INTERNATIONALE GOTHIEK
Deze piëta is geboren in de late middeleeuwen, tussen 1450 en 1550. Ze is gemaakt van eikenhout en beschilderd; haar middeleeuwse kleuren zijn verborgen onder een negentiende-eeuwse verflaag. De piëta toont de kenmerken van de internationale gotiek: een zachte en realistische stijl die verspreid was over heel laatmiddeleeuws Europa. [1] Haar gezichtsuitdrukkingen zijn zacht en verfijnd, en de lichaamsverhoudingen kloppen. Maria heeft lange haren en ziet er uit als een prinses. Ze draagt een getailleerde jurk met een V-hals en verticale plooival. Hierover heen draagt ze een enorme mantel met een versierde rand en diepe plooival. Onder haar mantel komen puntige schoenen uit. Christus ziet er sereen uit, hij draagt een houten kroon (we zien geen doornen), en een lendendoek. Zijn zijwond en de gaten in zijn handen en voeten zijn duidelijk zichtbaar. Het contrast met de vroeg-gotische Röttgen piëta is enorm (zie Beelden van compassie)
MOEDER EN ZOON
Wat laat deze piëta ons zien en voelen? Ze maakt ons getuige van een mysterieus moment. We zien een moeder die het dode lichaam van haar zoon vasthoudt. Maar niet zomaar een moeder en niet zomaar een zoon: de Moeder van God en de Mensenzoon. Maria's rechtop zittende lichaam (verticaal) kruist het dode lichaam van Christus (horizontaal); een kruising waarin leven en dood, God en mens elkaar ontmoeten.
Maria is nog een jonge vrouw en in vergelijking met Christus is ze erg groot. Ze is weer de jonge moeder die ze was tijdens zijn geboorte. Haar mantel valt als een driehoek om Christus heen, en ze lijkt haar zoon bijna in zich te willen opnemen. Met haar rechterhand ondersteunt ze zijn hoofd, met haar linkerhand grijpt ze naar haar hart. Haar verdriet is ingetogen, en ze kijkt ons niet aan. Haar ogen staren naar beneden, naar haar zoon.
Maria laat ons het dode lichaam van Christus zien. Zijn lichaam is frontaal richting de toeschouwer gekeerd, en ziet er nog warm en vol leven uit; alsof hij in een diepe slaap verkeert op zijn moeders schoot. Toch zien we een zijwond, waar zachtjes bloed uit sijpelt. Ook zien we de gaten in zijn handen en voeten. Zijn rechterarm hangt levenloos naar beneden. Zijn lichaam is beschadigd; hij heeft pijn geleden.
Er is een afstand tussen Maria en haar zoon. Christus kan ieder moment van Maria's schoot wegglijden. Als hij wegvalt, zal de afstand tussen moeder en zoon, leven en dood, God en mens onoverbrugbaar worden. Maar dit zal niet gebeuren, want moeder en zoon zijn in dit mysterieuze moment bevroren. Deze laatste samenkomst van Maria en Christus, mens en God voor altijd. De piëta maakt ons deelgenoot van dit moment.
AANRAKING EN LICHAMELIJKHEID
Dit beeld is niet alleen maar een 'afbeelding' van lichamen, maar ook zelf een lichaam. Net zoals de mensen die haar komen bekijken, is ze driedimensionaal; een lichaam van houten vlees. Dit maakt lichamelijk contact mogelijk. In het verleden was het zeer gebruikelijk om piëta's aan te raken, en dus letterlijk met hen mee te voelen [2]. De piëta is veel kleiner dan wij. Kleine beelden zijn aanlokkelijk om van dichtbij te bekijken en te voelen, ze geven een intiem gevoel [3]. Door de piëta aan te raken, zijn we niet langer meer afstandelijke aanschouwers van een tafereel dat zich millenia geleden afspeelden, maar worden we deelgenoten.
Welke delen van deze piëta werden aangeraakt? De 'uitstekende' delen van het beeld waren waarschijnlijk het aanlokkelijkst om aan te raken. Het lichaam van Christus, vooral zijn torso, is frontaal richting ons gekeerd, en vraagt bijna om aangeraakt te worden. Zoals we lazen in het visioen van Mechthild von Hackeborn, werd Mechthild gevraagd om het lichaam van Christus aan te raken en te kussen, specifiek zijn wonden [4]. Waarschijnlijk raakten middeleeuwse Christenen bij deze piëta ook Christus' zijwond en de wonden in zijn voeten en rechterhand aan. Misschien was er zelfs sprake van kussen. De piëta geeft ons de mogelijkheid om het lichaam van Christus, zijn mens-zijn en lijden te voelen. Andere delen die wellicht werden aangeraakt zijn de schoenen van Maria, omdat deze zeer duidelijk uitsteken.
AFBEELDINGEN
1. Zwolle, Onze-Lieve-Vrouwe Basiliek, "piëta", eikenhout, 45x26 cm, nr. 10495-14 (foto: Paul van der Vegte).
2-4. Idem, (eigen foto)
VOETNOTEN
[1] William H. Forsyth, The Pietà in French Late Gothic Sculpture, 18-19.
[2] Joanna E. Ziegler, Sculpture of compassion, 64-65.
[3] Stephanie Langin-Hooper, Figurines in Hellenistic Babylonia: Miniaturization and Cultural Hybridity (Cambridge, United Kingdom: Cambridge University Press: 2020), 13-25.
[4] Mechthild von Hackeborn, The Book of Special Grace, vertaald uit het Duits door Barbara Newman (New York: Paulist Press: 2017), passage 1.18.