We zijn weer terug in Asmara. Na een vermoeiende reis met op het vliegveld een complete chaos van door elkaar gegooide koffers kwamen we om half vier ’s nachts het vliegveld uit. Gelukkig stond een ontvangstcomité ons op te wachten. Helaas werkt al drie weken het internet in de stad niet meer. Onduidelijk is of en wanneer we dit bericht kunnen versturen. Wellicht heeft het iets te maken met de internationale spanningen.
Voor nieuwe lezers een terugblik: Toen we in 2023 naar Eritrea zouden gaan, vroegen we zoals gebruikelijk aan het Liliane Fonds of we iets met de zusters in Eritrea moesten bespreken. Het fonds ondersteunde de gehandicaptenzorg via de Daughters of Charity al jaren en wij waren de verbindende schakel. Het antwoord was schokkend: “We zijn gestopt met Eritrea “. Dat zonder informatie naar de mensen in Eritrea die met de gehandicapten werken. In Eritrea vond men het al vreemd dat er geen geld meer kwam. Er was ook geen afbouw.
Gelukkig vonden we de Stichting Pandora bereid om voor 2024 het gat te vullen. Nu heeft de stichting ISEE uit Urk ons kunnen melden dat ze een aanzienlijk bedrag geven om ook in 2025 het werk voort te zetten. Met de zusters gaan we nu kijken naar een structurele oplossing.
Het klinkt allemaal heel abstract, maar in de praktijk betekent dat er dit jaar zorg is voor zo’n 110 gehandicapten met rolstoelen, fysiotherapie, medische zorg en wat er
allemaal verder nodig is. In Eritrea is de vlag uit!
Even niet over onze stichting, maar wat we zoal meemaken. Weinig mensen hebben enig idee hoe Eritrea er uitziet. Over het algemeen is het droog, heet en bergachtig. Niet uitzonderlijk voor Afrika, maar in Asmara is het heel anders. Een deel van de stad staat op de Werelderfgoedlijst. Zo rond 1930 wilde Mussolini Afrika veroveren met Asmara als hoofdstad en Eritrea als uitvalsbasis. De beste Italiaanse architecten werden ingevlogen en er ontstond een modernistische villawijk. Allemaal prachtige gebouwen, die nu helaas veelal in slechte staat zijn.
Topstuk vinden we het Fiat Tagliero servicestation met twee vrijhangende betonnen vleugels .
In Cinema Roma wordt de lekkerste macchiato gemaakt in een prachtige entourage. Je waant je in het chique Italië van de dertiger jaren van de vorige eeuw.
Als oude Italiaanse kolonie zie je nog overal de sporen. Oude mensen spreken je in het Italiaans aan. Pasta is dagelijkse kost. Als je op visite gaat, haal je gebakjes bij de ‘pasticceria’.
Nog niet veel nieuws, maar we zijn blij dat we dit bericht na veel proberen naar Nederland konden sturen.
Jonne Misset, Albert Laterveer
30 maart 2025
Inmiddels zijn we weer helemaal thuis in Asmara. De verplichte, maar ook gezellige bezoekjes aan vrienden met, naar de gewoonte van het land, een uitgebreide koffieceremonie en altijd eten. Eenmaal maakten we de fout twee afspraken op een dag te maken. Ook al zeiden we dat we weinig wilden eten en drinken, het resultaat was dat we misselijk van het eten en de sterke koffie thuis kwamen.
Omdat het niet mogelijk is om in het land te reizen, komen de zusters die verantwoordelijk zijn voor projecten naar Asmara om met ons te overleggen. Op donderdag spraken we met de zuster die de gehandicapten in haar portefeuille heeft.
De ondersteuning vindt met name plaats bij de mensen thuis in het dorp of de stad. In het verleden (en vaak ook nu nog) worden gehandicapten thuis verborgen gehouden. Men voelt het als een schande. Soms ook als een straf van God. Ingrijpen wordt dan gezien als ingaan tegen de wil van God. De overheid probeert dit wel te doorbreken, onder andere met het instellen van een ‘nationale dag van de gehandicapte’. De zusters bieden hulp met middelen als rolstoelen en medische hulp, maar ook met het mogelijk maken om een opleiding te volgen. Bijzonder is het initiatief om op elke locatie groepen van ouders te organiseren, waarin overlegd wordt hoe om te gaan met de kinderen. Deze ‘zelfhulpgroepen’ blijken een prima middel om het stigma aan te pakken.
De zusters runnen het enige weeshuis in het land dat zich richt op kinderen waarvan de moeder bij de bevalling is overleden. Wij helpen met kleding en het bekostigen van melkpoeder voor de kleinsten. Een aantal jaren geleden naaiden Jonne, haar vriendin Marian en haar zus Margaret meer dan honderd
hoeslakentjes.
Dinsdag kon Jonne medicijnen en kleding overhandigen aan de zuster die de leiding heeft over het weeshuis. Ze was dankbaar, maar had ook de dringende vraag: weer hoeslakentjes!!! De oude zijn nu echt versleten, en dat is mooi om te horen. Gelukkig wordt er in Haarlem al weer gewerkt aan een nieuwe lading. Overigens was het fenomeen hoeslaken vóór Jonne het introduceerde, nog onbekend.
Altijd als we in Eritrea zijn, eet Albert ‘foul’ als ontbijt. Het is een bonenpasta, waar je zelf zout, berbere (gedroogde en gemalen rode pepers), gehakte rauwe uien en gehakte tomaat aan toe voegt. Je bestek bestaat uit broodjes, waar je de foul mee naar binnen werkt.
In Nederland moet je er niet aan denken. Hier is het heerlijk.
De armoede is op straat duidelijk zichtbaar. Veel bedelaars, bedelkinderen, ‘mastica boys’, die kauwgomstripjes uit een pakje verkopen, ‘soft boys’ met pakjes zakdoekjes, op straat slapende mensen. Jonne begon met 100 biljetten van 1 Nacfa (6 eurocent) om uit te delen. Het is nu nog maar een klein stapeltje.
In vergelijking met anderhalf jaar geleden zijn er veel elektrische fietsen en brommers. Onlangs is de import verboden. Onduidelijk is waarom.
Op een terras ontmoetten we een Eritreër die al 30 jaar in Arnhem woont. Hij spreekt nauwelijks Nederlands. Dat maakt wel duidelijk hoe belangrijk verplichte inburgering is.
De bus is spotgoedkoop. Een kaartje kost twee Nacfa (12 cent). Hij is afgeladen vol, met de passagiers als de spreekwoordelijke haringen in een ton. Om de bus in te komen heb je dan ook stevige ellebogen nodig. Eenmaal binnen is iedereen vriendelijk. Voor ons als ouderen en buitenlanders staat men op.
Tot zover onze wederwaardigheden. We kijken nog of er een derde Eribericht volgt
Jonne Misset en Albert Laterveer
3 april 2025