkrijgen van wat er in het verleden is gebeurd en van wat er nog in de toekomst staat te gebeuren.

Bij het geloof verkrijgen hoort ook het waardering krijgen voor die dingen die God en Zijn gezonden profeten hebben verwezenlijkt. Ontegensprekelijk is bij dat geloof het zeer belangrijk volledig besef te hebben wie Jeshua eigenlijk is en wat hij werkelijk gedaan heeft.

Waardering voor Gods zoon zijn bemiddeling

Hebt u er in uw hart waardering voor dat God Zijn zoon heeft gegeven en waardeert u wat hij door bemiddeling van Christus heeft gedaan om ontkoming uit dienstbaarheid aan zonde en dood mogelijk te maken? Dan zult u beslist oprecht spijt hebben van al datgene in uw leven waarin u zich in het verleden niet gehoorzaam hebt betoond aan uw Schepper. Dit zal u ertoe bewegen oprecht berouw te hebben over het feit dat u een levensloop als die van de wereld hebt gevolgd, een levensloop die niet met Gods wil en voornemens strookte.

“want door hem leven wij en bewegen wij en zijn wij, zoals ook enkelen van de dichters bij u hebben gezegd: ‘uit hem immers zijn wij ook geboortig’;” (Hnd 17:28 NB)

“met voorbijzien dan aan de tijden van niet-kennen verkondigt God nú aan de mensen dat zij allen overal zich moeten bekeren,” (Hnd 17:30 NB)

“waardig zijt gij, onze Heer en God, om te ontvangen de glorie en de eer en de kracht, want gíj hebt het al geschapen en door uw wil was het en werd het geschapen!” (Opb 4:11 NB)

Bij echt berouw hoort ommekeer

Bekering met berouw

Dit ware berouw leidt ertoe dat men zich ’omkeert’, wat de betekenis is van het woord „bekering”.

Iemand die werkelijk berouwvol is, heeft er niet slechts spijt van dat hij zijn leven verkeerd heeft gebruikt. Hij verwerpt die onjuiste handelwijze en gaat zijn verkeerde wegen zelfs haten en zal er willen op toe zien om dit niet meer te laten gebeuren.

Afstandsneming van vroeger leven en leven in overeenstemming brengen met Gods Wil

Wanneer men tot geloof is gekomen zal men zijn vroegere verkeerde stappen inzien en er van afstand willen nemen. Men zal ook duidelijk willen maken dat men van zulk verkeerd gedrag wil van afkeren. De tot het ware geloof gekomen persoon toont dit door zich ’om te keren’ en „werken te doen die bij berouw passen”, en op die manier zijn leven in overeenstemming te brengen met Gods wil.

“maar heb ik eerst aan hen in Damascus en Jeruzalem, aan de Judeeërs in heel de landstreek en aan de heidenen verkondigd zich te bekeren, zich te wenden tot God, en daden te doen die bij de bekering passen;” (Hnd 26:20 NB)

“Zo ook gíj: rekent ermee dat gij dood zijt voor de zonde maar levend voor God in Christus Jezus.” (Ro 6:11 NB)

Zichzelf verloochenen

Werken aan zichzelf

Als men tot geloof komt, zal men geen angst meer hebben om op zichzelf neer te kijken en te beseffen wat men al of niet goed of verkeerd gedaan heeft.

Met geloof zichzelf onderzoekend zal men beseffen dat er aan de eigen persoonlijkheid moet gewerkt worden en zal men er niet verlegen voor zijn om zulk een werk van geloof te verwezenlijken. Als er namelijk waar geloof is zal men ook een echt berouw vertonen en de stellige wil hebben om zich om te keren. Dat omkeren omvat onder meer dat wij ’onszelf verloochenen’, zoals Jezus zei.

“Het is dán dat Jezus tot zijn leerlingen zegt: als iemand dat echt wil, achter mij aan komen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis dragen, en zó mij volgen!” (Mt 16:24 NB)

Zichzelf verloochenen

Als wij volgeling van Jeshua willen zijn moeten wij niet enkel dat geloof als hem hebben en dezelfde God aanbidden als hij. Wij zullen dan ook onszelf zodanig moeten verloochenen zoals Jeshua ook zichzelf helemaal opzij schoof om Gods Wil te doen en om de mensheid te redden.

Met een prijs gekocht

Onszelf niet toebehorend

Dat wil zeggen dat wij ons niet langer alleen door onze eigen zelfzuchtige verlangens laten leiden zonder ons om Gods wil en voornemens te bekommeren. In plaats daarvan erkennen wij dat Jehovah God als onze Schepper en onze Loskoper door middel van de losprijs van zijn Zoon, in feite ten volle aanspraak op ons leven kan maken. Zoals de Bijbel het uitdrukt, ’behoren wij onszelf niet toe, want wij werden met een prijs gekocht’.

“19 Of weet ge niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest die in u woont en die ge hebt van God, en dat ge niet van uzelf zijt? 20 Want ge zijt duur gekocht; verheerlijkt dan God met uw lichaam!- en met uw geest, allebei zijn ze van God.” (1Co 6:19-20 NB)

Zich onderwerpen aan God en Zijn Wil doen

Zij die tot geloof zijn gekomen van de Bijbelse Waarheid, erkennen Jeshua en zijn God. Hierbij zullen die mensen die tot het Ware Geloof zijn gekomen de grootse vrijheid die door de waarheid voor hen opengaat dus niet misbruiken, maar zullen zij zich onderwerpen en volledig aan God aanbieden om zijn wil te doen.

“Gíj immers zijt tot vrijheid geroepen, broeders-en-zusters; alleen: maakt die vrijheid niet tot een vrijbrief voor het vlees, nee, weest elkaar juist dienstbaar door de liefde!” (Ga 5:13 NB)

“als vrije mensen, en niet als wie de vrijheid hebben als dekmantel voor kwaadwilligheid, nee, als dienaren van God.” (1Pe 2:16 NB)

Diegenen die tot dat ware geloof zijn gekomen doen dit niet alleen omdat het juist is, maar omdat zij Jehovah God liefhebben met geheel hun hart en volledige verstand.

“29 Jezus antwoordt: het eerste is ‘hoor, Israël, de Heer is onze God, de Heer is één; 30 heb dan lief de Heer, je God, uit heel je hart, uit heel je ziel, uit heel je verstand en uit heel je kracht!’” (Mr 12:29-30 NB)

Leven van opdracht en toewijding uit liefde tot God

Dit vereist stellig van ieder van ons dat wij een leven van opdracht of toewijding aan God leiden. In plaats van een last te zijn, stelt deze loopbaan ons in staat als nooit tevoren van het leven te genieten.

“28 Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven! 29 Neemt mijn juk op u en leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart, en ge zult rust vinden voor uw zielen; 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht!” (Mt 11:28-30 NB)

Uiterlijke tekenen van geloof

Het geloof waar de Schepper naar uitkijkt is geloof in Hem en Zijn voorzieningen.

Dat geloof verijst uiterlijke tekenen. Dat is eerst en vooral, onze houding naar anderen toe, en vervolgens onze dienstbaarheid in de gemeenschap van gelovigen, alsook onze bereidheid om veelvuldig in contact te treden met onze Schepper, die wij dan ook als onze hemelse Vader erkennen in ons gebed

Met het hart geloof tot rechtvaardigheid oefenen

Het is voortreffelijk als wij in gebed uiting geven aan ons geloof in Gods voorzieningen en erkennen dat hij onze Eigenaar is. Maar wij kunnen met het uiting geven aan ons geloof nog verder gaan en dienen dit ook te willen doen. De apostel Paulus (Saul) laat ons weten dat wij met het hart het geloof tot rechtvaardigheid moet oefenen, maar dat men met de mond een openbare bekendmaking tot redding moet brengen.

“Want met een hart gelooft men tot gerechtigheid en met een mond belijdt men tot behoud.” (Ro 10:10 NB)

“En nu wij dezelfde geest des geloofs hebben waarin geschreven staat ‘ik heb geloofd en daarom sprak ik’, geloven ook wij en spreken we daarom ook,” (2Co 4:13 NB)

“Laten wij dan door hem aldoor aan God een lofoffer opdragen, dat is: de vrucht van lippen die zijn naam belijden.” (Heb 13:15 NB)

Verheugen in geloof en er over spreken

Als wij geloven in God en Zijn zoon hoeven wij ons daar niet over te schamen, maar integendeel zullen wij ons in ons geloof zo verheugen dat wij anderen hierover willen aanspreken en de reden van ons geloof kenbaar maken.

Het is als het ware dat wij ons "grootste lief" of "bijzonderste plek" hebben gevonden en iedereen van die ontdekking of schat willen laten weten.

Openbare uiting van geloof

Deze „openbare” uiting van ons geloof in Jehovah en zijn voorzieningen dienen wij met graagte te geven, uit een hart vol waardering. Het doen van deze bekendmaking houdt onder meer in dat wij ons leven aan Jehovah opdragen om Zijn Wil te doen en dit symboliseren door onze overgave en de waterdoop.

Geopende weg door voorziening van een mensenzoon

Geloven in de Bijbel

Jehovah God heeft liefdevol de weg geopend waardoor u zijn vriendschap kunt genieten. Maar om die te verwerven, moet u geloof bezitten; u moet echt geloven dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is.

“16 Alle schriftwoord is van God doorademd en nuttig tot onderrichting, tot weerlegging, tot verbetering, tot de opvoeding in gerechtigheid, 17 opdat de mens van God volkomen zal zijn, voor alle goed werk volledig toegerust.” (2Ti 3:16-17 NB)

Redding enkel in mensenzoon Jeshua, de gezondene van God

Uit dat Schrift kunnen wij opmaken hoe de Adonai een oplossing tegen de straf voor zonde heeft voorzien. In die voorziening moeten wij ook geloven en getuigenis afleggen dat wij dat loskoopoffer van Jeshua of Jezus Christus als het enige middel aanzien om een aanvaardbare positie bij God te verwerven.

“en de redding is door niemand anders; want er is geen andere naam onder de hemel gegeven bij de mensen waardoor wij moeten worden gered!” (Hnd 4:12 NB)

Niets of niemand anders, zelfs geen kerk of kerkgenootschap, kan ons deze redding bezorgen. Alleen maar in die persoon van die mensenzoon ligt de redding grijpbaar voor ons.

Jeshua, man van vlees en bloed meest volmaakte brand- of bloedoffer

Die man van vlees en bloed die God de wereld heeft gegeven heeft het meest volmaakte brand- of bloedoffer gebracht dat als de enige volwaardige losprijs kan dienen. Als gelovigen moeten wij beseffen dat we afhankelijk zijn van Jehovah. Bij die afhankelijkheid hoort dan ook onze bereidwilligheid om ons aan Hem over te geven. Wij dienen ons leven aan Hem te onderwerpen om Zijn Wil te doen, niet slechts voor enkele jaren, maar voor altijd.

Afstandname van wereldse gebruiken

Een dergelijke handelwijze houdt in dat wij afstand nemen van de vele wereldse gebruiken die niet in lijn zijn met Gods Wil. Er zijn namelijk een overvloed aan tradities die indruisen tegen de leer van Jeshua en tegen de Wil van God.

Wij horen als het ware geen deel van de wereld uit te maken. zoals de eerste volgelingen van Jeshua hem en zijn hemelse Vader toebehoorden moeten wij ook hen toebehoren. Zo moet wat er over hen gezegd werd ook op ons slaan.

“zij zijn niet van de wereld zoals ik niet van deze wereld ben;” (Joh 17:16 NB)

“hebt niet de wereld lief noch wat in de wereld omgaat; als iemand de wereld liefheeft, woont de liefde voor de Vader niet in hem,” (1Jo 2:15 NB)

Bewijs van berouw en geloof

Doen wat God verzoekt te doen

Als bewijs dat u berouw hebt en u hebt ’omgekeerd’, moet u alle praktijken die in strijd zijn met Gods rechtvaardige maatstaven de rug hebben toegekeerd en moet u nu doen wat God gebiedt.

Hebt u uw geest hervormd zodat u het leven nu op deze wijze beziet?

“1 Ik roep u dan op, broeders-en-zusters, vanwege de barmhartigheden van God, om uw lichamen in te zetten als een levende, heilige, welbehaaglijke offerande aan God, uw eredienst in de zin van het woord. 2 Wordt niet gelijkvormig aan deze eeuw, maar wordt hervormd in vernieuwing van het denken, zodat gij kunt toetsen wat de wil van God is, het goede en welbehaaglijke en volmaakte.” (Ro 12:1-2 NB)

Gevolg geven aan oproepen om juiste beslissing te nemen

Laten wij gevolg geven aan de oproep van Saul (apostel Paulus) en zijn aanmoediging opvolgen om de juiste beslissing te nemen, zonder angst voor de gevolgen dat de wereld ons als vreemde eend in de bijt zal aanzien.

Overgaan tot openbare bekendmaking

De Bijbel raadt u aan een „openbare bekendmaking” van dat nodige geloof te doen.

De eerste stap zou zijn om in contact te treden met diegenen die zich al kenbaar gemaakt hebben als een volgeling te zijn van Jeshua en zijn Heer, Jehovah God. Zoek een gedoopte gelovige op en vraag hem of haar u verder met raad en daad bij te staan.

Jeshuaisten voor u ter beschikking

Jeshuaisten, of volgers van Jeshua, kunnen aan uw verlangen om meer van de mogelijke redding en de bijbel te kennen voldoen door u een Bijbelstudie aan te bieden. Met zulk een Bijbelstudie zullen zij kunnen aantonen dat Jeshua de Weg naar God en de weg naar vrede is.

Een bereidwillige gelovige zal wanneer u er klaar voor bent, regelingen kunnen treffen dat als voorbereiding op de doop de grondleerstellingen van de bijbel nog eens met u worden doorgenomen, zodat als het ogenblik daar is, u volkomen voorbereid met de doop een nieuw leven kan gaan aangaan.

Na doop een verder opgroeien in geloof

Door ernstige studie van de Bijbel zal u tot het ware geloof kunnen komen. Maar eens dat geloof verworven zal u het moeten blijven voeden.

De doop zal niet de laatste stap betekenen in uw ’openbare bekendmaking van uw geloof’. In feite is de doop het begin van een nieuw leven. Met de doop wordt u als het ware herboren en zoals elk pas geboren kind zal u dan ook na uw Bad van wedergeboorte, verder moeten opgroeien in dat nieuw verworven leven van geloof.

Na doop verdere bekendmaking van geloof

Als een aan Jehovah God opgedragen volger van de Christus, zult u uw hoop willen bekendmaken door u te uiten op openbare bijeenkomsten, door ’hem in de grote gemeente te prijzen’ .

“Ik zal U danken in een vergádering van vélen, —in een manschap kráchtig zal ík u lóven!” (Ps 35:18 NB)

“9 (40:10) Ik boodschapte gerechtigheid in de vergadering van velen; zie, mijn lippen weerhíeld ik níet, —ENE, gíj zijt het díe dat wéet! 10 (40:11) Uw gerechtigheid verborg ik niet in mijn hart; uw trouw en uw bevríjding zegde ik úit: —niet heb ik verheeld uw vriendschap en uw trouw voor de vergáderíng van vélen.” (Ps 40:9-10 NB)

Het komt er dan op aan als gelovige gedoopte met andere gedoopten samen het geloof te vieren en regelmatig samen te komen om getuigenis af te leggen van uw dienstbaarheid voor God.

Openbare bekendmaking met prediking van het Koninkrijk

Daarbij komt het ook op aan dat geloof niet enkel voor uzelf te houden. U zult ook willen deelnemen aan de speciale „openbare bekendmaking” die Jehovah iedereen opdraagt die hem wil dienen — het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk in de gehele wereld en het maken van discipelen van mensen uit alle natiën, want dit zal belangrijker worden naargelang wij dichter bij het "Einde der tijden" komen.

“Deze aankondiging van het koninkrijk zal worden gepredikt in heel de bewoonde wereld tot ze aan alle volkeren is betuigd en dan komt de voleinding;” (Mt 24:14 NB)

“maakt dan voort, maakt alle volkeren tot leerlingen, hen dopend in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest,” (Mt 28:19 NB)