Bomen hebben zeker effect op de akoestiek. Ze absorberen, weerkaatsen en verstrooien het geluid. Dat heeft effect op de hogere tonen. Lage tonen verplaatsen zich ongehinderd door de ruimte, soms zelfs via de bodem. Bovendien is het effect van één of enkele bomen zeer beperkt.
Om een geluidsbron effectief af te schermen is meer nodig. Een universiteit in Zuid-Duitsland heeft dit aan de hand van metingen in bestaande situaties en bij proeven nader onderzocht. De conclusie was dat er naast een dikkere rij bomen, ongeveer 45 meter breed, ook een gesloten ondergroei nodig is. Dan nog is een volledige demping niet mogelijk. Wel worden hogere tonen weggefilterd en het geluid wordt een paar decibel gedempt. De akoestiek verbetert waardoor geluid minder hinderlijk overkomt.
Omdat zo'n groene wal tevens stress reducerend werkt ervaren mensen minder hinder en verbetert de levenskwaliteit. Een aarden wal is echter effectiever als geluidwering.
Ook bij aarden geluidswallen kan beplanten met groen zorgen voor een aangename akoestiek.
Bomen met een dichte kroon kunnen de windstromen goed beïnvloeden. Dit heeft vooral effect op het woongenot en energieverbruik. Door te voorkomen dat wind direct tegen de gevel waait wordt sterke afkoeling in de winter vermeden. Er kan dan minder gestookt worden om toch een aangenaam binnenklimaat te creëren.
Tijdens warme zomerdagen hebben zulke bomen weer een koelend effect. Dat kan tot 7 graden in de directe omgeving schelen.
Bomen kunnen gericht worden ingezet om windstromen te beïnvloeden. Je kunt ermee luwte creëren, waar dat nodig is. Maar ook juist goede doorstroming, bijvoorbeeld om ophoping van luchtvervuiling of cumulatie van warmte tegen te gaan. De keuze van boomsoort en de groeiplaatsen van die bomen zijn dan een extra punt van aandacht voor de stedenbouwers.