Congregatie voor Jeshua

Zij die geloof hebben gevonden in Jeshua

Nieuwsgierige blikken vol ongeloof

Nazareense man van vlees en bloed wonderlijke zaken verrichtend

Een twee duizend jaar geleden waren er heel wat nieuwsgierigen die wel eens wilden zien wat dei Nazareense man zo al niet kon doen en hoe de farizeeën en geestelijke leiders in discussie met hem gingen.

Meerdere mensen konden getuigen zijn van wonderbaarlijke zaken die die man van vlees en bloed kon verwezenlijken. Meerdere wonderen zijn ook opgetekend in de Messiaanse Geschriften (of het Nieuwe Testament). Zo kan men het verhaal vinden dat Jeshua water in wijn veranderde (Hohannes 2:1-12), een zoon van een hoge ambtenaar geneest (Johannes 4:46-54) alsook Petrus' schoonmoeder en vele anderen (Mattheüs 8:14-17; Markus 1:29-34; Lukas 4:38-41). Zelfs melaatsen en verlamden gaf hij weer een gezond lichaam ((Mt. 9:1-13; Mr. 2:1-17; Lu. 5:17-32; Joh 5:1-15). Zelfs doden bracht Jeshua terug tot leven (Lukas 7:11-17; Mt. 9:18-26; Mr. 5:21-43; Lu. 8:40-56; Joh. 11:37-44).

De mensen stonden verbaasd van wat die Nazarener kon doen.

“29 Jezus gaat daar weg, komt aan bij de zee van Galilea en klimt het bergland in; als hij daar is gaan zitten 30 komen talrijke scharen tot hem, met bij zich lammen, kreupelen, blinden, doofstommen en vele anderen, en werpen die hem voor de voeten; en hij geneest hen, 31 zodat de schare zich verwondert als ze aankijken hoe stommen spreken, kreupelen gezond zijn, lammen lopen en blinden kijken; en zij verheerlijken Israëls God.” (Mt 15:29-31 NB)

“31 En weer weggetrokken uit de grenzen van Tyrus, komt hij, over Sidon, aan bij de zee van Galilea, midden tussen de grenzen van de Tien Steden. 32 Ze brengen hem een dove, die ook moeilijk spreekt, en roepen hem te hulp, of hij hem de hand wil opleggen. 33 Hij neemt hem apart uit de schare, zodat ze alleen zijn, steekt zijn vingers in zijn oren, spuugt en grijpt zijn tong vast; 34 hij kijkt omhoog naar de hemel, zucht, en zegt tot hem: effatha, dat is: ga open! 35 En open gaan ze, zijn oren, en meteen schiet de band om zijn tong los, en hij kan normaal praten. 36 Hij gebiedt hun aan niemand iets te zeggen; maar hoe meer hij hun dat gebood des te overvloediger daarentegen hebben zij het uitgebazuind. 37 Zij waren zelfs helemaal uit het veld geslagen en hebben gezegd: ‘alles heeft hij welgedaan, hij doet ook de doven horen en de sprakelozen spreken!’” (Mr 7:31-37 NB)

Moeilijkheden om te geloven in Jeshua's woorden

Ook al konden velen Jeshua horen en aan het werk zien, bleek het toch moeilijk om zijn woorden te geloven en aan te nemen dat hij een gezondene van God was. Vele in het Oude Testament verkondigde tekenen werden gewoon niet opgemerkt ook al waren zij daar vlak voor hun neus.

“29 Als de scharen te hoop lopen is hij de eerste om te zeggen: dit geslacht is een boosaardig geslacht!- een teken zoekt het, en het zal geen ander teken gegeven krijgen dan het teken van Jona; 30 want zoals Jona een teken is geweest voor de Ninevieten, zó zal ook de mensenzoon dat zijn voor dit geslacht; 31 een koningin uit het zuiden zal in het oordeel worden opgewekt met de mannen van dit geslacht en hen veroordelen,- omdat zij is gekomen van de randen der aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier; 32 Ninevitische mannen zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen,- omdat zij zich hebben bekeerd op de prediking van Jona, en zie, meer dan Jona is hier!(-)” (Lu 11:29-32 NB)

Roep van Jeshua tot bekering

Verhalen en parabels om verduidelijking te brengen

Met vele verhalen, gelijkenissen of parabels tracht Jeshua duidelijk te maken wat er in de toekomst nog zal gebeuren en hoe mensen zich moeten voorbereiden om klaar te zijn om het Koninkrijk van God binnen te gaan.

Een groot geslacht uit de Stam van Abraham

Ook al mocht de stam van Abraham eerst klein zijn, de mensen moesten komen in te zien dat uit hem een groot geslacht zal voortkomen en dat zij een zeer groot Koninkrijk zouden mogen tegemoet gaan. Van een kleine gemeenschap of klein volk zal een grote stamboom ontstaan met een groot Volk voor God.

“1 Zomaar enkelen komen bij hem in datzelfde tijdsgewricht met het slechte nieuws over de Galileeërs wier bloed Pilatus heeft vermengd met dat van hun offerdieren. 2 En ten antwoord zegt hij tot hen: denkt ge dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, dat ze dit alles hebben moeten lijden?(-) 3 nee!, zeg ik u; maar als gij u niet bekeert zult ge allen net zo omkomen; 4 of die achttien, op wie de toren bij de Siloam viel en hen doodde,- denkt ge dat zij schuldiger zijn geweest dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen?(-) 5 nee!, zeg ik u, maar als gij u niet bekeert zult ge allen net zo omkomen! 6 Toen heeft hij deze gelijkenis uitgesproken: zomaar iemand had een vijgenboom geplant staan in zijn wijngaard; als hij komt om vrucht bij haar te zoeken vindt hij die niet; 7 dan zegt hij tot de wijngaardenier: zie, drie jaren al dat ik vrucht kom zoeken bij deze vijgenboom, en ik vind die niet; hak haar weg,- waarom ook put ze de aarde uit?(-) 8 ten antwoord zegt hij tot hem: heer, láát haar ook dit jaar nog; ik zal er eerst omheen graven en er mest bij werpen, 9 en als ze dan in het komende seizoen vrucht zet… en zoniet, dan moet je haar weghakken!” (Lu 13:1-9 NB)

“18 Toen heeft hij gezegd: waarop lijkt het koninkrijk van God en waarmee zal ik het vergelijken?(-) 19 het lijkt op een mosterdzaadje; een mens neemt dat en werpt het in zijn tuin; het groeit en wordt tot een boom, en ‘de vogelen des hemels nestelen in zijn takken’! 20 En weer zegt hij: waarmee zal ik het koninkrijk van God vergelijken?- het lijkt op een zuurdeeg; 21 een vrouw neemt dat en verbergt het in drie maten meel, totdat het in z’n geheel doorzuurd is.” (Lu 13:18-21 NB)

De meesten geloven niet in Jeshua

Blindheid of niet gelovend in de persoon van Jeshua

Ten tijde van Jeshua geloofden de meeste mensen niet in wat hij zei of deed. Dit was echter al voorzegd in de vroegere geschriften. Eveneens vinden wij vandaag nog steeds een blindheid onder het gros van mensen.

“37 Hoewel hij zovele tekenen heeft gedaan voor hun aanschijn zijn ze niet in hem gaan geloven. 38 Zo gaat in vervulling het woord van de profeet Jesaja waar hij zegt ‘Heer, wie hecht geloof aan wat hij van ons hoort?- de arm des Heren,- aan wie wordt hij openbaar?’. 39 En daarom kónden ze ook niet geloven, omdat alweer Jesaja zegt: 40 ‘verblind heeft hij hun ogen en verhard heeft hij hun hart, zodat ze met de ogen niet zien en met het hart niet verstaan en omkeren, en ik ze zou genezen’. 41 Dat zegt Jesaja omdat hij zijn glorie ziet,- hij spreekt over hém. 42 Tegelijk echter komen ook velen van de oversten tot geloof in hem, maar vanwege de farizeeërs hebben ze het niet beleden, om niet synagogeleden-af te worden; 43 want ze beminden de glorie bij mensen meer dan de glorie van God.” (Joh 12:37-43 NB)

Verborgen volgers

Vrees voor Judeërs

Leerlingen van en voor Jeshua

Toen Jeshua in de korte tijd van zijn openbaar leven rondtrok, waren er regelmatig heel wat mensen die rondom hem hingen. Jeshua had zelf al twaalf leerlingen voor hemzelf uitgezocht, waarvan hij hoopte dat die op hun beurt zouden gaan rondtrekken en weer nieuwe leerlingen zouden gaan maken die vervolgens ook verder zouden uitgaan en zo het Goede Nieuws verder zouden gaan verkondigen.

Vrees van Joodse volgers van de Nazareen Jeshua

Meerdere geestelijke leiders waren ook benieuwd over wat die Nazarener rebbe had te vertellen en begonnen ook geloof in hem te stellen. Dit durfden zij echter niet kenbaar te maken. Zoals anderen die Jeshua verder wensten te volgen en zich na de dood van Jeshua aansloten bij de Joodse sekte De Weg vreesden ze van hun synagoge uitgesloten te worden, en spraken daarom niet over hun geloof in die gezondene van God.

“13 Niemand echter heeft openlijk over hem gesproken uit vrees voor de Judeeërs. 14 Als het feest al op de helft is trekt Jezus op naar het heiligdom en is daar onderricht gaan geven,(-) 15 tot verwondering dan van de Judeeërs, die zeiden: hoe heeft hij weet van de Schriften zonder te hebben geleerd? 16 Dan antwoordt Jezus hun en zegt: mijn onderricht is niet van mijzelf maar van hem die mij gestuurd heeft; 17 als iemand de wil heeft om zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht wel onderkennen of het uit God is of dat ik van mijzelf uit spreek; 18 wie van zichzelf uit spreekt, zoekt zijn eigen glorie, maar wie de glorie zoekt van wie hem heeft gestuurd, die is waarachtig; ongerechtigheid is er in hem niet!-.... 28 Dan schreeuwt Jezus het uit in het heiligdom, bij zijn onderricht, en zegt: ja, u weet wíe ik ben en u weet van wáár ik ben, maar ik ben niet vanuit mijzelf gekomen nee, het is de Waarachtige die mij heeft gestuurd, en van hem hebt u geen weet! 29 Ik weet wie hij is omdat ik ben van bij hem en hij mij heeft gezonden! .... 37 Maar op de laatste en grote dag van het feest stond Jezus er nog steeds en wat hij te zeggen had schreeuwde hij uit: als iemand dorst heeft,- hij kome tot mij en drinke!(-) 38 wie in mij vertrouwen heeft,- zoals de Schrift zegt: rivieren van levend water zullen stromen uit zijn schoot! 39 Dat heeft hij gezegd over de Geest waarvan zij die in hem vertrouwen kregen zouden gaan ontvangen; want er was nog geen Geest gegeven, omdat Jezus nog niet was verheerlijkt. 40 Uit de schare hebben er toen op het horen van deze woorden gezegd: hij is waarlijk de profeet! 41 Anderen hebben gezegd: dit is de Christus! Nee, zeiden er, de Christus komt toch niet uit Galilea?(-) 42 zegt de Schrift niet dat uit het zaad van David en uit Betlehem het dorp waar David eerst was, de Christus komt? 43 Er ontstaat dan een scheuring in de schare, vanwege hem; 44 enkelen van hen hebben hem willen vangen, maar niemand legde de handen op hem. 45 ¶ Dan komen de gerechtsdienaars aan bij de overpriesters en farizeeërs, en die zeggen tot hen: waarom hebt ge hem niet meegebracht? 46 De gerechtsdienaars antwoorden: nooit eerder heeft een mens zo gesproken als deze mens spreekt! 47 Dan antwoorden de farizeeërs hun: zijn jullie óók al in dwaling geraakt?(-) 48 niet één van de oversten gelooft toch in hem?- of van de farizeeërs!(-)” (Joh 7:13-48 NB)

Lidmaatschap van de synagoge voor beleiders van Christus

“22 Dat zeiden zijn ouders omdat ze de Judeeërs vreesden; want reeds waren de Judeeërs het erover eens: als iemand hem als Christus beleed zou hij synagoge-lid af worden; 23 daarom zeiden zijn ouders ‘hij heeft de leeftijd, ondervraagt u hemzelf!’.” (Joh 9:22-23 NB)

“omdat velen van de Judeeërs vanwege hem daarheen gegaan zijn en in Jezus zijn gaan geloven.” (Joh 12:11 NB)

“hoe kúnt ge tot geloof komen zolang ge glorie van elkander aanneemt en de glorie van de kant van de enige God niet zoekt!(-)” (Joh 5:44 NB)

“42 Tegelijk echter komen ook velen van de oversten tot geloof in hem, maar vanwege de farizeeërs hebben ze het niet beleden, om niet synagogeleden-af te worden; 43 want ze beminden de glorie bij mensen meer dan de glorie van God.” (Joh 12:42-43 NB)

“Jood ben je in het verborgene, en besnijdenis van het hart is door de Geest, niet door de letter. Zo iemand ontvangt de lof niet van mensen maar van God.” (Ro 2:29 NB)

Ontstaan eerste Messiaans Joodse congregatie

Vervulling door Gods Kracht

Angst van volgers van Jeshua

Na Jeshua's dood en verrijzenis waren de apostelen ook eerst zeer bang om te kennen te geven dat zij volgers van Jeshua waren. Hun angst om als Jeshua volger (of Jeshuaist) herkend te worden was zelfs zo groot dat ze zich hadden opgesloten. Maar toen zij daar verzameld waren en de Kracht van God over hen kwam durfden zij naar buiten treden en mensen over die belangrijke grote verteller en prediker vertellen.

“1 Het eerste verhaal heb ik gedaan over alles, o Teofilus, wat Jezus begonnen is te doen en te onderrichten 2 tot op de dag dat hij, door heilige geestesadem, opdracht heeft gegeven aan de apostelen die hij heeft uitgekozen, en is opgenomen. 3 Aan hen heeft hij ook, na zijn lijden, zich in vele merktekenen levend getoond; gedurende veertig dagen heeft hij zich aan hen laten zien en tot hen gesproken over het koningschap van God. 4 Als hij met hen samen is, is zijn verkondiging aan hen: van Jeruzalem niet wijken, maar er blijven wachten op wat de Vader heeft aangekondigd en ge van mij hebt gehoord; 5 want Johannes heeft gedoopt met water, maar gij zult worden gedoopt met heilige geestesadem, niet lang na deze dagen!” (Hnd 1:1-5 NB)

“1 Als de dag van Pinksteren vervuld wordt zijn allen op die plek bijeen. 2 Het geschiedt eensklaps: vanuit de hemel klinkt een ruisen zoals van een geweldig gedreven ademen en vult heel het huis waar zij zijn gezeten. 3 Er laten zich aan hen zien: tongen die zich verdelen- als van vuur; het zet zich neer op ieder van hen. 4 Zij worden allen vervuld van heilige geestesadem, en beginnen te spreken met andere tongen zoals de geestesadem hun geeft uit te spreken.” (Hnd 2:1-4 NB)

Voorziening van God tegen de angst om te spreken en verkondigen

Na deze voorziening van God, die er voor zorgde dat hun angst weg viel, gingen de apostelen naar buiten om over het Goede Nieuws, Jeshua's dood en verrijzenis te praten.

“14 Maar Petrus staat op, samen met de elf; hij verheft zijn stem en uit zich tegenover hen: mannen, Judeeërs en állen die in Jeruzalem huist, laat dit u bekend zijn,- leent het oor aan wat ik zeg: 15 nee, zij zijn niet dronken, zoals gij aanneemt, want het is pas het derde uur van de dag, 16 maar dit is wat is gezegd door de profeet Joël:” (Hnd 2:14-16 NB)

“22 mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus de Nazoreeër, een man u van Godswege aangewezen in krachten, wonderen en tekenen welke God door hem in uw midden gedaan heeft,- zoals u ook weet,(-) 23 hem, naar de vastgestelde raad en voorkennis van God aan u gegeven, hebt ge door de hand van Wetslozen aan het kruis genageld en gedood; 24 maar God heeft hem doen opstaan: hij heeft hem uit de weeën van de dood verlost, omdat het onmogelijk was dat hij door hem zou worden vastgehouden; 25 want David zegt, doelend op hem: ‘ik zie de Heer vóór mij, altijd door, omdat hij aan mijn rechterzij is, zodat ik niet wankel; 26 daarom verheugt zich mijn hart en jubelt mijn tong, ja, ook zal mijn vlees zijn woonstee vinden in hoop; 27 omdat gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk, en uw vrome geen bederf te zien zult geven; 28 ge maakt mij wegen ten leven bekend,- zult mij vervullen met vreugde bij uw aanschijn’;” (Hnd 2:22-28 NB)

Petrus roept op om te bekeren

Aansluiten met hen die in Jeshua geloven

Als de mensen die in zovele talen sprekende apostelen verwonderd konden aanhoren en geloof begonnen te hechten aan wat zij te zeggen hadden over de vroeger geschreven teksten en met wat er toen met Jeshua was gebeurd, vroegen zij zich af wat te doen. Daarop nodigde Petrus hen uit om tot bekering te komen en aan te sluiten met hen die in Jeshua geloven.

36 laat heel het huis van Israël dan zonder wankeling erkennen dat God hem heeft gemaakt tot Heer en Christus, deze Jezus die gij hebt gekruisigd!37 Als ze dit horen zijn ze tot in het hart getroffen; ze zeggen tot Petrus en de overige apostelen: wat moeten we doen, mannen broeders? 38 Maar Petrus tot hen: ge moet u bekeren!- een ieder van u late zich onderdompelen bij de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden; en ge zult de gave van de heilige geestesadem mogen aannemen; 39 ja, aan ú is deze verkondiging, aan uw kinderen ‘en aan allen die verre zijn,- zovelen als hij er maar bij zal roepen, de Heer, onze God!’ 40 Met nog vele andere woorden heeft hij getuigenis afgelegd en hen opgeroepen en gezegd: laat u redden uit dit verdorven geslacht! 41 Dus worden zij die zijn woord verwelkomen ondergedompeld; op diezelfde dag voegen zich zo’n drieduizend zielen bij hen." (Hnd 2:365-41 NB)


Vorming Messiaans Joodse congregatie

Vorming van de eerste gemeenschap van volgers van Jeshua en zijn apostelen

Kans aangeboden om in Jeshua te geloven

De apostelen die uit hun schuilplaats gekomen waren spraken in de naam van Jeshua. De toegestroomde massa kreeg van de apostelen te horen wie Jeshua echt is en hoe hij verworpen werd maar toch nog voor iedereen klaar stond om redding aan te bieden. Nog steeds bood God hen de kans aan om te geloven dat Jeshua de Messias is, zoals Hij dit ook nog vandaag doet.

Doodvonnis van Jeshua bracht geen einde aan volgers van Jeshua

Na Jeshua's dood vielen de wonderen niet zo maar weg en bleven er nog veel tekenen zichtbaar dat die apostelen in lijn van de Jeshua zijn werk verder zetten. De godsdienstige leiders dachten dat zij met het doodvonnis van Jeshua eens en voorgoed met hem en zijn leer zouden hebben afgerekend. Hun overtuiging ging echter wankelen toen zij er op moesten toezien dat de apostelen terug moed hadden gekregen om vrijuit te spreken.

Jeshua's opstanding uit de dood bevestiging van oude profetieën

Dat Jeshua uit de dood was opgestaan was nu een bevestiging van de oude profetieën en gaf aan dat Jehovah God met hem ook Zijn macht over de dood bewees. Met verstomming verslagen gingen velen over om tot hun groep toe te treden en zo ontstond de eerste congregatie of kern van gelovige volgers van Jeshua.

" 42 Met volharding blijven ze bij het onderricht van de apostelen, de onderlinge gemeenschap, de breking van het brood en de gebeden. 43 Er komt ontzag over alle ziel; door de apostelen komt er een veelheid van wonderen en tekenen. 44 Allen die zijn gaan geloven op die plek hebben alles gemeenschappelijk gehad:” (Hnd 2:42-44 NB)

Niet meer zwijgen of onberoerd blijven

Op korte tijd hadden de apostelen een 5000 man rond zich verzameld die samen het geloof in Jeshua wensten te belijden. Dit gebeurde wel tot ergernis van de geestelijke leiders die dachten een eind te hebben kunnen brengen met Jeshua's dood.

“1 Terwijl zij tot de gemeenschap spreken, staan ineens bij hen de heiligdomsdienaars, de bevelhebber van het heiligdom en de sadduceeërs,(-) 2 geërgerd omdat zij de gemeenschap onderricht geven en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigen. 3 Ze leggen de hand op hen en zetten hen in bewaring tot aan de volgende morgen,- want het is inmiddels avond. 4 Velen die de toespraak hebben gehoord komen tot geloof; het getal van de mannen wordt zo’n vijfduizend.

5 Het geschiedt de volgende morgen dat hun oversten, oudsten en schriftgeleerden zich verzamelen in Jeruzalem,(-) 6 ook de hogepriester Annas, Kajafas, Johannes, Alexander en wie er maar uit het hogepriesterlijke geslacht geweest zijn. 7 Zij stellen hen op in het midden en hebben uitgevraagd: ú, uit kracht van wat of in naam van wie hebt u dit gedaan? 8 Dan raakt Petrus vervuld van heilige geestesadem, en zegt tot hen: oversten van de gemeente en oudsten, 9 als wij heden terechtstaan om een weldaad aan een mens die ziek was, waardoor hij is gered, 10 dan mag het wel bekend worden aan u allen en aan heel de gemeenschap van Israël dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt maar die God uit de doden heeft opgewekt,- dat door hém hij hier gezond tegenover u staat!(-) 11 hij is ‘de steen, veracht door u, door de bouwers, die is geworden tot hoofd en hoeksteen’, 12 en de redding is door niemand anders; want er is geen andere naam onder de hemel gegeven bij de mensen waardoor wij moeten worden gered! 13 Aanschouwend hoe vrijmoedig Petrus en Johannes zijn en vernemend dat zij ongeletterde en doodgewone mensen zijn,- hebben zij zich verwonderd; zij herkenden wel dat zij met Jezus samen waren geweest; 14 maar omdat ze ook de mens gewaar waren die daar samen met hen stond, genezen en wel, hebben ze niets terug te zeggen gehad.

15 Ze gelastten hen uit het sanhedrin weg te gaan en overlegden met elkander; ze hebben gezegd: 16 wat moeten we met deze mensen doen?- want dat er door hen een onmiskenbaar teken is geschied, is aan al Jeruzalems inwoners duidelijk en kunnen we niet loochenen; 17 maar opdat het zich niet nog meer verspreidt naar de gemeenschap, moeten we hen zo bedreigen dat ze nooit meer tot iemand van de mensen spreken op gezag van deze naam! 18 Ze roepen hen binnen en kondigen af dat zij in het geheel geen uitspraken mogen doen of onderricht geven op gezag van de naam van Jezus. 19 Maar Petrus en Johannes zeggen ten antwoord tot hen: is het te rechtvaardigen tegenover God om meer naar u te horen dan naar God: oordeelt u zelf!(-) 20 want wij zijn niet bij machte om niet te spreken van wat wij hebben gezien en gehoord! 21 Zij bedreigen hen eens te meer en laten hen dan los, omdat ze geen mogelijkheid vinden om hen kort te houden: vanwege de gemeente,- omdat allen God verheerlijkt hebben om wat geschied is. 22 Want hij is meer dan veertig jaar oud geweest, de man aan wie dit teken der genezing is geschied

23 Eenmaal losgelaten komen ze aan bij de eigen mensen en verkondigen al wat de overpriesters en de oudsten hebben gezegd.” (Hnd 4:1-23 NB)

Samenkomend van alle windstreken

Angstige Joden, bang voor uitsluiting van hun Joodse geestelijke leiders

Overwonnen angst

De apostelen die nu hun angst overwonnen hadden durfden zich te verspreiden om verder het Goede Nieuws van de verrezen Christus te vertellen en mensen te waarschuwen zich klaar te maken voor een komen Koninkrijk.

De tot hun toegetreden leden gingen eerst samen met de apostelen ook naar hun eigen gebedshuizen. Regelmatig kwamen ze bij elkaar in de tempel en lieten aan anderen blijken hoe goed zij één van geest waren. Ook al bleef hun aantal groeien waren er velen die zich toch niet durfden aansluiten bij hen uit angst om door hun geestelijke leiders uitgesloten te worden. Een gebeuren dat wij vandaag de dag nog steeds vast stellen.

“12 Door de handen der apostelen geschieden vele tekenen en wonderen in de gemeenschap; allen in de zuilengang van Salomo zijn eensgezind. 13 Van de overigen heeft niemand hen durven verbinden; nee, de gemeenschap heeft hen grootgemaakt. 14 Meer en meer zijn er toegevoegd die gaan geloven in de Heer,- menigten mannen zowel als vrouwen, 15 zodat ze zelfs de zieken uitdragen de straten op, en leggen op bedden en baren, opdat bij de komst van Petrus tenminste zijn scháduw iemand van hen zal overschaduwen. 16 Ook de menigte uit de steden rondom is in Jeruzalem samengekomen; zij hebben zieken meegedragen en door onreine geesten gekwelden,- en die zijn allen geheeld.” (Hnd 5:12-16 NB)

Aansluiting van bekeerde anders en niet gelovigen

Joodse gebruiken al of niet voor niet-Joden

Wat Jeshua had gedaan en wat de apostelen deden en predikten viel niet in dovemansoren bij de goyim of niet-Joden. Hierbij waren ook volwassenen die het niet zo dadelijk zagen zitten om besneden te worden of om al hun eetgewoonten omver te gooien. Hun weerstand tegen de Joodse gebruiken in de groep van de Weg, maakte het voor de apostelen en hun Joodse confraters niet zo makkelijk, en deed heel wat discussies oplaaien.

Verbanning uit Joodse synagoge van Joodse sekte De Weg

Die gemende groep van Joden en goyim werd ook schuin bekeken en wenste men zo vlug mogelijk uit te bannen.

“1 Saulus briest nog steeds van dreiging en moord tegen de leerlingen van de Heer. Hij komt bij de hogepriester 2 en vraagt van hem brieven aan Damascus, voor de synagogen daar, om, als hij er vindt die bij de Weg horen, mannen zowel als vrouwen, ze gebonden naar Jeruzalem te mogen voeren.” (Hnd 9:1-2 NB)

Ook al werden zij op vele plaatsen vervolgd kwamen meer en meer mensen op verscheiden plaatsen samen als een verenigde groep of congregatie, als leden van de Joodse beweging De Weg, , Jeshua aanschouwende als de weg naar God en het licht voor deze wereld en Jeshua als levensgever en hoeksteen van hun gemeenschap. Steeds hielden zij Jeshua's woorden in gedachten.

“Als Jezus dan weer tot hen spreekt zegt hij: ik ben het licht der wereld, wie mij volgt zal niet wandelen in het duister, nee, die zal het licht des levens hebben.” (Joh 8:12 NB)

“Maar Jezus zegt tot haar: ik ben de opstanding en het leven; wie gelooft in mij zal leven, ook als hij sterft;” (Joh 11:25 NB)

“Jezus zegt tot hem: ikzelf ben de weg, en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij;” (Joh 14:6 NB)

“En dit ís het eeuwige leven: dat zij ú kennen, de enige, de waarachtige God, én hem die gij gezonden hebt,- Jezus de Christus.” (Joh 17:3 NB)

“want door hem leven wij en bewegen wij en zijn wij, zoals ook enkelen van de dichters bij u hebben gezegd: ‘uit hem immers zijn wij ook geboortig’;” (Hnd 17:28 NB)

“Voor u dan die gelooft geldt de kostbaarheid; maar voor ongelovigen geldt ‘de steen die de bouwlieden afkeurden, die is geworden tot hoofd van een hoek’” (1Pe 2:7 NB)

“en hier heeft hij volmacht van de overpriesters om allen te binden die uw naam aanroepen!” (Hnd 9:14 NB)

“en als hij hem gevonden heeft leidt hij hem naar Antiochië. Het geschiedt hun dat zij zelfs een heel jaar samen blijven in de vergadering en een aanzienlijke schare onderricht geven; ook treden de leerlingen voor het eerst in Antiochië op als ‘christenen’.” (Hnd 11:26 NB)

“Ik heb ‘de Weg’ in kwestie ten dode toe vervolgd, ik heb zowel mannen als vrouwen geboeid en overgegeven in bewaringen,” (Hnd 22:4 NB)

“maar ik beken u dit: volgens ‘de Weg’ die zij een ketterij noemen, zó vereer ik de voorvaderlijke God; ik geloof in alles wat volgens de Wet is en in de profeten staat geschreven;” (Hnd 24:14 NB)

Samenvoelenden onder het geloof in de Thora en Profeten

Het is ook dat geloof in wat er in de Wet of de Thora staat en in de Profeten en Oude Geschriften dat hen allen samen bond, en deed inzien hoe Jeshua de vervuller van die vroegere Geschriften is.

De voedselwetten maakten het voor vele Joden erg moeilijk om samen met heidenen te eten, zonder risico zich te verontreinigen. Door een visioen kreeg Petrus te horen dat hij niet hoefde te aarzelen om met een Romeins officier zijn huis binnen te gaan om daar aan Cornelius het Goede Nieuws van redding in Christus te brengen. (Handelingen van de apostelen hfdst. 10)

“43 van hem getuigen alle profeten dat ieder die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden mag aannemen! 44 Nog is Petrus bezig deze woorden uit te spreken als de heilige Geest valt op allen die de toespraak horen. 45 De gelovigen ‘uit de besnijdenis’ die met Petrus meegekomen zijn, staan versteld dat ook over de volkeren de gave van de heilige Geest is uitgegoten. 46 Want zij horen hen in andere talen spreken en God grootmaken. Dan antwoordt Petrus: 47 kan het, dat iemand het water weert, en zij niet gedoopt worden, die de heilige Geest hebben mogen aannemen zoals ook wij? 48 En hij draagt op dat zij in de naam van Jezus Christus worden gedoopt. Dan vragen zij hem enkele dagen te blijven.” (Hnd 10:43-48 NB)

“1 Maar nu horen de apostelen en de broeders verspreid over Judea dat ook de volkeren het woord van God ontvangen. 2 Toen Petrus opklom naar Jeruzalem, hebben ‘die uit de besnijdenis’ hem verwijten gemaakt, zeggend: 3 je bent binnengekomen bij mannen met voorhuid en hebt met hen gegeten!” (Hnd 11:1-3 NB)

“8 slacht en eet!- maar ik zeg: geenszins, Heer, want iets onheiligs of onreins is nog nooit mijn mond binnengekomen!(-) 9 maar een tweede keer antwoordt een stem uit de hemel: wat God reinigt mag jij niet ontheiligen!(-)” (Hnd 11:8-9 NB)

“16 en ik word indachtig het spreken van de Heer, toen hij gezegd heeft: Johannes heeft gedoopt met water, maar gij zult worden gedoopt met heilige Geest!(-) 17 als dus God aan hen een gelijke gave geeft als ook aan ons die gelovig vertrouwen op de Heer Jezus Christus,- ik, wie ben ik?- bij machte om God te weren?! 18 Als zij deze dingen horen worden zij rustig, en zij verheerlijken God en zeggen: dus ook aan de volkeren heeft God de bekering ten leven gegeven!” (Hnd 11:16-18 NB)

“19 Zij die verstrooid zijn door de verdrukking die is geschied pal op Stefanus, komen tot in Fenicië, Cyprus en Antiochië, waar ze tot niemand het woord spreken dan alleen tot Judeeërs. 20 Maar sommigen daarvan zijn mannen van Cyprus en Cyrene, en zij komen in Antiochië en zij zijn ook tot de Hellenen gaan spreken, Jezus verkondigend als de Heer. 21 De hand des Heren is met hen, en een groot aantal dat gaat geloven heeft zich gekeerd tot de Heer. 22 Het spreken hierover wordt gehoord tot in de oren van de vergadering in Jeruzalem, en zij zenden Barnabas uit naar Antiochië. 23 Als hij aankomt en de verheugende genade van God ziet, is hij verheugd; hij heeft allen opgeroepen om met het voornemen van hun hart te blijven bij de Heer.” (Hnd 11:19-23 NB)

Geleidelijk aan groeiden de geloofsgemeenschappen in christus aan.

Een Ecclesia als onderdeel van het Lichaam van Christus

Vorming van groepen als onderdeel van Lichaam van Christus

Gemengde groepen van Joden en goyim die Jeshua als Messias aannemen

Buiten Jeruzalem ontstonden nu ook meerdere groepen van zuivere Joodse gemeenschappen maar ook van gemende Joods met niet-Joodse gelovigen in Jeshua. Toch vormden zij samen een eenheid, die samen sterk gingen om de wonderwerken van Jeshua aan anderen kenbaar te maken en samen in gemeenschap de God van Jeshua te loven, te eren en aanbidden.

Één lichaam van gelovigen in Jeshua de Messias

De apostelen begonnen nu ook in te zien wat Jeshua tijdens hun rondtrekken bedoeld had met al zijn gesprekken. Zij zagen nu ook in hoe zij ook één lichaam van geloofsgenoten moesten vormen, waarvan Jeshua de hoeksteen is. Daarin moesten zij en moeten alle volgelingen van Jeshua samen werken tot opbouw van één groter geheel. Zij die zich verzamelen rond de tafel van herinnering omtrent het vergoten bloed, blijven tot vandaag die symbolen gebruiken en samen gemeenschap of kerk voeren in plaatselijke ecclesia.

“Maar in feite heeft God elk van de leden in het lichaam gezet zoals hij heeft gewild.” (1Co 12:18 NB)

“gezaaid wordt een bezield aards lichaam, er ontwaakt een geestelijk lichaam; als er een bezield aards lichaam is is er ook een geestelijk lichaam;” (1Co 15:44 NB)

“om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van de Christus,” (Efe 4:12 NB)

“10 opdat ge zult wandelen, waardig aan de Heer, en hem in alles behaagt, doordat ge in alles door goed werk vruchtdraagt en groeit in de kennis van God, 11 naar de sterkte van zijn glorie met alle kracht bekrachtigd, tot alle volharding en geduld, met vreugde 12 dank brengend aan de Vader die u bekwaam heeft gemaakt om te delen in het erfgoed van de heiligen in het licht.

13 Hij heeft ons ontrukt aan het gezag van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van de zoon van zijn liefde, 14 in wie wij de verlossing hebben, de vergeving van de zonden. 15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, eerstgeborene van alle schepping, 16 omdat in hem alles is geschapen in de hemelen en op de aarde, de zichtbare en de onzichtbare dingen, hetzij tronen hetzij heerschappijen, hetzij overheden hetzij machten: het is alles door hem en tot hem geschapen. 17 Hij is er eerder dan alles en alles bestaat door hem, 18 en hij is het hoofd van het lichaam dat de vergadering is. Hij is het begin, als eerstgeborene uit de doden, zodat hij onder allen de eerste wordt, 19 want in hem heeft het heel de volheid behaagd woning te maken 20 en door hem alles met zich te verzoenen,- vrede stichtend door zijn bloed aan het kruis,- door hem, hetzij alles op de aarde, hetzij alles in de hemelen.” (Col 1:10-20 NB)

“‘Alles heeft hij gelegd onder zijn voeten’ en hem heeft hij als hoofd gegeven over heel de kerk” (Efe 1:22 NB)

“Daarom zegt hij, komende in de wereld: ‘offerdier en offerande hebt gij niet gewild, maar mij hebt gij een lichaam bereid;” (Heb 10:5 NB)

Hedendaagse Messiaans-Joodse gemeenten

Onderdeel van Lichaam van Christus

UItgroeiende gemeenschap van Jeshua volgers over heel de wereld

Die gemeenschappen die zich als onderdeel van het Lichaam van Christus voelden zijn blijven uitgroeien en over de gehele aarde blijven verspreiden.

Zo kan men vandaag nog steeds Messiaans-Joodse gemeenten vinden die het op prijs stellen om eensgezind gemeenschap te vormen en regelmatig samen te komen op de Shabbat of Sabbat of Sjabbes en ook samen vergaderingen en leerstonden te houden op andere dagen van de week.

Joodse volgelingen van Jeshua de Messias

Zij die in het algemeen bestaan uit Joodse volgelingen van Jeshua als de Messias en ook gekend staan als Jeshuaisten of Jesjoeaansen, houden zich aan de door God gegeven Wetten en Feestdagen. Jeshuaistische of Messiaans-Joodse gemeenten onderscheiden zich van de traditionele synagoge doordat de gemeente Jeshua van Nazareth erkent als de Messias van het Joodse volk en de Heiland van de mensheid.

Gemeente van Jeshua volgers of Jesjuaanse gemeenten

Gemeenten van Jeshuaisten of Jesjoeaisten onderscheiden zich ook van de traditionele kerk doordat ze bedoeld zijn om Joodse volgelingen van Jeshua in staat te stellen en aan te moedigen Joods te blijven, wat betekent dat Sabbat, de Joodse feestdagen en vieringen van de levenscyclus centraal zijn blijven staan ​​in het gemeenschapsleven.

Totaal geen onderdeel van een Trinitarische Christelijke Kerk

Geen plaats voor trinitarisme in het Jeshuaisme

Jeshuaisten of Jesjoeaansen nemen Jeshua of Jezus Christus wel aan als Messias maar volgen niet de valse leerstelling als zou die Nazareense Jood God zou zijn. De Heilige Schrift is daar zeer duidelijk in dat er slechts één Ware God is en dat Die een Onzichtbare Eeuwige God is.

Geen leugens vertellende God verklaarde Jeshua Zijn zoon te zijn

De God Die ook geen leugens vertelt heeft trouwens Jeshua zelf als Zijn eigen geliefde zoon verklaard.

“en zie, een stem uit de hemel die zegt: dit is mijn zoon, de geliefde, in wie ik een welbehagen heb!” (Mt 3:17 NB)

“Het geschiedt: een stem klinkt uit de wolk en zegt: deze is mijn uitverkoren zoon,- hoort naar hem!” (Lu 9:35 NB)

Jeshuaisten geloven dat Jeshua door God uitverkoren is om Hem te vertegenwoordigen, net als om voor ons een middelaar te zijn.

“zie, mijn knecht die ik heb verkoren, mijn geliefde in wie mijn ziel een welbehagen heeft; ik zal mijn geest op hem leggen, en hij zal aan de volkeren een oordeel verkondigen;” (Mt 12:18 NB)

“Want hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid mogen aannemen, toen door de verheven heerlijkheid zo’n stemgeluid tot hem werd gericht: ‘mijn zoon, mijn geliefde is hij, in hem heb ik welbehagen gekregen’.” (2Pe 1:17 NB)

“Want God is één, één is ook de middelaar tussen God en mensen: een mens, Christus Jezus,” (1Ti 2:5 NB)

Jeshua voorspreker en bemiddelaar bij God

In Jeshua geloven wij de voorspreker bij God te hebben verkregen die ons best kan verdedigen, daar hij maar al te goed weet wat er in een mens om gaat. Het Joodse Volk had een eerste Verbond gekregen, maar met Jeshua is er nu een Nieuw Verbond bezegeld waar er plaats is gemaakt voor ook niet-Joden die Jeshua als hun redder willen erkennen.

“Maar nu heeft hij een evenzo voortreffelijker bediening gekregen als hij ook middelaar is van een beter verbond, dat op betere aankondigingen gevestigd en gewettigd is.” (Heb 8:6 NB)

“en tot Jezus, middelaar van een nieuw verbond, en tot bloed ter besprenkeling dat sterker spreekt dan dat van Abel.” (Heb 12:24 NB)

Prijzers van de Enige Ware God van Christus

Zoals Jeshua zichzelf niet aanbad, maar de God van Abraham prees, prijzen Jeshuaisten ook die Enige Ware God van Abraham, de God van Israel.

Kerk van God hoort niet trinitarisch te zijn

De "Kerk van de Grote God" hoort 'niet-trinitarisch' te zijn. Simpel gezegd betekent dit dat ze niet hoort te geloven in de traditionele, door mensen gemaakte hypothese van een Drie-enige God (dat wil zeggen "één God in drie gelijkwaardige Personen"). De Drieëenheidsleer is niet te vinden in de Bijbel, zoals het honderden jaren na de dood van de apostelen en de voltooiing van de Schrift door katholieke theologen werd gepatcht. In plaats daarvan is trinitarisme een mengeling van Joodse, Griekse en Romeinse filosofieën, losjes gebaseerd op een handvol Bijbelverzen die uit hun context zijn gerukt of in de tekst zijn geïnterpoleerd.

Afstandname van Trinitarische kerken

Mits het grotendeel van de kerken in het Christendom de Heilige Drievuldigheid of Heilige Drie-eenheid aanbid, nemen de ware volgers van Jeshua daar afstand van en verkiezen daarom ook liever Jeshuaist, of volger van Jeshua, genoemd te worden in plaats van christen, al zijn zij ware christenen, dit om verwarring te vermijden.

Ecclesia samenkomend in gebedshuis, synagoge of tempel

Samenkomsthuis zonder beelden

Bijeenkomstplaatsen voor aanbidders van de Enige Ware God

In veel christen gemeenschappen kan men bijeenkomst-plaatsen zoals kerken vinden war er meerdere afbeeldingen, onder de vorm van beeldhouwwerken en schilderijen aanwezig zijn. Zulke versieringen zijn een abominatie in de ogen van God en altijd te vermijden. Daarom zal men in de gemeenschap van getrouwen van Christus of Jeshuaisten samenkomsten hebben die plaatsgrijpen op plaatsen waar er helemaal geen voor God aanstootgevende beeltenissen zullen waar te nemen zijn.

Synagoge, tempel, gebedshuis of koninkrijkszaal voor gemeenschap van volgers van Jeshua

In de synagoge, tempel of ecclesia zal meestal ook soberheid troef zijn al kan die wel versierd zijn met mooie bloemen of dingen die God in de natuur voor de mens voorziet.

In bepaalde synagoge mogen wel versierde elementen het huis aangenamer maken en kan men opbergplaatsen vinden voor de boekrollen en symbolen (zoals de bekers voor de wijn).Meer dan versiering, is het de activiteit van de dienst en het geluid van gebed en lofzang dat de synagoge-ruimte bezielt.

Er is niet één type synagoge en niet alle synagogen zijn architectonisch onderscheidend. Inderdaad, veel Joodse gemeenten, vooral wanneer ze nieuw en arm zijn, passen bestaande ruimtes alleen maar aan voor hun religieuze doeleinden. Elke synagoge moet echter bepaalde essentiële kenmerken hebben, en andere elementen die worden gedicteerd door religieuze praktijken en tradities worden ook verwacht.

Boekenrollen en tabernakels

Synagoge of gebeds- en studiehuis voor Jeshuaisten

Bij het betreden van een synagoge, waar ook in de wereld verwacht men en kan men wel meestal gelijkaardige elementen aantreffen.

Allereerst zijn er de ark, het kabinet met de Thora-rollen en de bimah, het platform waar de leider van de dienst staat en van waaruit de Thora wordt gelezen, constant in alle synagogen, ongeacht waar en wanneer ze zijn gebouwd , of welke decoratieve stijl ze aannemen. In moderne tijden hebben conservatieve en hervormde joden de bimah vlak voor de ark naar de voorkant van de gemeente verplaatst en dat valt ook waar te nemen bij bepaalde Jeshuaisten.

Bijeenkomend in een dynamische groep gelovigen

De fysieke relatie tussen ark en bimah weerspiegelt hun rol in de joodse dienst en creëert een sterke dynamiek.

Maar in hedendaagse tempels of gebedshuizen wordt er eerder voor rondere vormen gekozen, het is te zeggen dat iedereen rond een of meerdere tafels zit en de voorspreker niet echt apart op een voor- of koorgestoelte moet plaats nemen.

Mogelijke aanwezigen in een dienst of ecclesia

Is het passend dat christelijke heidenen een Messiaans-Joodse gemeente bezoeken?

Nood tot groei

Hoe men het draait of keert moet een gemeenschap kunnen groeien. Men kan onmogelijk verwachten dat iemand zich zou aansluiten bij een groep zonder er eerst goed kennis mee gemaakt te hebben.

Openstaande gemeenschap

Als volgers van Jeshua moeten wij open staan voor elk menselijk wezen van waar hij of zij ook moge komen of eerder bepaalde dingen gedaan zou hebben.

Om die persoon, als hij of zij nog niet in Jeshua gelooft met de gemeenschap kennis te laten nemen, moet men natuurlijk kansen geven om bijeenkomsten bij te wonen. Hiervoor lenen in de eerste plaats de Bijbelstudie sessies. Zij zijn de uitgelezen plaats om kennis te maken met het gedachtegoed van de gemeenschap. Daar zal de niet of anders gelovige ook openlijk vragen kunnen stellen of in discussie kunnen gaan over bepaalde onderwerpen die bespreekbaar kunnen gemaakt worden.

Niet-Joden en Joden die Jeshua aannemen als Messias en in gemeenschap vorm willen geven aan Lichaam van Christus

Betreft niet-Joden zijn allen die geloven in Jeshua als de zoon van God en de Messias natuurlijk van harte welkom in alle diensten.

Maar om deel te nemen aan de symbolen moet men een volwaardig gedoopt persoon zijn, dit houdt in dat men een doop of witwassing van zonden, heeft moeten ondergaan door volledige onderdompeling.

Onderdeel zijn van Messiaanse Joodse gemeenschap

Hoewel elke messiaans-joodse gemeente heidense deelname op verschillende manieren mag verwelkomen, erkennen bijna alle messiaans-joodse gemeenten dat er heidenen zijn die zich 'thuis' voelen als onderdeel van de messiaans-joodse gemeenschap, maar dat houdt niet in dat zij zo maar aan alle activiteiten zullen kunnen deelnemen.

Het is echter belangrijk om in gedachten te houden dat er messiaans-joodse gemeenten zijn die een uniek doel dienen voor de joodse volgeling van Jeshua, zodat ze kunnen blijven leven zoals de Bijbel het volk van Israël opdraagt ​​te leven. en dat moet steeds voor ogen gehouden worden.

Beoefening van het geloof

Beoefenen alle Joodse gelovigen in Jezus op dezelfde manier geloof?

Trouw aan Joodse leven en praktijk van Jeshua

Zoals het geval is in de bredere joodse gemeenschap, is er onder joodse volgelingen van Jeshua een grote verscheidenheid aan trouw aan het joodse leven en de praktijk. Er zijn enkele Joodse gelovigen die een sterke overtuiging hebben om te beschermen en te bewaren, te behouden, en hun joodse identiteit en cultureel onderscheid aan hun kinderen door te geven. Anderen leggen minder de nadruk op hun joodse achtergrond en vinden dat wij als mens mee moeten evolueren met de maatschappij waarin wij leven en werken.

Verscheidenheid in Jeshuaisme

Er kunnen dus zeer traditiebewuste en behoudende groepen zijn maar ook zeer liberale of vrijere groepen zijn. Voordeel van een gemeenschap zonder eigenlijke menselijke hiërarchische leiders is dat elke ecclesia of gemeente zich onafhankelijk kan ontwikkelen en alles zo kan inrichten zoals de groep van gelovigen het graag heeft. Dat zal dan natuurlijk steeds gaan volgens de Bijbelse normen en waarden en volgens de begeleidende raad van de Geschriften. Verder zal een gemeente haar bijeenkomsten ook regelen naar het aantal verwachte personen en naar het te vieren feest of naar de gebeurtenis in het religieuze jaar.