Heden - Toekomst

Ongeveer tien jaar geleden werd de piëta uit de kluis gehaald, en naar de Caeciliazaal gebracht. Ze staat niet meer in het donker, maar in het licht. Ze is niet meer alleen, maar vaak omgeven door mensen. Als een trouwe tafelgast vergezelt ze de kerkgangers tijdens koffiepauzes en bijeenkomsten, en af en toe wordt ze bekeken en bewonderd.

Ze is echter nog niet helemaal de kluis ontvlucht, want ze bevindt zich ook nu nog in een afgesloten, beveiligde kist. Een kluis met glazen muren, maar nog steeds ondoordringbaar. Hierdoor kan ze wel bekeken worden, maar niet worden aangeraakt. De glazen wand beschermt haar tegen dieven en beschadigingen, maar maakt het tegelijkertijd onmogelijk om in haar nabijheid te komen. Er is altijd een afstand tussen de piëta en haar toeschouwers, met uitzondering van de momenten dat ze even uit haar kist wordt gehaald.

Als oud schuilkerk-bewoonster weet ze als geen ander hoe ze zich moet verbergen en verschuilen, maar ze wil graag gezien worden. Ze verlangt naar nabijheid. Ze wil mensen raken, ontroeren, en zelf soms ook worden aangeraakt; zoals vroeger. Ze hoopt dat ze een keer in de kerk mag staan, zodat iedereen haar kan zien.

Zelf is ze niet bang om beschadigd te worden, want ze heeft al vijf eeuwen aan veranderingen overleefd. Ze draagt nog een middeleeuwse boodschap met zich mee: leven betekent veranderen, en door met de tijd mee te veranderen heeft ze overleefd. Als boom werd ze gekapt, ze lag jarenlang in water, werd gesneden, misschien zelfs gekookt of gebraden, reisde door laatmiddeleeuws Europa, en overleefde zelfs de beeldenstorm. Haar neogotische verflaag gaf haar nieuwe kracht en een dikke huid. Haar ouderdom maakt haar niet alleen kwetsbaar, maar vooral ook weerbaar. Ze is niet bang voor de toekomst, want ze beweegt met de tijd mee.

Bronnen

AFBEELDINGEN
1-2. Zwolle,
Onze-Lieve-Vrouwe Basiliek, "piëta", eikenhout, 45x26 cm, nr. 10495-14 (foto: Paul van der Vegte).